Parasha Shelakh lekha: Jozua als voorgestalte van de Messias

Karen en Yair Strijker maakten in 2013 alijah naar Israël.

Parasha Shelakh lekha שלך לכה ‘zend gij.’ We lezen Numeri 13:1-15:41; Jozua 2:1-24 en Hebreeën 3:7-4:11.

De Parasha begint met het uitzenden van de twaalf verspieders waarbij Moshe aan Hosea een nieuwe naam geeft, namelijk Jozua, Jehoshua יהושע. Hier wordt Jehoshua een voorgestalte van onze Messias, Die ook Jozua heet. De Jozua hier in dit Bijbelboek is de zoon van Nun (14:18). Nun is een oud woord voor vis en betekent bevrijding. Jehoshua is de zoon van de bevrijding en onze Messias Jehoshua is ook de Zoon van de Bevrijder en beiden leiden het volk uiteindelijk in het Beloofde Land. In de naam Jeshoshua יהושע zitten de kernletters van de Naam van God Zelf verstopt: JHWH יהוה, kijk maar naar de eerste drie gelijke letters. Beide namen stammen af van het werkwoord Hajah היה, gebeuren, geschieden, betrokken aanwezig zijn en dat slaat ook precies op God: Hij schrijft de geschiedenis, is veel meer de God van de gebeurtenissen dan van de plaatsen en Hij is altijd en overal betrokken Aanwezig, de Aanwezige.

Wel, we kennen de overbekende geschiedenis en weten dat alleen Kalebh, כלב (ook te lezen als kol lebh כל לב, één en al hart) en Jehoshua positief waren over de bevindingen in het nieuwe land en hun kansen om het in te nemen. Het volk klaagt weer en God wordt het zo zat dat Hij het met de pest wil slaan en met Moshe alleen verder wil gaan, echter, Moshe pleit voor de goede Naam van God en dan vergeeft Hij weer, maar toch moet deze hele generatie sterven voordat God het volk verder leidt.

Verscheidene offers worden door God geboden om aan Hem te brengen wanneer men eenmaal in het Beloofde Land zal zijn. Dan vindt men een man die hout sprokkelt op Shabat en God zegt hem te stenigen tot hij dood is. Wie geen Shabat onderhoudt, die hoort niet bij Gods volk. De man had het kunnen weten, het was eerder gezegd. God draagt het volk op om tsitstit, ציצית gebedskoorden, te dragen aan de hoeken van hun kleding, opdat ze Zijn geboden niet vergeten.

Barmhartigheid

Veertig jaar later stuurt Jehoshua op zijn beurt verspieders het Land in. Ditmaal geen twaalf, maar slechts twee, waarschijnlijk om gemopper tegen te gaan. Rachabh רחב. Haar naam betekent vergroten, breed/groot zijn. Zij heeft een groot hart voor onze twee verspieders en bewijst hen barmhartigheid door hen te verstoppen voor de koning van Jericho. Haar naam heeft dan ook woordverband met het woord racham רחם, barmhartig zijn, waarvan ook het woord rechem רחם, baarmoeder. Haar barmhartigheid breng haar genade en zij en haar hele familie worden gespaard bij de inname van Jericho.

De Hebreeënschrijver spreekt over de rust waarvan Jozua ook sprak (vs. 8). Wie ongehoorzaam is, komt niet in Gods rust, het is dus ook niet een aardse rust alleen, maar voornamelijk een rust die we bij God vinden als we Hem gehoorzaam zijn. Er worden twee woorden gebruikt voor rust in het Grieks: Καταπαυσιν, katapavsin en σαββατισμος, sabbatismos, shabatsrust. Het eerste woord zouden we in het Hebreeuws kunnen vergelijken met het woord menuchah, מנוחה, rust, vrede, waarvan David spreekt in Psalm 23. Salomo wordt in 1 Kronieken 22:9 een man van menuchah genoemd. In zijn dagen had Israel rust en vrede aan alle kanten. Het tweede woord is het Hebreeuwse woord Shabat שבת, de dagen die voor God zo belangrijk zijn, zowel de wekelijkse Shabat als Zijn eigen Bijbelse Feesten. Nu, wij doen er graag aan mee, Shabat shalom!

Yair en Karen Strijker van Studiehuis Reshiet maakten november 2013 met hun kinderen Ruth en Shmuel alija naar Israël. Na een roerige tijd in Sde Tsvi, hemelsbreed 16 kilometer van Gazastad, verhuisden ze januari 2015 naar Na’ale in Samaria, waar ze volgens de profetie van Jeremia 31:6 de volken oproepen naar Jeruzalem te komen om ‘te leren van onze God’. 

Wees de eerste die reageert op "Parasha Shelakh lekha: Jozua als voorgestalte van de Messias"

Geef een reactie