Achtergrond over Jodenwoorden

De hedendaagse opmars van antisemitisme is geen nieuw fenomeen in Nederland. Het heeft oude wortels. Ewoud Sanders onderzocht in zijn boek ‘Jood’ de herkomst van honderden woorden en uitdrukkingen over Joden. Over geen enkele minderheid bestaan er zo veel. Hoe brengt hij dat naar voren?

Boekanalyse
Sander (vaderjood) is taalhistoricus en journalist. Hij schreef diverse boeken over taal en publiceerde bij het NRC. Het gerecenseerde boek is bedoeld om historische context te geven bij de opkomst van antisemitisme. Woorden over Joden zouden gebaseerd zijn op vooroordelen, fabels en stereotypen.

Na een inleiding behandelt hij in acht hoofdstukken het onderwerp op thematische wijze. De langste hoofdstukken gaan over het afwijkende gedrag van de Joden in vergelijk met de niet-Joodse meerderheid (H5), hun vermeende andere, afzichtelijke uiterlijk (H4) en hoe de Dikke Van Dale, het belangrijke woordenboek van de Nederlandse taal, lang vasthield aan negatieve interpretaties van woorden over Joden. Bijbelcitaten komen uit de NBV’21.

Sanders wijst erop dat vooroordelen over Joden niet alleen gebaseerd zijn op oppervlakkige, kromme en veel te letterlijke interpretaties van het Nieuwe Testament. De christenheid zou die ook verergerd hebben. Hij stelt ook dat veel woorden over Joden in de laatste decennia vaak niet met kwade bedoelingen worden gebruikt.

Hij beschrijft reacties van Joden erop. Zij willen vaak dat het gebruik ervan ophoudt. Toch worden er ook in de Joodse wereld grappen over gemaakt. Maar als niet-Joden die woorden gebruiken dan wordt dat door Joden als discriminerend gezien.

Opvallend is dat nogal wat woorden over Joden, zoals ‘Jodenlap’, ‘Jodenster’ en ‘Jodenkerk’, in verband staan met hoe niet-Joden met hen omgingen of hen beoordeelden. Hij benadrukt hoe vooral christenen totaal de plank missloegen als het ging over hun opvattingen over Joden. Genoemd wordt Abraham Kuyper (1837-1920) die een grote aanhang en invloed had als staatsman (oprichter van de eerste politieke partij in Nederland; de Antirevolutionaire Partij (ARP)) en als gereformeerd predikant.

Joden zouden altijd corrupt, pervers en steenrijk zijn. In werkelijkheid waren de meeste Joden straatarm. Toch werden ze als monsters neergezet. Dat beeld doemt ook tegenwoordig weer op nu ze een eigen Staat hebben, waardoor ze zich internationaal kunnen identificeren en dat ook effectief verdedigen. Feit is echter dat de meeste schurken in de mensheid toch nog altijd niet-Joden zijn. Als er dan Joodse schurken bestaan, dan hebben ze dat slechts met die niet-Joodse meerderheid gemeen.

Christenen die bedrog pleegden of corrupt bleken werden vroeger ‘Joodse-christenen’ of ‘Roomse Joden’ genoemd. Alles wat Joods is zou minderwaardig zijn, zoals het woord ‘Jodenfooi’ uitdrukt. Joden worden gezien als Gods volk, maar dan als Godverraders of Godsmoordenaars. Ze waren het.

Evaluatie
Dit is een interessant en toegankelijk boek over bekende en minder bekende woorden over Joden. Soms is het echter wat saai en zonder ferme standpunten. Verbanden tussen de Joodse geschiedenis in Europa en woorden komen naar voren.

Dit boek wordt aangeraden voor geïnteresseerden.


Sanders, E., ‘Jood’, de vergeten geschiedenis van een beladen woord. 2024, Walburg Pers, Zutphen, 192 pagina’s, € 20,-, ISBN: 9789464564839.

Wees de eerste die reageert op "Achtergrond over Jodenwoorden"

Geef een reactie