Messiasbelijdenden met een orthodox-Joodse achtergrond zien dingen anders dan degenen die meer geassocieerd worden met ‘de Kerk’.
Onder de Messiasbelijdende Joden in Israël wordt voortdurend gediscussieerd over de vraag of de rabbijnen en hun uitspraken wel of niet gezag moeten hebben over het leven van Joden die in Jezus geloven. Een bekende lokale Joodse gelovige van een invloedrijke Israëlische bediening verwerpt het idee dat de rabbijnen nog steeds gezag hebben over Messiasbelijdende Joden. Het volgende is een doordacht antwoord op dat standpunt van Shay Kedem Calabrese, een Israëlische Jood en volgeling van Jezus met een achtergrond in het orthodoxe Jodendom.
Er is een bekend gezegde dat zegt: ‘met de geschiedenis kunnen we niet discussiëren.’
Als iemand die is opgegroeid in de wereld van de rabbijnse literatuur vanaf de eerste eeuw voor Christus tot aan de moderne tijd, kan ik u verzekeren dat er een doorlopende lijn is van de Joodse geest van de Tweede Tempel tot nu, zelfs met alle veranderingen, transformaties en dynamieken die het Jodendom in de loop der jaren hebben gevormd.
Degenen die zeggen dat de rabbijnen (de term is ongepast omdat een ‘Jood’ zoveel meer is dan een ‘rabbijn’) nog steeds gezag hebben over ons leven, hebben gelijk, wat ik ook van deze rabbijnen vind, de waarheid is: de rijke erfenis van Joodse literaire werken heeft de diaspora-Joden bewaard en gevormd en heeft Joodse gemeenschappen over de wereld in staat gesteld om uit hun ‘gesloten’ wereld te groeien door het aanmoedigen van schrijven en creativiteit. Zonder die rabbijnen zouden we geen literair genre of filosofische basis voor een moreel-Joods leven hebben.
De Joodse ‘boekenkast’ is breder dan de ‘beperktheid’ die volgens velen de rabbijnen definieert en die voortkomt uit onwetendheid van degenen die zich te gemakkelijk beperken en zeggen: ‘Zij hebben de Messias vermoord.’ Dit is gewoon niet waar, en opnieuw moeten wij, die in Jezus geloven, openheid en bedachtzaamheid aanmoedigen in plaats van onwetendheid, afwijzing en haat te bevorderen.
In de Joodse literatuur kan men rabbijnse Halachische regels voor het leven vinden, maar Halachische literatuur is slechts een deel van minstens 10 anderen die ik kan opsommen. Dat alles heeft ons gehouden als Joden en heeft ons wereldbeeld gevormd. Het hecht aan ons, een volk verspreid over de vier hoeken van de aarde, als onzichtbare lijm. We hebben allemaal dezelfde gebeden (met kleine aanpassingen). We lezen allemaal dezelfde Thora (met zeer kleine aanpassingen). En iedereen die de ‘rabbi’s’ de schuld geeft, zegt gewoonweg dat de geschiedenis niet waar is, en zou in zijn ogen moeten wrijven en zien dat we afstammelingen zijn van die bebaarde mannen, die nu vast gevestigd in Sion zitten op de flessen van tranen van verlangen en liefde voor het land, dat nu van ons is.
En trouwens, als u goed kijkt, zou u kunnen ontdekken dat de eerste immigranten naar het land Israël en de gemeenschap van Jeruzalem eigenlijk de Torah en Mitsvot (rabbijnse geboden) onderhielden. Zij kozen ervoor om Polen en de Asjkenazische wereld te verlaten en het land Israël in de 18e eeuw als leerlingen van de Gaon van Vilna (de beroemde Oost-Europese rabbijn) te vestigen. Het waren geen Messiaanse groepen die de woestijn kwamen laten bloeien en de moerassen kwamen drogen. En dit, mijn vrienden, is de historische waarheid.
Hier is een andere historische waarheid: rabbijn Akiva Schlesinger emigreerde uit Hongarije en stichtte Petach Tikva (samen met Rabbijn Joel Moishe Salomo) en noemde het naar een vers in Hosea – ‘Ik zal haar daarvandaan haar wijngaarden geven’ –. Beiden vonden dat ‘het een goede daad is om het Land te vestigen.’ Geen van hen vond dat de nieuwe kolonisten zich in een Jeshiva of religieuze studiezaal moesten vestigen.
Ik kan door blijven gaan… maar u begrijpt mijn punt.
Wat de rabbijnse autoriteit betreft, ook hier tonen mijn vrienden een enorme onwetendheid, want u kijkt niet ver genoeg, u kijkt naar een moderne opgebruikte ‘rabbijn’ die in vergelijking met de grote rabbijnse denkers in het niet valt – en u zegt: ‘Dit is de rabbijn.’ Dit is een grote fout.
Op het eerste Pesach in Eretz Israël werden de volgende regels uitgesproken bij David Gutmans huis in Petach Tikva:
‘Deze nacht is een nacht van herdenking voor Israël voor de wonderen en wonderen die onze G-d voor onze voorvaderen heeft gedaan bij het verlaten van Egypte, van slavernij naar vrijheid, van dienstbaarheid naar verlossing, verlossing van de geest en verlossing van het lichaam. Deze nacht moeten wij de zegening van Shehecheyanu (Hij Die ons opwekt) voorlezen met een tweeledig doel: de eerste agrarische nederzetting in ons heilige land nieuw leven inblazen en een pad smeden voor anderen om ons te volgen. Vandaag zijn wij de eerste vogels die het licht van de dageraad verkondigen, en God is het Licht Dat ons hoop geeft en ons de Heilige Weg geeft. Op deze plaats (Israël) kwam het licht van de dageraad tot ons en al snel scheen de Zon op ons, zij die de Heer vrezen, de Zon van de Gerechtigheid met genezing in Zijn vleugels. De verheven ziel van Israël zal terugkeren naar de wereld en zal opnieuw het voorrecht hebben om profeten en heiligen van de Allerhoogste voor onze verlossing en voor de verlossing van de wereld te mogen vestigen.’
Dit zijn Joden.
– – – – –
Bronvermelding
Datum: 24-07-2019
Website: http://www.israeltoday.nl
– – – – –
Ja, de Tora wijst mensen aan die de Tora mogen uitleggen.
Maar met Messias Jesjoea is een heel vernieuwd Tora-verbond aangebroken (die bij de Bruiloft van het Lam openbaar wordt).
De zogenaamde ‘rabbijnen’ (alleen Messias is onze onze Rabbi, Meester – Mt23) – zij kunnen onmogelijk de nieuwe wijn van het verbond in Messias’ bloed uitleggen voor onze geloofslevens.
Men moet opnieuw geboren worden om de Tora in Messias uit te leggen, om halacha te maken, zoals de eerste apostelen dit duidelijk deden.
Deze autoriteit was de apostelen o.a. gegeven in Mt18, waarin Jesjoea uitlegde dat hij bij beslissingen van de apostelen ‘in hun midden’ zou zijn; hij geeft de apostelen hier vooraf toestemming voor het binden en ontbinden (beslissen), als dit naar zijn wil gebeurt.
De denktrant van veel Messiaanse gelovigen (waaronder de velen die dit artikel liketen?) is om maar mee te gaan in het traditionele Jodendom, maar dat is – zoals kort uitgelegd – een vergissing.
Jesjoea lijkt in Mt23 weliswaar te zeggen dat zijn Joodse toehoorders naar de rabbi’s moeten luisteren, maar zal dan alleen tijdens Jesjoea zijn leven gegolden hebben. Dat gezag is zoals we zagen met de verbondsvernieuwing overgedragen op de apostelen.
Bijbelvorsers vonden wel manuscripten waarin bij het stuk over de ‘Stoel van Mozes’ niet ‘zij’, maar ‘hij’ staat (Mt.23:3). Men zou naar Mozes (‘hij’) moeten luisteren, en niet de werken van de Farizeeërs en Schriftgeleerden moeten doen. Sommige Messiaanse Bijbelvertalingen namen dit over. Dit zou ook verklaren waarom leerlingen van Rabbi Jesjoea zelf níet altijd de mondelinge leer hielden (handen wassen, aren plukken, etc.).
De leiding van Messiaanse gemeenten moet belangrijke geloofszaken beslissen op basis van het vernieuwde Toraverbond, niet (mede) op basis van een mondelinge leer, die niet rekent met de veranderingen na de verbondsvernieuwing. Hiervoor hoeven zij niet eerst een mensenleven lang het traditionele Jodendom te bestuderen, omdat deze gezag zouden hebben.
Zulk een overtuiging komt niet voort uit anti-semitisme. Het accepteren van rabbijns gezag heeft echter wel vaak verband met wat men noemen kan: ‘ultra-semitisme’, en hier is God en uw geloofsleven zeker niet mee gediend.
Shalom Levi!
Zijn we nu onderdeel van Israel of niet?
Geënt op de edele olijf of een aparte boom?
Zijn er twee verbondsvolken?
Waar is het Messiaanse Sanhedrin van wie alle Messiaanse leiders nederig en in onvoorwaardelijke broederschap het gezag aanvaarden?
Wat begrijpen wij die net komen kijken werkelijk van de schrift?
De rabbijnen willen niet eens gezag over ons goyim in de hoedanigheid van Israeliet, want we horen er gewoon niet bij! Maar rav Shaul zegt dat we medeburgers in Israel zijn?
Als heel Israel een etrog pakt bij de loelav, zou ik dan een sinaasappel pakken?
Het hele NT ademt Talmoedisch denken, moet ik passages schrappen? Maar wat blijft er dan nog over, ook het NT is geschreven door Joden die bouwden op de inzichten van geleerden die leefden vóór de komst van de Messias? Een Rots die meereist, de duivel die vecht om het lichaam van Mozes?
Hebben we wel een keuze?
Persoonlijk werd ik geraakt door Pirkei Avot 1:6 en 1:16. “Rabban Gamliël zegt: Zorg een leraar voor jezelf te krijgen…”
Yeshua zegt: maak discipelen. Waar discipelen zijn is ook een leraar. En een leerling staat niet boven zijn meester.
Ik heb mij iig aangemeld bij Yeshivat Shuvu van rabbi Yitzhak Shapira.
Sjalom Johan,
Jammer dat je niet inhoudelijk ingaat op wat ik schreef.
Je schetst wel een geloofswereld die ik niet deel.
Nee, ik volg geen rabbi’s dan rabbi Messias alleen, ook niet Y. Shapira (mij bekend).
Jesjoea leerde dat alleen híj onze Meester (rabbi) is, en dat niemand zich zo kan noemen onder het vernieuwde verbond (Mt23).
Maar net als jij wil ook ik dat wijze mensen wijze voorschriften geven voor onze tijd (geen Messiaans Sanhedrin). Maar we zitten nog in een overgangssituatie, waarin duidelijk moet worden wat de basis is van ons hernieuwde geloof. Want zonder basis kunnen volwassen Messiaanse gemeentes ook geen leefregels vormen.
Gelukkig hebben de apostelen al heel veel leefregels gegeven. En die schrijven inderdaad voor één volk, dat zie ik ook zo.
Maar Talmoedisch denken in de Apostolische Geschriften? Ik zie Jesjoea en de apostelen een nieuwe weg inslaan (‘de Weg’), een weg die de Tora overeind houdt. Messias uitte immers scherpe kritiek op de mondelinge wet, die de Tora ‘wel fraai buiten werking stelt’. En: ‘Niemand van u doet de Tora (wet)’, zei Messias in Joh7. Moeten we de geschriften van deze geleerden als gezaghebbend aanvaarden? Zeg nou zelf…
Daarom geloof ik ook niet dat we op basis van Joodse tradities en geschriften (zoals Pirke Avot) een rabbi moeten aannemen, dat moet in de gemeente groeien. Gods Geest blijft onze eerste leraar, en daarnaast kan iemand met een bediening van leraar in de gemeente (waar idealiter v/e vijfvoudige bediening sprake is) – ons vormen; en daarnaast leren we elkaar. Zo’n dienstbare leraar in een gemeente is iets anders wanneer iemand zich leraar, rabbi of vader noemt, alsof hij van zichzelf iets is.
Y. Shapira sticht wel gemeentes en kan daarmee wellicht een apostel heten en zo een bepaalde mate van legitiem gezag uitoefenen, maar laten we een leraar in zo’n Messiaanse gemeente niet verwarren met hoe een rabbi in het jodendom handelt.
Natuurlijk kunnen en moeten we leren van de Joodse Bijbeluitleg en meer. Maar veel mensen slaan door in cultuurafgoderij (‘ultra-Semitisme’) en verliezen de Messias uit het oog; verloochenen hem. Kijk om je heen! De Geest van religie is net zo sterk in het christendom als in het jodendom. Laten wij ons niet schamen voor het evangelie, voor het kruis. Messias is niet gediend wanneer wij het gezag van niet-Messiaanse rabbijnen zouden aannemen.
Het is nodig om een juiste weg in deze dingen te kiezen. Die weg ligt echter niet in het accepteren van het gezag van Joodse ‘rabbijnen’ die Messias niet kennen (ik verwijs weer naar het artikel). Niet voor gelovigen uit de volkeren en niet voor Messiaanse Joden. Ik hoop dat je dat met me eens bent.