De deur staat wagenwijd open. Daar staat mijn prins op het witte paard. Aan ons wordt gegeven: twee prinsessen, een kleine prins en meer dan genoeg ruimte voor persoonlijke ontwikkeling. Flesjes, luiers en een hoop prinselijk gekrijs; bergen met was, broodkruimels tussen onze tenen en muizen in de provisiekast. Uren, dagen, maanden volgen; ik kijk wederom in het grijnzende gezicht van de voor mij grauwe, ééntonige en afmattende week en breek, stort mijzelf in tranen, desperaat in mijn wasgoed.
‘Hasjem!’ smeek ik. Als U mij nu hoort, laat me dan weten of er één moment van omkering in de week bestaat waardoor ik weet dat ik een koninklijk leven leidt met mijn prinselijke grut, laat het me dan weten! Snikkend bevuil ik mijn schone linnengoed. Enigszins verwilderd en beschaamd trek ik mijn kleine potentaatjes op schoot. Terwijl ik ze stevig tegen me aan houd, begin ik bij zinnen te komen…
Sjabbat! Sjabbat? Heb ik ooit van dat woord gehoord? Dit nieuwe woord duikt zomaar op in mijn gedachten. Glashelder ‘denk ik’ of ‘hoor ik’: vier sjabbat!
Ik ga vandaag naar de verjaardag van één van onze vrienden. Wat schetst mijn verbazing; ik ontmoet de eerste echte imma, mama, die mij vertelt dat ze elke vrijdagavond sjabbat viert. Dezelfde dag rijd ik op mijn koninklijke fietsje naar het centrum van de stad, zet het voertuig op slot en installeer mijn kroost op een bankje. Op het bankje zit ook een vrouw die er, naar ik meen, vrij on-Nederlands uitziet. Nieuwsgierig als ik ben, vraag ik haar waar ze oorspronkelijk vandaan komt. Ze vertelt me dat ze van origine Israëli is en zowaar naarmate ons gesprek vordert, vertelt ook zij dat ze gewend is om sjabbat te vieren.
Ik ben vastbesloten en ga tot op de bodem uitzoeken wat deze speciale dag inhoudt, maak een draaiboek en trek de stoute schoenen aan: ik ga sjabbat vieren met mijn prinselijk gezin. Heb ik dan echt de stem van Hasjem gehoord?
Een aangename herinnering komt via de kieren van mijn verleden naar buiten; de kaarsjes die mijn moeder elk weekend op tafel zette…wat zou ze gedacht hebben? Ik zal het nooit weten, maar wat ik wel weet is dat mijn kinderen weten waarom er elke erev sjabbat twee kaarsen, twee challot, een potje zout en een glas wijn op tafel staan.
Baruch ata Adonai Elohenu Melech ha-olam, asher kidushanu bemitzotav vetzivanu lehadliek ner shel Sjabbat – Gezegend bent U, Eeuwige onze God, Koning van de wereld, die ons geheiligd heeft met Zijn mitswot en ons opgedragen heeft het sjabbatlicht aan te steken.
Tabitha van de Kamp uit Ede schrijft over haar Joodse identiteit en gezinsleven.
Wees de eerste die reageert op "Mijn sjabbeswonder"