Joodse historische plaatsen in Judea en Samaria worden systematisch geplunderd en vernield door lokale Arabieren, volgens de waakhondgroep Shomrim Al HaNetzach (‘Bewaarders voor de eeuwigheid’) die toezicht houdt op archeologische sites in het gebied.
De groep ontving de laatste jaren steeds meer meldingen ‘van wandelaars en mensen in het veld over de vernietiging van oudheden in Judea en Samaria, zonder dat er sprake was van rechtshandhaving. We begrepen onmiddellijk dat hier iets belangrijks – en verschrikkelijks – aan de hand is.’
Deze gerichte vernietiging van archeologische vindplaatsen in Judea en Samaria wordt deels uitgevoerd door Arabische dieven van oudheden, maar ook als onderdeel van illegale Arabische landroof, waarbij juist op historische sites ongeoorloofde bouw plaatsvindt. Arabische boeren vernietigen ook vaak archeologische vindplaatsen om het land geschikt te maken voor landbouw.
In Israël binnen de ‘groene lijn’ worden archeologische vindplaatsen goed beschermd door de Israel Antiquities Authority, terwijl dit in Judea en Samaria de taak is van het burgerlijke bestuur, die er te weinig middelen en personeel voor heeft. Grote sites, zoals Sebastia in Samaria, zijn het doelwit geweest van vandalen. Enkele grote sites zijn vernield of beschadigd, sommige met graffiti. In enkele gevallen is de vlag van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie boven de sites gehesen.
In deze video legt Dov Lipman, voormalig Knessetlid en medewerker van Honest Reporting, uit hoe archeologie heeft bewezen dat Jeruzalem de oude Joodse hoofdstad is.
Voor de Israëli’s was de terugkeer naar Oost-Jeruzalem en de Westelijke Muur van de tempelberg in juni 1967 een reden voor grote vreugde. Toch wil niet iedereen erkennen, dat Jeruzalem Israëls hoofdstad is, waarmee ze de Palestijnen in de kaart spelen, die elke historische band tussen het Joodse volk en Jeruzalem ontkennen.
Dat begon al met de uitspraak van Yasser Arafat, die stelde dat dit niet de Westelijke Muur is, maar een islamitisch heiligdom. Een visie, die door de Palestijnse leiders werd volgehouden, en zelfs gesteund door de culturele organisatie UNESCO. En dat, terwijl Jeruzalem 700 maal wordt genoemd in de Joodse Bijbel.
Het probleem met het Palestijnse verhaal is, dat het compleet onjuist is. Archeologische opgravingen rond de Tempelberg en de Westelijke Muur hebben honderden munten, zegels en gewichtjes opgeleverd, die duidelijk aantonen dat het Joodse volk duizenden jaren geleden hier in Jeruzalem woonde en aanbad in de Tempel.
Op gevonden munten staat in oud-Hebreeuws het woord שקל sheqel, dat veelvuldig voorkomt in de Bijbelboeken Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Samuël. Op de achterzijde staan drie granaatappels afgebeeld, met de Hebreeuwse woorden ‘Heilig Jeruzalem’. Een gewichtje toont het woord ‘beqa’, dat in Exodus 38 wordt genoemd. Ook is een munt gevonden, geslagen kort na de verwoesting van de Tweede Tempel in het jaar 70, met de tekst ‘Voor de verlossing van Jeruzalem’, met een afbeelding van de menorah.
Al deze munten getuigen, dat meer dan 2000 jaar geleden hier in Jeruzalem een Hebreeuws sprekend Joods volk woonde, en de Tempel functioneerde.
De Palestijnse leiders kunnen de wereld rondreizen met hun leugens, dat de Joden geen band met Jeruzalem en de Tempelberg hebben. Maar de media behoren dit niet over te nemen. Valse beweringen zijn een ding, maar duidelijk archeologisch bewijs is toch iets anders.
Bronnen: Arutz Sheva, World Israel News, United with Israel.
Wees de eerste die reageert op "Archeologie: Palestijnse pogingen Israëls historie uit te wissen"