“Er is een grens overschreden,” zegt de SGP-fractie in de Tweede Kamer over het Palestijns protest tegen de uitstalling van Israëlische producten in de Jumbo supermarkt in Krimpen aan den IJssel. SGP en ChristenUnie willen weten wat het kabinet doet om ervoor te zorgen dat supermarkten in vrijheid producten uit Israël kunnen blijven verkopen.
Aanleiding is het bezoek van activisten aan de winkel, die tijdelijk op een speciaal plekje Israëlische producten uitstalde om in de behoefte van de lokale klant te voorzien. Dat gebeurt volgens Jumbo wel vaker met producten uit andere landen. De activisten maakten echter stennis en wezen de ondernemer erop dat producten uit Israël voorzien moeten worden van een etiket. Volgens SGP-fractievoorzitter Van der Staaij “dreigen we nu in een situatie te komen dat niet alleen producten uit de betwiste gebieden, maar handelswaar uit héél Israël geboycot wordt.”
Sinds de Europese Unie richtlijnen uitvaardigde voor het etiketteren van producten uit de “bezette gebieden”, speurt een kleine groep actievoerders in supermarkten actief naar deze producten. Volgens de richtlijn die ook door Nederland wordt gesteund, mogen producten uit de Westbank en de Golan hoogvlakte niet meer het etiket “product uit Israël” dragen, maar “product gemaakt in de nederzettingen op de Westbank” of als het om Palestijnse producten gaat “product uit de Westoever (Palestijns)”.
Minister Koenders van Buitenlandse Zaken zei eerder dat speuren naar etiketten in supermarkten mag, mits activisten daarbij geen schade toebrengen of intimiderend gedrag vertonen. Maar na de commotie bij de Jumbo in Krimpen aan den IJssel, willen de twee kleine christelijke partijen ook weten wat het kabinet doet om duidelijk te maken dat het niet verboden is om Israëlische producten aan te bieden.
Van der Staaij trekt de vergelijking met de Palestijnse dominee Khoury in Betlehem die met Kerst een verlichte tekst plaatste dat Jezus was geboren. Van der Staaij: “Toen stonden mensen van de Palestijnse autoriteit op de stoep: weghalen die boodschap. Hij weigerde, want hij deed niets illegaals. Toen zeiden ze: als je niet stopt, krijg je vanaf vanavond geen stroom meer geleverd. De stroom ging er af. De dominee huurde vervolgens een generator, en de boodschap bleef zichtbaar in het donker. Wij zouden misschien onze schouder ophalen. Moet je daar wel zo’n moeite voor doen als het zo gevoelig ligt? Hij leerde mij de les dat je een grens soms principieel moet bewaken. En daarom komen we hier in actie. We dreigen in een situatie te komen dat alles wat uit Israël komt, ‘besmet’ is geworden. Dat is toch bizar?”
Geef een reactie