Wat verlangen veel mensen naar concrete bewijzen dat God bestaat, dat de Bijbel waar is.
Maar wanneer zo’n bewijs zich aandient, zouden niet veel mensen dat dan tóch weer afdoen als niet-steekhoudend? Dat was immers ook in de tijd van de Bijbel al zo! Hoe vaak liet God iets van Zichzelf zien, hoeveel tekenen en wonderen deed Jezus en tóch geloofden talloze mensen Hem niet.
En dat is anno 2018 nog steeds niet anders.
Dit jaar viert het Joodse volk – en talloze christenen, wereldwijd, met hen – dat 70 jaar geleden Israël tot een soevereine staat werd uitgeroepen, nadat de Verenigde Naties dit mogelijk hadden gemaakt.
Resolutie 181 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 29 november 1947 behandelde het toekomstig bestuur van het Mandaatgebied Palestina. Hierbij werd besloten dat, na beëindiging van het Britse mandaat over Palestina, dit land verdeeld zou worden in een onafhankelijke Joodse en een onafhankelijke Arabische staat, volgens het opgestelde Verdelingsplan. Dit is de VN-resolutie waarop de vorming van de staat Israël gebaseerd is.
Op 14 mei 1948 (de 5e dag van de maand Ijar van het Joodse jaar 5708) werd Israël daadwerkelijk uitgeroepen tot een soevereine staat. David Ben-Gurion, de eerste ministerpresident van het toen nieuwe land, zei daarbij: ‘Om een realist te zijn, moet je in wonderen geloven’.
Het opnieuw bestaan van het land, de staat Israël, was zo’n wonder en velen zagen en zien daarin een bewijs van het bestaan van God én de waarheid van de Bijbel, omdat juist in de Bijbel vele keren geschreven staat dat ooit het Joodse volk weer zou terugkeren naar hun eigen land en dat weer in bezit zouden nemen. Dat leek er trouwens heel lang, zo’n 2000 jaar, niet op: het Joodse volk was verspreid over de wereld en had geen thuisland meer.
En toen kwam na de verschrikkelijke holocaust tóch 14 mei 1948.
En dan blijkt er iets ongelooflijk bijzonders te zijn gebeurd, wat pas onlangs ontdekt is.
We gaan daarvoor eerst naar wat in de Bijbel in Deuteronomium 30: 5 geschreven staat: God belooft daar aan Mozes:
“En de HERE, Uw God, zal u naar het land brengen dat uw vaderen in bezit hadden, en u zult het weer in bezit nemen; en hij zal u goeddoen en u talrijker maken dan uw vaderen.”
Woorden die duizenden jaren geleden zijn opgeschreven. Eeuwen en eeuwen hebben Joodse gelovigen deze woorden gehoord, gelezen, gehoopt en zich afgevraagd wanneer eindelijk deze belofte van God in vervulling zou gaan.
Velen geloven dat dit gebeurde in 1948. Nu is 1948 in de joodse jaartelling dus het jaar 5708.
En hoe je er ook over denkt, maar één ding is zeker – of je nu in God en aan de Bijbel gelooft of niet – : het kán geen toeval zijn dat het Bijbelvers van Deuteronomium 30: 5, het vers met deze belofte, het vers dat duizenden jaren vóór het jaar 1948/5708 is opgeschreven, het 5708e vers van de Bijbel is…
Dit is geen gegoochel met cijfers, dit zijn 2 naakte feiten: Deuteronomium 30: 5 is het 5708e vers van de Hebreeuwse Bijbel én 1948 is in de joodse jaartelling het jaar 5708.
Toen ik het onder ogen kreeg afgelopen week, was ik eerst heel sceptisch: weer zo’n “berekening” zoals er in de afgelopen decennia er al zóvelen geweest en bedacht zijn, om van alles en nog wat te “bewijzen” wat in de Bijbel staat. Maar het liet me niet los. En ik ben het toen maar zélf gaan controleren. In de (Hebreeuwse) Biblia Hebraica Stuttgartensia, in de Complete Jewish Study Bible, in de Choemasj-uitgave van de Tora van Jitschak Dasberg, en… het klopt.
Nogmaals, je hoeft volstrekt geen gelovige te zijn om deze twee bovengenoemde feiten te kunnen constateren, ze zijn er domweg.
Wat betekent dit? Allereerst: het is bijna te groot om te kunnen beseffen, want het geeft aan dat het uitroepen en ontstaan van de staat Israël in 1948, het jaar 5708, volstrekt geen toeval was! Op een ongelooflijk subtiele -en eeuwenlang verborgen- wijze had God dus al voorzegd in Deuteronomium 30: 5 dat dit zou gebeuren! Zónder dat Mozes, zonder dat het Joodse volk, zonder dat de Christelijke Kerk dat wist…! Het is dus pas ontdekt ná de vorming van de Staat, ná het in vervulling gaan van deze belofte van God. Op geen énkele manier is er dus ook sprake van wat voor manipulatie of speculatie dan ook.
En waarom het nú pas ontdekt is, nu Israël 70 jaar bestaat ? Geen idee, maar ook dat zal vast geen toeval zijn.
Ja, je mag als christen wat huiverig zijn bij dit alles (“klopt het wel?”). Maar boven alles valt moeilijk te ontkennen dat dit een prachtig teken én bewijs is van het bestaan van God, van de waarheid van de Bijbel en van Gods beloften, dat iedereen zou moeten horen en weten, want wat een implicaties heeft dit alles! Niet alleen voor het Joodse volk, maar voor álle volkeren, voor heel onze wereld, voor heel Gods schepping. Want wat voor verdere vervulling van Gods beloften mogen we met het in vervulling gaan van déze belofte allemaal verwachten?
Alfons van Vliet is predikant van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) in Leeuwarden en Broeksterwoude.
Wees de eerste die reageert op "Israël 70 jaar: een tekst die niets aan het toeval overlaat"