Archeologie: Jeruzalems poorten (7) Westelijke Muur tunnels

Na het bezoek aan Wilson’s Boog op het plein voor de Kotel, de Westelijke Muur van de tempelberg, is een logisch vervolg een indruk­wek­kende wande­ling door de onder de moslimwijk langs de muur uitge­graven tunnels.

De westelijke muur van de tempelberg is bijna een halve kilometer lang. Het is een project van de bouw­lustige koning Herodes de Grote, die in het jaar 19 v. Chr. de opper­vlakte van de tem­pel­berg wilde vergro­ten door er een deel van de noord­weste­lijke heuvel bij te trekken. Daartoe liet hij vier zware keer­muren bouwen, herken­baar aan de enorme stenen die daar­voor werden gebruikt. Deze keermuren, en het tempelplein zelf, overleefden de vernietiging van de tempel in het jaar 70. (De op de keermuren aange­brachte lagen kleinere stenen dateren uit latere isla­mi­tische perioden).
In de loop der eeuwen raakte het gebied buiten de keermuren bedekt en werd bebouwd met een moslim­wijk.

Halverwege de 19e eeuw begon onderzoek naar de westelijke muur. Daarvan is slechts een klein deel, 70 meter, zichtbaar op het druk bezochte plein voor de Muur, en in de moslimwijk is nog een klein gedeelte zichtbaar. Charles Wilson begon in 1864 met opgra­vin­gen en ontdekte de naar hem genoemde Boog van Wilson. Na hem groef Charles Warren diepe schachten tot op de rotsbodem onder de Boog van Wilson.
Na de Zesdaagse Oorlog in 1967 begon het ministerie van Religieuze Zaken met opgravingen, die bijna 20 jaar duurden en veel tot dusver onbekende feiten over de geschiedenis en geografie van de tempelberg aan het licht brachten. Die opgravingen waren niet een­vou­dig: de tunnels liepen onder een woonwijk door die moest worden gestut met staal en beton, en historische arte­facten mochten niet worden beschadigd.

Een tocht door de Westelijke Muur tunnel, die een lengte heeft van 300 meter, laat die gedeelten zien, die onder de bebouwing zijn gelegen. Omdat de tunnel verbonden is met aangrenzende opgegraven ruimten, wordt gewoon­lijk de meer­vouds­vorm, tunnels, gebruikt.
Na 46 meter kom je bij Warren’s Poort, die het dichtst bij de plaats waar in vroeger dagen de tempel stond, gelegen was. Deze dicht­gemet­selde doorgang was eeuwenlang een kleine synagoge met de bijnaam ‘de grot’, waar in 638 de moslim-ver­overaars de Joden toestonden nabij de tempel­ruïnes te bidden. Daaraan kwam een eind tot in 1099 de christe­lijke Kruisvaarders de Joden verdreven en de synagoge verwoestten. Nu wordt deze ruimte weer gebruikt om er te bidden.

Een bezienswaardigheid in de tunnel is een enorme steen van 13,6 meter lengte en 3 meter hoog. Hoe hebben ze die zware steen daarheen gebracht? In de steen zijn gaten aangebracht, om daarmee een pleisterlaag vast te leggen, die de muur waterdicht moest maken. Dit deel van de tunnel deed blijkbaar dienst als watercistern. Aan het eind van de tunnels loop je over de originele Romeinse straat en zie je ook een paar grote watercisterns.

Aan het einde van de tunnel is in 1996 een uitgang aangelegd naar de Via Dolorosa. Dit leidde tot rellen, omdat moslims geloofden dat de Joden onder de tempelberg groeven. Bij deze rellen vielen een aantal doden.

Bronnen: Wikipedia, Generation Word, heel veel mooie foto’s en enkele korte video’s, The Kotel
Foto: JoeDeRose (from Tamara Jordan, courtesy of the Western Wall Heritage Foundation), Wikipedia.
Wanneer u tijd heeft: https://www.youtube.com/watch?v=0V80qMyK2Xc (20 min)

Wees de eerste die reageert op "Archeologie: Jeruzalems poorten (7) Westelijke Muur tunnels"

Geef een reactie