Parasha Korach: met de Eeuwige valt niet te spotten

Karen en Yair Strijker maakten in 2013 alijah naar Israël.

Parasha Korach, we lezen Numeri 16:1-18:32; uit de Haftara lezen we 1 Samuel 11:14- 12:22 en we lezen Handelingen 5:1-11.

Korach, de Leviet en de twee Rubenieten Dathan en Abiram, nemen 250 vooraanstaanden van het volk en staan op tegen Moshe en Aharon voor het aangezicht van God. Moshe’s reactie is onbetaalbaar: hij valt direct op zijn aangezicht voor God. Hij vraagt God om te beslissen wie het volk mag leiden, dat doet hij in plaats van voor zichzelf op te komen, dat is zo sterk van Moshe! Gods kracht kan zich openbaren in zijn nederigheid. We kennen allemaal de geschiedenis: God verteert Korach en de zijnen…

God bewijst nog een keer Zijn macht bij de bloeiende staf van Aharon. Meteen daarop geeft God aan Aharon en zijn zonen de opdrachten hoe Hem te dienen. Er bestaat geen twijfel: Aharon en zijn zonen zijn uitgekozen om de priesterdienst te verrichten en niemand anders!

Woede

In 1 Samuel is Sauls eerste regeringsdaad het verjagen van de Ammonieten, die de stad Jabes onder beleg houden. Het vooruitzicht van de bewoners van Jabes ziet er in eerste instantie niet echt rooskleurig uit: hebben ze niet in een week iemand gevonden om hen uit te redden, dan wordt bij een ieder van hen het rechteroog uitgestoken. Het komt de nieuwbakken koning Saul, die overigens nog steeds achter de koeien aanliep, ter ore en dan wordt de Geest Gods vaardig over hem: hij wordt woedend. Woede kan wel degelijk van God zijn! (11:6) Hij hakt een aantal runderen in stukken en zegt dat hetzelfde zal gebeuren met de koeien van degenen die hem niet helpen om de Ammonieten te verjagen. God gebruikt zijn woede:

‘De vreze des HEEREN viel op het volk en ze trokken achter Saul aan.’ Vs. 7b.

Nadat de Ammonieten verjaagd zijn, trekt men in opdracht van de profeet Samuel naar Gilgal om het koninkrijk te vernieuwen (11:14). Maar Saul is nog maar net koning, dus waar gaat dit over? Het koninkrijk was geleid door God Zelf, echter, het volk wil zijn zoals andere volken en roept om een aardse koning. Dit doet God veel verdriet, zoals blijkt uit de woorden van Samuel. God voelt zich waarschijnlijk aan de kant gezet, Hij is de ultieme Koning, niemand regeert beter dan Hij en toch valt het volk Hem af.

Het vernieuwen van het koninkrijk gaat dus over de wisseling van de wacht: Saul de koning in plaats van God Zelf. Dan weer Zijn ongelooflijke genade in het laatste vers:

‘Want de Aanwezige zal Zijn volk niet verlaten om Zijns grote Naams wil omdat Hij u tot een volk gemaakt heeft omdat Hij dat wilde.’

Verderop spreekt Hij Zich uit met de woorden: ‘een nieuw verbond zal Ik met u maken, niet zoals het oude dat uw ouders verworpen hebben.’ Hij heeft het laatste woord, gelukkig!

Nog twee afvalligen in Handelingen: Ananias en Saffira, die opbrengst achterhouden. Petrus krijgt een Woord van Kennis en legt het probleem bloot, het kost hen beiden het leven, zo heilig is de plek daar en zo groot en verschrikkelijk is God. Er valt werkelijk niet met hem te spotten. Net als Korach en de zijnen, overleven zij hun bedrog niet…

Yair en Karen Strijker van Studiehuis Reshiet maakten november 2013 met hun kinderen Ruth en Shmuel alija naar Israël.

Wees de eerste die reageert op "Parasha Korach: met de Eeuwige valt niet te spotten"

Geef een reactie