Parasja Be’midbar במדבר in de woestijn. We lezen Numeri 1:1-4:20. Uit de Haftara lezen we Hosea 1:10-2:22. Uit het Nieuwe Testament lezen we Romeinen 9:22-33.
Midbar מדבר betekent woestijn, be’midbar במדבר is dan in de woestijn. Het woord heeft woordverband met dabhar, דבר woord en medaber , מדבר spreken. Het is dan ook de woestijn waar Adonai tot Zijn volk spreekt en hen vertelt ‘aangaande de wegen des Heren’. Niet in Jeruzalem of in het gebied van één der stammen Israëls in het land Kanaän spreekt Adonai de Tien Woorden Gods, maar Hij kiest voor een algemene plaats, een desolate plek, waar het doodstil is en waar Zijn Stem gehoord wordt. Zo verging het ook Eliyahu אליהו. Hij werd naar de woestijn gestuurd en niet in een donder of aardbeving hoorde hij de woorden van Adonai, maar in de stilte: een zachte Stem, een qol demama קול דממה.
Numeri is het laatste Boek van de Thora waarin Adonai doorgeeft ‘hoe en wat’. Het vijfde Boek is een samenvatting van de eerdere vier boeken van Moshe, Mozes. (Deels vergelijkbaar met de vier Evangeliën met het vijfde boek Handelingen als een soort Deuteronomium).
Het volk moest zich verzamelen, ieder bij de banier van zijn stam. Een banier is in het Hebreeuws een nes נס, wat verband houdt met het woord voor braamstruik seneh סנה. Deze woorden houden verband door de gelijke Nun נ en Samekh ס in beide woorden. Wanneer we seneh סנה omdraaien krijgen we weer ha nes הנס, oftewel de banier. De brandende braamstruik had voor Moshe destijds ook de functie van banier; God riep hem daarmee bij Zich.
Opmerkelijk is de ruil van de zonen van het volk Israël voor de zonen van de Levieten, die afgezonderd werden om dienst te doen bij de Tabernakel. Voor de zonen van de rest van het volk, die overbleven, moest geld worden betaald. De Levieten namen wat betreft de Tempeldienst hun plaats in als priester. Levi לוי betekent verbonden zijn, hij was de derde zoon van Lea, bij zijn geboorte zei zij: ‘Nu zal mijn man zich ditmaal bij mij voegen.’ Moshe voegde zich bij God door de brandende braamstruik; de Levieten voegden zich bij God door hun Tempeldienst; Lea hoopte dat Jacob zich bij haar zou voegen door haar derde zoon; God wil dat het volk zich bij Hem voegt door het bloed van Zijn Zoon. Jehoshua nam later in de geschiedenis ook de plaats in van het volk wat betreft de hogepriesterlijke taak, maar niet voordat Hij hun plaats innam door de straf voor hun zonden op Zich te nemen.
Hosea legt de nadruk op Gods onnavolgbare barmhartigheid ook al is het volk ontrouw en ook al zegt Hij: jullie zijn niet meer mijn volk, lo ammi לא עמי, toch trekt Hij hen weer bij Zich en zegt: ‘Jullie zijn Mijn volk en jullie zullen zeggen: O mijn God!’ Lyrische taal in liefde gesproken. Hij neemt hier duidelijk het initiatief met Zijn volk, zelfs wat betreft bekering. Ook dat komt hier bij Hem vandaan, nergens lezen we in deze pericoop dat het volk zelf op Hem afkomt. ‘Ik zal haar lokken en voeren in de woestijn en daar zal Ik tot haar hart spreken.’ Ook Paulus spreekt over deze dingen: het is uiteindelijk God, Die uitmaakt wat tot verderf en wat tot behoud is. Hij ziet het hart aan en weet precies wat zich erin bevindt…
Yair en Karen Strijker van Studiehuis Reshiet maakten november 2013 met hun kinderen Ruth en Shmuel alija naar Israël. Na een roerige tijd in Sde Tsvi, hemelsbreed 16 kilometer van Gazastad, verhuisden ze januari 2015 naar Na’ale in Samaria, waar ze volgens de profetie van Jeremia 31:6 de volken oproepen naar Jeruzalem te komen om ‘te leren van onze God’.
Wees de eerste die reageert op "Parasja Bemidbar: De Eeuwige weet wat zich in het hart bevindt"