Opdat het volk Israël de tocht door de woestijn niet zou vergeten, gebood God hen een week lang in een hutje te wonen, zoals zij jarenlang hadden gedaan. Zo moest de herinnering worden doorgegeven aan de kinderen en kindskinderen.
De Bijbelgedeelten voor de komende sjabbat in de week van Soekot, het Loofhuttenfeest, zijn:
✡ Torahlezing: Leviticus 22:26 – 23:44,
✡ Profetenlezing: Zacharia 14:1-24,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Openbaring 7:1-10
Gedeelten uit de Torahlezing
De HEERE sprak tot Mozes: Spreek tot de Israëlieten en zeg: Vanaf de vijftiende dag van deze zevende maand is het zeven dagen lang Loofhuttenfeest voor de HEERE. Op de eerste dag is er een heilige samenkomst. Geen enkel dienstwerk mag u doen. Zeven dagen lang moet u de HEERE vuuroffers aanbieden. Op de achtste dag moet u een heilige samenkomst houden en de HEERE een vuuroffer aanbieden. Het is een bijzondere samenkomst. U mag geen enkel dienstwerk doen.
Maar vanaf de vijftiende dag van de zevende maand, wanneer u de opbrengst van het land ingezameld hebt, moet u het feest van de HEERE zeven dagen lang vieren. Op de eerste dag is het rustdag en op de achtste dag is het rustdag. Op de eerste dag moet u voor uzelf vruchten van sierlijke bomen, takken van palmbomen, takken van loofbomen en van beekwilgen nemen, en u moet zich zeven dagen lang voor het aangezicht van de HEERE, uw God, verblijden. Dat feest voor de HEERE moet u per jaar zeven dagen lang vieren. Het is een eeuwige verordening, al uw generaties door. In de zevende maand moet u het vieren. Zeven dagen moet u in de loofhutten wonen. Alle ingezetenen van Israël moeten in loofhutten wonen, zodat de generaties na u weten dat Ik de Israëlieten in loofhutten liet wonen, toen Ik hen uit het land Egypte geleid heb. Ik ben de HEERE, uw God.
Leviticus 23:33-36 en 39-43 (HSV).
Gedeelten uit de Profetenlezing
Zie, er komt een dag voor de HEERE waarop de buit, (op) u (behaald), in uw midden zal worden verdeeld. Dan zal Ik alle heidenvolken verzamelen voor de strijd tegen Jeruzalem. De stad zal ingenomen worden, de huizen zullen geplunderd, en de vrouwen zullen verkracht worden. De helft van de stad zal in ballingschap wegtrekken, maar het overige van het volk zal niet uitgeroeid worden uit de stad.
Dan zal de HEERE uittrekken en tegen die heidenvolken strijden, zoals de dag dat Hij streed, op de dag van de strijd. Op die dag zullen Zijn voeten staan op de Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, ten oosten ervan. Dan zal de Olijfberg in tweeën gespleten worden naar het oosten en naar het westen. Er zal een zeer groot dal ontstaan, als de (ene) helft van de berg naar het noorden zal wijken en de (andere) helft ervan naar het zuiden. Dan zult u vluchten (door) het dal van Mijn bergen, want het dal tussen de bergen zal reiken tot Azal. Ja, u zult vluchten, zoals u gevlucht bent voor de aardbeving in de dagen van Uzzia, de koning van Juda. Dan zal de HEERE, mijn God, komen: al de heiligen met U!
De HEERE zal Koning worden over heel de aarde. Op die dag zal de HEERE de Enige zijn en Zijn Naam de enige. Heel het land zal als de Vlakte worden, van Geba tot Rimmon, ten zuiden van Jeruzalem. Maar (Jeruzalem) zal verheven worden en op zijn plaats bewoond blijven, van de poort van Benjamin af tot de plaats van de vroegere poort toe, tot aan de Hoekpoort, en van de Hananeëltoren af tot aan de perskuipen van de koning. Zij zullen erin wonen, een ban(vloek) zal er niet meer zijn: Jeruzalem zal onbezorgd wonen.
En dit zal de plaag zijn waarmee de HEERE al de volken zal treffen die tegen Jeruzalem hebben gestreden: Hij zal ieders vlees, terwijl hij (nog) op zijn voeten staat, doen wegteren; de ogen van allen zullen wegteren in hun kassen en de tong van allen zal wegteren in hun mond. Op die dag zal het geschieden dat er een grote, door de HEERE (bewerkte), verwarring onder hen zal ontstaan, zodat zij elkaars hand zullen vastgrijpen en tegen elkaar de hand zullen opheffen.
Ook zal Juda in Jeruzalem strijden, zodat het vermogen van alle heidenvolken rondom verzameld wordt: goud, zilver en kleding in zeer grote hoeveelheden. En zo zal de plaag die de paarden, de muildieren, de kamelen, de ezels en al de dieren die zich in die legerkampen bevinden, (zal treffen), dezelfde zijn als die plaag.
Het zal geschieden dat al de overgeblevenen van alle heidenvolken die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, van jaar tot jaar zullen opgaan om zich neer te buigen voor de Koning, de HEERE van de legermachten, en om het Loofhuttenfeest te vieren.
Het zal geschieden dat er geen regen zal vallen op hem die uit de geslachten van de aarde niet zal opgaan naar Jeruzalem om zich voor de Koning, de HEERE van de legermachten, neer te buigen.
Zacharia 14:1-5, 9-17 (HSV).
Gedeelten uit het Nieuwe Testament
Hierna zag ik vier engelen staan op de vier hoeken van de aarde. Zij hielden de vier winden van de aarde tegen, opdat er geen wind zou waaien op de aarde, of op de zee of tegen enige boom. En ik zag een andere engel opkomen vanwaar de zon opgaat, met het zegel van de levende God. En hij riep met luide stem tegen de vier engelen aan wie het gegeven was de aarde en de zee schade toe te brengen, en zei: Breng geen schade toe aan de aarde, en ook niet aan de zee en de bomen, totdat wij de dienaren van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben. En ik hoorde het aantal van hen die verzegeld waren: honderdvierenveertigduizend waren er verzegeld uit alle stammen van de Israëlieten.
(Uit elke stam, behalve de stam Dan, waren twaalfduizend personen verzegeld)
Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palmtakken in hun hand. En zij riepen met een luide stem: De zaligheid is van onze God, Die op de troon zit, en van het Lam!
Openbaring 7:1-4 en 9-10 (HSV).
Loofhuttenfeest, om het niet te vergeten
Hoe snel zijn we iets vergeten, al zijn we er vroeger dankbaar voor geweest. De drukte van het dagelijks leven, het werk, de zorg voor het gezin, ze nemen je snel in beslag en je vergeet de grote dingen die God heeft gedaan. En hoe moeilijk is het, om je kinderen te interesseren voor iets dat al zo lang geleden is gebeurd: de uittocht uit Egypte, de tocht door de wildernis, het wonen in tenten en hutjes, op steeds een andere plaats.
Daarom gebood God die tocht door de woestijn telkens weer te herhalen door een week lang in een loofhut te wonen. Zo kun je zelf ondervinden wat het is om te slapen onder een dak van bladeren, waar je de sterren doorheen ziet flonkeren. Het is alsof je kampeert in je achtertuin of op het balkon van je huis. Onder de open hemel, zoals het volk Israël jarenlang door de woestijn trok, totdat zij het beloofde land binnengingen.
Zo mag het Loofhuttenfeest een ieder herinneren aan God en zijn handelen met zijn volk. Daarom is het gepast, even te stoppen met het dagelijks werk en de Heer te aanbidden en te danken in een mooi versierde loofhut.
De profeet Zacharia schrijft in de hoofdstukken 12 en 14 over volken die Jeruzalem belegeren, innemen, in de stad de buit verdelen, en de bevolking als gevangenen wegvoeren. Een profetie die blijkbaar een voorlopige vervulling heeft gezien bij de Romeinse overheersing en de verwoesting van Jeruzalem en de tempel in het jaar 70.
De profetie wacht nog op een volledige vervulling. Na een nieuwe strijd van de volken tegen de heilige stad zal de Heer zelf op aarde komen, op de Olijfberg, dezelfde berg waar Jezus ten hemel steeg: ‘Zij zullen Mij aanschouwen die zij doorstoken hebben’ (Zach. 12:10b). Hij zal tegen de heidenvolken strijden en hen overwinnen. Daarna zullen de volken jaarlijks opgaan naar Jeruzalem om God te eren en het Loofhuttenfeest te vieren.
Openbaring 7 vertelt over Gods beschermende hand over zijn volk in een zware tijd, de tijd van zijn oordelen over deze wereld. God verzegelt hen, opdat zij standvastig zijn en niet ten val komen.
Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, zal overnachten in de schaduw van de Almachtige. (Psalm 91:1)
Zie ook Les 61 Soekot Loofhuttenfeest.
Wees de eerste die reageert op "Sjabbatslezingen: Loofhuttenfeest, om het niet te vergeten"