Van afbeeldingen kent u ongetwijfeld de houten, met goud overtrokken Ark van het Verbond, die de stenen platen met de Tien Geboden bevat. Op de Ark ligt een gouden deksel met twee cherubs. Maar waar is de Ark gebleven?
Die vraag fascineert al eeuwen avonturiers, historici en filmmakers. Bekend is, dat de Ark van het Verbond in de tabernakel en de eerste Tempel heeft gestaan. Babylonische veroveraars vernietigden de Tempel rond 586 BCE, en namen veel schatten mee: ‘Alle voorwerpen van het huis van God, de grote en de kleine, de schatten van het huis van de HEERE en de schatten van de koning en zijn vorsten: dat alles bracht hij naar Babel’ (2 Kronieken 36:18). De Ark komt echter niet voor op de lijst van meegenomen schatten. Waar is hij gebleven?
– Is hij verborgen in een grot bij Qumran aan de Dode Zee?
– Is hij naar Ethiopië gebracht, waar veel belangstelling is voor de Ark?
– Is hij verborgen achter de stenen muur van een cisterne onder de Tempelberg? Volgens rabbijnse literatuur heeft koning Josia de Ark, met daarin o.a. een kruik manna, tijdig verborgen voor de Babyloniërs. Politiek-religieuze sentimenten maken het archeologen onmogelijk daar te onderzoeken.
– Is hij in opdracht van de profeet Jeremia verborgen in een grot in de berg Nebo (in het huidige Jordanië), zoals beschreven in 2 Makkabeeën 2:4-8?
Bizarre opgraving
In 1909 begon een bizarre opgravingen van een handvol Europeanen uit diverse landen, die geen van allen enige ervaring met archeologie hadden. Ze gingen in Jeruzalem (toen nog onder Ottomaans bestuur), zoeken naar de Ark van het Verbond en de tempelschatten die koning Salomo 3000 jaar eerder had verzameld, en een fortuin waard moesten zijn. Hun motivatie was duidelijk niet religieus, maar financieel.
Het begon met een Scandinavische geleerde, die beweerde dat hij een Bijbelse code had ontcijferd die de plaats van de schatten, een tunnel in Jeruzalem, aangaf.
Voor een fors bedrag, en de belofte van de helft van de buit met de Ottomaanse functionarissen te delen, kreeg de expeditie toestemming voor een opgraving, waarbij gezochte werd naar ondergrondse gangen aan de zuidkant van de acropolis, waarvan archeologen hadden vastgesteld dat hier de Stad van David was, gelegen ten zuiden van de Oude Stad.
De opgraving zelf was moeilijk geheim te houden, want het was tot nu toe de grootste in de geschiedenis van Jeruzalem. Bijna 200 arbeiders groeven twee meter hoge doorgangen onder de bergkam, waarbij lucht werd aangevoerd door mechanische pompen. Ze kwamen tal van oude doorgangen tegen – ‘donkere mysterieuze tunnels die zich eindeloos leken uit te strekken tot in de ingewanden van de rots.’ Maar de enige artefacten die ze vonden waren enkele oude Joodse olielampen gemaakt van gebakken klei, wat enkele aardewerk potten en een paar metalen slingerkogels. Geen Ark van het Verbond, zilver of goud.
In het voorjaar van 1911, kort voor de toestemming voor de opgraving verliep, werd een vermetel plan uitgevoerd: na omkoping van de sheikh van het moslim heiligdom werd een aantal nachten gezocht op het Tempelplein, en tenslotte in de grot onder de Rotskoepel, de plaats waar ooit het heilige der heiligen van de Tempel was. Kennelijk maakten ze te veel lawaai, want er werd alarm geslagen en woedende moslims vulden de straten van de stad, woedend op de christelijke aanval op hun heilige plaats.
De expeditie vertrok overhaast en met lege handen, hoewel The New York Times in een paginagroot artikel met de kop: ‘Have Englishmen found the Ark of the Covenant?’ berichtte, dat de kroon van Salomo, zijn zwaard en zijn ring, en een oud manuscript van de Bijbel waren gevonden.
Wat is er zo bijzonder aan de Ark van het Verbond? (Megalim Institute)
Bronnen: Israel21c, Smithonian Magazine, Wikimedia
Messiaanse christenen weten waar de Ark van het verbond is, neem ik aan, want het staat beschreven in de profetie die christenen het boek Openbaring noemen. In Op.11:19 staat:
“En de tempel van God in de hemel werd geopend en de ark van Zijn verbond werd zichtbaar in Zijn tempel. En er kwamen bliksemstralen, stemmen, donderslagen, een aardbeving en grote hagel.” Er staat echter in een andere profetie ook al iets over die toekomst geschreven namelijk in Jeremia 3:15-17, daar vermeld Gods woord, bestemd voor het joodse volk en ook voor de andere volken: “Ik zal u herders geven naar Mijn hart, die u zullen weiden met kennis en verstand. En het zal gebeuren in die dagen, wanneer u zich vermeerdert en vruchtbaar wordt in het land, spreekt de HEERE, dan zal men niet meer zeggen: de ark van het verbond van de HEERE. Zij zal niet meer in het hart opkomen. Men zal er niet meer aan denken en niet meer naar haar omzien. Zij zal niet opnieuw gemaakt worden. In die tijd zal men Jeruzalem de Troon van de HEERE noemen. Alle heidenvolken zullen er samenstromen, tot de Naam van de HEERE, tot Jeruzalem. Zij zullen niet meer hun verharde, boosaardige hart hart. achternagaan.”