GOUDA | De Goudse predikant en publicist Hette Abma staat bekend om zijn liefde voor Israël. Hij had nog zoveel willen doen, maar moet waarschijnlijk binnenkort afscheid nemen.
Deze zomer kreeg Hette Abma te horen dat hij alvleesklierkanker heeft. Een vorm van kanker die pas ontdekt wordt als behandelen meestal onmogelijk is geworden. Volgens de dokters heeft hij hooguit nog een half jaar te leven. Zelf bidt hij met vele anderen om zijn genezing om er nog wat jaren bij te krijgen. Ons gesprek (in december) bleef anderhalf uur lang dynamisch en energiek.
Ds. Hette Abma is jarenlang eindredacteur geweest van Profetisch Perspectief, een tijdschrift over de eindtijd in het licht van onze verhouding met Israël. Op dit moment zit hij ook nog steeds in de redactie van het magazine Israël en de Kerk en schrijft columns voor de maandkrant Israël Aktueel. Daarnaast was hij actief in allerlei werkgroepen voor de bezinning op de relatie van Israël en de kerk en gaf steun aan het Jaffa-project. Zijn hart ligt vooral in Gouda waar hij bijna dertig jaar de PKN-gemeente in de Sint-Janskerk gediend heeft.
Ik vroeg hem naar wat hij voor Israël heeft kunnen betekenen. Hoe ziet de toekomst eruit voor Joden in Nederland, en voor de kerkelijke verhouding met Israël?
Laatst heeft de Lutherse kerk in Duitsland, ter ere van het hervormingsjaar, unaniem besloten om af te zien van de missie om het Joodse volk te bekeren tot het christendom. Wat is uw reactie daarop?
“Dat is natuurlijk een mijlpaal die ik van harte toejuich. Maar in Nederland is dat al lang zo, net als in Duitsland trouwens. Sinds de nieuwe kerkorde in 1951 wordt er in de Nederlandse kerk niet meer over zending onder de Joden gesproken, maar over ‘het gesprek met Israël’. Wel is het een discussiepunt gebleven, iets waar ik ook aan heb mogen bijdragen.”
Wat hebt u kunnen betekenen voor deze discussie in Nederland?
“De formulering van onze verhouding met Israël is altijd een strijdpunt gebleven. In 1951 ‘richtte de kerk zich in het gesprek tot het Joodse volk om uit de Heilige Schrift te betuigen dat Jezus de Christus is’. Dat klonk bij nader inzien wat hautain. Want zat daar geen subtiele agenda achter om verkapt zending te bedrijven? Eind jaren ’80 werd de kerkorde herzien, en ook deze formulering. Het heeft er zwaar om gespannen. Zelf was ik toen lid van de Hervormde Raad voor de verhouding van Kerk en Israël. Ons voorstel was om ons niet te ‘richten’ in dat gesprek tot het Joodse volk, maar om dat gesprek te ‘zoeken’. Inhoudelijk stelden we voor dat het gesprek met Israël zou gaan ‘over het verstaan van de Schriften met betrekking tot het Koninkrijk van God en de Messias.'”
“Het moderamen kon hier echter niet mee leven en wilde toch vooral het geloof in Jezus als de Christus op de agenda zetten. Zij stelden zich voor dat het zou gaan ‘over het verstaan van de Schriften met betrekking tot het Koninkrijk van God en het getuigenis dat Jezus de Christus is.’ Gelukkig werd de formulering later weer gewijzigd. Vanaf 2004 zegt de PKN dat we délen in de aan Israël geschonken verwachting, en dat we ons uitstrekken naar de komst van het Koninkrijk van God. Dat stemt mij tot dankbaarheid.”
“Ook voor de PKN heb ik in het Israël-beraad van de verschillende modaliteiten gezeten. Samen hebben we het boekje Onopgeefbaar verbonden geschreven en aangeboden aan Arjan Plaisier, de toenmalige scriba van de PKN. Dit manifest werd helaas niet zo goed ontvangen. We kregen het verwijt dat we vanwege onze liefde voor Israël de belijdenis van Jezus als de Christus tekortdeden. Het tegendeel is volgens mij waar: we geloven niet alleen in de verzoening van Jezus door zijn kruis en opstanding, maar ook in de verlossing op de dag van zijn glorieuze toekomst. En wat die toekomst betreft is het in de kerk vaak akelig stil.”
Hoe kijkt u naar het groeiende antisemitisme in onze samenleving?
“In tijden van crisis zoeken we een zondebok. Het is niet voor het eerst dat het Joodse volk daarvoor misbruikt wordt. Maar het is buitengewoon tragisch dat de Westerse wereld het Joodse volk letterlijk geen grond onder de voeten gunt! Dat we ons tot de afwijzing van de landbelofte laten stimuleren door de islamitische volkeren uit het Midden-Oosten is te gek voor woorden. Dat laat zien wat antisemitisme helaas vaak (ook) is, een religieus gemotiveerde en gewelddadige haat tegen de Joden op basis van de Koran. Want het was Mohammed de profeet die na een betrekkelijk vredige dialoog met het Joodse volk, overging tot het uitroeien van Joden toen ze niet naar hem luisterden.”
Is het Nieuwe Testament dan niet polemisch naar het Joodse volk?
“Het Nieuwe Testament is een heel ander verhaal. Het klopt dat er teksten zijn die polemisch kunnen worden opgevat, maar dat is als in een familie. Naar mijn vrouw ben ik ook weleens uitgevallen, dat gebeurt gewoon in een goed huwelijk. Maar het is onacceptabel als iemand ánders mijn worden overneemt om mijn vrouw te kwetsen. Zo zijn de apostelen ook wel eens stellig geweest in hun oordeel naar hun eigen volksgenoten, maar is het onacceptabel als gelovigen uit de volken hun woorden in de mond nemen om Israël daarmee te raken.”
“De kerk heeft wel grandioos gefaald en zo het slechte voorbeeld gegeven, ook naar de islam. Het antisemitisme is natuurlijk ouder dan de kerk, maar dankzij de Jodenhaat van de kerk kon het antisemitisme tijdens de Tweede Wereldoorlog in Europa tot bloei komen. Gek eigenlijk, want antisemitisme betekent letterlijk ’tegen de Naam’, dat is de naam van God!”
“In Kroniek der Jodenvervolging van Abel Herzberg wordt het antisemitisme herleid op de openbaring van de Tien Woorden op de Sinaï. En daar zit ook waarheid in. Wie tegen het Joodse volk is, heeft ten diepste een probleem met de Tien Woorden die God aan hen gaf. Dat blijkt zelfs in de kerk, waar de sabbat (het vierde gebod) werd vervangen door de zondag. Een puur anti-Joodse politiek.”
Als het antisemitisme zo is verweven met de kerk der eeuwen, hoe zit het dan met de christelijke dogmatiek? Is die ook antisemitisch?
“De hele christelijke dogmatiek moet herzien worden. Want Israël is fundamenteel voor de kerkelijke leer. Maar dat gegeven wordt bijna geheel genegeerd. In de nieuwe dogmatiek van G. van den Brink en C. van der Kooij is dat ook het geval. Zij hebben een heel mooi hoofdstuk over Israël geschreven. Het blijft alleen te mager, want je kunt Israël niet in één vakje van de dogmatiek stoppen. De hele geloofsleer zou ervan doordrongen moeten zijn.”
Hoe stelt u zich de christelijke dogmatiek voor?
“Door het zicht op Israël verandert alles. Onze redding, onze kijk op Jezus, het moet allemaal herzien worden. Elke focus van onze leer moet eerst naar de belofte aan Abraham verwijzen. De uitverkiezing van Abraham is het begin van de christelijke dogmatiek. Een uitverkiezing die blijft bestaan, ook nadat het Evangelie aan de heidenen (niet-Joden) is gepredikt. Een uitverkiezing die zal resulteren in de voltooiing van de schepping. Die voltooiing, dat is iets wat radicaal verandert in een dogmatiek die Israël serieus neemt. Miskotte wist dat al, hij noemde het ‘de hoofdsom van de historie’. Pas mét Israël kán onze toekomstverwachting invulling krijgen. Dit ontbreekt dan ook simpelweg in de bestaande dogmatiek. Bij de Duitse theoloog Jürgen Moltmann zie ik daarvoor een goed aanknopingspunt, meer nog dan bij Friedrich Marquardt, al leverde Marquardt ook zeker een zeer goede bijdrage die we niet moeten verwaarlozen.”
Als Jezus komt zullen we sabbat vieren en géén zondag, dat staat vast.
En concreet, moeten we dan terug naar de sabbat?
“Ik heb mogen preken in verschillende christelijke groepen die opnieuw de sabbat als rustdag vieren. Dat heb ik als een gunst ervaren. De prediking op sabbat moet er zijn. Maar als ik dan ook op zondag moet preken, is dat praktisch niet te doen. Het ‘zes dagen zult gij arbeiden’ staat er natuurlijk ook. Maar of we als kerk moeten overstappen op de sabbat? Ik kan me voorstellen dat dit gaat gebeuren, ja. Want het ontstaan van de zondag en de christelijke feestenkalender, kan niet anders gezien worden dan in het licht van het christelijke antisemitisme. Ergens onderweg naar onze toekomst zál de sabbat worden hersteld. Want als Jezus komt zullen we sabbat vieren en géén zondag, dat staat vast. Daarom acht ik het mogelijk dat we als kerk weer zullen overstappen op de sabbat, en daarvoor hoeven we niet op de komst van Jezus te wachten.”
Maar de sabbat is toch de huwelijksring van het Joodse volk in het verbond met God?
“Alles is van Israël. Wij moeten ons de 613 geboden van de Tora dan ook niet toe-eigenen. Maar de hoofdlijn van de Tenach geldt wel degelijk voor ons, daar moeten we wel aan vasthouden, want de Tora en profeten zijn in elk geval niet opgeheven. De sabbat ligt wat ingewikkeld, want het is één van de tien geboden, die in heel de kerkgeschiedenis een grote nadruk hebben gehad. Dat is niet voor niets, want die woorden zijn lapidair, in steen gebeiteld! Ja het is het teken van het verbond tussen God en Israël, en nee, we kunnen ons dat niet zómaar toe-eigenen.”
Hoe moet dat dan in het licht van de trialoog tussen Joden, christenen en moslims?
“De abrahamitische oecumene is zonder twijfel een goedbedoelde onderneming, maar ondoordacht. Onze verhouding tot de moslims is totaal anders dan onze relatie met de Joden. De ontmoeting met moslims is een spannend gebeuren. Vooral de vraag of de God van de Koran dezelfde is als de God van de Joden en de God van de christenen. Elke mening hierover kan op grote weerstand rekenen. Idealiter moeten we met zijn allen terug naar de God van Abraham, Izak en Jakob. In de praxis zou dat toch een mooie vorm kunnen krijgen? De moslims die met hun gebedsdag een dag vooruitgaan van de vrijdag naar de sabbat, en wij die een dag teruggaan van de zondag naar de sabbat. Maar in feite komt het daar wel op neer, zowel het christendom als de islam moeten zich bekeren tot de God van Israël. Dat is de God van Abraham, Izak (en dus niet Ismaël) en Jakob. Want zo loopt de lijn van de goddelijke verkiezing. Israël is het uitverkoren volk, al zijn er ook rijke beloften voor de Arabieren, de nakomelingen van Ismaël.”
Wie het ziekteproces van ds. Hette Abma wil volgen kan terecht op zijn website.
de kerk heeft de Joodse wortels en de edele olijf losgelaten en kwam daardoor terecht bij de god van de filosofen. Zie “Het kerkelijk belijden heeft heidense wortels / vroegkerkelijke geschriften nader bekeken“ op de site van de werkgroep Vanuit Jeruzalem.
Moge onze God en Vader deze oudere broeder in Christus genadig zijn, en moge de dagen van zijn leven verlengd worden.
Dank voor dit interview.
Shalom