Bij een opgraving bij de Tempelberg door het Instituut voor Archeologie van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem is een uniek ritueel bad (mikweh) blootgelegd, dat dateert uit de late periode van de Tweede Tempel (1e eeuw na Christus).
De opgravingen begonnen in februari 2021 en waren vereist voor een project om de Oude Stad van Jeruzalem en de Westelijke Muur toegankelijk te maken voor gehandicapten door de aanleg van een lift.
Het rituele bad werd gevonden in een particuliere villa, uitgehouwen in het gesteente en voorzien van een gewelfd plafond met fijn metselwerk, typisch voor de Herodiaanse periode. Het is gelegen op de top van een klif in de ‘Bovenstad’, zoals de historicus Josephus Flavius het gebied van Herodes’ stad noemde waar de elite van Jeruzalem woonde.
Over dit hoogtepunt van de archeologische opgraving verklaarde Michal Haber van de Hebreeuwse Universiteit: ‘Tijdens de Herodiaanse periode woonden in dit gebied de rijkste inwoners van de stad. Hoewel er verschillende andere rituele baden in het gebied zijn opgegraven, komt het belang van deze ontdekking voort uit de opvallende nabijheid van de Tempelberg – wat de vraag oproept wie er in deze grootse villa woonde aan de vooravond van de verwoesting van de stad. Het kan heel goed een priesterlijke familie zijn geweest.’
Met de hulp van Dr. Amit Reem, hoofdarcheoloog van het Jeruzalem District van de Israel Antiquities Authority, zal het rituele bad worden bewaard en worden opgenomen in het nieuwe Westelijke Muur Lift complex.
Bij dezelfde villa werd een gepleisterde waterput blootgelegd. Deze was in gebruik geweest tot de verwoesting van de Tweede Tempel door Rome in 70 CE, en bevatte de resten van bijna 40 kookpotten, waarvan sommige nog intact waren.
Naast het rituele bad werden bij de opgravingen nog meer voorwerpen gevonden uit de tijd van de Tweede Tempel, de Romeins-Byzantijnse periode en de Ottomaanse periode, waaronder een netwerk van gepleisterde vijvers en kanalen. Onder de vondsten bevond zich een deel van de Ottomaanse fase van het ‘Lagere Aquaduct’, dat water vervoerde van de vijvers van Salomo in de buurt van Bethlehem naar de Tempelberg in Jeruzalem tijdens de Tweede Tempel periode.
Ook werd een industrieel reservoir (cistern) gevonden, gebouwd door soldaten van het Tiende Romeinse Legioen, die in Jeruzalem waren gelegerd na de instelling van de Romeinse kolonie ‘Aelia Capitolina’ in het jaar 130. Dit reservoir ligt bovenop de overblijfselen van een vroegere Romeinse oven, ook geïnstalleerd door soldaten van het Legioen. Op de bodem ligt een laag tegelstenen, waarvan er een is gestempeld met de letters ‘LXF,’ verwijzend naar ‘Legio X Fretensis,’ dat was de volledige naam van het Tiende Legioen.
Tijdens de opgraving werd ook een fragment ontdekt van een keramische olielamp uit de late Byzantijnse periode, met de Griekse tekst ‘Het licht van Christus schijnt voor allen’. Deze tekst kan zijn oorsprong hebben in de ceremonie van het Heilig Vuur, onderdeel van de Orthodoxe Paasvieringen in de Kerk van het Heilig Graf. Dergelijke olielampen, die voornamelijk uit de 6e en 7e eeuw stammen, zijn wellicht gekocht door christelijke pelgrims die de Byzantijnse stad bezochten, die toen bekend stond als ‘Hierosolyma’.
Minister Ze’ev Elkin van Bouw en Huisvesting en van Jeruzalem Zaken, noemde bij de opening van het Project Westelijke Muur Lift Project, de zeldzame vondsten ‘werkelijk opwindend. Zij leveren het bewijs van een voortdurende Joodse aanwezigheid in Jeruzalem gedurende millennia. Onder mijn leiding zal het Israëlische ministerie van Jeruzalemse Zaken en Erfgoed doorgaan met het behouden en ontwikkelen van Jeruzalems rijke Joodse verleden en met het omvormen van de hoofdstad tot een moderne, innovatieve stad.’
Bron: Arutz Sheva. Zie voor meer foto’s Israelnieuws.
Wees de eerste die reageert op "Archeologie: Mikweh nabij de Tempelberg bewijs van Joods leven"