Eén ding…

Dirk van Genderen.

Zes Bijbelteksten met het woord ‘één’ erin heb ik voor u op een rijtje gezet.

Dat woord wijst op iets heel belangrijks. Iets wat op de eerste plaats staat of moet staan in ons leven. Met de vraag eraan gekoppeld: wat staat er in ons leven op de eerste plaats? 

1. ‘Eén ding heb ik van de HEERE verlangd, dat zal ik zoeken: dat ik wonen mag in het huis van de HEERE, al de dagen van mijn leven, om de lieflijkheid van de HEERE te aanschouwen en te onderzoeken in Zijn tempel’ (Psalm 27:4).
2. ‘God heeft één ding gesproken, ik heb dit tweemaal gehoord: dat de kracht van God is’ (Psalm 62:12).
3. ‘Eén ding ontbreekt u: ga heen, verkoop alles wat u hebt en geef het aan de armen en u zult een schat hebben in de hemel; en kom dan, neem het kruis op en volg Mij’ (Markus 10:21b).
4. ‘Slechts één ding is nodig. Maria heeft het goede deel uitgekozen, dat niet van haar zal worden afgenomen’ (Lukas 10:42).
5. ‘Eén ding weet ik, dat ik blind was en nu zie’ (Johannes 19:25b).
6.‘Een ding doe ik: vergetend wat achter is, mij uitstrekkend naar wat voor is, jaag ik naar het doel: de prijs van de roeping van God, die van boven is, in Christus Jezus’ (Filippenzen 3:14).

Enkele opmerkingen bij de genoemde Bijbelverzen.

1. ‘Eén ding heb ik van de HEERE verlangd, dat zal ik zoeken: dat ik wonen mag in het huis van de HEERE, al de dagen van mijn leven, om de lieflijkheid van de HEERE te aanschouwen en te onderzoeken in Zijn tempel’ (Psalm 27:4).

Het is het diepste verlangen van David om in de tegenwoordigheid van de Heere te zijn, in Zijn huis, om daar te wonen. Niet zo maar even, maar al de dagen van Zijn leven. Om de lieflijkheid, de gunst van de Heere te aanschouwen en zich daarin te verdiepen.
Dit verlangen tekende David. In zijn leven had hij de Heere leren kennen. Op Hem kon hij aan wanneer vijanden hem omringden. En wanneer hij gezondigd had, was er bij de Heere vergeving.
Hij verlangde ernaar voor altijd bij de Heere te zijn. Altijd in Zijn gunst en in Zijn genade zich te verheugen. Dit verlangen ziet heen over de grens van dit leven naar het eeuwige leven.

Ik hoop en bid dat u ook iets van dit verlangen van David kent. Dat u het hem, door Gods genade, na kunt zeggen: ‘Eén ding doe ik…’

2. ‘God heeft één ding gesproken, ik heb dit tweemaal gehoord: dat de kracht van God is’ (Psalm 62:12).

Ook deze psalm is van David. Hij heeft de stem van God gehoord. Hij weet het zeker. Tweemaal heeft de Heere het aan hem bevestigd: dat de kracht van God is.
David heeft dit moeten leren in Zijn leven. Zijn leven was voortdurend in gevaar toen vijanden hem achtervolgden en hem wilden doden. God heeft hem laten weten dat de kracht van Hem is. Hij is machtiger dan alle vijanden bij elkaar. Bij de Heere is David absoluut veilig!

Zoals de Heere tot David sprak, zo wil Hij ook tot ons spreken. Door Zijn Woord en door Zijn Geest. Als Hij tot je spreekt, weet je het zeker. Dan twijfel je niet meer. Een ontmoeting met Hem verandert je leven. Voorgoed!

3. ‘Eén ding ontbreekt u: ga heen, verkoop alles wat u hebt en geef het aan de armen en u zult een schat hebben in de hemel; en kom dan, neem het kruis op en volg Mij’ (Markus 10:21b).

Deze woorden sprak de Heere Jezus tegen de rijke jongeling, die dacht dat hij alle geboden van God hield. Liefdevol wees de Heere Jezus aan wat het probleem in zijn leven was. Hij moest leren zijn vertrouwen helemaal op de Hem te stellen, ook wat zijn bezit betrof. ‘Bedroefd ging hij weg, want hij had veel bezittingen,’ zegt het volgende vers.

Wij kunnen denken dat het geestelijk wel in orde is in ons leven, terwijl er toch één ding ontbreekt. Dan is bekering nodig, geloof en vertrouwen in de Heere Jezus. ‘Heere, wijs ons Uw weg en geef genade om die weg te gaan, achter U aan.’

4. ‘Slechts één ding is nodig. Maria heeft het goede deel uitgekozen, dat niet van haar zal worden afgenomen’ (Lukas 10:42).

De Heere Jezus is op bezoek bij Martha en Maria. De ijverige Martha zet snel koffie en thee, en haalt iets te eten. Maar Maria gaat zitten aan de voeten van de Heere Jezus om naar Zijn woorden te luisteren.
Als Maria zich bij de Heere Jezus beklaagt over haar zus, omdat zij overal alleen voor op moet draaien, wijst Hij precies aan wat het probleem is: ‘Martha, Martha, u bent bezorgd en maakt u druk over veel dingen. Slechts één ding is nodig. Maria heeft het goede deel uitgekozen.’

Ik vind dit confronterend. Wij maken ons toch vaak ook druk om heel veel dingen. Vult u maar in. En we kunnen zo bezorgd zijn. Over van alles en nog wat.
Doe dat nu niet, zegt de Heere Jezus. Slechts één ding is nodig, één ding is belangrijk. Zet dat op nummer één. Het luisteren naar de Heere Jezus, je verheugen in Hem, leven met Hem, wandelen met Hem.
Laat andere dingen los en richt je op Hem. ‘Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden’ (Mattheus 6:33).

5. ‘Eén ding weet ik, dat ik blind was en nu zie’ (Johannes 19:25b).

De Heere Jezus heeft op de sabbat een blindgeboren jongen genezen. De Farizeeën zijn daar zeer verontwaardigd over. Dat mag volgens hen niet op de sabbat. Daarom noemen ze hem een zondaar, die niet van God kan zijn. Dan zeggen ze tegen deze jongen: ‘Geef God de eer, wij weten dat deze Mens een zondaar is,’ waarmee ze bedoelen: Deze Mens, Jezus, is een zondaar, het is onmogelijk dat Hij je heeft genezen.

Mooi is dan het getuigenis van deze jongen: ‘Of Hij een zondaar is, weet ik niet; één ding weet ik, dat ik blind was en nu zie.’
Laten wij ons er niet voor schamen als we de Heere Jezus mogen kennen en liefhebben. Eén ding weet ik… Ik ben er zeker van. Hij is het Die mijn leven heeft veranderd.

Kun je het mee zeggen: ‘Eén ding weet ik, ik was geestelijk blind, maar nu mag ik zien. De Heere Jezus heeft mijn ogen geopend.’

6. ‘Een ding doe ik: vergetend wat achter is, mij uitstrekkend naar wat voor is, jaag ik naar het doel: de prijs van de roeping van God, die van boven is, in Christus Jezus’ (Filippenzen 3:14).

Prachtig, zoals Paulus hier zijn diepste verlangen onder woorden brengt. Als je aan Paulus zou vragen: ‘Broeder Paulus, vertel me eens, waar ben je op gericht, wat is je verlangen?’, dan antwoordt hij: ‘Eén ding doe ik…’

Wij zijn vaak geneigd om een aantal dingen te noemen, maar hier klinkt het: ‘Eén ding doe ik…’ Paulus richt zich op dat ene doel. Daar jaagt hij naar, zoals een hardloper gericht is op de finish.
En het doel is Christus. Op Hem is hij gericht. Hem wil hij steeds meer en steeds beter leren kennen. In Hem wil hij zich verheugen. Daar jaagt hij naar, omdat hij door Christus Jezus gegrepen is (Filippenzen 3:12).

Is dit ook uw verlangen? ‘…opdat ik Hem mag kennen…’ (Filippenzen 3:10). ‘…om te groeien in de genade en de kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus’ (2 Petrus 3:18).

Eén ding…

Dirk van Genderen publiceert wekelijks een nieuwsbrief over Israel en het Midden-Oosten. 

Wees de eerste die reageert op "Eén ding…"

Geef een reactie