Parasha Beshalach בשלך’ In/met het sturen van…’ We lezen Exodus 13:17-17:16. Uit de Haftara lezen we Richteren 4:4-5:31 en uit Openbaring lezen we hoofdstuk 19:1-20:6. Deze Parasha begint met de uittocht uit Egypte.
God besluit om het volk niet richting de Filistijnen te laten trekken, maar om hen in plaats daarvan een omtrekkende beweging te laten maken richting de Schelfzee, wat nu Saoedi Arabië is. De beenderen van Josheeph en ook die van zijn broers, alsmede van Ephraïm en Manasse worden meegenomen door Moshe, volgens de belofte.
De wolkkolom en de vuurkolom leiden het volk dag en nacht, er is geen rust en men moet doorlopen om het Egyptische leger voor te blijven want opnieuw verhardt God het hart van de
pharao (14:8). We kennen allemaal de geschiedenis: God zaait grote paniek onder de Egyptenaren en zij komen om in het water van de Schelfzee, waar eerder Moshe en zijn volk zomaar tussendoor waren gelopen met de Engel Gods inmiddels achter hen aan in plaats van voor hen uit (14:19).
Later in de geschiedenis zaait God paniek onder de strijdbare mannen van Sisera in de geschiedenis van Debhorah דבורה en Baraq ברק. Debhorah is me er eentje; getrouwd, maar tegelijk profetes van God. Hoe zal haar man daarmee omgaan? We lezen het hier niet. Ze heeft moed als een leeuwin als ze niet alleen tegen Baraq profeteert dat hij met tienduizend mannen van Zebulon en Naftali de gemene onderdrukker Jabin moet verslaan, maar ook nog zelf met hem meegaat. Waarschijnlijk weet Baraq wel dat dit hem gevraagd zou worden en komt deze opdracht niet voor het eerst bij hem aan want we kunnen het Hebreeuws hier in de vragende vorm lezen: ‘Zeg Baraq, heeft de Aanwezige (JHWH), de God Israëls u niet geboden: ga op…?’ (Richt. 4:6).
Profetes
Hij heeft waarschijnlijk de eerste opdracht genegeerd want hij durft niet! Hij durft alleen als Debhorah als profetes meegaat. En ze gaat! Wat denkt haar man? Kijkt hij haar misschien hoofdschuddend na? Is hij misschien op het land aan het werk en weet hij hier niets van?
Hoe heeft God paniekgezaaid in deze indrukwekkende geschiedenis? Daar kunnen we iets bij indenken: Baraq is met zijn tienduizend mannen op de berg Thabor en heeft het voordeel van de
steilte. Maar er is meer: in Richteren 5:20 zingen Debhorah en Baraq dat de sterren in hun baan meestreden! Wat is daar gebeurd? Stel je eens voor: daar komt Baraq naar beneden gestormd met
zijn tienduizend man en op dat moment is er van achter de heuveltop een enorm fel licht te zien dat de troepen van Baraq in een overweldigend helder schijnsel zet. Om je wild te schrikken!
Ster
Kruisen op dat moment twee planeten elkaar? Dat gebeurt eens in de zoveel jaar en de ster van Bethlehem wordt daarmee weleens vergeleken. In ieder geval jaagt het Sisera zozeer de stuipen
op het lijf dat hij er te voet vandoor gaat. Jael doet de rest; verbergt hem in haar tent en drijft een tentpin door zijn slaap. Zoals Debhorah al profeteerde, gaat de eer niet zomaar naar Baraq,
maar naar een vrouw. Het volk Israël is weer gered van de onderdrukker, totdat ze weer doen wat kwaad is in de ogen van de Aanwezige…
In Openbaring komt de Koning op Zijn witte paard, Zijn kleding is met bloed geverfd. Hoe komt dit? Het antwoord vinden we in Jesaja 63: uit Bosra komt Hij en Hij treedt de perskuip van Zijn
woede helemaal alleen, vindt zelfs niemand om Hem te helpen. Dan biedt Zijn eigen arm Hem hulp en Hij oordeelt de heidenen in een verschrikkelijk oordeel. Vergelijk dit met Ezechiël 36:15
want opnieuw spreekt Hij hier uit waarom hij eerder het hart van de pharao verhardde: “Opdat gijlieden (het volk Israël) weet dat Ik de Aanwezige (JHWH) ben!” (Exodus 10:2). In Ezechiël 36
spreekt Hij dit ook weer uit, maar nu tegen Edom, die Hij keihard oordeelt: “Opdat zij (het volk Israël) weten dat Ik de Aanwezige ben.”
Dit laatste oordeel staat nog te gebeuren: God heeft de behoefte om Zijn eigen volk keer op keer te laten weten wie Hij is omdat Hij zielsveel van Zijn volk, Zijn bruid, houdt. Hij noemt hen zelfs
Zijn eigen oogappel: wie aan hen komt, die komt aan Hem! Een enorme oorlog breekt uit in Openbaring (vanaf vs. 17) en dat is het einde van de tegenstanders van God. Eindelijk wordt de
grote tegenstander, de satan, gebonden en in de afgrond gegooid om na duizend jaar weer voor korte tijd losgelaten te worden. Wie overleden is, staat nog niet op voordat de duizend jaar
voorbij zijn (hfst. 20:5-6). Maar degenen die zijn onthoofd om Zijn Naam, die mogen meeregeren met Hem tijdens deze cruciale duizend jaar. Over onthoofdingen lezen en horen we keer op keer
in het nieuws; hoe actueel. Hoe feilloos accuraat is Gods Woord!
Yair en Karen Strijker van Studiehuis Reshiet maakten november 2013 met hun kinderen Ruth en Shmuel alija naar Israël. Na een roerige tijd in Sde Tsvi, hemelsbreed 16 kilometer van Gazastad, verhuisden ze januari 2015 naar Na’ale in Samaria, waar ze volgens de profetie van Jeremia 31:6 de volken oproepen naar Jeruzalem te komen om ‘te leren van onze God’.
Wees de eerste die reageert op "Parasha Beshalach: met het sturen van…"