Twee schoenen aan je voeten en een keppel op je hoofd

Een demonstratie voor de Tweede Kamer waarbij iedereen gevraagd werd om een keppel te dragen. Het is de wereld op z’n kop.

Ik draag een keppel, niet alleen vandaag, ook gisteren en eergisteren en morgen en overmorgen. Ook op straat. En zo zijn er naar schatting nog honderd à tweehonderd Nederlanders waarvoor geldt dat een keppel op hun hoofd net zo normaal is als twee schoenen aan hun voeten. Want in Nederland kun je met twee schoenen aan je voeten en een keppel op je hoofd over straat en laten we dat vooral zo houden en daar zo gewoon mogelijk over doen.

Ruben Vis

Ik heb het anders meegemaakt. Zo’n jaar of vijftien jaar geleden ging het er ruig aan toe, maar de tijden lijken te zijn veranderd en dit maal ten goede. Dus nooit meer een opmerking naar je bekeppelde hoofd? Zeg nooit ‘nooit’. In het uitgaansleven, het spreekwoordelijke donkere steegje of in de voetbalstadions veroorloven mensen zich meer. Daar is iedereen eerder doelwit van geweld, om te beginnen verbaal geweld.

Een uitroep dat we geen keppels meer kunnen dragen in de meeste wijken van Amsterdam, in de meeste wijken van de grote steden of in veel plaatsen in Nederland, dat we weigeren om onze baard af te scheren of onze naam te veranderen, zijn woorden van mensen die of wel zelf niet of nauwelijks met een keppeltje over straat gaan, of blijkbaar zo weinig tv kijken of influencers volgen dat ze niet doorhebben dat een baard je tegenwoordig eerder tot een meerderheid dan tot een minderheid doet behoren. Het neemt niet weg dat er mensen zijn die besluiten geen keppeltje te dragen. De oorzaak? Het historisch verklaarbare hogere gevoel van sociale onveiligheid. Het zekere voor het onzekere nemen.
Het lijkt me ook niet dat je bang moet zijn dat je om je rare naam een beuk voor je harses kunt verwachten dat je keppeltje er af vliegt. Wie heeft er in dit land met z’n meer dan tweehonderd nationaliteiten niet een rare naam.

Is er dan helemaal niets aan de hand? Dat toch wel. Want zo weinig als ik opteken uit de mond van keppeldragers dat ze daar lastig om worden gevallen, des te meer is te merken dat het klimaat verandert. Er zijn meer anti-Joodse uitlatingen, en vooral ook meer ongegeneerd. Daar moet helaas tegen in het geweer worden gekomen, met allerlei middelen waaronder een demonstratie. De fatsoensgrens wordt steeds verder verlaagd en helaas geven landelijke politici het verkeerde voorbeeld. Te lang is meegegaan in het verbale onfatsoen.

Mensen met een keppeltje op, behoren tot dat deel van de bevolking dat een religie aanhangt, in dit geval de Joodse. Religies geven waarden aan het leven. Religies geven antwoord op de vraag: wie ben ik? waarom ben ik hier? hoe zou ik mijn leven moeten inrichten? Vragen waarop het antwoord inhoudelijk is, niet procedureel. De Britse em. opperrabbijn Lord Jonathan Sacks stelt vast: “De 21e eeuw biedt ons een maximum aan keuzes maar een minimum aan betekenis.” Het zou mooi zijn als iedereen vooral op zoek zou gaan naar betekenis in het leven, zich minder onfatsoenlijk uit zou laten, zich minder schuldig zou maken aan complotdenken en zich niet jegens zijn medemens zou misdragen. Dan kunnen Joden die hier toch al mooi vierhonderd jaar wonen, zich ook verder wijden aan hun eigen levensvreugde en hun bijdragen aan de samenleving. Afgesproken?