Sjabbatslezingen: Josef als typebeeld van de Messias

Opmerkelijk is het, hoeveel het leven van Josef lijkt op het leven van Jezus. Hij wordt een typebeeld van de Messias genoemd. Beiden daal­den af in de kuil, de gevangenis, tot heil van mensen.

De Bijbelgedeelten voor de komende sjabbat Wayeshev (En hij verbleef) zijn:
✡ Torahlezing: Genesis 37 – 40,
✡ Profetenlezing: Amos 2:6 – 3:8,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Matteüs 1:1-6 en 16-25.
In verband met het onderwerp wijken we daar van af.

Een gedeelte uit de Torahlezing
Na deze dingen gebeurde het dat de schenker van de koning van Egypte en de bakker zondigden tegen hun heer, de koning van Egypte, zodat de farao erg kwaad werd op zijn twee hovelingen, het hoofd van de schenkers en het hoofd van de bakkers. Hij liet hen in hechtenis zetten in het huis van het hoofd van de lijfwacht, in de gevangenis, de plaats waar ook Jozef gevangen zat. En het hoofd van de lijfwacht stelde Jozef bij hen aan om hen te dienen; zij zaten geruime tijd in hechtenis.

En in één nacht hadden zij beiden een droom, ieder zijn (eigen) droom met (zijn eigen) betekenis: de schenker en de bakker die aan de koning van Egypte toebe­hoor­den en die in de gevangenis gevangen zaten. Toen Jozef ’s morgens bij hen kwam, keek hij hen aan, en zie, zij waren terneergeslagen. Hij vroeg aan de hove­lingen van de farao, die met hem in het huis van zijn heer in hech­te­nis zaten: Waarom staan uw gezichten vandaag zo treurig? Ze zeiden tegen hem: We hebben een droom gehad en er is niemand die hem kan uitleggen. Jozef zei tegen hen: Is de uitleg niet aan God? Vertel ze toch aan mij.
Toen vertelde het hoofd van de schenkers aan Jozef zijn droom en zei tegen hem: Zie, in mijn droom stond er een wijnstok voor me, en aan de wijnstok zaten drie ranken. Hij was aan het uitlopen, zijn bloesem kwam tevoorschijn en zijn trossen brachten rijpe druiven voort. De beker van de farao was in mijn hand, en ik nam die druiven, perste ze uit in de beker van de farao en gaf de beker in de hand van de farao. Toen zei Jozef tegen hem: Dit is de uitleg ervan: de drie ranken staan voor drie dagen. Nog binnen drie dagen zal de farao u een hoge plaats geven, en u in uw ambt herstellen; u zult de beker van de farao in zijn hand geven overeen­kom­stig uw vroegere positie, toen u zijn schenker was. Maar denk aan mij, wanneer het u goed zal gaan; bewijs mij toch goedertierenheid en vertel over mij aan de farao, en maak dat ik uit dit huis kom. Want ik ben met geweld ontvoerd uit het land van de Hebreeën; en ook hier heb ik niets gedaan waarvoor men mij in deze kerker zou moeten zetten.
Toen het hoofd van de bakkers zag dat hij een gunstige uitleg had gegeven, zei hij tegen Jozef: Ook ik had een droom, en zie, er waren drie manden met wit brood op mijn hoofd. In de bovenste mand zat allerlei voedsel voor de farao, het werk van een bakker, maar de vogels aten ervan uit de mand boven op mijn hoofd. Toen antwoordde Jozef en zei: Dit is de uitleg ervan: de drie manden betekenen drie dagen. Nog binnen drie dagen zal de farao u een hoge plaats geven: hij zal u aan een paal hangen, en de vogels zullen uw vlees van u afeten.
Op de derde dag, de geboortedag van de farao, gebeurde het dat hij voor al zijn dienaren een maal­tijd aanrichtte, en hij gaf het hoofd van de schenkers en het hoofd van de bakkers een hoge plaats te midden van zijn dienaren. Hij herstelde het hoofd van de schenkers in zijn ambt van schenker, zodat hij de beker weer in de hand van de farao mocht geven. Maar het hoofd van de bakkers hing hij op, zoals Jozef hun uitgelegd had. Het hoofd van de schenkers dacht echter niet meer aan Jozef, maar hij vergat hem.

Genesis 40:1-23 (HSV).

Gedeelten uit de Profetenlezing
De mens die zondigt, díe zal sterven. De zoon zal de ongerechtigheid van de vader niet dragen, en de vader zal de ongerechtigheid van de zoon niet dragen. De gerechtigheid van de rechtvaardige zal op hemzelf zijn, en de goddeloosheid van de goddeloze zal op hemzelf zijn. Maar wanneer de goddeloze zich bekeert van al zijn zonden die hij gedaan heeft, al Mijn verordeningen in acht neemt en recht en gerechtigheid doet, zal hij zeker in leven blijven, hij zal niet sterven. Al zijn over­tre­din­gen, die hij begaan heeft, ze zullen hem niet in herin­ne­ring gebracht worden. Vanwege zijn gerech­tig­heid, die hij gedaan heeft, zal hij leven. Zou Ik werkelijk behagen scheppen in de dood van de godde­loze? spreekt de Heere HEERE. Is het niet, wanneer hij zich bekeert van zijn wegen, dat hij zal leven?

Werp al uw overtredingen, waarmee u overtreden hebt, van u af en maak u een nieuw hart en een nieuwe geest. Waarom zou u sterven, huis van Israël? Ik schep immers geen behagen in de dood van een stervende, spreekt de Heere HEERE, dus bekeer u en leef!
Ezechiël 18:20-23 en 31-32 (HSV)

Gedeelten uit het Nieuwe Testament
Want ook Christus heeft eenmaal voor de zonden geleden, Hij, Die rechtvaardig was, voor onrecht­vaar­di­gen, opdat Hij ons tot God zou brengen. Hij is wel ter dood gebracht in het vlees, maar levend gemaakt door de Geest, door Wie Hij ook, toen Hij heenging, aan de geesten in de gevangenis gepredikt heeft, namelijk aan hen die voorheen ongehoorzaam waren, toen God in Zijn geduld nog eenmaal wachtte in de dagen van Noach, terwijl de ark gebouwd werd, waarin weinige – dat is acht – mensen behouden werden door het water heen.

Want wij hebben de voorgaande tijd van ons leven lang genoeg de wil van de heidenen gedaan en gewandeld in uitingen van losban­dig­heid, begeer­ten, dronken­schap, zwelg­par­tijen, drink­ge­lagen en allerlei walgelijke afgoderij. Daarbij bevreemdt het hun dat u niet meeloopt in dezelfde uitbars­ting van los­ban­dig­heid, en zij belasteren u. Maar zij zullen reken­schap moeten afleggen aan Hem Die gereed staat om de levenden en de doden te oordelen. Want daartoe is aan de doden het Evangelie verkon­digd, opdat zij wel geoor­deeld werden naar de mens in het vlees, maar ook zouden leven naar God in de geest.
1 Petrus 3:18-20 en 4:3-6 (HSV)

Josef als typebeeld van de Messias
Het Joodse volk verwacht twee Messiassen, één uit de stam Josef en één uit de stam Juda. Wij weten dat dit dezelfde persoon is, onze messias Jezus, die gekomen is als een lam, als de lijdende Knecht, en terug zal komen in kracht als de Leeuw van Juda.
Toch zit er wel iets in: het leven van Josef vertoont veel over­een­kom­sten met het leven van Jezus, hij wordt een type­beeld van Jezus genoemd. Ds. Henk Poot heeft dit uitgewerkt in zijn boek Jezus, een Messiaanse geschiedenis, en de gelijknamige serie uitgezonden door Family7, waarop deze uitleg is gebaseerd.

Jozef was in de gevangenis beland. Er was niet veel overgebleven van zijn mooie dromen. Waren zijn dromen bedrog? Had hij het zich maar ingebeeld? Toch blijft Josef geloven in zijn dromen.
Eerst was hij door zijn broers opgepakt, hij werd in een put gegooid, hij werd verkocht. Hij had als slaaf een vertrou­wens­functie bereikt bij Potifar, zorgde voor diens eten – en nu stopten heidenen hem in de gevangenis, in de put, en hij zorgt er voor zijn mede-gevan­ge­nen.

Jezus is na zijn sterven in de put terecht gekomen, ‘nedergedaald ter helle’, zoals de Geloofsbelijdenis het formuleert, het dodenrijk. De kerk beleed daarmee, dat Jezus in zijn dood niet drie dagen ‘weg’ is geweest, maar dat Hij is afgedaald in de hel, in het dodenrijk. Hij bezocht de zondaren, daar waar ze waren opge­slo­ten tot de tijd van het oordeel. De parallel is duidelijk, niet alleen Josef, ook Jezus was neergedaald in de put. Jezus zei: dat woord moet aan mij in vervulling gaan, dat ik bij de misdadigers gere­kend word. Ook Jozef werd hier bij de misdadigers gerekend.

Volgens de wet­geleer­den waren de mensen in de tijd voor de zond­vloed heel slecht en verloren.
De apostel Petrus beschrijft, dat voordat God de leven­den en de doden zal oordelen, ‘Christus aan de geesten in de gevangenis gepredikt heeft, namelijk aan hen die voorheen ongehoorzaam waren, toen God in Zijn geduld nog eenmaal wachtte in de dagen van Noach.’
De gestorvenen zijn levend voor God. Jezus predikte, evangeliseerde, in de groeve, bij de doden, voordat zij ‘bij Zijn komst reken­schap moeten afleggen aan Hem Die gereed staat om de levenden en de doden te oordelen.’

Josef sprak met de schenker en de bakker over hun dromen. Omdat zijn eigen dromen niet leken uit te komen had hij kunnen zeggen ‘Trek je niets aan van dromen, ik heb vroeger ook wel eens gedroomd’. Maar hij neemt hen serieus, hij blijft geloven in hun dromen. ‘Zijn de uitleggingen niet Gods zaak?’ en Josef legt hun de betekenis van de dromen uit.
Binnen drie dagen werden beiden verhoogd zoals hij had gezegd: de een werd aangenomen, de ander werd verworpen en gedood. Dit doet me denken aan de twee misdadigers die naast Jezus werden gekruisigd, de een spotte en werd verworpen, de ander geloofde, ‘en hij zei tegen Jezus: Heere, denk aan mij, als U in Uw Konin­krijk gekomen bent.’ (Lukas 23:42) en mocht met Jezus in het paradijs zijn.

Verwonder u daar niet over, want de tijd komt waarin allen die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen, en zij zullen eruit gaan: zij die het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, maar zij die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding ter verdoemenis. (Johannes 5:28-29)

Wees de eerste die reageert op "Sjabbatslezingen: Josef als typebeeld van de Messias"

Geef een reactie