Shiloh, of Silo, wordt meermalen genoemd in de Bijbel, als een van de plaatsen waar na de intocht de tabernakel heeft gestaan. Maar waar lag Silo precies, en waar in Shilo heeft de tabernakel gestaan?
Vaak blijft de naam van een Bijbelse plaats in de omgeving voortleven. Zo ook hier, er bestond op een heuvel in Samaria een Arabisch Christelijk dorp met de naam Kfar Sila, Silo in het Grieks. Toen Israëlische pioniers aan de inwoners vroegen of zij wisten waar het oude Silo had gelegen, was het antwoord ‘maar natuurlijk’, en zij wezen op de vallei. In hun traditie was bekend waar Silo en andere Bijbelse plaatsen lagen.
Toen de Israëli’s de aarde van Tel Shilo begonnen te doorzoeken, vonden ze op de hellingen rondom het heiligdom duizenden aardewerk scherven van de borden waarop de Israëlieten hun offers aan de Heer aten en die ze vervolgens kapot maakten, zodat ze nooit meer gebruikt zouden worden, zoals de Bijbel voorschrijft (zie Leviticus 6:28). Dat waren stille getuigen van de duizenden pelgrims die hier de voorgeschreven grote feesten vierden en er de maaltijden gebruikten.
Ook werden vier Grieks-orthodoxe kerken en kloosters blootgelegd, met een mozaïek in het Grieks dat bij de ingang van een van hen werd gevonden met de tekst: ‘Moge de Heer [Jezus] genade hebben voor de mensen van Silo.’ (Volgende week meer over de opgravingen)
Silo lag ten tijde van de intocht in Kanaän goed centraal in het land, in het stamgebied van Efraïm, in het heuvelachtige Samaria, dat nu de Westbank wordt genoemd, 31 km ten noorden van Jeruzalem en 16 km ten noorden van Bethel. Het ligt ten westen van de moderne Joodse stad Shiloh die in 1978 is opgericht en zo’n 4000 inwoners telt. Silo ligt aan de overoude noord-zuid route, die de aartsvaders al gebruikten, en die nu Autoweg 60 heet. Het wordt omringd door akkers, olijfbomen en wijngaarden.
In de bronstijd, voor de komst van de Israëlieten, was Silo een ommuurde Kanaänitische stad met een religieus heiligdom. Hij was gelegen op een heuveltop, wat de stad beter verdedigbaar maakte.
Bij de Intocht plaatsten de Israëlieten de Tent der Samenkomst met de Ark van het Verbond in Silo, en beraadslaagden er over het in bezit nemen van het land, zoals beschreven in Jozua 18. Jozua spoorde de zeven overgebleven stammen aan, het hun toegewezen erfdeel in bezit te nemen.
Volgens de Talmoed bleef de tent van ontmoeting, de tabernakel, 369 jaar op deze plaats. Daarmee functioneerde Silo als religieuze hoofdstad en militair centrum. Gelet op de opgegraven resten van gebouwen, kreeg de tabernakel stenen muren en een dak van doeken.
Rondom Silo was voldoende ruimte in het heuvelland voor de grote aantallen Israëlieten die daar kwamen kamperen om de grote feesten mee te vieren.
‘Elkana (…) ging van jaar tot jaar zijn stad uit om zich in Silo voor de HEERE van de legermachten neer te buigen en offers te brengen’, beschrijft 1 Samuel 1 de offerdienst in Silo. Een van zijn twee vrouwen, Hanna, bad er om een kinderzegen, en beloofde haar zoon als nazireeër aan de Heer te wijden. Dat werd Samuel, die door God werd geroepen tot het ambt van profeet. Het lied dat ze zong uit dankbaarheid om de geboorte van haar zoon Samuël, beïnvloedde sterk het loflied dat Maria uitsprak bij het bezoek aan haar nicht Elisabet.
In een oorlog met de Filistijnen verloor Israël, en de Ark van het Verbond, die zij als noodmaatregel hadden meegenomen in de strijd, werd door de Filistijnen geroofd en in hun tempels geplaatst. Chofni en Pinechad, de slechte zonen van de priester Eli, sneuvelden in de strijd. Toen Eli dit vernam, viel hij van zijn stoel, brak zijn nek en stierf.
Het bezit van de Ark van het Verbond leverde de Filistijnen veel ellende op. Daarom besloten zij de Ark terug te zenden. Blijkbaar hadden de Filistijnen ook het heiligdom in Silo verwoest, want – zoals 1 Samuel 6 beschrijft – werd de Ark geplaatst in Kirjat-Jearim en vervolgens drie maanden in het huis van Obed-Edom. Later, toen David de Ark van het Verbond naar Jerusalem wilde overbrengen, bleek deze in Baäle-Juda te staan.
Over de lotgevallen van de tabernakel is niet zo veel bekend. Hij heeft in die tijd in de priesterstad Nob gestaan, waar David en zijn mannen toonbrood kregen (1 Sam. 21:6), en in Gibeon. Waarschijnlijk is Silo in het begin van de regering van koning Saul verwoest bij een Syrische inval. Jeremia (hoofdstuk 7 en 26) verwijst naar de verwoesting van Silo als waarschuwing.
Bronnen: Israeltoday, Israeltoday, De vallei van Silo, Israël Aktueel okt 2018, Christipedia.
Zie ook: Holylandsite
Wees de eerste die reageert op "Archeologie: Op zoek naar het oude Shiloh (1)"