De Parasha deze week is Emor אמר (Zeg!). We lezen Leviticus 21:1-24:23, uit de Haftarah lezen we Ezechiel 44:15-31 en we lezen Lucas 14:12-24.
De heilige status van de priesters wordt deze week benadrukt door God, zelfs als een dochter van een priester haar vader ontwijdt door hoererij, dan moet ze worden verbrand (Lev.21:9). Waarom is God zo streng met deze dingen? Omdat de priesters Hem Zelf voedsel geven? (Lev. 21:8).
Dit voedsel moet zonder meer heilig zijn en op een heilige manier worden aangeboden. Wat is heilig? Heilig is apart gezet zijn. In het Hebreeuws is het woord voor heilig qadosh קדוש en God zegt in vers 9: “Ik ben heilig en Ik heilig jullie.”
Hoe heiligt God Zijn volk dan? Door het apart te zetten voor Zichzelf en hoe kan het volk zichzelf heiligen? Door zich aan Hem te verbinden. Dat vergt diepe concentratie en gehoorzaamheid. Het lukt dan ook vaak niet, dat zien we in de Bijbelse geschiedenis steeds weer: het volk blijft keer op keer afgoden achterna lopen…
Een priester mag nooit of te nimmer met een lijk in aanraking komen en mag alleen trouwen met een maagd uit zijn eigen familie (Lev. 21:12-13) noch mag hij zelf een gebrek vertonen. Let wel dat God elke keer zegt: “Ik ben de HEERE,” en dat mag gelezen worden als: “Ik ben de Aanwezige.” Hij ziet dus alles!
Ook een offerdier mag absoluut geen gebrek hebben. “Ik ben de Aanwezige,” denk erom, Ik zie alles!
Gods Feesten
Heel belangrijk is de opdracht in Leviticus 23 om ZIJN hoogtijdagen te vieren! Let wel: Zijn hoogtijdagen. De Bijbelse Feesten zijn geen Joodse Feesten, maar Gods Feesten. Hier zegt Hij het zelf. Dus kunnen we daar wat mee. Het Pesachfeest wordt behandeld met grote nauwkeurigheid. Zo weet iedereen, toen en nu, wat hij moet doen. Daarna telt men zeven weken en dan breekt het Shavuaothfeest,
het Pinksterfeest, aan.
In vers 26 vertelt God hoe het Jom Kipurfeest moet worden gevierd, deze plechtige dag van verootmoediging waarin de zonden oprecht worden beleden en vergeven. Daarna breekt het bazuingeschal los op Rosh haShana, oftewel de Dag van het Bazuingeschal en als laatste
is daar dan het Loofhuttenfeest, Sukoth.
Let wel dat al deze Feesten in feite één groot festival zijn waarin de Uittocht (Pesach); de Doortocht (Shavuoth) en de Intocht (Sukoth) worden gevierd. Al deze Feesten zijn tevens oogstfeesten. In Lev. 24 behandelt God de lampen, die altijd moeten branden en ook de toonbroden die altijd voor Zijn aangezicht moeten blijven en welke op een miraculeuze wijze ook altijd vers leken te blijven, van
Shabat tot Shabat.
Wie vloekt wordt ter dood gebracht, zonder pardon. Het zou maar zo zijn dat dat in deze tijd werd toegepast…
In Ezechiël herhaalt God een aantal van deze regels voor de Levitische priesters, die Hem niet de rug toe hadden gekeerd, de nakomelingen van Tsadoq. Zij mogen God blijven dienen.
In Lucas benadrukt God dat iedereen welkom is bij Zijn Feestmaal. Degenen die zich ervan af maken zijn niet meer welkom, maar degenen die niets kunnen teruggeven des te meer. Samen eten met Hem, dat is wat de priesters mogen doen en waarom ze uiterst heilig moeten zijn, maar wat ook de armen en kreupelen, de lammen en blinden mogen meemaken. Werkelijk geeft dat de burger moed!
Yair en Karen Strijker van Studiehuis Reshiet maakten november 2013 met hun kinderen Ruth en Shmuel alija naar Israël. Na een roerige tijd in Sde Tsvi, hemelsbreed 16 kilometer van Gazastad, verhuisden ze januari 2015 naar Na’ale in Samaria, waar ze volgens de profetie van Jeremia 31:6 de volken oproepen naar Jeruzalem te komen om ‘te leren van onze God’.
Wees de eerste die reageert op "Parasha Emor: zeg!"