Parasja wajishlebh: De ontroerende geschiedenis van Jozef

Karen en Yair Strijker maakten in 2013 alijah naar Israël.

Parasja wajishlebh וישלב en hij zat/woonde. We lezen Genesis 37:1. Uit de Haftara lezen we Amos 2:6-3:8 en we lezen Mattheus 1:1-6 en 16-25.

Dinsdag is het alweer Chanukah, het machtige bevrijdingsfeest waarin we de heldendaden van Mattitjahu de Makkabeeër met zijn zoons gedenken: deze vier dapperen lukten het om de overheersers uit de tempel te jagen en deze opnieuw te heiligen aan de God van Israël. Acht dagen lang vieren we het niet opraken van de olie in de Chanukiah, de speciale kandelaar.

Maar goed, de parasja. Tja, Jozef had zijn dromen beter voor zich kunnen houden, in zijn jeugdige onschuld vertelde hij zijn vader en broers erover en het kwam hun als belachelijk voor. Zijn broers haatten (san’a שנא) hem zelfs, omdat hun vader Jozef het meest liefhad. De geschiedenis is overbekend. Jozef werd verkocht door zijn broers en kwam terecht bij de Egyptenaar Potifar, die hem zo geweldig vond dat hij hem stelde over zijn gehele huis, totdat de vrouw van Potifar niet van de knappe Hebreeër Jozef af kon blijven. Door en door gemeen als ze was, maakte ze misbruik van zijn onschuld en zorgde dat hij in de gevangenis gegooid werd.

Volwassen

Laten we eens kijken naar de persoon Jozef. De geschiedenis hier in Genesis 37 begint wanneer hij zeventien jaar is, dus geheel volwassen in het Jodendom, waar men immers met dertien jaar al als volwassen gezien wordt. Hij hoefde echter niet mee te werken met zijn broers, werd in feite blijkbaar als een kleine jongen geacht door zijn ouders. Hij werd er wel op uitgestuurd om naar de welstand van zijn broers te vragen, maar dat was dan blijkbaar ook het enige. Hij hoefde zijn handen en ook zijn mooie kleed niet vuil te maken. Geen wonder dat zijn broers zo’n hekel aan hem hadden en wat onverstandig van Jacob; wie trekt er nu één van zijn kinderen voor? Dat is natuurlijk vragen om problemen.

In de parasja wordt niet veel over het karakter van Jozef vermeld en eigenlijk ook verderop kunnen we alleen met wat cryptische standjes uitmaken wie Jozef was. Cryptisch omdat de HEERE (יהוה JHWH) de Aanwezige met hem was (39:2 en 21). Als Jozef geen blijk had gegeven van een goed karakter, dan was de Aanwezige misschien wat meer op afstand gebleven, zoals Hij dat doet bij de arrogante mens, immers ‘de hovaardige kent Hij van verre,’ niet van dichtbij (Psalm 138:6).

Gevangenis

Overigens is het ontroerend dat de Aanwezige met hem was in al die ellende waarin hij verkeerde: als slaaf moeten werken in een vreemd land en daarna de gevangenis indraaien. Juist bij deze twee gebeurtenissen was de Aanwezige met hem. Wat is dat hoopvol: zijn we ziek? Zitten we in een financiële crisis, hebben we verlies geleden? Een geliefde verloren wellicht? De Aanwezige kiest ervoor om met u te zijn wanneer u rechtvaardig bent, sterker nog: de naam JHWH יהוה betekent: Aanwezig zijn. Wees maar niet bang, u bent niet alleen, Hij heeft Zijn naam met u verbonden. Jozef ontving dromen in de gevangenis, wat gevolgen had voor de schenker en de bakker. Maar voor de rest van deze ontroerende geschiedenis moeten we wachten tot volgende week…

In Amos spreekt God tegen het volk dat de rechtvaardige verkoopt om zilver, keseph כסף. Woedend is Hij en het is wel duidelijk dat hier ook de lieve broers worden bedoeld die Jozef als slaaf hebben verkocht en natuurlijk ook, verder in de geschiedenis, degene die de Messias (Mashiach משיח) verkocht voor dertig zilverlingen. Er gaat een verhaal dat Jozef ook voor dertig zilverlingen verkocht werd en dat de twee broers die ervoor verantwoordelijk waren de andere tien met zijn tweeën hebben gedeeld zonder het aan de andere broers te zeggen. Tussen de geschiedenis over Jozef door wordt ook verhaald over Tamar, die haar recht haalde bij haar schoonvader Juda en zwanger van hem werd, toch wel een vreemde geschiedenis. Zij blijkt in de lijn van voorouders van David en zelfs Jehoshua te zijn. Evenals Ruth, de Moabitische, ze kwam uit een volk waarvan God had gezegd: “Nooit zal er een Moabiet in Mijn Huis zijn!” (Deut. 23:3).

Doch de rechtvaardige Ruth had voor Hem gekozen. Zo zien we Zijn genade door de generaties heen, beide vrouwen zijn in de lijn van de Messias, Die weer Degene is die alle dingen rechtzet die krom waren…

Yair en Karen Strijker van Studiehuis Reshiet maakten november 2013 met hun kinderen Ruth en Shmuel alija naar Israël. Na een roerige tijd in Sde Tsvi, hemelsbreed 16 kilometer van Gazastad, verhuisden ze januari 2015 naar Na’ale in Samaria, waar ze volgens de profetie van Jeremia 31:6 de volken oproepen naar Jeruzalem te komen om ‘te leren van onze God’. 

Wees de eerste die reageert op "Parasja wajishlebh: De ontroerende geschiedenis van Jozef"

Geef een reactie