‘Israël en de Bijbel‘ is een stichting voor Jodenzending. Zij verspreiden Bijbels onder het Joodse volk in heel de wereld. Het doel is met name om te ‘ontdekken wie de Heere Jezus is’ zo staat op de website. Dat vinden we ook in het boek ‘Het ultieme doel van de Thora’ dat zij in 2016 hebben vertaald.
De oorspronkelijke uitgave werd verzorgd door een stichting voor Jodenzending in Israël: One For Israel Ministry. De schrijvers Seth Postell, Eitan Bar en Erez Soref zijn messiaanse Joden die het gezag van de geboden in de Thora afwijzen. Want ‘het doel van de Thora is om ons door het verbroken Sinaïverbond heen te leiden naar de Messias. Ware Thora-naleving is geen leven onder het gezag van de (mondelinge) Wet, maar in Jesjoea geloven!’ (p. 12 en 53)
Gesprek over Gods geboden
Daarmee slaan de schrijvers niet alleen een breuk met hun volksgenoten die Jezus niet als Messias zien, maar ook met een flink deel van de Joods-Messiaanse beweging zelf. Met hen pogen de schrijvers wel in gesprek te komen. Voor het gemak leggen ze hen de mening maar in de mond: ‘Omdat Paulus zijn uiterste best deed om de Thora te volgen […] omdat Jesjoea ons zei dat wie de geboden doet groot zal zijn Gods Koninkrijk én dat we de bevelen van Schriftgeleerden en Farizeeën moeten doen […] omdat Mozes zei dat de geboden eeuwig zijn, daarom moeten Joodse gelovigen de Wet houden.’ Klinkende logica toch? Nee, zo makkelijk is het niet. (p. 10-11, cursief KB.)
Het volgen van de geboden zorgt volgens de schrijvers alleen maar voor verbitterde strijd en discussies (p. 54). Dat is het argument dat ze geven om alle geboden aan de kant te schuiven. Wie het zo zwart-wit maakt, zet de discussie naar eigen hand. Zo kom je niet in gesprek met elkaar, en lever je zeker geen ‘unieke bijdrage aan de discussie’ zoals ze zelf menen (p 12).
Plaatsvervanging
Wat is ‘het geloof in Jezus’ eigenlijk? Hoe blijkt dat je gelooft in Jezus? Is dat gewoon een overtuiging? Moet je je ook laten dopen? Is er nog zoiets als het geven van je leven? En wat betekent dat dan? Wie hier antwoord op zoekt, krijgt het niet in dit boekje. Wat duidelijk wordt, is dat wie in Jezus gelooft géén boodschap meer kan hebben aan de geboden. Heel de Joodse cultuur moet wijken om vervangen te worden door het inhoudsloze ‘geloof in Jezus’.
Een flink deel van de Joods-Messiaanse beweging denkt hier anders over. Niet dat zij de behoefte hebben om de geboden verplícht te stellen. Een van de belangrijkste messiaanse theologen Daniël Juster vindt echter wel dat messiaanse Joden de Tora behoren te volgen. Volgens hem ‘leidt de Thora ons tot het omarmen van transformatie door identificatie met de Messias’. (Jewish Roots, 2013, p 127) En dat betekent dat messiaanse Joden zich houden aan de bijbelse geboden en tradities (zie bijvoorbeeld God’s appointed times en God’s appointed customs van Barney Kasdan). Op die manier is de Joods-Messiaanse beweging dus wel degelijk echt Joods. Ze bouwen mee aan de Joodse cultuur waarin de Tora centraal staat als Gods wil voor hun leven en roepen een halt toe aan de plaatsvervangingsleer. Jodenzending doet het tegenovergestelde, zij breken de Joodse cultuur af en vervangen het Joodse geloof door het christelijke.
Jodenzending
Evangelisten die de Joden zover willen krijgen om ‘in Jezus te geloven’, praktiseren plaatsvervanging. Dat is een hard oordeel dat ze zelf waarschijnlijk zullen bestrijden. Want volgens hen ‘ben je pas echt Jood als je in Jezus geloofd’. Dat dit Joodse geloof geen eigen cultuur meer mag hebben op basis van Gods geboden, bewijst dat dit wel degelijk plaatsvervanging is. Volgens Postell c.s. mag die cultuur alleen nageleefd worden om Joden te bereiken met het evangelie (p. 52). Als de missie volbracht is, kan alles overboord omdat het zinloos is.
De vraag is of de Joods-Messiaanse beweging hier wel een duidelijk standpunt over inneemt. Als je dit boekje leest, zou je denken dat het maar om een klein groepje evangelisten gaat. Maar ook messiaanse theologen als Michael Brown en Richard Harvey doen een dringend beroep op alle christenen om Jodenzending niet op te geven. Aandoenlijk, dat zeker! Maar het is niet zo iets eenvoudigs als het teruggeven van iets dat aan de Joden toebehoort, zoals Harvey het zich voorstelt. De belangrijkste vraag is en blijft of Joden hun cultuur moeten opgeven en daarmee hun identiteit als Gods volk op aarde. Zolang dat het geval is, blijft Jodenzending plaatsvervangingsleer.
Jezus’ identiteit
Door heel deze discussie blijft onduidelijk of messiaanse Joden nu eigenlijk wel Joden zijn, of dat ze wellicht wolven in schaapskleren zijn vanuit Joods perspectief. De wolf aan de binnenkant vreet de Joodse cultuur weg en heft Gods geboden op, maar het schaapachtige uiterlijk verheerlijkt de naam van Jezus. Maar ís dat Jesjoea wel, de rabbi die in zijn bergrede de Tora aan Israël onderwees om het Koninkrijk der Hemelen binnen te komen?
Hoe het ook zij, ik sluit me van harte aan bij de bede waarmee het boekje afsluit: ‘We hopen dat God ons genade en wijsheid wil geven om manieren te vinden waarop we het licht van de Messias mogen doen schijnen over ons volk, en op de wereld die toekijkt!’
Je hebt het helemaal bij het verkeerde eind, Kees Bloed.
Wat was ik blij met dit boekje!
Shalom,
Etty
(Sefardisch)