Soekot – Loofhuttenfeest
In de Bijbel wordt de zevende maand boven alle maanden van de kalender gesteld. Het begint al met de markering van de eerste dag als Jom Teroe’ah. Deze dag is niet alleen een Nieuwe Maansdag, maar op deze dag moet ook een bepaald geschal (teroe’ah) worden gemaakt om de maand aan te kondigen. Waarom is deze maand zo bijzonder?
Inleiding
In vorige artikelen in deze serie over de zevende maand is beschreven wat in de Bijbel staat over het begin van deze maand. Deze nieuwe maansdag (ro‘sj chodesj) wordt Jom Teroe’ah genoemd. Zo wordt de zevende maand met een speciale melodie van geschal aangekondigd.
Dat geschal wordt op de 10de van deze maand herhaald om daarmee Jom Kipoer aan te kondigen. De dag van verzoening (en vergeving) met God voor de hele geloofsgemeenschap. Dit laat zien dat de dagen vanaf Jom Teroe’ah tot Jom Kipoer een bijzondere tijd markeert; de zogenoemde jamiem nora‘iem; dagen waarop de vrees voor God centraal staat.
Jom Kipoer sluit af met de grote vreugde van de verkregen verzoening (en vergeving) van de hele geloofsgemeenschap. De zekerheid dat aan het einde van het godsdienstige jaar alles wel is tussen God en Zijn volk. Die vreugde legt de basis voor de feestperiode van Soekot (Loofhuttenfeest). In dit artikel zal worden uitgewerkt wat dat feest in de Bijbel staat en dat zal getoetst worden met de verschillende traditionele belevingen van Bijbelgelovigen.
De 15de dag
In de Bijbelse godsdienst heeft de volle maan een bijzondere betekenis, namelijk het vol worden van de maand. Het is een profetische heen wijzing naar het vol worden (volledig vervuld worden) van de dingen Gods. Zo was het de dag waarop God Isra‘El liet uitgaan uit het slavenhuis Mitsrajim (Egypte; Nm 33:3).
Op de 15de dag van de zevende maand heeft God bevolen dat het Soekot zou zijn; Gods volk zou zeven dagen lang in hutten moeten wonen en feestvieren (Lv 23:34-43). De eerste dag zou een jom sjabbaton (dag waarop dagelijkse werkzaamheden worden onderbroken) en een feestdag (chag) zijn.
Woordstudie
Het woord soekah, komt van de werkwoordstam sakak – beschutten/overdekken. Dat is frappant, want dit heeft een soortgelijke betekenis als kapar – bedekken/verzoenen. Dit bevestigt het verband met Jom Kipoer en geeft aan wat het gevolg van de volbrachte Jom Kipoer gedenkdag en eredienst was: dat Gods volk onder Zijn (zonde)bedekking/vergeving blijft op basis van de verkregen verzoening.
Soekot
Hoewel Soekot verbonden is met Jom Kipoer en de andere gedenkmomenten en vieringen van de zevende maand, heeft het bovenal alles te maken met Pésach. Het centrale feest van de Bijbelse godsdienst[1]. Pésach gaat over het herdenken van de Uittocht uit Mitsrajim, Soekot gaat over het herdenken van wat erna gebeurde; het verblijf van Isra‘El in de wildernis. Hun trektocht op weg naar het beloofde Land.
De viering van Soekot aan het einde van het godsdienstige jaar is ook uitgekiend. Het begin van het godsdienstige jaar wordt gemarkeerd door Pésach en het einde ervan opnieuw. Zonder Uittocht geen Isra‘El in de zin van volk, natie en Land. Maar op de Uittocht – de aanzet naar de vervulling van de Landbelofte aan de aartsvaderen – volgt logischerwijs ook de tocht door de wildernis. Soekot benadrukt dus een specifiek element van de Uittochtsgeschiedenis, zoals Pésach dat voor een ander element doet.
Zoals Pésach diens eigen eredienst in het centrale heiligdom kreeg, zo verging dat ook Soekot. Uit die Soekot-eredienst wordt ook de eigenheid ervan duidelijk. Een eigenheid waarmee echter latere generaties bleken te worstelen, waardoor het feest een verborgen karakter heeft gekregen. Juist met het afkondigen van het Nieuwe Verbond is dat verborgen karakter deels weggenomen, maar nog niet volkomen. Hieronder wordt dat beschreven.
Bijbelse betekenis Soekot
Het is opmerkelijk dat God Zijn volk opdroeg Soekot te vieren toen ze bij de berg Chorev (Horeb) waren. Ze begaven zich toen nog op hun reis door de wildernis naar het beloofde Land. Het is immers evident dat dit feest bedoeld is om gevierd te worden na Isra‘Els vestiging in het beloofde Land. Nadat ze een natie waren geworden[2].
Er staat ook nergens in de Choemasj (Pentateuch) dat Soekot ook daadwerkelijk is gevierd voorafgaande aan de Inname van het land Kena’an (Kanaän). Dit feest wordt immers ook chag ‘asief (feestdag van inzameling) genoemd (Ex 23:16; Dt 16:13). Het gaat dan expliciet om de inzameling van de opbrengt (oogst) van het beloofde Land[3].
Er zijn een aantal zaken die specifiek zijn aan Soekot die om nadere aandacht vragen.
Verplichte vrolijkheid
Soekot moet met vrolijkheid (Hebreeuws: samach) gevierd worden (Dt 16:15). Daar is natuurlijk alle reden voor. Gelovigen hebben immers deel aan de inwoning in Gods volk met al diens voorrechten, maar er zijn twee specifieke zaken die genoemd moeten worden.
Op de eerste plaats is er de ontvangen verzoening (en vergeving van zonden) door het vervullen van Jom Kipoer. Op de tweede plaats is er het genieten van de inzameling van de opbrengsten verkregen in (het meest productieve deel van) het godsdienstige jaar. Beiden zijn specifieke zegeningen van God.
Wie niet vrolijk is op Soekot overtreedt niet alleen deze regel, maar gaat ook in tegen het hart van Gods verbond. Immers, Soekot staat voor het centrale thema van dat verbond; de uittocht uit de wereld om gewijd te worden/zijn/blijven aan God. Wie dus niet vrolijk is op Soekot wekt Gods toorn op (vergelijk: Mt 22:11-13).
Takken en vruchten
Gelovige mannen worden opgedragen om op de eerste dag Soekot takken met bladeren/loof en vruchten te nemen die bedoeld waren om daarmee de soekah te bedekken. Over de soorten looftakken en vruchten die genoemd worden (Lv 23:40) worden al eeuwenlang allerlei bespiegelingen gemaakt. In dit vers uit Wajiqra’ worden vier soorten looftakken en vruchten genoemd en in Nehemia 8:15 vijf, wat erop wijst dat het vooral om de takken en vruchten gaat en minder om wat die eventueel allemaal zouden kunnen representeren.
In hutten wonen
Het vieren van Soekot door Isra‘El als natie in hun Land wordt in de Bijbel genoemd (Ezr 3:4; Neh 8:16). Toch is het opvallend dat in het boek Nehemia wordt beweerd dat Soekot in de koningentijd niet gevierd werd (vers 17).
In 2 Kronieken 7:8 staat echter dat koning Sjlomo (Salomo) wel het feest in de zevende maand liet vieren (2 Kron 5:3; 1 Kon 8:2). Maar waar Nehemia waarschijnlijk op doelt, is het volledig vervullen van het bevel, dus om ook letterlijk op Soekot zeven dagen in hutten te wonen. Wie daarna zoekt zal in de koningentijd daar niets over vinden.
Een week in hutten wonen, staat in Bijbelse zin voor een volheid[4]. Op Soekot begint die week van verblijf in de Soekah met een Jom Sjabbaton. Dit markeert meteen dit feest en is ook bedoeld om heel het huishouden van gelovigen meteen aan het begin van de Soekahweek de tijd te gunnen te wennen aan het verblijf in de soekah.
Wie een week in een soekah heeft doorgebracht zal voldoende begrip hebben gekregen wat het betekent om langere tijd te moeten leven in een hut. Bijvoorbeeld geen stromend water, maar ook het ontbreken van veel van de voorzieningen van een vast huis[5]. Zo wordt het Bijbelse verhaal van de reis van Mitsrajim naar het beloofde Land ook echt beleefd (Lv 23:43).
Enorm aantal offers
In Bemidbar (Numeri) staat Gods bevel om jaarlijks op Soekot het grootste aantal offers te brengen in de Bejt Hammiqdosj (de Tempel; 29:12-38). Opvallend is dat de voorgeschreven Soekotoffers lijken op die van Jom Teroe’ah en Jom Kipoer. Ook is het opvallend dat het aantal offers op de eerste dag Soekot, dat een Jom Sjabbaton is, het hoogst is en op elke dag erna steeds minder wordt tot op de zevende dag. Waarom is dat?
Het grote aantal offers wijst op uitbundigheid van het feestvieren. Maar het wijst ook op het volmaken van de offerdienst; het hoogtepunt van de Tempel-eredienst. Het wijst ook op de grote heiligheid van het Soekot. Opvallend is dat Soekot, in tegenstelling tot de ernst van Pésach[6], in het teken staat voor uitbundige feestvreugde.
Waarom de afname in offers? Het grootste aantal[7] op de eerste dag Soekot maakt die dag belangrijker dan de overige zes dagen van dit feest. Daarnaast wijst de afname in het aantal offers daarna erop dat het godsdienstige jaar ten einde loopt. Maar dat de offers bij elkaar hoorden – als één Soekot-offer – wordt vooral duidelijk uit het feit dat het totaal van het aantal geofferde mannelijke runderen precies het getal 70[8] vormden.
De offers hebben de volgende karakteristieken:
• Rejach niechoach, vaak vertaald als een lieflijke reuk[9]
Het woord niechoach komt van de werkwoordstam noeach – gunstig stemmen/kalmeren. Een betere vertaling zou daarom kunnen zijn: een geur ter verzachting. Dit gebeurde met een brandoffer (’olah) van een afnemend aantal mannelijke runderen (het slachtdier dat Gods voorkeur had), maar steevast twee rammen (meestal gebruikt voor zondoffers) en 14 eenjarige mannelijke lammeren. Daarbij kwam een vast spijsoffer (minchah). Vanaf de tweede dag werd een bijbehorend plengoffer hieraan toegevoegd.
• Zondoffer
Hiervoor werd een volwassen geitenbok gebruikt met het bijbehorende plengoffer. Dit was bedoeld ten gunste van het rejach niechoach brandoffer, omdat deze door zondige mensen werd gebracht.
Vanaf de tweede dag Soekot konden de gewone (chol) dagelijkse offers van de Isra‘Eliem ook worden gebracht[10], ondanks het feest.
Misbegrip Judaïsme
Het hedendaagse Talmoedische Jodendom vat Soekot op als de herdenking van het bijna 40 jaar lange rondzwerven van Isra‘El door de wildernis.
Het Farizeïsme, niet vrij van heidense beïnvloeding, streeft ernaar dat hun aanhangers als kohaniem zouden leven[11]. Vandaar dat tegenwoordig op Soekot elke gelovige Joodse man een Loelav (en etrog) – een Soekot feestbundel[12] – dient aan te schaffen.
Ook voor Soekot wordt in het Judaïsme de synagoge opgevat als mini-Tempel. Vooral daar worden de belangrijkste speciale handelingen van Soekot die de rabbijnen hebben bedacht uitgeoefend. Een belangrijk onderdeel ervan is het op speciale manier bewegen van de Loelav voor Gods Aangezicht[13].
Evaluatie
Het opvatten van Soekot als herdenking van de bijna 40 jaar van rondzweren door Isra‘El in de wildernis voordat ze eindelijk naar het beloofde Land mochten trekken – Gods straf voor hun herhaalde ernstige ongehoorzaamheid – gaat tegen de mitswot in. Het Judaïsme geeft daarmee immers een negatieve duiding die geen Bijbelse basis heeft, maar ook strijdig is met de verplichte vrolijkheid en positief begrip van Soekot.
Misbegrip christenheid
De christenheid weet geen raad met Gods bevel voor het houden van Soekot, anders dan te stellen dat de Here Jezus de Torah van Mosjéh zou hebben opgeheven en/of dat Soekot door Hem op enigerlei wijze zou zijn vervuld.
Evaluatie
Het moet expliciet gesteld worden dat de Here Jezus Zich op aarde heeft betoond als leerling van Mosjéh. Dat blijkt herhaaldelijk uit Zijn onderwijs (Mt 5:18; Mr 10:3; Lc 5:14; Jh 7:49). Toch zeggen christenen dat God Hem boven Mosjéh heeft gesteld (Mt 17:5) en dat de Here Jezus ook herhaaldelijk Mosjéh verbeterde. Overduidelijk uit Zijn woorden en daden blijft dat Hij zeker niet de Torah heeft opgeheven, maar Hij heeft die strikt gehouden[14]. Dus die bewering – van het opgeheven zijn van Gods Torah – is sowieso een gruwelijke en gevaarlijke leugen.
Dat de Here Jezus ‘boven’ Mosjéh staat is feitelijk niet bijzonder, want Hij bestond al voor Mosjéh. Hij is immers niet van aardse, maar van goddelijke, hemelse afkomst. Mosjéh was een mens, hoewel groter dan de eerste kohen gadol (Isra‘Elitisch hogepriester), namelijk zijn eigen broer ‘Aharon (Aäron), en de grootste profeet ooit. De Here Jezus vergelijken met Mosjéh is in die zin een oneigenlijk vergelijk en zinloos. Het is juist wonderlijk dat Hij Zich bewust als leerling van Mosjéh[15] heeft geopenbaard. Dat is nog belangrijker dan het feit dat Hij een Jood was[16].
Daar komt bij dat verbeteren van Mosjéh een wezenlijke eigenschap en opdracht van de Bijbelse godsdienst is (2 Tim 3:16). Als leerling van Mosjéh en Bijbelleraar[17] deed Hij wat van een gelovig man verwacht wordt, maar Hij ging wel veel verder dan wat toen de norm was. Hij vormde een groep leerlingen en trainde die tot leerling-Bijbelleraren[18].
Op aarde (Jh 7:10) en tegenwoordig in de hemel houdt de Here Jezus logischerwijs Soekot[19]. God heeft Hem immers aangesteld als kohen gadol om dat ambt te vervullen in de Tempel die in de hemels is (Hebr 2:17; 4:14).
Messiaans misbegrijpen
Messiaanse gelovigen worstelen met Soekot. Hoe moeten ze dat feest vieren? Moeten ze een Soekah bouwen om een week erin te wonen en speciale samenkomsten beleggen? Sommigen doen dat, maar er zijn er ook die beweren dat het een feest is dat alleen door godsdienstige Joden gevierd mag worden[20].
Evaluatie
Dat Messiaanse gelovigen met Soekot worstelen, typeert een beweging dat grotendeels uit niet-Joden bestaat. Er is dus vooral een worstelen met de traditionele bagage[21] van Jodendom en christenheid. Maar de vraag hoe Soekot gevierd moet worden is niet voor niets een worsteling, want ook in het Nieuwe verbond is diens betekenis nog niet volledig geopenbaard[22].
In tegenstelling tot wat vanuit de christenheid gedacht wordt is helaas het volmaakte van God tot op heden nog niet geopenbaard en ook niet gekomen. Het is dan ook niet toevallig dat in profetieën over de laatste der dagen zoveel aandacht is voor Soekot (Zac 14:16). Dat verklaart ook de grote aandacht voor Soekot na de terugkeer van de eerste ballingschap (Ezr 3:4; Neh 8:17).
Nogmaals, waar gaat het op Soekot over? Blijdschap om de uitwerking van Jom Kipoer en voor de beschutting (sakak) van God aan Zijn volk die daaruit spreekt. Het is dan logisch dat wie Jom Kipoer niet apprecieert (de christenheid) ook geen vreugde kent die nodig is om Soekot te vieren. Maar zelfs wie wel Jom Kipoer apprecieert (het Judaïsme) moet ook vreugde kunnen hebben om Gods beschutting. Maar Isra‘El bevindt zich in de galoet (verstrooiing van de tweede verbanning). Zij ontberen vanuit Gods rechtspraak Zijn beschutting tot hun herstel.
Messiaanse gelovigen leren stap-voor-stap de zevende maand en diens gedenk- en feestmomenten te appreciëren, maar het heeft dan geen zin om dingen te doen alleen maar om de letterlijke invulling van de Bijbel te volbrengen[23]. Het belangrijkste van Soekot – de bevolen Tempeloffers – kan al niet volbracht worden. Maar er is zijn nog een veel belangrijkere en feitelijk eerste vereisten.
Om Soekot goed te kunnen vieren (d.i. naar Gods wil) moet volgens de Bijbel Isra‘El als godsdienstige natie in het beloofde Land verblijven en dan op dit feest herdenken hoe de Isra‘Eliem verblijf hielden in de wildernis na de Uittocht. Isra‘El in de galoet kan op dit moment niet de godsdienstige natie zijn zoals dat in de Bijbel vereist is[24]. Daar moet God groen licht voor geven. Soekot zal dus ook voor de Messiaanse gelovigen tot dat moment een feest blijven dat maar slechts ten dele gevierd kan worden, maar zeker niet in een soekah.
Een soekah vereist namelijk dat Gods volk tot diens beloofde rust is ingegaan, maar dat is nog niet gerealiseerd. Dat maakt ook het houden van Sjabbat en Jom Sjabbaton extra relevant. Namelijk, als profetische heen wijzing naar de toekomstige vervulling van de belofte. Als het Bijbelse geloof het verlangen en de hoop op die beloofde toekomst verliest door net te doen dat alles al gerealiseerd en verkregen is, dan is het juist dat een dood(gelopen) geloof te noemen.
Toch zal er wel de vereiste vreugde zijn van het functioneel zijn van Jom Kipoer door het Nieuwe Verbond. Ook leeft er in de Messiaanse Beweging het sterke verlangen naar het volledige herstel van Isra‘El, zoals God dat in de Bijbel heeft aangekondigd. Zijn rotsvaste belofte van dat herstel geeft ook grote vreugde.
+++
[1] Terwijl Jom Kipoer de centrale gedenkdag van de Bijbelse godsdienst is.
[2] In tegenstelling tot Pésach, dat al wel tijdens de reis door de wildernis werd gevierd (Nm 9:5).
[3] Inzameling beperkt zich niet tot de opbrengst van het Land. Het gaat om elke vorm van opbrengst voor Gods volk tijdens het voorgaande jaar. Alles wat Gods volk in die voorgaande tijd (specifiek de meest productieve periode van het jaar (maart-september)) bereikt heeft ten bate van hun roeping en opdracht aan God.
[4] In Bijbelse zin staat het getal 7 voor goddelijke volheid.
[5] Het kan (’s nachts) ook koud zijn in een Soekah, maar toch moet er ook in geslapen worden. Daarnaast kan Soekot laat vallen in het jaar en dan kunnen er (intense) herfstregens vallen.
[6] Immers de matsot staan voor karig voedsel en dat wijst dus op het gedenken van het grote gebrek dat Isra‘El ondervond tijdens hun tocht door de wildernis naar het beloofde Land. Een week lang een speciaal karig dieet eten is bedoeld om nederigheid te bevorderen.
[7] Het is opvallend dat op de eerste dag Soekot een oneven aantal (10+3) mannelijke runderen werd geofferd. Dat kan wel eens benadrukken dat het offer van Jom Kipoer niet overstemt kan/mag worden. Daar komt bij dat de getallen 10 en 3 ook speciale getallen zijn in Bijbelse zin. Het is dan ook opmerkelijk dat in het heidendom het getal 13 zo’n negatieve betekenis heeft.
[8] Over de zeven dagen van Soekot werden immers 13+12+11+10+9+8+7=70 mannelijke runderen geofferd.
[9] Deze betekenis ‘rejach niechoach’ werd ook gegeven aan de offers op Jom Teroe’ah en Jom Kipoer (Nm 29).
[10] Dus op Jom Kipoer werd Isra‘El dan wel collectief met God verzoend (en hun dito zonden vergeven) voor wat betreft het afgelopen jaar, maar de zondemacht was over Isra‘El. Het dagelijkse zondigden ging door en daarvoor bood de Tempeldienst vergeving.
[11] Het hoogste niveau van godsdienstig leven zouden benaderen. De Here Jezus riep zelfs op nog volmaakter te zijn (Mt 5:20). Maar gewone gelovigen worden niet opgeroepen om het ambt van kohaniem (Isra‘Elitisch priesters) te vervangen. Dat is ook expliciet verboden (Nm 3:10)! De Bijbel faciliteert wel de bijzondere wijding van het Nazireeërschap (Nm 6:1-21).
[12] De onderdelen van de Loelav moeten aan uiterst strikte regels voldoen die echter geen Bijbelse basis hebben.
[13] Zoals waarschijnlijk eertijds de kohaniem dat deden in de Tempel.
[14] Als Hij die Torah niet heeft gehouden, dan kon Zijn dood nooit in spirituele zin aanvaardbaar zijn geweest als vergoeding van de overtreding van ‘Adam.
[15] Dat is Isra‘Elitisch; de godsdienst die God leert.
[16] Mosjéh heeft immers door de eeuwen heen te weinig Joodse leerlingen gehad.
[17] Iemand die als leerling op het niveau is gekomen om ook anderen te onderwijzen over de Torah.
[18] Dat waren de latere apostelen, met het oog op Zijn vroegtijdige verlaten van de aarde.
[19] Logischerwijs anders dan zoals dat voorgeschreven is in de Bijbel voor gelovigen op aarde, zoals ook de andere gedenk- en feestdagen die bevolen zijn. Het is bijvoorbeeld gewoonweg niet mogelijk om in de hemel (de niet-fysieke schepping) fysieke hutten van looftakken en vruchten te maken om erin te verblijven.
[20] Dat het alleen voorbehouden is voor het Judaïsme.
[21] Het woord bagage moet vooral in negatieve zin worden gezien en zo vatten Messiaanse gelovigen het ook op. Alleen met dat laatste – de manier dat Messiaanse gelovigen met die bagage omgaan – gaat het helaas vaak nog niet goed. Het wordt dan natrappen en zich sterk afzetten vanuit frustratie.
[22] Het Nieuwe Verbond staat nog een vervolmaking te wachten. Namelijk het samenvoegen van heel Gods volk (d.i. het herstel van het godsdienstige Isra‘El).
[23] Erger nog, zich gaan voordoen als Joden (d.i. traditionele gebruiken en regels van het Judaïsme te gaan naspelen). Dat is niet alleen een belachelijk toneelstuk, maar ook een regelrechte en onnodige belediging van gelovige Joden. Spotten met religie van een ander.
[24] Dat geldt ook voor de christenheid. Wij kunnen echter niet in het Hart van God kijken om te weten hoe Hij tegen traditioneel geloven aankijkt. Mensen kunnen het niet beter weten dan God. Zeker is, dat Hij onverminderd van Isra‘El houdt en van eenieder die Hem wil behagen. Duidelijk is wel dat Hij van alle mensen bekering vraagt om overeenkomstig de Bijbelse vereisten te leven.
Wees de eerste die reageert op "Sjabbatmaand misbegrepen – deel 3"