Auteur: Bert Otten
Voorwoord
De Feesten van Leviticus 23 zijn de Feesttijden des HEREN (JHWH), Gods Feesten dus. Het zijn geen joodse feesten, of feesten van Israël, of van het Oude Testament.
Ze staan wèl in het Oude Testament, ze werden wèl aan Israël gegeven door Mozes en bewaard door Juda en de joden.
De evangelist Johannes noemt ze ook wel joodse feesten, maar dit moet men toch zien zoals de Nederlander vaak over Holland (een deel) spreekt, terwijl hij Nederland (het geheel) bedoelt. Johannes schreef voor een gemeente die al grotendeels uit Grieken bestond en zo stonden de feesten nu eenmaal bekend. Hij sprak hen aan in hun eigen taal. In deze studie willen we het universele van Gods feesten voor de mens benadrukken.
God gaf de Tien Geboden óók via Mozes aan Israël en die werden óók door de joden bewaard. Maar we spreken toch ook niet van de joodse tien geboden? Als God Assyriërs had ‘uitverkoren’, dan had Hij nog steeds dezelfde Feesten gegeven. Het zijn Gods Feesten.
De Acht Feesten in Leviticus 23
Velen laten de Sabbat weg, het 1e Feest, maar God stelt duidelijk dat dit óók een (wekelijks) Feest is: De HERE [JHWH] sprak tot Mozes: Spreek tot de Israëlieten en zeg tot hen: De Feesttijden des HEREN, die gij zult uitroepen als Heilige Samenkomsten, zijn Mijn Feesttijden. Zes dagen mag arbeid verricht worden, maar op de 7e dag zal er een volkomen sabbat [sabbat sabbaton] zijn: een Heilige Samenkomst; generlei arbeid zult gij verrichten, het is een sabbat voor de HERE in al uw woonplaatsen (Lev 23:1-3).
Met de daarna volgende zeven jaarlijkse Feesten, levert dit in totaal acht Feesten op. De Acht Feesttijden des HEREN in Leviticus 23 zijn dus:
- Sabbat (1-3)
- Pascha (4-5)
- Ongezuurde Broden (6-14)
- Pinksterdag (9-22)
- Bazuinendag (23-25)
- Grote Verzoendag (26-32)
- Loofhuttenfeest (33-44)
- Achtste Dag (36 & 39b)
Er kunnen verschillende redenen aangevoerd worden om deze Feesten als christen te gaan vieren. De ene reden spreekt ons meer aan dan de andere.
1. Gods Feesten: voor de mens
Om het algemene karakter van Sabbatten en Feesten te willen benadrukken moet men naar Jezus’ opmerking over de Sabbat en naar Genesis 1 & 2: En Hij zeide tot hen: De sabbat is gemaakt om de mens, en niet de mens om de sabbat (Mk 2:27).
Ik heb een Hebreeuws NT en daarin staat, ‘voor de mens’, le-ma’an haAdam. Voor, om, ter wille van … de mens … haAdam. ‘Man’ in het Engels betekent zowel ‘mens’ als ‘mensheid’, zo óók met ‘haAdam’ in het Hebreeuws. In Genesis 1-3 wordt Adam niet bij naam genoemd, er staat steeds haAdam, de mens. De Staten Vertaling vertaalt hier haAdam 14 van de 24 keer met Adam, maar de NBG en moderne vertalingen doen dat niet. Die vertalen correcter met ‘de mens’.
Jezus zei: De sabbat (שבת) is gemaakt voor de mens, dus voor Adam, de eerste mens, en dus voor de gehele mensheid. Het woord ‘sabbat’ staat ook in Genesis 2. God ‘rustte’ op de 7e dag, maar het Hebreeuwse woordje ‘SBT’ (שבת) staat daar, ‘rustte’ (שבת), dat hetzelfde gespeld wordt als ‘sabbat’ (שבת, Ex 16) van de mannaweek en van het sabbatsgebod (שבת, Ex 20). Velen hebben diezelfde drie letters ook staan op hun damasten tafellakens voor de sabbat, die zij bij Israël producten gekocht hebben!
Feesten in Genesis 1
Oók het woord ‘feesten’ staat al in Genesis 1. Het woordje voor Feesten in Leviticus 23 is mo’adim, hetgeen tijden, hoogtijden of feesten, betekent. Dit wordt voor het eerst vermeld in Genesis 1:14-16, En God zei: Dat er lichten zijn aan het uitspansel des hemels om scheiding te maken tussen de dag en de nacht, en dat zij dienen tot aanwijzing zowel van vaste tijden [mo’adim] als van dagen en jaren; en dat zij tot lichten zijn aan het uitspansel des hemels om licht te geven op de aarde; en het was alzo. En God maakte de beide grote lichten, het grootste licht [=de zon] tot heerschappij over de dag, en het
kleinere licht [=de maan] tot heerschappij over de nacht, benevens de sterren.
De zon en de maan werden op de vierde dag geschapen tot aanwijzing van 1. de dag, 2. de week (sabbat), 3. de nieuwe maan en 4. de tijden, de feesten des HEREN ofwel Mo’adej JHWH. De sabbatten en de feesten zijn dus universeel. God kon of wilde ze niet allemaal al in Genesis 1 opsommen, dat komt in de rest van Gods Woord.
2. Uit liefde voor de joden
Een veel gehoord argument tegenwoordig is, dat men overgaat tot het vieren van Gods Feesten, uit liefde voor Gods volk, voor de joden. God heeft mij een hart voor Israël gegeven, zegt men dan. Men wordt bewogen door al het lijden van het jodendom de laatste 1700 jaar, hetgeen vaak – maar niet altijd – veroorzaakt werd door het christendom. Deze reden geeft ons echter geen Bijbelse grond, want wat zouden wij doen als er geen joden waren? Of wat als zij stoppen de Sabbat en de Feesten te vieren? Zijn we dan niet bereid om Gods Feesten te vieren voor Hem? Uit liefde voor Hem en voor Zijn Woord?
3. Het voorbeeld volgen van Mozes, Jezus en Paulus
Het zal ons meer aanspreken om het voorbeeld van Jezus Christus te volgen, want Hij is immers Gods Zoon. Paulus zegt, Laat ons oog daarbij alléén gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs … (Heb 12:2a).
We moeten oppassen menselijke tradities te volgen, want daarom blijven velen hangen bij de zondag. We moeten Gods profeten volgen, omdat zij ons het juiste voorbeeld gaven! Met Jezus hebben wij het perfecte voorbeeld. Hij vierde ze Zelf, en legt ze straks wereldwijd op: En het zal geschieden van Nieuwe Maan tot Nieuwe Maan en van Sabbat tot Sabbat, dat al wat leeft zal komen om zich voor mijn aangezicht neer te buigen, zegt de HERE (Jes 66:23).
4. Uit levensheiliging
Gods Feesten vieren is Gods Wil doen. Daarom kan men ook de Feesten vieren als levensheiliging. Na bekering volgt dan geen zondagsheiliging, maar het vieren van de sabbat en Gods Feesten, als meer Bijbelse levensheiliging.
5. Vanwege bekering
Deze reden is verbonden met zondebesef en met kennis der zonde. Jakobus schrijft: wie één gebod (der tien geboden) overtreedt, overtreedt alle geboden. De zondaar bekeert zich dan bij bekering niet slechts van het doden van mensen (6e gebod), van vloeken (3e gebod), maar óók van het ‘niet gedenken der sabbat’ (4e gebod)! Zonde is wetsovertreding (1Joh 3:4,LV).
Wie dan een van de kleinste dezer geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen … (Mt 5:19). … Want wie de gehele wet houdt, maar op één punt struikelt, is schuldig geworden aan alle geboden (Jak 2:10). … Wie zegt: Ik ken Hem, en zijn geboden niet bewaart, is een leugenaar en in die is de waarheid niet (1Joh 2:4).
6. Kennis & 7. Liefde
De kennis over Gods Feesten als Plan van Behoud kunnen ons meer liefde voor God geven. Onbekend is onbemind en dat geldt ook voor Gods jaarlijkse Feesten. Daarom is onderwijs over de Feesten van de HEER zéér belangrijk voor Gods Gemeente, voor het Lichaam van Christus. Daarom deze verhandeling over de Feesten, zodat u meer kennis over Gods Feesten ontvangt en het vieren daarvan hopelijk een grote vreugde wordt.
Een drievoudige lijn
Er is zoveel te vertellen over Gods Feesten van Leviticus 23 dat het moeilijk is een keuze te maken waar te beginnen. We zullen een drievoudige lijn trekken door de Feesten, ook al zijn er heus wel andere lijnen, en zal er veel onbesproken blijven.
- Gods Feesten & de Natuur
- Gods Feesten & Israël
- Gods Feesten & Jezus/Behoud
De Feesten van de HEER zijn een cadeau van God aan de mens. De Feesten van de HEER zijn een blauwdruk van Gods Plan van Behoud. De Feesten van de HEER zijn het bestuderen en het houden waard.
Hoofdstuk 1 – 1e Feest van de HEER: de Sabbat
De Sabbat is toch wel het belangrijkste Feest van de HEER. In de allereerste plaats is dit het enige Feest dat wij 52 keer per jaar vieren! Een wekelijks Feest!
Zowel Gebod, als Feest!
Het belang van de Sabbat blijkt uit het volgende:
-Alleen het woord sabbat (שבת) komt in de eerste 34 verzen van de Bijbel voor, de namen van die andere Feesten nog niet. Na de zes scheppingsdagen ‘rust’ God op de Sabbat, op de 7e dag.
-Van de Tien Geboden is alleen het 4e gebod, de Sabbat, óók een Feest van de HEER!
-Als 1e Feest van de HEER, staat alleen de Sabbat direct in de Tien Geboden; de jaarlijkse sabbatten indirect, via de wekelijkse sabbat.
-Veertien dagen vóór de verbondssluiting (Ex 20), openbaart God de Sabbat al via het manna (Ex 16).
-Het dagelijkse manna met de 6e dag dubbel en op de 7e dag géén manna duurde 40 jaar! Probeer dan maar eens een gebedsdag op vrijdag of heiliging van de zondag te houden!
-Het Sabbatsgebod werd met de 9 andere geboden met veel wonderen afgekondigd vanaf de Berg Sinaï (Ex 19-20). God donderde het toe aan Mozes, aan het volk èn aan de vreemdelingen die meegekomen waren! De andere geboden kwamen via Mozes, maar de Sabbat en de Tien Geboden kwamen direct!
-Op Sabbatschennis (4e gebod) stond de doodstraf!(Num 15:30-36), op stelen (8e gebod), niet.
-De Sabbat werd het Teken van het Verbond tussen God en Israël (Exodus 31:12-17).
-Jezus heiligde de Sabbat en deed goed op de Sabbat. Hij zei dat Hij Heer over de Sabbat was.
-Paulus ging geregeld naar de Heilige Samenkomst op Sabbat.
–Er blijft dus een sabbatsrust voor het volk van God (Heb 4:9)
1. Sabbat & de Natuur
In de natuur zien wij niets van de Sabbat. Het einde van de oude dag en het begin van de nieuwe dag wordt aangegeven door zonsondergang, de nieuwe maand wordt aangegeven door de nieuwe maan. En het nieuwe jaar, het voorjaar, wordt aangegeven door sterrenbeelden en seizoenen. De Sabbat zien wij dus niet in de natuur – grassprieten, wormen, mollen, ze groeien of verdorren, worden opgegeten of graven gangen net zo hard op de 7e dag als op de 6e dag – maar Sabbat is de viering van de natuur!
De volgende zeven jaarlijkse Feesten van de HEER zijn Gods Plan van Behoud met de mens. Dat Plan verraadt hoe God op geestelijke wijze kinderen Gods schept uit de mens!
Maar dat is totaal zinloos, zonder de Sabbat! We moeten wel eerst bestaan (Sabbat) om gered (Pascha) te kunnen worden en om Gods Geest (Pinksteren) te kunnen krijgen. De Sabbat is de viering van dat alles, van al het fysieke dat bestaat. Het Wekenfeest is een Oogstfeest, maar hoe zouden we kunnen oogsten als God niet de gerst en de tarwe op de 3e dag geschapen had? Daarom moet men ook op de 7e dag rusten tijdens die dagen van de Oogst: Zes dagen zult gij arbeiden, maar op de 7e dag zult gij rusten, ook in de ploegtijd en in de oogst zult gij de rustdag houden (Ex 34:21).
Sabbat & Manna
Er is een tijd geweest dat de Sabbat wel zichtbaar was in de natuur. Elke dag was er manna, op de 6e dag dubbel, op de 7e dag géén, en op de 8e dag weer enkel. Als dit 40 jaar lang gebeurt, dan wordt dit min of meer een natuurverschijnsel. Zo zijn er ook planten die elk 17e jaar uit de grond schieten en gaan bloeien. Hoe dat heeft kunnen ‘evolueren’ blijft een raadsel … gewoon geschapen dus.
Van manna werd brood of koek gebakken. Manna is brood: Dit is het brood dat de HERE u tot spijze gegeven heeft (Ex 16:15b). Zes dagen zullen we brood zoeken en bakken, maar we zullen niet bij brood alleen leven! Daar is de 7e dag voor, de Sabbat, om het Woord Gods te eten, te horen, over te zingen, te bespreken, te nuttigen. Het stoppen van het manna was natuurlijk óók weer een wonder in de natuur … na 40 jaar! Opeens moest men overgaan op koren.
Sabbat & Sabbat Vrederijk
Toen God rustte (שבת) op de zevende dag, zag Hij dat de zesdaagse Schepping zéér goed was! De leeuwen aten géén vlees! Het was een fysieke wereld, maar wel eentje met de perfectie van de Hof van Eden. Twee kersvers geschapen mensen, geen ruimte voor overspel of homofilie! Alles was goed, zonder ziekte … maar de eerste zonde kwam … en sindsdien leven we in een zondige wereld. Toch is deze zondige aarde, met een verdorven natuur, nog voor God het vieren waard.
De Sabbat is niet alléén een terugverwijzen naar de oorsprong van alles, en een verwijzen naar dat goede begin van de natuur … het is óók een profetisch vooruitzien naar het herstel van die natuur!
Jezus & Zijn Bruid
Jezus is in ondertrouw met Zijn Bruid, te weten alle heiligen in de eerste opstanding, alle heiligen van Abel tot de Twee Getuigen (Opb 11). De Heiligen worden straks geboren in het Koninkrijk Gods bij de Wederkomst – dit is alvast de betekenis van de Bazuinendag (5e Feest) – en hoe verlangt de Schepping daar naar?
Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden der zonen Gods. Want de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar om de wil van Hem, die haar daaraan onderworpen heeft … Want wij weten, dat tot nu toe de ganse schepping in al haar delen zucht en in barensnood is (Rom 8:19-22). Als dat toen al was, hoe veel te meer nu, met al die vervuiling, klimaatsverandering, gat in de ozonlaag en broeikaseffect.
Duizend Jaar is Eén Dag
De lijnen 1. Natuur, 2. Israel en 3. Jezus/Behoud zijn eigenlijk niet te scheiden en lopen door elkaar. Mozes, Petrus en Johannes zeggen dat 1000 jaar voor God als één dag is. Velen geloven daarom ook dat 6000 jaar van oorlog gevolgd zal worden door een 7e dag van 1000 jaar vrede. Dat is het Sabbats Vrede Millennium, waarbij Jezus & de Heiligen over een fysieke Schepping regeren.
Dit heeft weer te maken met Sabbat & Natuur. In dat 7e millennium zal de natuur haar gewelddadige karakter verliezen en weer vredig worden – nog steeds fysiek – zoals de natuur was toen God op de 7e dag rustte!
Dan zal de wolf bij het schaap verkeren en de panter zich neerleggen bij het bokje; het kalf, de jonge leeuw en het mestvee zullen tezamen zijn, en een kleine jongen zal ze hoeden; de koe en de berin zullen samen weiden, haar jongen zullen zich tezamen neerleggen, en de leeuw zal stro eten als het rund; dan zal een zuigeling bij het hol van een adder spelen en naar het nest van een giftige slang zal een gespeend kind zijn hand uitstrekken. Men zal geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heilige berg, want DE AARDE [de Schepping] zal vol zijn van kennis des HEREN, zoals de wateren de bodem der zee bedekken (Jes 11:6-9).
De Sabbat is de viering van de Schepping van de Natuur èn het vooruitzien naar het Herstel van de Natuur … na de Wederkomst van Christus.
2. Sabbat & Israël
We hebben al wat verbanden gezien tussen de Sabbat en Israël. Het is een universeel Gebod/Feest, maar het komt tot ons via Mozes en Israël. Het wonder van zes dagen manna, maar niet op de sabbat, was óók al van Israël. De Sabbat werd voor Israël zelfs tot Teken van het Verbond! Maar er is meer.
Sabbat & de Uittocht
De Tien Geboden zijn zo belangrijk voor God, dat Hij ze twee keer integraal in Zijn Woord heeft gezet. De meeste geboden worden zonder OMDAT en DAAROM gegeven, maar zo niet het 4e gebod, de Sabbat. In Exodus 20:8-11 geeft God de universele reden, Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt … WANT in zes dagen heeft de HERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is [in hemel, aarde en zee], en Hij rustte op de zevende dag; DAAROM zegende de HERE de sabbatdag en heiligde die.
Wanneer Mozes de Tien Geboden na 40 jaar herhaalt in de velden van Moab, inspireert de Heilige Geest hem een andere, extra, reden te geven, voor het HOUDEN daarvan, voor Israël:
ONDERHOUD de Sabbatdag, dat gij die heiligt, zoals de HERE, uw God, u geboden heeft … maar de 7e dag is de Sabbat van de HERE, uw God … WANT gij zult gedenken, dat gij dienstknechten in het land Egypte geweest zijt, en dat de HERE, uw God, u vandaar heeft uitgeleid met een sterke hand en met een uitgestrekte arm; DAAROM heeft u de HERE, uw God, geboden de Sabbatdag te houden (Deuteronomium 5:12-15).
Om de week vast te houden, was er niet alleen het manna, maar ook een offer op de Sabbat, een schaap ’s morgens en een schaap ’s middags.
Op sabbat werden ook de toonbroden vervangen. Alleen de priesters mochten die eten, en de twaalf ongezuurde toonbroden werden elke Sabbat vernieuwd. Jezus Christus verwijst daar naar, met de bedoeling ‘nood breekt wet’, als Hij het over David en de toonbroden heeft.
Israël kreeg ook een jaar-sabbat, ofwel het Sabbatsjaar. Dan moesten de velden rusten en moesten zij braak liggen (Leviticus 25).
Elke Sabbat moesten zij dus niet alleen de Schepping herdenken, maar óók hun slavernij in Egypte èn hun Uittocht. Bovendien was het voor hen ook nog het Teken van het Verbond geworden (Ex 31). Zéér heilig was de Sabbat voor hen, en God nam het hen zéér kwalijk dat Israël en Juda Zijn Sabbatten – Zijn wekelijkse, jaarlijkse Sabbatten en Sabbatsjaren – ontheiligden. Het was een reden voor hun ballingschap (Eze 20:10-29).
3. Sabbat & Jezus/Behoud
Alle Feesten hebben te maken met Jezus en met de grote heilsfeiten. Jezus, Yeshua, betekent Behoud. Zonder geschapen te zijn naar Gods beeld, komen we niet in aanmerking voor behoud door het bloed van Jezus. We moeten dus wel eerst bestaan. Die universele reden geldt dus voor elke christen, óók voor de Hottentot.
Christus, ons Voorbeeld
God schiep alles door het Woord: In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is … Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond …(Johannes 1:1-3, 14a).
Ook zegt Paulus: [Jezus] is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene der ganse schepping, want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; en Hij is voor alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem; en Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is (Col 1:15-18).
We kunnen dan het volgende over Jezus vaststellen:
-Jezus, het vleesgeworden Woord, hield héél Zijn leven de wekelijkse Sabbat en de jaarlijkse Sabbatten
-Jezus genas de zieken óók op Sabbat en gaf hen rust! Rust van ziekte, dood en lijden!
-Jezus deed goed op de Sabbat, zonder een cent te verdienen
-Jezus geeft ons RUST als we vermoeid en belast zijn (Mt 28)
-Jezus sliep de doodsslaap, rustte in het graf op de Sabbat ná Zijn Kruisiging
-Jezus regeert het Sabbats (7e) Millennium en geeft de volkeren rust, van oorlog en ziekte
-Jezus laat alle vlees, van Sabbat tot Sabbat, God aanbidden
Samenkomsten: 6e, 7e, 8e dag?
Waar komen de bijeenkomsten van moslims, christenen en joden vandaan? Er staat géén samenkomst geboden in de Tien Geboden! In de 7e eeuw wilden de moslims hun eigen dag hebben om bijeen te komen. Ze hielden vast aan het week patroon van de zeven dagen, maar stelden de vrijdaggebedsdag in. Dit was om zich bewust af te zetten tegen christenen en joden. De meeste christenen waren toen al overgegaan tot het vieren van de 1e dag (8e dag) der week, ook al heiligt God die nergens in de Schrift, en ook al wordt de Sabbat nergens als niet langer meer heilig zijnde verklaard! Dit was óók al het resultaat van een zich afzetten tegen het Judaïsme door de vroege Katholieke Kerk (2e-4e eeuw). De Gemeente Gods van de 1e eeuw, echter, vierde gewoon de Bijbelse Sabbatten en Feesten van Leviticus 23!
Maar als moslims en de meeste christenen de bijeenkomstdag verschoven hebben van de 7e dag der week, naar respectievelijk de 6e en 8e dag (=1e dag) der week, waar wordt dan de oorsprong van een samenkomst op een rustdag als gebod voor de Sabbat vermeld?
Van de 140 Bijbelverzen met het woordje sabbat er in, is er maar één vers dat gewag maakt van een Heilige Samenkomst op die Sabbat, als altoosdurende inzetting! En dat is in Leviticus 23, het hoofdstuk over de Feesten van de HEER! En daar worden ook nog 7 jaarlijkse Sabbatten met een Heilige Samenkomst vermeld!
Het Nieuwe Testament toont duidelijk dat Jezus Christus en de apostel Paulus die wekelijkse en die jaarlijkse Sabbatten niet verzuimden, nee, dat het hun gewoonte was naar, door de Bijbel voorgeschreven heilige bijeenkomsten, te gaan. Dat is ook waar de brief aan de Hebreeën aan refereert:
Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen (Heb 10:25).
Psalm 92 – 1 Een psalm. Een lied voor de sabbatdag. 2 Het is goed de HERE te loven, uw naam psalmen te zingen, o Allerhoogste, 3 in de morgenstond uw goedertierenheid te verkondigen, en uw trouw in de nachten, 4 op het tiensnarig instrument en op de harp, bij snarenspel op de citer. 5 Want Gij, HERE, hebt mij verheugd door uw daden, over de werken uwer handen zal ik jubelen. 6 Hoe groot zijn uw werken, o HERE; zeer diep zijn uw gedachten. 7 Een redeloos mens verstaat het niet, en een dwaas begrijpt dit niet: 8 wanneer de goddelozen uitspruiten als het groene kruid en alle bedrijvers van ongerechtigheid bloeien, zij zullen voor immer verdelgd worden. 9 Maar Gij, o HERE, zetelt in den hoge voor eeuwig. 10 Want zie, uw vijanden, HERE, want zie, uw vijanden zullen te gronde gaan, verstrooid zullen worden alle boosdoeners. 11 Want Gij hebt mijn hoorn verhoogd als van een woudos, ik ben met verse olie overgoten; 12 mijn oog vermeit zich in hen die mij beloeren; mijn oren horen van de boosdoeners die tegen mij opstaan. 13 De rechtvaardige zal groeien als een palmboom, opschieten als een ceder van de Libanon; 14 geplant in het huis des HEREN groeien zij in de voorhoven van onze God; 15 zij zullen in de ouderdom nog vrucht dragen, fris en groen zullen zij zijn; 16 om te verkondigen, dat de HERE waarachtig is, mijn rots, in wie geen onrecht is.
Hoofdstuk 2 2e Feest van de HEER: Pascha
Het 2e totaal Feest van de HEER is Pascha, het 1e jaarlijkse Feest, dat elk voorjaar gevierd wordt op de 14e Nisan. Ook daar zitten vele aspecten aan.
1. Pascha & de Natuur
Wat betreft het fysieke aspect ten aanzien van Pascha is het van belang te kijken naar: … Gij zult een bokje niet koken in de melk van zijn moeder (Ex 23:19b; 34:26b; Deut 14:21b).
De meeste Bijbel commentatoren zien deze instructie als kritiek op vruchtbaarheidrites van heidense volkeren. Men nam een jong lammetje, en kookte dat in de melk van de moeder en strooide het mengsel over het land, onder het uitspreken van spreuken.
Ram, géén lam!
Voor de Pascha ram, of de Pascha geitenbok, mocht men in tegenstelling tot heidense rites géén lammetje of bokje van een paar maanden oud nemen:
Een gaaf, mannelijk, éénjarig stuk kleinvee moet gij nemen; gij kunt dit nemen van de schapen [een ram dus] of van de geiten [een bok dus]. En gij zult het bewaren tot de 14e dag van deze maand; dan zal de gehele vergadering der gemeente van Israël het slachten in de avondschemering (Ex 12:5-6).
Waarschijnlijk is men via allerlei talen – zoals het Latijn, Agnus Dei, Lam Gods – en via eeuwenlange interpretatie, in vele moderne talen over het Pascha lam gaan spreken. Traditie is moeilijk te doorbreken. De instructie van de Bijbel is echter duidelijk, er moest een volwassen ram of geitenbok, mannelijk, van één jaar oud, geofferd worden, dus kleine lammetjes of bokjes waren verboden. Een éénjarige ram of bok van de schapen of geiten is volwassen, vruchtbaar, kan zich voortplanten en heeft hoorns, en daar kunnen sjofarot, ramshoorns, van gemaakt worden. Rammen zijn met 1 jaar volwassen en wegen dan 50 à 90 kg. Ze kunnen 11 à 12 jaar oud worden.
Pascha met de natuur verbinden is een beetje kunstmatig. Alhoewel het niet in het OT genoemd wordt, kan men in de Pascha ram- of bok een dankoffer zien, een biddag en dankdag voor het gewas als het ware. Verderop zullen we zien dat de 50 dagen vanaf Ongezuurde Broden naar de Pinksterdag de tijd van de gerst- en tarweoogst is in het land Israël, 50 dagen, 7 volle weken, van zondag tot zondag. De Pascha ram werd op 14 Nisan, 1, 2, 4 of 6 dagen vóór de Beweeggarvedag, geofferd, al naar gelang wanneer de volle maan (de 15e) viel, in die week vóór de Beweeggarvedag.
Dankoffers
Het Pascha offer wijst dan ook terug naar de offers van Abel, Noach en Abraham. Abel bracht een eersteling van zijn schapen, als dank; Noach offerde van al het reine vee, eenmaal uit de Ark, als dank voor hun behoud en Abraham offerde de ram op Moria als dank dat hij Izak mocht houden en als vervangend offer. Die gedachte volgend, wordt de ram van Pascha, een paar dagen vóór de oogst geofferd, óók als dank dat er een oogst op het veld staat en óók als bede voor het binnenhalen van die oogst.
Zo vreemd is die gedachte niet, want toendertijd in Egypte was het Pascha van 14 Nisan niet alleen een bescherming tegen de doodsengel, de 10e plaag, maar het kan ook gezien worden als dankoffer dat ze die andere 9 plagen zo goed doorgekomen waren! Van die 9 plagen hebben veel plagen met natuur- en oogst vernietigende zaken te maken:
- water in bloed,
- kikvorsen,
- muggen,
- steekvliegen,
- veepest,
- zweren,
- hagel,
- sprinkhanen en
- duisternis.
De Paschadag valt in de week vóór de oogst en functioneert dus ook als dankdag voor die oogst. Dat sluit mooi aan bij de betekenissen van Pascha voor Israël (OT) en Behoud (NT)
2. Pascha & Israël
De eerste drie Feesten van de HEER, 1. Sabbat, 2. Pascha en het 3. Ongezuurde Brodenfeest, hebben met elkaar gemeen dat ze alle drie vóór het (Oude) Verbond bij de Berg Sinaï (Ex 19-20), ingesteld zijn. Sabbat in Genesis 2 & Exodus 16, en Pascha en Ongezuurde Broden (in Exodus 12), ruim 50 dagen vóór de Berg Sinaï, bij de Uittocht. Ze kunnen dan ook nooit aan het Oude Verbond of de Tempeldienst vastzitten! Er was nog geen tempeldienst en er was nog geen Mozaïsch verbond bij de instelling van Sabbat, Pascha en de Dagen der Ongezuurde Broden.
Er zijn Feesten die (nog) geen historische vervulling kennen en er zijn óók Feesten die een viering van een historische gebeurtenis zijn. Echter, het aparte van Pascha en Ongezuurde Broden is – en daardoor worden ze extra belangrijk – dat God:
-Zowel de gebeurtenissen aankondigt en ze als Feesten instelt (Ex 12:2-20)
–Daarna de gebeurtenissen pas plaatsvinden (Ex 12:29-42)
–En daarna de viering ervan op verschillende plaatsen in het Oude Testament geboden wordt (Ex 12; Dt 16)
Pascha, 14 Nisan = 10e Plaag
In het NT worden de 8 dagen van Pascha (14 Nisan) en Ongezuurde Broden (15-21 Nisan) zowel Pascha als Ongezuurde Broden genoemd: Het feest nu der ongezuurde broden, dat Pascha genoemd wordt, naderde (Lk 22:1).
In het OT is dat niet zo. Het Pascha wordt geslacht op de namiddag van de 14e en de Dagen der Ongezuurde Broden (DOB) zijn van de 15e tot de 21e Nisan. De onverbrekelijke eenheid echter, die de 8 dagen vormen, leidde ertoe dat de gehele periode met beide namen benoemd werd: pesach en matsot in het Hebreeuws.
Alhoewel de gebeurtenissen niet te scheiden zijn is Pascha in strikte zin het offeren van de Pascha ram of bok op de namiddag van de 14e Nisan, om het bloed vervolgens aan de deurposten en bovendorpel te smeren, ter afwending van de 10e plaag. De 10e plaag was de dood der eerstgeborenen van alle mensen en dieren in Egypte. De ram of de bok moest op de 10e Nisan apart gezet worden ter afwending van die 10e plaag. Vier dagen later werd de Pascharam- of bok op de namiddag van de 14e geslacht. (Geïnteresseerden in de 14-15 Nisan kwestie kunnen mijn artikel Pascha Data, Mijmeringen over 14 en 15 Nisan … aanvragen).
Het slachten van het Pascha is dus de herdenking van de bescherming der eerstgeborenen tegen de 10e plaag, en Ongezuurde Broden is de uittocht uit Egypte. Het is begrijpelijk dat beide betekenissen versmolten zijn tot één, want de uittocht vond direct plaats na het eten van het Pascha, nadat de doodsengel voorbij gegaan was.
De instructies voor het Pascha luidden: 2 Deze maand zal u het begin der maanden zijn; zij zal u de eerste der maanden van het jaar zijn. 3 Spreekt tot de gehele vergadering van Israël als volgt: op de 10e van deze maand zal ieder voor zich een stuk kleinvee nemen, familiesgewijs, een stuk kleinvee per gezin. 4 Maar indien een gezin te klein is voor een stuk kleinvee, dan zullen hij en de naaste buurman van zijn gezin er een nemen, naar het aantal personen; gij zult bij het stuk kleinvee rekenen met ieders behoefte. 5 Een gaaf, mannelijk, eenjarig stuk kleinvee moet gij nemen; gij kunt dit nemen van de schapen of van de geiten. 6 En gij zult het bewaren tot de 14e dag van deze maand; dan zal de gehele vergadering der gemeente van Israël het slachten in de avondschemering. 7 Vervolgens zal men van het bloed nemen en dit strijken aan de beide deurposten en de bovendorpel, aan die huizen, waarin men het eet. 8 Het vlees zullen zij dezelfde nacht eten; zij zullen het eten op het vuur gebraden, met ongezuurde broden, benevens bittere kruiden. 9 Rauw of gaar gekookt in water zult gij het niet eten; slechts op het vuur gebraden met kop, schenkels en ingewanden. 10 Gij zult daarvan niets overlaten tot de morgen; wat ervan overblijft tot de morgen, dat zult gij met vuur verbranden. 11 En aldus zult gij het eten: uw lendenen omgord, uw schoenen aan uw voeten en uw staf in uw hand; overhaast zult gij het eten; het is een Pascha voor de HERE. 12 Want Ik zal in deze nacht het land Egypte doortrekken en alle eerstgeborenen, zowel van mens als dier, in het land Egypte slaan en aan alle goden van Egypte zal Ik gerichten oefenen, Ik, de HERE. 13 En het bloed zal u dienen als een teken aan de huizen, waar gij zijt, en wanneer Ik het bloed zie, dan ga Ik u voorbij. Aldus zal er geen verdervende plaag onder u zijn, wanneer Ik het land Egypte sla. 14 En deze dag zal u een gedenkdag zijn, gij zult hem vieren als een feest voor de HERE; in uw geslachten zult gij hem als een altoosdurende inzetting vieren (Exodus 12:2-14).
Pascha – Schaduw Dood JC
Het Pascha is een schaduw van de dood van Jezus Christus. Het moest een gaaf lam zijn, zoals Jezus Christus ‘gaaf’ was en niet gezondigd had. Het bloed moest aan het hout van de deurposten en de bovendorpel gestreken worden, dit gaf bescherming voor de eerstgeborenen. Zo kwam het hout van het kruis onder het bloed van Jezus te zitten, terwijl Hij, Gods Eerstgeboren Zoon, leed en stierf.
10 – 14 Nisan
Zelfs de data van 10 tot 14 Nisan hebben een diepere betekenis. Zes dagen voor het Pascha kwam Jezus op zo. 9 Nisan aan te Bethanië (Joh 12:1). Diezelfde zo. avond, 10 Nisan, zalfde Maria, de zus van Lazarus, de voeten van Jezus (Joh 12:3). De volgende dag, ma. 10 Nisan, was zijn glorieuze intocht in Jeruzalem en werd Hij als het ware apart gezet door een hemelse stem (Joh 12:28-30). Vier dagen later stierf Jezus als Pascharam op de 14e Nisan om 15:00, op dezelfde tijd als de Pascharammen en bokken in de tempel gedood werden.
Die vier dagen zien we ook in de millennia, in de dagen van 1000 jaar. Jezus is apart gezet als Paschalam sinds de grondlegging der wereld: … in het boek des levens van het Lam, dat geslacht is sedert de grondlegging der wereld (Opb 13:8). Bij de Schepping, aan het begin van het 1e millennium, werd Jezus al als Pascha offer apart gezet, om aan het einde van het 4e millennium, 4 millennia later, daadwerkelijk te sterven.
De acht dagen van Pascha & Ongezuurde Broden komen vaak voor in de geschiedenis van Israël en Juda. De twee Feesten zijn in de eerste plaats een gedenken van de bescherming tegen de Tiende Plaag en de daarop volgende Uittocht uit Egypte. Maar er zijn nog meer belangrijke gebeurtenissen op die datum:
-Uittocht onder Mozes (Ex 12)
-Intocht onder Jozua (Joz 3-5)
-Hizkia’s hervorming (2Kr 29-30)
-Josia’s hervorming (2Kr 43-35)
-Inwijding 2e tempel (Ez 6:13-22)
III. Pascha & Jezus/Behoud
Zoals het bloed van het Paschalam, aan de houten posten en bovendorpel, in Egypte de Israëlieten beschermde tegen de fysieke, eerste dood, zo is de gelovige beschermd achter het bloed aan het houten Kruis, van ons Paschalam, Jezus Christus, tegen de eeuwige dood, de tweede dood, de Eeuwige Straf.
De instelling van Pascha (Ex 12), Sabbat (Ex 16:28) en Ongezuurde Broden (Ex 13) als eeuwige inzettingen, vóór het Eerste Verbond, bij de Sinaï, geeft al het belang van die Feesten aan voor Israël, maar óók voor ons
Behoud. Bij het laatste Pascha van Jezus stelde Hij het Avondmaal (Brood & Wijn) met Voetwassing in, des nachts; Hij stierf op Pascha de 14e Nisan, overdag; de Sabbat van Ongezuurde Broden ‘sliep’ Hij de doodsslaap in het Graf; de zondag van Ongezuurde Broden verscheen Jezus als de Verrezen Heer, na de aardbeving en de engelen, en vertoonde Hij Zich aan Maria Magdalena, de vrouwen, Petrus, Johannes en de discipelen.
Pascha – Jezus – Behoud
Het belangrijkste Pascha van de Bijbel is natuurlijk het Pascha toen Jezus stierf! Zeventien hoofdstukken (Mt 26-28; Mk 14-16; Lk 22-24; Joh 13-20) gaan over de tijd toen Jezus stierf op Pascha, 14 Nisan, en voorts opstond uit de dood op het Feest der Ongezuurde Broden! Dit Pascha is natuurlijk belangrijker dan de Pascha’s van Mozes, Jozua, Hizkia, Josia en Zerubbabel bij elkaar!
Het Pascha in Egypte was de bescherming van de eerstgeborenen en Israël is Gods eerstgeboren zoon: Dan zult gij [Mozes] tot Farao zeggen: Zo zegt de HERE: Israël is mijn eerstgeboren zoon (Ex 4:22).
Maar het ging ‘slechts’ om het eerste, fysieke, leven van Israëlieten en die zijn allen – op Jozua en Kaleb na – in de 40 jaren daarna in de woestijn gestorven.
Het Pascha van Jezus’ dood gaat over onze verzoening met God, het begin van ons behoud! De essentie van het christen zijn! Geen wonder dat er zoveel liederen gaan over het vergoten bloed van Jezus! Dat zijn allemaal ‘Pascha liederen’. Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden (Rom 10:9).
De Pascha ram is een dankoffer voor bescherming van:
-de oogst
-Israëls eerstgeborenen
-onszelf, in Christus.
OPW 345
Jezus het Lam
Jezus het Lam, Jezus het Lam, volmaakt en onbevlekt.
Uw bloed heeft ons geheiligd, uw bloed maakte ons vrij.
Uw bloed heeft ons geheiligd, uw bloed maakte ons vrij.
Jezus ons Lam, Jezus ons Lam, U bent ons Offerlam.
Uw lichaam verbroken, maakte ons heel. Uw bloed maakte ons vrij.
Uw lichaam verbroken, maakte ons heel. Uw bloed maakte ons vrij.
Jezus het Lam, voor ons geslacht, is opgestaan uit de dood.
Samen herdenken en danken wij U, wij aanbidden U.
Samen herdenken en danken wij U, wij aanbidden U.
Hoofdstuk 3 – 3e Feest van de HEER: Beweeggarve & de Dagen der Ongezuurde Broden
Het 3e totaal Feest van de HEER, het 2e jaarlijkse Feest, dat zeven dagen lang direct op de Paschadag (de 14e Nisan) aansluit, en daar een achtdaagse éénheid mee vormt, is het Feest, ofwel de Dagen der Ongezuurde Broden (DOB), vanaf de 15e Nisan, Volle Maan, tot en met de 21e Nisan.
1. DOB & de Natuur
De zeven Dagen der Ongezuurde Broden (DOB) beginnen evenals het Loofhuttenfeest (15-21 Tisjri) met volle maan (de 15e dag van de Bijbelse maand). Volle maan is Gods feestverlichting, want Purim eindigt ook altijd al met volle maan (15 Adar). Wanneer men langere tijd Purim, Ongezuurde Broden en Loofhuttenfeest viert, dan valt steeds vaker die volle maan op. Bij heldere hemel verlicht de maan zeven nachten lang de hemel, tot aan het laatste kwartier. De volle maan in het voorjaar geeft het begin van de Feesten aan. De dag ervóór, op de 14e, werd het Pascha geslacht. Van 15 tot 21 Nisan is het Ongezuurde Brodenfeest. Evenals op nieuwe maan moet er dan op de sjofar (bazuin) geblazen worden:
Blaast de bazuin op de nieuwe maan, op volle maan voor onze feestdag. Want dit is voor Israël een inzetting, een verordening van Jakobs God. Hij stelde het als een getuigenis in Jozef … (Ps 81:3-5a).
Beweeggarve & de Natuur
De jaarlijkse Feesten uit Leviticus 23 zijn vooral oogstfeesten. Het eerste feest van 7 dagen is het oogstfeest betreffende de gerst- en tarweoogst. De oogst van granen valt in Israël veel vroeger dan bij ons. Gedurende zeven weken, oogst men, maar niet op de sabbatdag!
Zes dagen zult gij arbeiden, maar op de zevende dag zult gij rusten, ook in de ploegtijd en in de oogst zult gij de rustdag houden (Ex 34:21).
De werkdagen van de zeven weken blijven dan over voor het oogsten van gerst en tarwe. Na de zevende sabbatdag, volgt er ‘een dankdag’ voor de oogst, de Dag der Eerstelingen, ook wel Wekenfeest (Sjavoe’ot), of 50e, Pinksterdag, genoemd. Maar de dagen vóór Pascha en de dagen van de 14e of 15e Nisan, mag er nog niet geoogst worden. Er moet eerst de ceremonie zijn van de Eerstelings Garve, de Eerste Schoof (omèr rèsjiet), die door de priesters geoogst wordt en voor Gods aangezicht bewogen wordt. Men noemt die eerste garve daarom wel de Beweeggarve.
Tot op dat moment mag men nog niet beginnen te oogsten, en mag men ook nog niet van de nieuwe oogst van het land eten. Men mag alleen koren eten en broden bakken van de oogst van het jaar er vóór. Die beweegceremonie van die Eerste Garve valt altijd op de zondag van het Ongezuurde Broden Feest, op de 1e dag der week, daags ná de wekelijkse sabbat:
En de HERE sprak tot Mozes: 10 Spreek tot de Israëlieten en zeg tot hen: Wanneer gij komt in het land dat Ik u geef, en de oogst daarvan binnenhaalt, dan zult gij de eerstelingsgarve van uw oogst naar de priester brengen, 11 en hij zal de garve voor het aangezicht des HEREN bewegen, opdat gij welgevallig zijt; daags na de sabbat zal de priester die bewegen. 12 Gij zult op de dag waarop gij de garve beweegt, een gaaf éénjarig schaap de HERE ten brandoffer bereiden … 14 Tot op die dag zult gij géén brood, géén geroosterd of vers koren eten, totdat gij de offergave van uw God gebracht hebt: het is een altoosdurende inzetting voor uw geslachten, in al uw woonplaatsen (Lev 23:9-14).
Van Beweeggarve naar Pinkster
Als de Feesten van de HEER al onbekend zijn, dan is de Beweeggarve ceremonie wellicht nog onbekender. Maar het geeft wèl de oorsprong tot de 50e dag, tot Pinkster (Pentecoste)! Omdat die zondag van Ongezuurde Broden géén sabbat is, mag er direct na de beweegceremonie met de oogst begonnen worden, en is het nog zeven weken tot Pinksteren:
Zes dagen lang zult gij ongezuurde broden eten en op de 7e dag zal er een feestelijke vergadering zijn ter ere van de HERE, uw God; dan zult gij geen werk doen. 9 Zeven weken zult gij tellen: van dat de sikkel voor het eerst in het staande koren geslagen wordt, zult gij zeven weken beginnen te tellen. 10 Dan zult gij het Feest der Weken [=Pinksterdag] vieren ter ere van de HERE, uw God, … (Dt 16:8-10).
Op de zondag van Ongezuurde Broden – nadat de sikkel in het koren geslagen is – gaan de boeren gelijk aan het werk! Men heeft dan zeven weken om de gerst en tarwe binnen te halen. Een waar oogstfeest! Oók voor de armen en vreemdelingen. De verzen over de 50 dagen der gerst en tarweoogst (Lev 23:9-22) worden afgesloten met:
Wanneer gij de oogst van uw land binnenhaalt, dan zult gij de rand van uw veld bij uw oogst niet geheel afmaaien, en wat van uw oogst is blijven liggen, zult gij niet oplezen; dat zult gij voor de arme en de vreemdeling laten liggen … (Lev 23:22).
In de natuur begint het Ongezuurde Brodenfeest met de volle maan en in het land Israël begint de gersteoogst dus op de zondag van Ongezuurde Broden, daags ná de sabbat.
2. DOB & Israël
Natuurlijk vloeien betekenissen in elkaar over en we hebben al heel wat gezien van de Dagen der Ongezuurde Broden met betrekking tot Israël, maar er is meer. De Uittocht vond plaats daags ná het slachten van het Pascha op de 14e Nisan, tijdens Ongezuurde Broden (15-21 Nisan). Volgens joodse traditie was de doortocht door de Rode Zee zelfs op de laatste dag der Ongezuurde Broden. Men had geen tijd gehad om het brood te laten rijzen en men vertrok met ongezuurde broden en koeken:
34 Toen nam het volk zijn deeg op, vóórdat het gezuurd was, met hun baktroggen in hun klederen gebonden op hun schouders … 39 En zij bakten van het deeg dat zij uit Egypte hadden meegenomen, ongezuurde koeken, want het was niet gezuurd, omdat zij uit Egypte waren verdreven en niet hadden kunnen wachten en ook geen teerkost voor zich hadden bereid (Ex 12:34,39).
Om die reden en om de Uittocht uit Egypte te gedenken geeft God aan Israël het Feest der Ongezuurde Broden, te vieren als altijddurende inzetting:
Onderhoudt dan het Feest der Ongezuurde Broden, want op deze zelfde dag leid Ik uw legerscharen uit het land Egypte. DAAROM moet gij deze dag onderhouden in uw geslachten als een altoosdurende inzetting (Exodus 12:17).
Israël werd door God middels grote wonderen uitgeleid uit het slavenhuis van Egypte. Dit Feest heeft, afgezien van redenen in de natuur, voor Israël dus óók een grote historische functie. God roept Israël vele malen op dit Feest te vieren – als dank voor Gods bevrijding uit de slavernij.
Jaarlijkse Sabbatten
De 1e dag (15 Nisan) en de 7e dag (21 Nisan) van de zeven Dagen der Ongezuurde Broden zijn jaarlijkse sabbatten mèt heilige samenkomsten, zoals op de wekelijkse sabbat, waarop in tegenstelling tot de sabbat wèl gekookt, maar geen ander werk gedaan mag worden (Lev 23:7-8).
En op de 15e dag van deze maand [Nisan] is het Feest der Ongezuurde Broden voor de HERE, 7 dagen zult gij ongezuurde broden eten. Op de 1e dag zult gij een Heilige Samenkomst hebben … generlei slaafse arbeid verrichten … op de 7e dag zal er een Heilige Samenkomst zijn; generlei slaafse arbeid zult gij verrichten (Lev 23:6-8).
Er zijn dus drie belangrijke aspecten aan dit derde Feest van de HEER:
-1e en 7e dag zijn jaarlijkse sabbatten
-7 dagen niets gezuurds, niets met gist erin, eten
-de zondag van Ongezuurde Broden, daags ná de Sabbat, is de dag van de Beweeggarve.
Het ‘ontzuren’ van het huis vóór het Feest is van groot belang: Zeven dagen zal er geen zuurdeeg in uw huizen gevonden worden, want ieder, die iets gezuurds eet, zo iemand zal uit de vergadering van Israël worden uitgeroeid, hetzij hij een vreemdeling, hetzij hij in het land geboren is. Niets wat gezuurd is, zult gij eten; gij zult in al uw woonplaatsen ongezuurde broden eten (Ex 12:19-20).
En nogmaals de reden voor het Feest, maar nu in Exodus:
Het Feest der Ongezuurde Broden zult gij onderhouden; zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten, zoals Ik u geboden heb, op de bepaalde tijd van de maand Abib [15-21], WANT daarin zijt gij uit Egypte getrokken … (Ex 23:15).
Belang in het OT
En zoals we al eerder hebben gezien: de acht dagen van Pascha & Ongezuurde Broden komen telkens terug in de geschiedenis van Israël & Juda:
-Uittocht onder Mozes (Ex 12)
-Intocht onder Jozua (Joz 3-5)
-Hizkia’s hervorming (2Kr 29-30)
-Josia’s hervorming (2Kr 43-35)
-Inwijding 2e tempel (Ez 6:13-22)
3. DOB & Jezus/Behoud
Zoals er een dubbele betekenis is voor Pascha: bescherming door het bloed van het lam in het OT, bescherming door het bloed van Jezus in het NT, zo is er ook een dubbele betekenis voor het Ongezuurde Brodenfeest. Gist, zuurdesem, is namelijk een beeld, een symbool, van zonde en van verkeerde leer. Zoals gist het hele deeg doet rijzen, zo trekt de zonde, of een verkeerde leer door ons hele leven heen!
Hoe begrijpt gij niet, dat Ik u niet van broden sprak? Maar wacht u voor de zuurdesem der Farizeeën en Sadduceeën. Toen zagen zij in, dat Hij [Jezus] hun niet gezegd had zich te wachten voor de zuurdesem der broden, maar voor de leer der Farizeeën en Sadduceeën (Mt 16:11-12).
Niet alleen Jezus, maar ook Paulus, verwijst naar deze doortrekkende eigenschap van gist, van zuurdesem:
Uw roem deugt niet. Weet gij niet, dat een weinig zuurdeeg het gehele deeg zuur maakt? Doet het oude zuurdeeg weg, opdat gij een vers deeg moogt zijn; gij zijt immers ongezuurd. WANT ook ons Paschalam is geslacht: Christus (1Kor 5:6-7).
Feest der Levensheiliging!
Het is natuurlijk niet zo dat wij door Gods geboden, sabbatten, wetten, dagen der ongezuurde broden te vieren, heilig worden! Paulus schrijft niet: gij zijt immers ongezuurd. WANT gij viert trouw Sabbat, Pascha & Ongezuurde Broden en u dient uw naaste zo goed … of wat dan ook!
Nee, Paulus schrijft: … gij zijt immers ongezuurd. WANT ook ons Paschalam is geslacht: Christus! Met andere woorden: wij zijn ongezuurd, zonder zonde, omdat het bloed van onze Here Jezus Christus zelfs onze ergste zonden bedekt en God ons vergeeft: op berouw en bekering!
Pascha krijgt dan de betekenis van berouw en bekering, van het aanvaarden van Jezus’ (bloed). Ongezuurde Broden komt ná Pascha, óók in de geestelijke betekenis! Na de aanvaarding van Jezus komt de levensheiliging. Daarom is Ongezuurde Broden het Feest van de levensheiliging, niet van werken der wet, maar van dankbaarheid en heiliging ná het aanvaarden van het bloed van Jezus Christus.
Ontzuren verbeeldt heiliging
Het fysiek ontzuren van ons huis symboliseert daarom dat wij de zonde wegdoen. Dat doen wij in de weken vóór Pascha, in de aanloop van het Feest, en óók ná Pascha, tijdens de 7 dagen der Ongezuurde Broden. Sommigen denken gefaald te hebben als zij tijdens het Feest gist in hun huis ontdekken. Nee, juist niet! Zodra men gist, zuurdesem, het gegiste ontdekt … verwijdert men dit direct! Eet men toch per ongeluk iets met gist? Geen man overboord, men leert de les, en men neemt zich voor die fout niet meer te maken. Want zo is het ook met de zonde!
Het ontzuren van het huis in de dagen vóór Pascha, 14 Nisan, symboliseert onze bekering van zonden waarmee wij vaak deels al bezig zijn, vóórdat wij het bloed van Jezus aanvaarden. Zeven dagen het ongezuurde eten, en doorgaan het gezuurde telkens te verwijderen, ná Pascha, verbeeldt de levensheiliging, vanuit de dankbaarheid, ná het aanvaarden van Jezus’ bloed. Als men een aantal jaren Pascha en Ongezuurde Broden gevierd heeft, dan krijgen de woorden van Paulus een diepere betekenis, en gaan we beseffen, dat hij en de messiaanse gemeente van de 1e eeuw gewoon doorgingen Pascha en Ongezuurde Broden te vieren:
Weet gij niet, dat een weinig zuurdeeg het gehele deeg zuur maakt? Doet het oude zuurdeeg weg … gij zijt immers ongezuurd. Want ook ons Paschalam is geslacht: Christus. Laten wij derhalve Feest vieren, niet met Oud Zuurdeeg, noch met Zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met het Ongezuurde Brood van reinheid en waarheid (1Kor 5:6-8).
Beweeggarve & Jezus/Behoud
De Beweeggarve, op de zondag van Ongezuurde Broden, heeft niet alleen een fysieke betekenis voor Israël, daar ná die ceremonie de oogst begint, maar hij wijst ook naar Jezus Christus, als opgestane Heer.
DOB – Opstanding van Jezus
Jezus stond op uit de dood tijdens de Dagen der Ongezuurde Broden (DOB). Zoals Pascha (14e) Zijn dood verbeeldt, zo verbeeldt het Ongezuurde Brodenfeest (15-21 Nisan) de opgestane en verrezen Heer. Telkens wanneer sterven (dood) en opstanding (leven) van de Here Jezus, samen in Bijbelverzen of lectuur voorkomen, dan kan men daar de Feesten Pascha & Ongezuurde Broden tussen de regels door in lezen:
Want [Jezus] onderwees zijn discipelen en zeide tot hen: De Zoon des mensen wordt overgeleverd in de handen der mensen en zij zullen Hem ter dood brengen [Pascha] en drie dagen na zijn dood zal Hij opstaan [Dagen der Ongezuurde Broden] (Markus 9:31).
Want als wij … met God verzoend zijn door de dood zijns Zoons [Pascha],zullen wij … nu wij verzoend zijn, behouden worden, doordat Hij leeft [Ongezuurde Broden] (Rom 5:10).
En toen ik Hem [Jezus] zag, viel ik als dood voor zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zei: Wees niet bevreesd, Ik ben de Eerste en de Laatste, en de levende, en Ik ben dood [Pascha] geweest, en zie, Ik ben levend [Ongezuurde Broden] tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk (Opb 1:17-18).
Er zit een driedubbele betekenis van opstanding in Ongezuurde Broden: Israël, Jezus (Jozef) en de christen.
Jozef in Egypte is reeds een beeld voor de slavernij en de wederopstanding van Israël, eeuwen later en óók voor de dood en opstanding van Jezus. Jozef is slaaf (dienstknecht) in Egypte. De leugens en valse beschuldigingen van de vrouw van Potifar brengen hem in de gevangenis (symbool voor zijn dood) en vandaar uit wordt hij op machtige wijze bevrijd en wordt tot onderkoning gemaakt, tweede onder Farao.
Jakob en zijn 70 komen naar Egypte, en zijn afstammelingen worden daar jaren later dienstknechten, slaven, over wie de dood heerst. De pasgeboren jongetjes worden in de Nijl gegooid en de Israëlieten werken zich dood in het Egyptische slavenhuis. Zoals de laster en de leugens van de Egyptische vrouw van Potifar zonde zijn, zo staat Egypte voor de zonde. Israël is zijn band met de Eeuwige en zijn vrijheid kwijt en staat als het ware op uit de dood … na eeuwen.
Egypte is een zinnebeeld van zonde. De zonde van de mensheid rust op Jezus, die prompt op Pascha sterft. Zoals Israël, Gods eerstgeboren zoon (Ex 4:22), bevrijd werd uit Egypte tijdens de Dagen der Ongezuurde Broden, zo staat Jezus op uit de dood, tijdens de Dagen der Ongezuurde Broden. En de dood is het gevolg van zonde (Egypte):
Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood [Pascha], maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven [Ongezuurde Broden] in Christus Jezus, onze Here (Rom 6:23).
Met het vieren van Pascha en Ongezuurde Broden, viert de christen zijn bevrijding uit Egypte, uit het huis der zonde, en zijn bevrijding door de Heiland.:
Indien wij dan met Christus gestorven zijn [Pascha], geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven [Ongezuurde Broden] … Want wat zijn dood betreft, is Hij voor de zonde … gestorven [Pascha]; wat zijn leven betreft [Ongezuurde Broden], leeft Hij voor God. Zo moet het ook voor u vaststaan, dat gij wel dood zijt voor de zonde [Pascha], maar levend voor God in Christus Jezus [Ongezuurde Broden]. Laat dan de zonde [Egypte, zuurdesem] niet langer als koning heersen … en stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerechtigheid ten dienste van de zonde [Egypte], maar stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood [Pascha] zijn geweest, maar thans leven [Ongezuurde Broden], en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God. Immers, de zonde [Egypte] zal over u geen heerschappij voeren … Weet gij niet, dat gij hem, in wiens dienst gij u stelt als slaven ter gehoorzaamheid [Egypte, zonde, zuurdesem], ook moet gehoorzamen als slaven … Maar Gode zij dank: gij waart slaven der zonde [Egypte], doch gij zijt … vrijgemaakt van de zonde … zo stelt nu uw leden ten dienste van de gerechtigheid tot heiliging [Ongezuurde Broden]. Want toen gij slaven waart der zonde [Egypte] … Maar thans, vrijgemaakt van de zonde … en in de dienst van God … hebt gij tot vrucht uw heiliging … Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood … de genade,die God schenkt, is het eeuwige leven … (Rom 6:8-23).
Beweeggarve = Jezus
De opstanding van Jezus Christus – op welke dag der Ongezuurde Broden dan ook – wordt gevolgd door Zijn Verschijning. De Verrezen Heer verscheen op de zondag der Ongezuurde Broden, op de Beweeggarvedag, op de 1e dag der week, daags ná de sabbatdag. Die Eerste Schoof (omèr rèsjiet) van de gersteoogst werd door de priester tussen hemel en aarde heen en weer bewogen, de opstanding van Jezus Christus symboliserend. Jezus is die schoof, de Eerstelingsgarve.
De oogst volgt daarna. Zo zullen wij christenen als eerstelingen in de opstanding zijn en is Jezus de Eerste der eerstelingen:
Naar zijn raadsbesluit heeft Hij ons voortgebracht door het woord der waarheid, om in zekere zin eerstelingen te zijn onder zijn schepselen (Jak 1:18). Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als Eersteling van hen, die ontslapen zijn … zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. Maar ieder in zijn eigen rangorde: Christus als Eersteling,vervolgens die van Christus zijn bij zijn komst (1Korinthe 15:20-23).
In plaats van ons af te vragen, waarom christenen Pascha, Ongezuurde Broden en Pinksteren uit Leviticus 23 zouden moeten vieren, zou men zich beter kunnen afvragen:
“Hoe kan een christen ‘in hemelsnaam’ zijn behoud vieren zonder Pascha, Ongezuurde Broden en Pinksteren te willen vieren?”
Na de Beweeggarve ceremonie kon de oogst in Israël beginnen, na de opstanding van Jezus Christus uit de dood kon de grote oogst van zielen in de Gemeente een aanvang nemen.
Praktische Wenken voor Ontzuren:
- Begin op tijd
- Purim is uw Wekker – 30 dagen van Purim tot Pascha
- Denk tijdens het ontzuren ook aan de geestelijke betekenis van ontzuren: zonde wegdoen
- Maak er geen (al te) grote schoonmaak van
- Begin op tijd aan de keuken
- Maak boven alles schoon, werk naar beneden toe
- De laatste dagen alleen gist bij de eettafel en keuken
- Verzamel alle gist in één hoek en doe die hoek het laatst
- Brood, deeg, zelfrijzend bakmeel, alles moet weg
- Lees de etiketten, veel producten hebben gist
- Kruimels, beschuit, vissticks, paneermeel, overal zit gist in!
- Vergeet de koelkast niet
- Vergeet het vriesvak niet
- Denk aan de oven
- Denk aan het broodrooster
- Bier & Wijn zijn goed. Het is geen Ongezuurde Dranken Feest
- Vergeet de auto niet
- Vergeet de stofzuigerzak niet
- Delegeer, laat partner en kinderen meehelpen
- Overdrijf niet: Wees niet te zeer rechtvaardig en gedraag u niet al te wijs; waarom zoudt gij uzelf tot verbijstering brengen? (Pred 7:16).
Hoofdstuk 4 – 4e Feest van de HEER: Dag der Eerstelingen = Wekenfeest = Pinksterdag
Het 4e totaal Feest van de HEER, het 3e jaarlijkse Feest, dat zeven weken ná de Beweeggarve ceremonie komt, is de Dag der Eerstelingen, ook wel Wekenfeest genoemd, en omdat het de 50e dag na de beweeg ceremonie is, ook wel pentekoste (Grieks voor 50e), Pinkster, genoemd.
Er wordt wel gedacht dat deze term een uitvinding van de in het Grieks schrijvende schrijvers van het Nieuwe Testament is, maar dat is niet zo. De Joden hadden in de 2e eeuw vóór Christus reeds het Oude Testament vertaald naar het Koinè-Grieks, de zogenaamde Septuaginta vertaling. Het woordje vijftig van Leviticus 23:16, en vijftigste van Leviticus 25:10-11, komen in de Septuaginta reeds driemaal voor en worden van het Hebreeuws naar het Grieks vertaald met vormen van ‘pentekost’:
Tot de dag na de zevende sabbat zult gij tellen, 50 dagen [pentékonta – πεντηκοντα]; dan zult gij een nieuw spijsoffer de HERE brengen (Lev 23:16).
Gij zult het 50e jaar heiligen en [pentékoston – πεντηκοστον] vrijheid in het land afkondigen voor al zijn bewoners, een jubeljaar zal het voor u zijn, dan zal ieder van u tot zijn bezitting en tot zijn geslacht terugkeren. Een jubeljaar zal dit [pentékoston – πεντηκοστον] 50e jaar voor u zijn, dan zult gij niet zaaien en wat dan vanzelf opkomt zult gij niet oogsten en dan zult gij de ongesnoeide wijnstok niet aflezen (Leviticus 25:10-11).
1. Pinksteren & de Natuur
Deze 50e dag heet in het Oude Testament ook wel Dag der Eerstelingen, Feest der Weken of Wekenfeest:
Ook het Feest van de Oogst, der Eerstelingen van uw Vruchten, die gij op de akker zaaien zult … (Ex 23:16). … Het Feest der Weken, der Eerstelingen van de Tarweoogst, zult gij vieren … (Ex 34:22). … En op de Dag der Eerstelingen, wanneer gij een nieuw spijsoffer de HERE brengen zult, op uw Feest der Weken, zult gij een Heilige Samenkomst hebben, gij zult generlei slaafse arbeid verrichten (Num 28:26).
Einde tarweoogst
Dit is de slotdag, de dankdag, van de gerst- en tarweoogst. De gersteoogst begint met de Beweeggarve op een zondag en na zeven sabbatten, wordt de tarweoogst afgesloten met deze bijzondere, achtste sabbat, ook weer daags ná de sabbat. De voorjaarsfeesten hebben alles met de graanoogst te maken:
Wanneer gij komt in het land dat Ik u geef, en de oogst daarvan binnenhaalt, dan zult gij de Eerstelings Garve van uw oogst naar de priester brengen, en hij zal de Garve … bewegen … daags ná de sabbat zal de priester die bewegen. Gij zult op de dag waarop gij de Garve beweegt … Tot op die dag zult gij géén brood, géén geroosterd of vers koren eten … Dan zult gij tellen van de dag ná de sabbat, van de dag waarop gij de Garve van het Beweegoffer gebracht hebt: 7 volle weken zullen het zijn; tot de dag na de 7e sabbat zult gij tellen, 50 dagen … Uit uw woonplaatsen zult gij Twee Beweegbroden meebrengen … gezuurd zullen zij gebakken worden, Eerstelingen voor de HERE. Bij het Brood … zult gij … twee éénjarige schapen ten vredeoffer bereiden. En de priester zal ze bewegen, bij het Brood der Eerstelingen, als Beweegoffer … Op deze zelfde dag zult gij … een Heilige Samenkomst hebben, generlei slaafse arbeid zult gij verrichten; … Wanneer gij de oogst van uw land binnenhaalt, dan zult gij de rand van uw veld bij uw oogst niet geheel afmaaien, en wat van uw oogst is blijven liggen, zult gij niet oplezen; dat zult gij voor de arme en de vreemdeling laten liggen … (Lev 23:10-22).
Twee Gezuurde Beweegbroden
De vijftig dagen van de Oogst beginnen met de Beweeggarve op de 1e dag en eindigen met de Twee Beweegbroden op de 50e dag. Er wordt veel gespeculeerd over waar deze twee broden eigenlijk precies voor staan. De ideeën die de ronde doen zijn:
-Gerst & Tarwe
-Tien Geboden (Twee Geboden)
-Israël & Juda
-Joden & Grieken (heidenen)
-Wet & Geest
-Wet & Genade
-OT & NT, en wellicht zullen bepaalde combinaties tegelijk mogelijk zijn.
Het Wekenfeest valt aan het begin van de derde maand. De Dag der Eerstelingen is de derde jaarlijkse sabbat van het jaar. De drie heeft iets met dubbel te maken, op de 3e en 6e dag zei God tweemaal dat het goed was. We zullen straks zien dat volgens de traditie de Tien Geboden (Ex 20) gegeven werden op Pinksteren en dat ook de Heilige Geest op die dag uitgestort werd (Hand 2).
In tegenstelling tot veel populaire afbeeldingen stonden de Tien Woorden (Tien Geboden) gegraveerd op Twee Stenen Tafelen, aan beide zijden beschreven. Bovendien zijn er twee heel grote Wekenfeest gebeurtenissen: 1. het geven van die Tien Geboden (waarvan de Twee Geboden een samenvatting zijn), en 2. de uitstorting van de Heilige Geest, waardoor die Tien Geboden in ons hart geschreven kunnen worden.
Pinksteren is de feestelijke slotdag van de graanoogst. De granen gerst en tarwe zullen met die Twee Beweegbroden te maken hebben. En een verband tussen die Twee Broden en de Twee Tafelen van het Verbond lijkt ook logisch. Men at 40 jaar manna, dus tegen de tijd van de eerste oogst in Kanaän, waren de Twee Tafelen der Wet allang gegeven.
De Twee & de Tien Geboden zijn in feite een samenvatting van Gods Woord en dat wordt vergeleken met brood – we behoren niet bij brood alleen te leven, maar bij alle Woord Gods – dus de vergelijking van brood met Gods Woord ligt voor de hand. Maar waarom dan gezuurd? Het zuurdesem is niet alleen een beeld van zonde, maar óók van het Koninkrijk Gods: Nog een gelijkenis sprak Hij tot hen: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een zuurdesem, welke een vrouw nam en in drie maten meel deed, totdat het geheel doorzuurd was (Matteüs 13:33).
Op de Pinksterdag bij de Berg Sinaï werden de Tien Geboden gegeven (volgens de Traditie) en op de Pinksterdag bij de Berg Sion werd de Heilige Geest uitgestort (Hand 2). Beide zaken zijn nu als zuurdesem binnen Gods Gemeente en zullen straks in het Sabbats Vrederijk de gehele aarde ‘doorzuren’.
Gods Twee of Tien Geboden staan voor:
-Leefregels (Law),
-Licht (Light) &
-Liefde (Love), dat de Geest
die in ons hart moge schrijven!
Hooglied & Ruth
De liefde, die in het voorjaar in de lucht hangt, en de oogst komen mooi tot uitdrukking in de twee Bijbelboeken die traditioneel in de Synagoge in deze tijd worden voorgelezen. Hooglied wordt op de Sabbat vóór de Beweeggarve dag gelezen en het boek Ruth op het Wekenfeest (Pinksterdag). Beide boeken gaan over de liefde van JHWH voor Israël, van Jezus Christus voor Zijn Gemeente. De beeldspraak gaat dubbel op!
2. Pinksteren & Israël
We hebben al twee betekenissen gezien, die de Pinksterdag (Wekenfeest) heeft voor Israël: het is de slotdag van hun graanoogst èn het wordt gezien als de dag dat God een verbond met hen sloot bij de Berg Sinaï, het Verbond dat bezegeld werd met de Tien Geboden: En Hij [God] maakte u het Verbond bekend, dat Hij u gebood te houden, de Tien Woorden, en Hij [God] schreef ze op Twee Stenen Tafelen (Dt 4:13).
Wekenfeest is de dag der Wetgeving voor Israël, de dag der Verbondssluiting. Maar het is meer. God beschouwt de hele periode van vóór Pascha tot ná Pinksteren als de Uittocht uit Egypte. Oók om die bevrijding uit Egypte te gedenken moest men het Wekenfeest vieren:
Zeven weken zult gij tellen: van dat de sikkel voor het eerst in het staande koren geslagen wordt, zult gij 7 weken beginnen te tellen. Dan zult gij het Feest der Weken vieren ter ere van de HERE, uw God, naar de mate van de gaven, die gij vrijwillig geven zult, naar dat de HERE, uw God, u gezegend heeft; gij zult u verheugen voor het aangezicht van de HERE, uw God, gij met uw zoon en uw dochter, uw dienstknecht en uw dienstmaagd, met de Leviet, die binnen uw poorten woont, en met de vreemdeling, de wees en de weduwe, die in uw midden zijn, op de plaats die de HERE, uw God, verkiezen zal om zijn naam daar te doen wonen. Gij zult gedenken, dat gij een dienstknecht geweest zijt in Egypte … (Dt 16:9-12).
Zie hier de derde betekenis voor Israël! Het is de slotdag van de Oogst, het is de dag der Verbondssluiting èn het Wekenfeest dient óók gevierd te worden om te gedenken dat men slaaf geweest is in Egypte!
3. Pinksteren & Jezus/Behoud
Het is reeds genoemd. Op de Pinksterdag (50e) werd de Heilige Geest uitgestort, 10 dagen nadat Jezus ten hemel voer.
Jezus voer ten hemel op de 40e dag der 50 dagen. De Elven waren getuigen van Zijn Verschijning [1e dag] en van Zijn Hemelvaart [40e dag]. Die 40e dag valt altijd in de 6e week der 7 weken. De 6e week was bij de Uittocht van Sukkot naar Sinaï de mannaweek. Manna is het brood dat God gaf uit de hemel:
Hij deed manna tot spijze op hen regenen, en schonk hun hemelkoren (Psalm 78:24).
In Johannes 6 (vglk. H.6 met 6e week) vertelt Jezus uitvoerig dat Hij het ‘brood uit de hemel’ is, dat is nedergedaald. Manna, brood en broden worden 21 keer vermeld in Johannes 6! Jezus zèlf is het Manna, het Brood uit de Hemel:
De Joden dan morden over Hem, omdat Hij gezegd had: Ik ben het brood, dat uit de hemel nedergedaald is (Joh 6:41). … Uw vaderen hebben in de woestijn het manna gegeten en zij zijn gestorven; dit is het brood, dat uit de hemel nederdaalt, opdat wie ervan eet, niet sterve. Ik ben het levende brood, dat uit de hemel nedergedaald is. Indien iemand van dit brood eet, hij zal in eeuwigheid leven … (Joh 6:49-51).
Het is daarom voor de Gemeente betekenisvol dat Jezus, het Manna uit de Hemel, in de 6e week (OT – mannaweek) ten hemel voer. In zijn laatste toespraak (Joh 14-17) op Pascha avond, na de instelling van het Avondmaal en Voetwassing, heeft Jezus het uitvoerig over de Trooster (de Heilige Geest), die de Vader zenden zal. Zes weken later, op de dag van Zijn Hemelvaart, heeft Christus het daar weer over: En terwijl Hij met hen aanzat, gebood Hij hun Jeruzalem niet te verlaten, maar te blijven wachten op de belofte van de Vader … Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze … maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn … (Hand 1:4,5,8).
Het is opmerkelijk dat Jezus het ook al had over Zijn Hemelvaart, aan het einde van zijn preek over het ‘brood des levens’. Velen zagen het eten van dat brood niet zitten: Vele dan van zijn discipelen hoorden dit en zeiden: Deze rede is hard; wie kan haar aanhoren ? Jezus … zeide tot hen: Geeft u dit aanstoot? Wat dan, indien gij de Zoon des mensen daarheen zaagt opvaren, waar Hij tevoren was? De Geest is het, die levend maakt, … (Johannes 6:60-63).
Direct na de preek over het Brood des Levens, noemt Hij Zijn Hemelvaart … en de Geest!
De Hemelvaart
… maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt … En nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen, terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. En toen zij naar de hemel staarden, terwijl Hij henenvoer, zie, twee mannen in witte klederen stonden bij hen, die ook zeiden: Galileese mannen, wat staat gij daar en ziet op naar de hemel? Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem ten hemel hebt zien varen (Hand 1:8-11).
Jezus die naar de hemel voer, was het neergedaalde Manna, dat weer (in de mannaweek) terugkeerde naar God de Vader.
-Manna daalde uit de hemel
-Jezus kwam uit de hemel
-Jezus is het Brood des Levens
-Jezus voer ten hemel
-Jezus zal zo terug komen!
Vader – Zoon – Geest
Met Pinksteren zijn we op bekend terrein. Katholieken en Protestanten zijn ook altijd Pinksteren blijven vieren, al is het één van de vier keer op een verkeerde zondag, omdat men de Hebreeuwse Kalender losgelaten heeft. Op de Pinksterdag spraken de discipelen in allerlei talen, nadat ze door de Heilige Geest vervuld werden. De door Jezus beloofde Trooster was gekomen.
De eerste drie jaarlijkse Feesten, 1. Pascha, 2. Ongezuurde Broden en 3. Pinksteren, staan in het kader van 1. God de Vader, 2. Zijn Zoon Jezus Christus en 3. de Heilige Geest.
- Op Pascha offerde God de Vader Zijn Zoon (Joh 3:16),
- Jezus stond op uit de dood op Ongezuurde Broden,
- De Heilige Geest, de Trooster, kwam op Pinksteren.
De voorjaarsfeesten hebben alle drie hoofdzakelijk betrekking op de Eerste Komst van Jezus Christus. Ze gaan over ons persoonlijk behoud! Verzoend door Zijn bloed (Pascha), behouden doordat Hij leeft (Ongezuurde Broden) … maar alléén … zonder de Geest … zal het niet lukken. We kunnen wel levensheiliging willen … maar we zullen de Geest (Pinksteren) daarbij broodnodig hebben!
Pinksteren: Eerste & Laatste
De Pinksterdag is zowel een begin als een einde. Het is het einde van de gebeurtenissen van de 3½ jaar van Jezus’ bediening op aarde, waarbij Hij zijn discipelen trainde en op de Pinksterdag vervulde met de Geest. Hun taak zou zijn: het verkondigen van het goede nieuws van Jezus Christus als Heiland en toegang tot het Koninkrijk Gods door Zijn vergoten bloed. Die taak kon pas op Pinksteren beginnen!
Ze waren meer dan drie jaar bij Hem geweest, maar ze snapten Zijn Plan niet. Pas na Zijn dood en opstanding begon het te dagen bij de Elven, bij Thomas iets later dan bij de andere tien, Judas was afgevallen, Jezus was ten hemel gevaren, Mattias was tot 12e apostel gekozen … en toen de uitstorting van de Heilige Geest op het Wekenfeest (Pinksteren) kwam en Gods Geboden in hun hart gelegd waren … gaf Petrus zijn eerste preek … en de rest is geschiedenis … kerkgeschiedenis! In het begin is Gods Gemeente alleen nog maar joods (Hand 2), maar al snel stroomden de ‘heidenen’ de Gemeente binnen (Hand 10).
Apostolische Gemeente
De Apostolische Gemeente van de 1e eeuw bleef gewoon Sabbat, Pascha, Ongezuurde Broden en Pinksteren – de eerste vier Feesten van de HEER (Lev 23) – vieren. Het NT staat er vol mee:
En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen (Hand 2:1).
En toen zij vertrokken, verzochten zij hun tegen de eerstvolgende sabbat weder deze woorden te spreken (Hand 13:42).
En de volgende sabbat kwam bijna de gehele stad bijeen om het woord Gods te horen (Handelingen 13:44).
En Paulus ging, zoals hij gewoon was, daar binnen en behandelde drie sabbatten achtereen met hen gedeelten uit de Schriften (Hand 17:2).
En hij hield elke sabbat besprekingen in de synagoge en trachtte Joden en Grieken te overtuigen (Hand 18:4).
Maar wij voeren ná de Dagen der Ongezuurde Broden van Filippi af en kwamen binnen vijf dagen bij hen te Troas aan, waar wij zeven dagen doorbrachten (Hand 20:6).
Want Paulus had zich voorgenomen Efeze voorbij te varen om geen tijd in Asia te verliezen, want hij haastte zich om, zo mogelijk, op de Pinksterdag te Jeruzalem te zijn (Hand 20:16).
Doet het Oude Zuurdeeg weg, opdat gij een Vers Deeg moogt zijn; gij zijt immers Ongezuurd. Want ook ons Paschalam is geslacht: Christus. Laten wij derhalve Feest vieren, niet met Oud Zuurdeeg, noch met Zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met het Ongezuurde Brood van reinheid en waarheid (1Kor 5:7-8).
Maar ik zal nog tot Pinksteren te Efeze blijven (1Korinte 16:8).
Er blijft dus een sabbatsrust voor het volk van God (Heb 4:9).
OPW 58
Vrede zij u, vrede zij u,
gelijk Mij de Vader zond,
zend Ik ook u.
Vrede zij u, vrede zij u,
gelijk Mij de Vader zond,
zend Ik ook u.
Blijft in mijn vrede, blijft in Mij. Mijn woord moet in u zijn, dat maakt u vrij.
Blijft in mijn vrede, blijft in Mij. Mijn woord moet in u zijn, dat maakt u vrij.
Ontvangt mijn Geest, heilige Geest. Hij zal u leiden, weest niet bevreesd.
Ontvangt mijn Geest, heilige Geest. Hij zal u leiden, weest niet bevreesd.
Vrede zij u, vrede zij u,
gelijk Mij de Vader zond,
zend Ik ook u.
Vrede zij u, vrede zij u,
gelijk Mij de Vader zond,
zend Ik ook u.
Hoofdstuk 5 – 5e Feest van de HEER: Bazuinendag (Dag van het Geschal, red.)
Het 5e totaal Feest van de HEER is Bazuinendag, het 4e jaarlijkse Feest, dat aan het einde van de zomer gevierd wordt, op de Nieuwe Maan, op 1 Tisjri.
1. Bazuinendag & de Natuur
De nieuwemaansdag van de 7e maand is de Bazuinendag, de dag dat er op de Twee Zilveren Trompetten (Num 10:1-10) en op ramshoorns (NBG, bazuinen) geblazen werd.
‘Zeg tegen de Israëlieten: “De 1e dag van de 7e maand moeten de hoorns schallen. Het zal voor jullie een rustdag [sabbaton] zijn, die je als heilige dag samen moet vieren (NBV-Leviticus 23:24).’”
… De 1e dag van de 7e maand zullen de hoorns schallen. Vier die dag gezamenlijk als heilige dag; u mag dan niet werken (NBV-Num 29:1)’
… ‘Ook als jullie feestvieren, op de vaste feesten en bij nieuwemaan, en brandoffers en vredeoffers brengen, moet er op de [twee zilveren] trompetten geblazen worden om jullie in herinnering te brengen bij jullie God. Ik ben de HEER, jullie God (NBV-Numeri 10:10).’
… Blaas op de ramshoorn bij nieuwemaan en bij vollemaan voor onze feestdag (NBV-Ps 81:3).
Elke Nieuwe Maan moest er sowieso op de twee trompetten en op de ramshoorn geblazen worden om het volk kenbaar te maken dat de nieuwe maand begonnen was. Maar de Nieuwe Maan van de 7e maand was ook Rosj HaSjana, de nieuwjaarsdag van het burgerlijke jaar.
Zon-maan Kalender
De Romeinse Kalender is een kalender gebaseerd op de omloop van de aarde om de zon, de maan komt niet meer van pas. Ooit was de Kalender van de Republiek Rome wèl een zon-maan kalender, waarbij 1 januari, 1 februari, 1 maart, 1 april, etc. ook daadwerkelijk de nieuwe maansdag waren. Julius Caesar liet de Republikeinse zon-maan kalender in een zonnekalender veranderen in 45 vChr., vandaar de naam ‘Juliaanse’ Kalender.
De moslimkalender gaat alléén uit van de maan. Vandaar al die maansikkels op hun moskeeën. Een lunatie (=van nieuwe maan tot nieuwe maan) duurt 29½ dag, daarom wisselen maanden van 30 en 29 dagen elkaar af, op zowel de moslim, als op de joodse kalender. Nu is 12 x 29½ in totaal 354 dagen, dus is het moslim ‘maanjaar’ geen echt jaar. Het moslimjaar – denk aan Ramadan – wandelt daarom 11 dagen per jaar door ons zonnejaar terug!
13e maand
Dit zou niet kunnen voor de Hebreeuwse Kalender, daar de Feesten vast zitten aan de seizoenen en aan de oogsten. De oplossing van dit probleem is door een 13e maand in te voeren van tijd tot tijd. Dit gebeurt tegenwoordig altijd vóór Pascha (Nisan). Indien nodig wordt er een extra, 13e maand, ingevoerd vóór Nisan.
De volkeren van de Oudheid wisten al dat dit 7 maal per 19 jaar moest gebeuren. Alle zon-maan kalenders hebben een cyclus van 19 jaar. Dit is wat de Bazuinendag heeft met de Natuur, met astronomie! Als de Bazuinendag op 19 september valt, dan is het 19 jaar later weer op 19 september Bazuinendag:
19 sep 2020, NM – Bazuinendag
19 sep 2039, NM – Bazuinendag
19 sep 2058, NM – Bazuinendag
Er gaan dus precies 235 lunaties (maan-maanden) in 19 zonnejaren. Met andere woorden, wanneer wij op aarde 19 keer om de zon gedraaid zijn, dan is de maan 235 keer in schijngestalten om de aarde gedraaid. Op de Bijbelse Kalender zijn er dus 12 jaren met 12 maanden en 7 jaren met 13 maanden. De gehele kalender wordt berekend vanaf Rosj HaSjana, de Nieuwe Maansdag van de 7e maand.
Burgerlijk & Religieus Jaar
Nisan was ooit de 7e maand, maar werd bij de Uittocht de 1e maand van de religieuze kalender: En de HERE zeide … Deze maand zal u het begin der maanden zijn; zij zal u de eerste der maanden van het jaar zijn (Ex 12:1-2).
Men kan nog resten van de oude kalender terugvinden in de Bijbel. Bij Noach worden vijf kalenderdata genoemd, ze zijn op de oude kalender. Om ze te vertalen naar de huidige joodse kalender moet men er 6 maanden bij optellen of aftrekken.
Einde/Wisseling des Jaars
Het Loofhuttenfeest van de 7e maand, wordt in Exodus het Feest der Inzameling genoemd, en er wordt daar gezegd dat het aan het ‘einde des jaars’ valt!
Driemaal in het jaar zult gij Mij een feest houden. … Het [1] Feest der Ongezuurde Broden zult gij onderhouden … Ook het [2] Feest van de Oogst, der Eerstelingen van uw Vruchten … en het [3] Feest der Inzameling [=Loofhuttenfeest] aan het Einde des Jaars, wanneer gij uw vruchten van de akker ingezameld hebt. … (Exodus 23:14-17).
In Exodus 34 wordt zelfs heel duidelijk over de ‘wisseling des jaars’ gesproken; met Tisjri eindigt de oogst en begint er een nieuw agrarisch seizoen:
Het [1] Feest der Ongezuurde Broden zult gij onderhouden … Het [2] Feest der Weken [Pinksteren], der Eerstelingen van de Tarweoogst, zult gij vieren, en het [3] Feest der Inzameling bij de Wisseling des Jaars [Loofhuttenfeest]. Driemaal in het jaar zal ieder van u … voor het aangezicht van de Here HERE … verschijnen (Ex 34:18-23).
Sabbatsjaar
De agrarische jaren werden geteld vanaf Tisjri, de 7e maand. Met Pinksteren was de oogst van granen binnen en met het Feest der Inzameling [Loofhutten] was de oogst van druiven, vijgen en olijven, ook binnen. Ná het Loofhuttenfeest ging men ploegen en zaaien en begon het nieuwe seizoen.
- Nisan .………..……… gerst, vlas
- Iyyar …………….…. gerst, tarwe
- Sivan ……………………… tarwe
- Tammuz …..… werk in wijngaard
- Ab …….………… rijping druiven, vijgen & olijven
- Elul ……..…….. oogsten druiven,vijgen & olijven
- Tisjri ……….…………… ploegen
- Chesjvan … zaaien gerst & tarwe
Met Bazuinendag was de oogst voorbij en begon er een nieuw agrarisch jaar. Dat was dus het begin van het sabbatsjaar. Elk 7e jaar moesten de akkers braak liggen. Zoals bij het manna op de 6e dag, zou God het volk – bij gehoorzaamheid aan zijn geboden en inzettingen – met een dubbele oogst zegenen in het 6e jaar:
Zo zult gij mijn inzettingen opvolgen en mijn verordeningen … in acht nemen … En het land zal zijn vrucht geven … Wanneer gij zegt: wat zullen wij in het 7e jaar eten, zie, wij mogen [1] niet zaaien [2] noch onze oogst inhalen, dan zal Ik mijn zegen in het 6e jaar over u gebieden, dat het u een opbrengst geve voor 3 jaren. In het 8e jaar zult gij zaaien, maar van de vorige oogst eten, tot het 9e jaar; totdat de oogst daarvan binnenkomt … (Lev 25:18-22).
Dit toont dat het sabbatsjaar in de maand Tisjri begon. Even als het Jubeljaar.
1. Bazuinendag & Israël
De voorjaarsfeesten waren èn oogstfeesten èn ze kregen een historische vervulling. Voor de najaarsfeesten, echter, heeft er nog géén grote historische vervulling plaats gevonden, zij zijn nog steeds ‘schaduwen’ van komende gebeurtenissen:
Dat u dan niemand oordele
-in spijs of in drank,
-of in het stuk des Feestdags,
-of der Nieuwe Maan,
-of der Sabbatten;
welke ZIJN een schaduw
der TOEKOMENDE DINGEN,
maar het Lichaam van Christus (Kol 2:16-17 – St. Vert.).
Bazuinendag was voor Israël het einde van het agrarische jaar, de wisseling des jaars, het tellen der jaren, waarvan het 6e jaar met Elul eindigde en het 7e jaar met Tisjri begon. Maar door het blazen op bazuinen (ramshoorns) en door alle profetieën met betrekking tot bazuinen, ontwikkelde zich óók een toekomstverwachting.
Openbaring Messias
Voor joden is de tijd rond Bazuinendag de tijd die vooruit ziet naar de eindtijd, naar de tijd dat God ingrijpt om zijn volk te redden, naar de tijd dat de messias geopenbaard zal worden. De bazuin, de ramshoorn (sjofar, sjofarot, mv), is een eschatologisch (eindtijd betreffende) voorwerp bij uitstek. De Sjofar, de Bazuin, staat voor: waarschuwing, gevaar, signalen, opletten.
Bazuin (Sjofar) in het OT
Maar het zal te dien dage geschieden … gij zult ingezameld worden één voor één, kinderen Israëls. En het zal te dien dage geschieden, dat er op een Grote Bazuin geblazen zal worden, en zij die verloren waren … zullen komen en zich nederbuigen voor de HERE … (Jes 27:12-13).
-Roep luidkeels,
-houd niet in,
–verhef uw Stem als een Bazuin
-en maak mijn volk zijn overtreding bekend en het huis van Jakob zijn zonden (Jes 58:1).
Ook heb Ik wachters over u gesteld: Luistert naar het Geklank der Bazuin [sjofar, ramshoorn]; maar zij zeggen: Wij willen niet luisteren (Jer 6:17). …
Blaast de Bazuin op Sion en maakt alarm op mijn heilige berg! Dat alle inwoners des lands sidderen, want de Dag des HEREN komt. Want hij is nabij! (Joël 2:1).
–Blaast de Bazuin op Sion,
-heiligt een Vasten,
-roept een Plechtige Samenkomst bijeen (Joël 2:15). …
Dan zal de HERE hun verschijnen … de Here Here zal de Bazuin blazen en optrekken in zuiderstormen (Zach 9:14).
De bazuin (sjofar, ramshoorn) staat voor Jakobs Verdrukking en de Grote en Geduchte Dag des HEREN. De Bazuinendag symboliseert die komende tijd. Joden kijken uit naar hun messias … christenen ‘weten’, dat wanneer Hij komt … zij Hem zullen (h)erkennen als Yeshua HaMashiach: Ik zal … over de inwoners van Jeruzalem uitgieten de Geest der genade en der gebeden; zij zullen hem aanschouwen, die zij doorstoken hebben, en over hem een rouwklacht aanheffen als de rouwklacht over een enig kind, ja, zij zullen over hem bitter leed dragen als het leed om een eerstgeborene (Zach 12:10).
3. Bazuinendag & Jezus/Behoud
Deze betekenis van de Sjofar, van de Bazuin, komt nog sterker naar voren in het NT. In de Hebreeuwse Vertaling, HaBrit HaChadasja, van het NT, vertaalt men Bazuin dan ook steeds terecht met Sjofar. Dit continueert de eindtijd symboliek van de Bazuin, van de Sjofar, en benadrukt de band met de Bazuinendag.
JEZUS: En dan zal het Teken van de Zoon des Mensen verschijnen aan de hemel … en zij zullen [1] de Zoon des Mensen zien komen op de wolken des hemels, met grote macht en heerlijkheid. En Hij zal zijn engelen uitzenden met Luid Bazuingeschal en zij zullen zijn [2] uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het ene uiterste der hemelen tot het andere (Mt 24:30-31).
PAULUS: Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, bij de Laatste [7e] Bazuin, want de Bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden (1Kor 15:51-52).
PAULUS:
… Want dit zeggen wij u met een Woord des Heren: wij, levenden, die achterblijven tot de [1] Komst des Heren, zullen in geen geval de ontslapenen voorgaan, want de Here zelf zal
-op een Teken, bij het roepen
-van een Aartsengel en bij
-het Geklank ener Bazuin Gods,
nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen [2] het eerst opstaan; daarna zullen wij, levenden, die achterbleven … (1Thes 4:15-17).
JOHANNES: En ik zag de 7 Engelen, die voor God staan, en hun werden 7 Bazuinen gegeven (Opb 8:2). … En de 7 Engelen, die de 7 Bazuinen hadden, maakten zich gereed om te bazuinen (Opb 8:6). … Maar in de dagen van de Stem van de 7e Engel, wanneer hij bazuinen zal, is ook voleindigd het geheimenis van God, gelijk Hij zijn knechten, de profeten, heeft verkondigd (Opb 10:7). … En de 7e Engel blies de Bazuin en Luide Stemmen klonken in de hemel, zeggende: Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden (Opb 11:15).
Bazuinendag: Twee Dingen
Voor de christen betekent de Bazuinendag twee dingen:
–de [1] Wederkomst van Jezus Christus als Koning der koningen en Here der heren, èn
–de [2] Opstanding der Heiligen.
Bazuinendag betekent:
- -> 2e Komst van de Here Jezus Christus(Opb 19),
- -> 1e Opstanding (Opb 20:5-6):
Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus [2] allen levend gemaakt worden. … Christus als Eersteling, vervolgens [2] die van Christus zijn bij [1] Zijn Komst (1Kor 15:22-23).
Met deze geweldige betekenis is het amper te geloven dat christenen géén Bazuinendag (willen) vieren. De Bazuinendag staat voor de Wederkomst, maar de meeste eindtijd ‘profeten’ van vandaag vieren die dag niet! Laten we die dag gaan vieren en er niet alleen over zingen.
Hoofdstuk 6 – 6e Feest van de HEER: Grote Verzoendag
Het 6e totaal Feest van de HEER is de Grote Verzoendag, het 5e jaarlijkse Feest, de 10e dag van de maand Tisjri, negen dagen ná de Bazuinendag en vijf dagen vóór het Loofhuttenfeest.
1. Verzoendag & de Natuur
In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat de Bazuinendag, Rosj HaSjana, de nieuwjaarsdag is van de burgerlijke kalender. De Nieuwe Maan van Tisjri is de eerste dag van het burgerlijke jaar, van het nieuwe oogstjaar, en vanaf hier worden de jaren geteld om aan het sabbatsjaar te komen. Na 7 sabbatsjaren, na 49 jaar, komt er een toegevoegd 8e sabbatsjaar, het 50e jaar, het Jubeljaar! Zoals Pinksteren (50e dag) volgt op de 7e sabbat, zo volgt het Jubeljaar (50e jaar) op het 7e sabbatsjaar!
Echter, het Jubeljaar, het 8e sabbatsjaar, wordt afgekondigd op de Grote Verzoendag. Zoals men met Pinksteren twee sabbatten achter elkaar heeft, zo heeft men in het 49e en 50e jaar, twee sabbatsjaren achter elkaar. Het Jubeljaar is niet alleen een rust voor het land, maar iedereen krijgt zijn land, zijn erfbezit, zijn eigen stukje natuur, weer terug!
Voorts zult gij u 7 jaarsabbatten tellen, zevenmaal 7 jaren; zodat de dagen van de 7 jaarsabbatten 49 jaren zijn. Dan zult gij Bazuingeschal doen rondgaan in de 7e maand [Tisjri] op de 10e van de maand; op de [Grote] Verzoendag zult gij de Bazuin doen rondgaan door uw ganse land. Gij zult het 50e jaar heiligen en vrijheid in het land afkondigen voor al zijn bewoners, een Jubeljaar zal het voor u zijn, dan zal ieder van u tot zijn bezitting en tot zijn geslacht terugkeren. Een Jubeljaar zal dit 50e jaar voor u zijn, dan zult gij niet zaaien en wat dan vanzelf opkomt zult gij niet oogsten en dan zult gij de ongesnoeide wijnstok niet aflezen. … Wanneer gij zegt: wat zullen wij in het 7e jaar eten, zie, wij mogen niet zaaien noch onze oogst inhalen, dan zal Ik mijn zegen in het 6e jaar over u gebieden, dat het u een opbrengst geve voor drie jaren. In het 8e jaar zult gij zaaien, maar van de vorige oogst eten, tot het 9e jaar; totdat de oogst daarvan binnenkomt, zult gij van de vorige eten (Lev 25:8-22).
Alle Feesten van de HEER hebben met de natuur, het land en de oogst, te maken, ook de Grote Verzoendag. De Grote Verzoendag was het begin van het Jubeljaar. Men keerde dan tot zijn voorvaderlijke bezittingen en akkers terug. Men kon die hoogstens gaan inspecteren, maar men mocht niet gaan ploegen of zaaien … het was het 8e sabbatsjaar, het Jubeljaar! Ook dat Jubeljaar werd aangekondigd met bazuingeschal (sjofar), op de 10e Tisjri, op de Verzoendag.
2. Verzoendag & Israël – 3. Verzoendag & JC/Behoud
De Grote Verzoendag was (en is, red.) voor Israël de belangrijkste dag van het jaar. De lengte van zaken in beschrijvingen in de Bijbel kan het belang onderstrepen. Zo ook met de Grote Verzoendag. Er wordt een heel hoofdstuk aan de Feesten van de HEER (Lev 23) gewijd, maar zeven hoofdstukken daarvoor wordt er aan de Verzoendag alleen al, één héél hoofdstuk gewijd (Lev 16). Van alle Feesten wordt deze dag het uitvoerigste beschreven.
Voor Gods Troon
Het volk nadert door haar hogepriester symbolisch direct tot Gods Troon. Het hele jaar door bracht men ook wel offers ter reiniging, vergeving en verzoening. Elke Nieuwe Maan werd er bijvoorbeeld een geitebok als zondoffer ter verzoening geofferd (Num 28:15; Neh 10:33), maar de Grote Verzoendag was de enige dag in het jaar dat de Hogepriester in het Heilige der heiligen, voor de Ark des Verbonds mocht komen.
Dit was de meest plechtige gebeurtenis van het jaar, ter verzoening van het volk met God, zonder dat men besefte dat het tevens het offer van de Here Jezus Christus (Heb 8-9) verbeeldde. Het was alsof God wilde zeggen:
“Voordat jullie mijn Feest gaan vieren, moet ik jullie als volk toch nog eerst reinigen van al die zonden die jullie vergeten zijn om Mij vergeving om te vragen …”
De parallel met de voorjaarsfeesten is duidelijk. Eerst Pascha, dan komt pas het Feest (15-21 Nisan). Eerst Verzoendag, de Vastendag, dan komt pas het Feest (15-21 Tisjri).
De Grote Verzoendag
Dit is de Sabbat der Sabbatten, de absolute rust, men mag zelfs niet eten en drinken. Dan blijft er weinig over om te doen. Men moet zich tot God richten. Echter, voor de hogepriester was dit de drukste dag van het jaar. Met een lege maag moest hij nog harder werken dan ooit, als middelaar voor het volk.
God creëert heiligheid door hiërarchie en rangorde. Dit is belangrijk om de heiligheid van de Grote Verzoendag te beseffen, ook voor vandaag. Er zijn nog wel wat christenen die de andere heilige dagen wèl gaan vieren, maar de Verzoendag niet zien zitten. Waarom zouden we vasten? Christus is toch al gestorven. Het maakt niet meer uit. Dit is niet logisch, want dan hoeven we ook geen Pascha of Pinksteren meer te vieren … Christus is immers toch al gestorven en de Geest is toch al uitgestort. Als ik elke dag Gods Geest heb, en als ik mijn doopdag gedenk … waarom zou ik dan nog Pinksteren moeten vieren?
Heilig, heiliger & heiligst
De Levieten waren heus niet heiliger dan de andere Israëlieten. Maar God gebruikte een lange hiërarchie, om de hogepriester als ‘meest heilige persoon’ aan de top te laten staan. Er waren onbesnedenen, besneden Israëlieten, Levieten, priesters en uiteindelijk de hogepriester. In de OT hiërarchie staan de onbesnedenen onderaan, dan komen de kinderen, de vrouwen, de mannen, etc.:
-de onbesnedenen
-de kinderen
-de vrouwen
-de mannen
-de Levieten
-de priesters
-de hogepriester!
Bij de Tweede Tempel hadden ze ook allemaal hun eigen voorhof. Men heeft het Griekse bord gevonden dat de heidenen waarschuwde, niet verder in het tempelcomplex door te dringen, op straffe des doods! Waar Jezus, de discipelen en de vrouwen konden komen op het tempelplein, daar mochten de heidenen niet komen! Maar zelfs Jezus en de discipelen kwamen niet verder dan de voorhof, en konden niet dichtbij de tempel komen.
Heilig, heiliger en heiligst, is een gemakkelijke indeling die ons de heiligheid en de ernst der zaak zal doen verstaan. In feite is het hele volk heilig, in vergelijking tot de andere volken, maar laten we ons beperken tot heilige personen, plaatsen en tijden.
Heilig, heiliger & heiligst toegepast op personen geeft:
Levieten -> heilig
Priesters -> heiliger
Hogepriester -> heiligst
Nogmaals, dit heeft met de functie te maken, de kleine en jonge Samuël was heiliger dan de hogepriester Eli!
Het draait allemaal om God. Zijn troon wordt verbeeld door het gouden verzoendeksel op de ark. Om des te dichter bij die troon te dienen, des te heiliger de functie moet zijn. Levieten dienen in het tempelcomplex, maar alleen de priesters mogen dagelijks in het Heilige komen.
Heilig, heiliger & heiligst toegepast op plaats, geeft:
De Tempel -> heilig
Het Heilige -> heiliger
Heilige der heiligen -> heiligst
De Levieten waren heilig. Ze hielpen de priesters, zij dienden in de heilige tempel, maar alleen de priesters mochten in het Heilige komen om de lampen, het wierook en de toonbroden te verzorgen, en van hen mocht alleen de hogepriester in het Heilige der heiligen komen!
Hiërarchie geldt echter niet alleen voor personen en plaats, maar óók voor tijd!
-werkdagen
-Purim & Chanoeka, wel Bijbelse Feesten, maar niet van de HEER,
-feestdagen van Ongezuurde Broden en het Loofhuttenfeest die geen sabbatten zijn
-Pascha, wèl Feest, géén sabbat
–jaarlijkse sabbatten & feesten
–wekelijkse sabbat
-Grote Verzoendag!
Sabbat der sabbatten
De Grote Verzoendag is de heiligste dag van het jaar, de Sabbat der sabbatten. Heilig, heiliger & heiligst in tijd geeft:
Jaarlijkse Sabbat -> heilig
Wekelijkse Sabbat -> heiliger
Grote Verzoendag -> heiligst
Naast de Verzoendag zijn er nog zes andere jaarlijkse sabbatten: 1e en 7e dag der Ongezuurde Broden, Pinksteren, Bazuinendag, 1e dag Loofhuttenfeest en de Achtste Dag. Die jaarlijkse sabbatten waren ook heilig en men mocht niet werken of geld verdienen. Maar in tegenstelling met de wekelijkse sabbat mocht men wel koken of eten bereiden op zo’n dag: Zowel op de 1e als op de 7e dag [DOB] zult gij een Heilige Samenkomst hebben; generlei arbeid zal daarop verricht worden; slechts wat door ieder gegeten wordt, alleen dat mag door u bereid worden (Ex 12:16).
Het eten voor de wekelijkse sabbat, echter, moest op de vrijdag, op de voorbereidingsdag, bereid worden. Als wij sabbat vieren doen wij er ook goed aan, om zoveel mogelijk (kook)werk naar de vrijdag te schuiven, en afgezien van het hoognodige zoveel mogelijk het opruimen te laten liggen voor ná de sabbat.
‘Tandem Sabbatten’
De 1e Dag der Ongezuurde Broden, echter, kan soms op zondag vallen, de 7e dag der Ongezuurde Broden kan op vrijdag vallen en de Pinksterdag valt altijd op zondag, daags na de sabbat. Men heeft dan een rustperiode, een tandem-sabbat, van 48 uur. Als men de Torah dan goed bestudeert, dan blijkt dat de wekelijkse sabbat heiliger is dan de jaarlijkse sabbatten! Als er een jaarlijkse sabbat op vrijdag of zondag valt, dan dient men zoveel mogelijk kook- en afwaswerk op die jaarlijkse sabbat vóór en ná de wekelijkse sabbat te doen, want de wekelijkse sabbat is heiliger.
Dit is van belang om te beseffen dat de Grote Verzoendag nog heiliger is! Op de jaarlijkse sabbat, zoals Pinksteren, moet je rusten, mag je niet werken, maar je mag wel je eten bereiden. De wekelijkse sabbat is zo heilig dat men niet mag werken en ook geen eten bereiden. Nu was in de Oudheid een vuur maken en eten bereiden een hoop werk, het gaat dus om dat werk. Niet om het afstrijken van een lucifer. Het gebruik van moderne middelen en technieken, zoals ovens en magnetron, halen ons juist het werk uit handen.
Er zijn dus drie soorten sabbatten van 24 uur: de jaarlijkse sabbat, de wekelijkse sabbat en de Grote Verzoendag, ofwel de Sabbat der sabbatten. Op de jaarlijkse sabbat mocht men èn koken èn eten; op de wekelijkse sabbat mocht men niet koken, maar wèl eten en op de Grote Verzoendag mocht men 24 uur lang zelfs niet eten (zwakken, zieken, zwangeren en zogenden uitgezonderd).
De frequentie
De frequentie van handelingen, en het afnemen daarvan, geeft ook de heiligheid weer. Brandoffers en alle zaken op het tempelplein, de zangers, de Levieten, het ging elke dag de hele dag door!
De priesters kwamen ook wel dagelijks in het Heilige om de lampen te verzorgen en om wierook te offeren, maar dat was alleen op bepaalde momenten. Er heerste rust, stilte en heiligheid in het Heilige. De toonbroden in het Heilige werden door de priesters niet dagelijks vervangen, maar werden alleen op de sabbat vervangen (1Kron 9:32).
En zo krijgt ook die Grote Verzoendag zijn heilige status. Slechts één keer per jaar mocht de hogepriester de Ark in het Heilige der heiligen naderen, met het bloed van de geitebok die door het lot aangewezen was, en wel op de Grote Verzoendag! We zien dan dus de heiligste persoon (qua functie), op de heiligste plek, op de heiligste tijd! … staan voor de troon en voor het aangezicht van de Heiligste God!
Het fysieke <-> het geestelijke
Ten overstaan van de eeuwige, heilige, Schepper van hemel en aarde, de allerhoogste en in feite enige God, die een groot Licht is, die Geest is, is al het fysieke onrein, onheilig. Men kan God niet in trots of hoogmoed naderen. Om het volk te doordringen van dat allerheiligste moment moesten zij zich verootmoedigen. Door te vasten, door niet te eten stopt zelfs het lichaam zijn werk. De hogepriester mocht zijn mooie kleren niet aan doen en moest zich vele malen baden, reinigen en in gewone linnen priester kleding de grote God in het Heilige der heiligen naderen.
De profeten beseften heel goed dat zij als mensen onrein waren, wanneer zij in visioenen de grote en geduchte God van Israël zagen (Jes 6:5). Als ons fysieke ‘zijn’ al onheilig is in Gods aanwezigheid, dan is het strelen van de zinnen dat des te meer: vasten dus. Het is logisch – ook al wordt het niet genoemd – dat men op de Grote Verzoendag ook niet ‘tot de vrouw mocht naderen’, geen seksuele gemeenschap dus.
God verbood Israël wel expliciet seksuele handelingen, door Mozes, de dagen vóór Hij op de berg Sinaï neerdaalde en de Tien Geboden gaf. Geen seks hebben is ook een vorm van vasten, van zich vernederen:
En de HERE zeide tot Mozes: Ga tot het volk; heilig hen heden en morgen, en laten zij hun klederen wassen. En tegen de 3e dag zullen zij gereed zijn, want op de 3e dag zal de HERE nederdalen voor de ogen van het gehele volk op de berg Sinaï … Toen daalde Mozes de berg af … hij heiligde het volk en zij wiesen hun klederen. En hij zei tot het volk: Weest over 3 dagen gereed, nadert niet tot een vrouw (Exodus 19:10-15).
Wat gebeurde er …
Het is moeilijk om de gebeurtenissen van de Grote Verzoendag op een kunstmatige manier te scheiden in:
- Verzoendag & Israël en in III. Verzoendag & Jezus/Behoud, en daarom zullen we gelijk al op de geestelijk betekenissen van de plechtigheden ingaan.
Men dient de volgende zes symbolen of schaduwen in de gaten te houden om straks de sprong te kunnen maken naar de betekenis van de Verzoendag voor de christen, voor de Gemeente.
- het verzoendeksel = Gods Troon
- de geslachte bok = de gestorven Jezus
- de hogepriester = de opgestane & wederkerende Jezus
- de bok Azazel = de Satan, de Duivel
- de man met de bok = de engel met ketens
- de woestijn, de klif = de bodemloze put
Na vele reinigingen en offers trad de hogepriester met het bloed van de eerste bok het Heilige der heiligen binnen en sprenkelde dit éénmaal op het Verzoendeksel, en zevenmaal vóór het Verzoendeksel. Wanneer dat eenmaal gebeurd was, dan legde de hogepriester al de zonden op de kop van de levende geitebok. Een ‘man die gereed stond’ bracht de ‘levende bok voor Azazel’ naar de woestijn, en de Talmoed vertelt ons dat in de Tweede Tempel periode die bok van een klif gestoten werd, om te voorkomen dat hij ooit weer terug naar Jeruzalem zou komen met al de zonden van het volk.
Openbaring 19-22: de sleutel!
Het Judaïsme heeft het boek Openbaring niet, maar daarin staat de sleutel tot de betekenis der najaarsfeesten. Bazuinendag is de Wederkomst van Christus (Opb 19), de Grote Verzoendag is de verbanning van Satan (Opb 20:1-3) ná die Wederkomst, het Loofhuttenfeest verbeeldt het Messiaanse Vrederijk van 1000 jaar (Opb 20) en de Achtste Dag verbeeldt de ‘happy end’, het Nieuwe Jeruzalem (Opb 21-22).
De chronologie van de gebeurtenissen (van Opb 19-22) openbaart de chronologie en betekenis van de najaarsfeesten vanaf de Tweede Komst van Jesjoea HaMasjiach. Elke viering van de Grote Verzoendag was en is dus óók een heenwijzen, naar die grote gebeurtenis van Openbaring 20:1-3,
En ik zag een engel nederdalen uit de hemel met de sleutel des afgronds en een grote keten in zijn hand; en hij greep de Draak, de Oude Slang, dat is de Duivel en de Satan, en hij bond hem 1000 jaren, en hij wierp hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden …
Pascha <-> Verzoendag
De voorjaarsfeesten staan voor de gebeurtenissen van de Eerste Komst en de najaarsfeesten staan voor de gebeurtenissen van de Tweede Komst van de Messias; maar dat is toch iets te simpel. Er zijn ook eindtijd betekenissen te vinden in de voorjaarsfeesten – zo kan men bijvoorbeeld in Pinksteren een symbool voor het Vrederijk zien – en andersom zijn er óók wel betekenissen met betrekking tot de Eerste Komst te vinden in de najaarsfeesten!
De Grote Verzoendag in de 7e maand is duidelijk een tegenhanger van Pascha in de 1e maand. In beide gevallen gaat het om mannelijke bokken/rammen van het kleinvee, die in beide gevallen de geslachte Christus voorstellen. In beide gevallen wordt het dier op de 10e der maand uitgekozen, echter de Pascharam sterft 4 dagen later op de 14e Nisan, terwijl de geitebok van de Grote Verzoendag, dezelfde dag nog (10e Tisjri) geslacht wordt. Grote verschillen zijn er ook. Alléén het bloed van de bok van de Grote Verzoendag wordt in het Heilige der heiligen gebracht. En op de Verzoendag waren er twee bokken.
1e & 2e Komst
De voorjaarsfeesten staan vooral voor de 1e Komst en de najaarsfeesten vooral voor de 2e Komst van Christus. Dat verklaart dan ook mooi dat er geen 2e bok bij de voorjaarsfeesten is. Vóór, tijdens en ná de dood van Christus bleef Satan gewoon als gouverneur, als Vorst der duisternis, op deze aarde! Geen verbanning toen van een tweede bok! De handelingen op de Grote Verzoendag verbeelden niet alleen de verzoening van God met de mensheid door het vergoten bloed van Christus (=1e bok), maar óók de verbanning van Satan (=2e bok).
Alhoewel Pascha & de Grote Verzoendag dezelfde gebeurtenis, de dood van Jezus Christus op Golgotha verbeelden, is er een nuanceverschil in de betekenis van de gebeurtenissen en ook in de plechtigheden.
Familiaal <-> Nationaal
Persoonlijk <-> Mondiaal
Het eerste Pascha was een persoonlijk, familiaal, iets. Elk familiehoofd moest voor zijn eigen gezin een Pascha-ram slachten. Vanaf de tabernakel dienst was er op Grote Verzoendag slechts één bok om het hele volk nationaal te verzoenen met God. Zo kan de christen deze twee Feesten ook relateren aan de twee komsten van de Here Jezus.
De voorjaarsfeesten Pascha, Ongezuurde Broden en Pinksteren slaan eerst en vooral op ons persoonlijke behoud als individu, als christen, op onze persoonlijke verzoening met God.
De najaarsfeesten met de Grote Verzoendag, die in het OT al een nationale betekenis hadden, slaan vooral op de profetische verzoening van Israël, met God, door hun Messias, maar ook op een mondiale verzoening van de mensheid met God. Dit komt door de kruisdood van Jezus, maar óók door de Wederkomst van Jezus en de Verbanning van Satan (Azazel). Bij de voorjaarsfeesten ligt de nadruk op mijn persoonlijk behoud als christen: God gaf Zijn Zoon (Pascha), Jezus stond op uit de dood (DOB), de Heilige Geest werd uitgestort (Pinksteren).
Bij de najaarsfeesten echter is de nadruk mondiaal! Jezus keert weer (Bazuinendag) om de wereld van de ondergang te redden; God verzoent Israël en de wereld met Zichzelf en laat Satan opsluiten (Grote Verzoendag); de Heilige Geest wordt uitgestort op alle vlees, op alle mensen in de wereld (Loofhuttenfeest), zodat er mondiaal vrede komt.
Iets andere volgorde …
In een iets andere volgorde verbeelden Bazuinendag, Verzoendag & Loofhuttenfeest óók Vader, Zoon en Geest, zoals de voorjaarsfeesten dat ook al deden:
De Zoon: Op de eerste dag der Ongezuurde Broden verschijnt de Zoon èn op de Bazuinendag verschijnt de Zoon als Koning der koningen en Heer der heren (Opb 19).
God verzoent ons met Zichzelf door Pascha, èn verzoent de wereld met Zichzelf door Grote Verzoendag, door dan tevens Satan te verbannen.
De Heilige Geest wordt uitgestort op Pinksteren, binnen de gemeente, op degenen die persoonlijk in Christus geloven, èn de Heilige Geest wordt in het Vrederijk (Loofhutten) mondiaal op alle vlees uitgestort.
Pascha Vader 6. Verzoendag
Ongez. Br. Zoon 5. Bazuinendag
Pinksteren Geest 7. Loofhuttenfeest
De najaarsfeesten zijn een herhaling van zetten, maar dan met een mondiale betekenis, waarbij de tot één hout gemaakte huizen van Israël & Juda (Eze 37), nationaal, de wereld zullen voorgaan.
Grote Verzoendag & Vasten
Nu wordt er wel eens beweerd, dat de Feesten van de HEER vastzitten aan de tabernakel of tempeldienst. Dat is natuurlijk niet zo, want we zagen al dat de Sabbat, Pascha en Ongezuurde Broden reeds eerder ingevoerd werden als altoosdurende inzettingen voordat er een tabernakel was. Wanneer de tabernakel of tempel verdwijnt, blijven de heilige tijden gewoon daar, en kan men gewoon de dingen blijven doen die bij die dagen horen, zoals rusten, niet werken, een Heilige Samenkomst hebben en op de Verzoendag zich verootmoedigen door te vasten.
In de jaren tussen de eerste en tweede tempel (586-516 vChr.) werden die dagen gewoon geheiligd (door Juda), ook al was er geen tempel. God ‘deed ook mee’ door op de 10e Nisan en op de Nieuwe Manen ‘het Woord des Heren’ tot Zijn profeten (Ezechiël & Haggaï) te laten komen, terwijl er geen tempel meer was. Het principe is dat men blijft doen wat men kan doen.
Verootmoedigen = Vasten
Moderne, westerse christenen, uit protestantse hoek, staan vaak ver van vasten af en hebben daar geen zin in. Er staat nergens in Leviticus 16 dat er ‘gevast’ moet worden, hoort men dan al gauw, er staat ‘verootmoedigen’.
Dit is een kwestie van vocabulaire. Om de één of andere reden gebruikt Mozes in de Pentateuch nooit het Hebreeuwse woord, ‘tsoem (צוּם)’, vasten, maar in plaats daarvan verootmoedigen, kastijden. Dit heeft met het vocabulaire van Mozes te maken. Het woord vasten (צוּם) komt pas in Richteren 20:6 voor het eerst in de Bijbel voor! Maar Mozes heeft wel degelijk tweemaal 40 dagen gevast in zijn ontmoeting met de grote God! En dat is waar de Grote Verzoendag onder anderen voor staat: naderen tot God!
De rest van de TeNaCH (OT) maakt duidelijk dat ‘vasten’ en ‘zich verootmoedigen’ als synoniemen gebruikt worden. Men kan op verschillende manieren zich verootmoedigen, maar de ultieme manier is totaal niet eten en drinken! De onderstaande parallellismes bewijzen dat:
Toen riep ik [Ezra] daar, bij de rivier Ahawa, een vasten uit om ons te verootmoedigen voor onze God, en van Hem een voorspoedige tocht af te smeken voor ons … (Ezra 8:21).
Maar mij aangaande, toen zij ziek waren, was een rouwgewaad mijn kleed, ik [David] verootmoedigde mij met vasten, en mijn gebed keerde in mijn boezem weder (Ps 35:13).
Waarom vasten wij, als Gij er toch niet op let: verootmoedigen wij ons, als Gij er toch geen acht op slaat? Zie, op uw vastendag doet gij zaken en drijft gij al uw arbeiders aan. … Zou dit het vasten zijn, dat Ik verkies, een dag, waarop de mens zichzelf verootmoedigt: dat hij zijn hoofd laat hangen als een bieze … Noemt gij dat een vasten, dat een dag die de HERE welgevallig is? (Jes 58:3-5).
De ultieme vorm van zich te verootmoedigen is door te vasten: David verootmoedigde zich door vasten. In Jesaja 58 keert God zich niet tegen vasten op zich, maar Hij is tegen vasten met een verkeerd hart.
Het woordje ‘tsoem’(צוּם) wordt wel degelijk gekoppeld aan het vasten in de zevende maand (Tisjri): Zo zegt de HERE der heerscharen: Het vasten (צוּם) der vierde, vijfde, zevende en tiende maand zal voor het huis van Juda worden tot vrolijkheid en vreugde, ja tot blijde feesten; hebt dan de waarheid en de vrede lief (Zacharia 8:19).
Doodstraf
Een ander bewijs dat God met verootmoedigen vasten bedoelde is de bepaling dat er een doodstraf op stond indien men zich niet verootmoedigde:
Op die dag zult gij generlei arbeid verrichten, want het is de Verzoendag, om over u verzoening te doen voor het aangezicht van de HERE, uw God. Want ieder die zich op die dag niet zal verootmoedigen, zal uitgeroeid worden uit zijn volksgenoten (Lev 23:28-29).
Het verootmoedigen was dus iets zichtbaars zoals ‘niet eten en drinken’. Als men wel at of dronk was men schuldig.
Lukas: De Vasten
Mensen veranderen vaak de oorspronkelijke terminologie naar een deel van de plechtigheid, zo ook in de Bijbel. Zo wordt de Pascha maaltijd op een gegeven moment kortweg Avondmaal genoemd, omdat het ’s avonds plaats vond. Zo zijn er ook sabbatvierders die op de 14e Nisan Avondmaal vieren met voetwassing en die avond de voetwassing noemen!
De Joden vastten op de Grote Verzoendag, en men noemde die dag vaak: de Vasten. Lukas doet dit ook:
En toen door het vele tijdverlies de vaart reeds bedenkelijk werd, daar ook de Vasten [=Grote Verzoendag] reeds achter de rug was waarschuwde Paulus hen … Mannen, ik zie, dat de vaart met ongerief en grote averij gepaard zal gaan … (Hand 27:9-10).
In de Oudheid voeren Grieken en Romeinen rustig en veilig op de Middellandse Zee vanaf Ongezuurde Broden tot aan het Loofhuttenfeest. Als de Grote Verzoendag eenmaal voorbij was begon het winterseizoen van wind, regen en stormen en kon men zich eigenlijk niet meer veilig op zee begeven.
De Griekse arts Lukas schrijft in zijn tweede boek voor de Griek Theofilus en noemt daarbij de Grote Verzoendag èn noemt die dag ‘de Vasten’! De Vasten, de Verzoendag, was reeds voorbij.
Dit bewijst enerzijds dat er op de Grote Verzoendag gewoon standaard gevast werd, ook toen, èn dat de terminologie èn het gebruik dusdanig gewoon voor de Grieken Lukas en Theofilus waren, dat Lukas deze tijdsaanduiding gebruikte zonder die uit te leggen.
Deze schipbreuk van Paulus op Malta (ca. 60 AD) speelt zich wel zo’n 30 jaar ná de dood en opstanding van Jezus Christus af! Het toont gewoon dat de Nieuw Testamentische Gemeente Gods alle sabbatten en feesten toen nog vierde! En de Grote Verzoendag vierde men in de verstrooiing door op die dag niet te werken, maar door te rusten, te vasten en naar de samenkomst te gaan!
Er zijn verschillende vormen van vasten. Men kan vasten door zich van lekkernijen te onthouden, of door wel te drinken en niet te eten, of door een totaal vasten: geen eten en geen drinken. Heilig, heiliger & heiligst toegepast op vasten geeft:
Geen lekkernijen -> heilig
Wel drinken, niet eten -> heiliger
Niet eten en drinken -> heiligst
Vasten is ook de meest ultieme vorm van gebed! We kunnen bidden, smeken … vasten! Heilig, heiliger & heiligst toegepast op bidden geeft:
Vragen, bidden -> heilig
Smeekbedes, tranen -> heiliger
Vasten -> heiligst
Vasten geeft een grote ernst aan het gebed, aan de smeekbede. Toen het kind eenmaal dood was stopte David met vasten! Met verootmoedigen en vasten probeerde hij God te verbidden.
Waarom zouden wij nu vasten?
Ja, maar, zeggen velen, Jezus Christus is gestorven en heeft alles volbracht, waarom zouden wij nu nog vasten?
Bovenstaande vraag toont meestal de achtergrond van de vraagsteller. Joden, Moslims en Katholieken zijn gewend te vasten. Protestanten zien deze gewoonte vaak als achterhaald, maar dat is onjuist. Vasten is een essentieel onderdeel van de drie ‘wanneers’ van de Bergrede!
Er staat niet ‘indien’, maar driemaal ‘wanneer’! Wanneer gij dan aalmoezen geeft (Mt 6:2) … En wanneer gij bidt (Mt 6:5) … En wanneer gij vast (Mt 6:16) … Jezus gaf ons instructies ‘hoe te vasten’ in de Bergrede:
En wanneer gij vast, toont dan niet, zoals de huichelaars, een somber gelaat; want zij maken hun aangezicht ontoonbaar, om zich aan de mensen te vertonen, wanneer zij vasten. Voorwaar, Ik zeg u, zij hebben hun loon reeds. Maar gij, zalf uw hoofd, als gij vast, en was uw gelaat, om u niet bij uw vasten aan de mensen te vertonen, maar aan uw Vader, die in het verborgene is; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden (Mt 6:16-18).
Zouden we wel in de loop van het jaar vasten en dan niet op de heiligste dag, de Verzoendag, de Sabbat der sabbatten?
De Bruidegom is niet hier!
Jezus Christus zei dat zijn volgelingen zouden vasten, zodra de Bruidegom er niet zou zijn!
Toen kwamen de discipelen van Johannes tot Hem en vroegen: Waarom vasten wij en de Farizeeën wel, maar uw discipelen niet? Jezus zei tot hen: Kunnen soms bruiloftsgasten treuren, zolang de bruidegom bij hen is ? Er zullen echter dagen komen, dat de bruidegom van hen weggenomen is, en dan ZULLEN zij vasten (Mt 9:14-15).
Dat geeft dan ook gelijk een reden voor ons vasten, dat de Bruidegom kome! Dat is de Bazuinendag! Dat de Satan verbannen worde! Dat is de Grote Verzoendag!
‘… dan door bidden en vasten!’
Sommige schrijvers suggereren dat de Verheerlijking op de Berg plaats vond op de laatste Bazuinendag voor de Pascha dood van Jezus. Daarom zou Petrus dan ook gezegd hebben, laat ons drie tenten (loofhutten) maken.
Het is interessant dat er daarna een gebeurtenis plaats vond, die men aan het vasten van de Verzoendag kan koppelen.
En toen … kwam iemand … en zei: Here, heb medelijden met mijn zoon … want dikwijls valt hij in het vuur en … in het water. En ik heb hem naar uw discipelen gebracht en zij hebben hem niet kunnen genezen. Jezus antwoordde … O, ongelovig … geslacht, hoelang zal Ik nog bij u zijn? … Breng hem Mij hier. En Jezus bestrafte hem en de boze geest ging van hem uit, en de knaap was genezen … Toen kwamen de discipelen bij Jezus en zeiden … Waarom hebben wij hem niet kunnen uitdrijven? Hij zei tot hen: Vanwege uw kleingeloof … Maar dit geslacht vaart niet uit dan door bidden èn vasten (Mt 17:14-21).
Dit is waarom wij bidden en vasten op de Verzoendag! Om God te bidden met vasten, om Zijn Zoon terug te sturen om de Satan te binden! (Lev 16 & Opb 20).
Ambassadeurs van Christus
Wij zijn als Ambassadeurs van Christus, van Gods Koninkrijk, dat straks over heel de aarde zal regeren. Daarom bemoeien wij ons als gezanten Gods ‘in den vreemde’ vaak niet met de lokale politiek van de koninkrijken dezer wereld. Wij vieren wèl reeds Sabbatten, Nieuwe Manen & Feesten van Gods Vrederijk!
In plaats van te stemmen, politiek te bedrijven, petities te ondertekenen, met referenda mee te doen, die de politiek van deze wereld zouden kunnen beïnvloeden, vasten wij op de Grote Verzoendag, om God te smeken, de Satan, de Duivel, de Oude Slang, de Tegenstander, de Vorst der duisternis, ‘uit te laten varen’ uit deze wereld, hem op te bergen in de afgrond en die te verzegelen, direct na de Komst van Jezus Christus, zodat er eindelijk een einde aan moorden, verkrachten, oorlog, porno, kinderslavernij, etc. zal komen!
En door elk jaar op die Verzoendag ons te vernederen – want wij met onze zonden zijn deel van deze zondige wereld – in ons vasten, verkrijgen wij ook het geloof, dat de Wederkomst van Jezus (Bazuinendag) en de Verbanning van Satan (Grote Verzoendag) even waar zullen zijn als Pascha & Pinksteren!
Koffie, thee, chocola, vet …
De moderne westerse protestantse christen kan tegenwoordig ook moeilijk meer vasten door zijn ‘verslaving’ aan cafeïne (in koffie, thee, cola, cacao, chocola), alcohol en te vet eten. Zodra men begint te vasten, komen er allerlei giftige stoffen vrij, die opgeslagen zijn in ons lichaam, waarbij wij binnen de kortste keren ons ziek voelen en hoofdpijn krijgen.
Dit is eenvoudig op te lossen. Stop vier dagen voor de Grote Verzoendag met koffie, de volgende dag met thee, daarna met chocola, cola en cacao, verminder en stop de alcohol en eet wat lichter en gemakkelijker verteerbaar voedsel de dagen vóór de Vastendag. U zult minder problemen hebben. Blijft u koffie, thee, chocola, cola, vet, alcohol in grote hoeveelheden consumeren, en stort u zich onvoorbereid in de Vasten, dan zult u waarschijnlijk constateren dat God het onmogelijke van u vraagt! En dat u een lichaam gekregen hebt waarmee niet valt te vasten! U bedriegt echter uzelf; elk gezond mens kan vasten.
U kunt de Bazuinendag óók zien als het signaal, dat u nog acht dagen de tijd hebt, uw lichaam te ‘knechten’, zodat u ‘normaal’ kunt vasten, en God verheerlijken, en het toch als een Feest (van de HEER) kunt zien! Het vasten onderstreept óók de grote lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid van God, Die ons ooit een opstandingslichaam zal geven, dat niet meer afhankelijk zal blijken te zijn van voedsel.
De Grote Verzoendag kent twee feestmalen, de laatste maaltijd kort vóór zonsondergang van de 9e Tisjri en de maaltijd ná zonsondergang van de 10e Tisjri, die de Vasten doorbreekt.
En de HERE sprak tot Mozes: Maar op de 10e van die 7e maand is de Verzoendag; een Heilige Samenkomst zult gij hebben en gij zult u verootmoedigen [=vasten] … Op die dag zult gij generlei arbeid verrichten, WANT het is de Verzoendag … Want ieder die zich op die dag NIET zal verootmoedigen, zal uitgeroeid worden [doodstraf] uit zijn volksgenoten. Ieder die enige arbeid verricht op die dag, zal Ik verdelgen [doodstraf] uit het midden van zijn volk. Generlei arbeid zult gij verrichten: het is een altoosdurende inzetting voor uw geslachten, in AL uw woonplaatsen [niet alleen in Jeruzalem bij de tempel]. Het zal u een volkomen sabbat [Heb.: Sabbat Sabbatton] zijn en gij zult u verootmoedigen. Op de 9e van de maand, des avonds, van avond tot avond, zult gij uw sabbat vieren (Lev 23:26-32).
Sabbat: van avond tot avond
Daar tegenwoordig veel gelovigen over gaan tot sabbatsviering, worden sabbatsbepalingen vaak uit onwetendheid overtreden. Men neemt het niet zo nauw. Al gauw duikt de kreet, We zijn vrij in Christus, weer op. Dat is waar, maar weet wel, dat Hij zijn Verzoendagen begon, vóór zonsondergang op de 9e Tisjri en beëindigde ná zonsondergang op de 10e Tisjri.
Het Hemelse Heiligdom
De Verzoendag verbeeldt natuurlijk ook hoe Jezus met zijn eigen bloed het hemelse heiligdom binnen ging:
11 Maar Christus, opgetreden als hogepriester der goederen, die gekomen zijn, is door de grotere en meer volmaakte tabernakel, niet met handen gemaakt, dat is, niet van deze schepping, 12 en dat niet met het bloed van bokken en kalveren, maar met zijn eigen bloed eens voor altijd binnengegaan in het heiligdom, waardoor Hij een eeuwige verlossing verwierf. 13 Want als reeds het bloed van bokken en stieren en de besprenging met de as der vaars hen, die verontreinigd zijn, heiligt, zodat zij naar het vlees gereinigd worden, 14 hoeveel te meer zal het bloed van Christus, die door de eeuwige Geest Zichzelf als een smetteloos offer aan God gebracht heeft, ons bewustzijn reinigen van dode werken, om de levende God te dienen? 15 En daarom is Hij de middelaar van een nieuw verbond, opdat, nu Hij de dood had ondergaan, om te bevrijden van de overtredingen onder het eerste verbond, de geroepenen de belofte der eeuwige erfenis ontvangen zouden. (Hebr 9:11-15).
Hoofdstuk 7 – 7e Feest van de HEER: Loofhuttenfeest
Het 7e totaal Feest van de HEER is het Loofhuttenfeest, het 6e jaarlijkse Feest, vanaf de Volle Maan, van 15 tot 21 Tisjri. De 7 is hier wel erg dominant! Van de totaal feesten (wekelijks + jaarlijks), is het Loofhuttenfeest het 7e Feest, van 7 dagen, in de 7e maand! En het is een schaduw, een embleem, voor het 7e Millennium, het Vrederijk, het Sabbatsrijk, de wonderbaarlijke wereld van morgen onder Jezus Christus.
Doordat er een Feest met de naam Achtste Dag aan vastgeplakt zit, denken velen dat het Loofhuttenfeest 8 dagen duurt, maar technisch gesproken is dat een apart Feest, met een eigen betekenis en géén Loofhuttenfeest meer. De Achtste Dag vormt wel een achtdaagse éénheid met het Loofhuttenfeest, zoals de Paschadag (14 Nisan), vastgeplakt zit vóór de Dagen der Ongezuurde Broden, óók een achtdaagse éénheid vormt met het Ongezuurdebrodenfeest.
Er staat nergens in de Schrift dat men acht dagen in Loofhutten moet wonen, daarentegen stelt Leviticus 23 zesmaal, dat men zeven dagen in Loofhutten (Sukkot, Tenten, tijdelijke onderkomens) moest wonen om de Uittocht in Tenten (40 jaar) te gedenken.
En de HERE sprak tot Mozes: Spreek tot de Israëlieten: Op de 15e dag [volle maan] van deze 7e maand begint het Loofhuttenfeest voor de HERE, zeven dagen lang. Op de eerste dag [15e] zal er een Heilige Samenkomst zijn; generlei slaafse arbeid zult gij verrichten. Zeven dagen zult gij de HERE een vuuroffer brengen … Doch op de 15e dag [volle maan] van de 7e maand, wanneer gij de opbrengst van uw land inzamelt, zult gij zeven dagen het Feest des HEREN vieren; op de 1e dag zal er rust zijn … Op de 1e dag zult gij vruchten van [1] sierlijke bomen nemen, [2] takken van palmen en [3] twijgen van loofbomen en van [4] beekwilgen, en gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht van de HERE, uw God, zeven dagen lang. Gij zult het als een Feest des HEREN vieren zeven dagen in het jaar, een altoosdurende inzetting voor uw geslachten; in de 7e maand zult gij het vieren. In Loofhutten zult gij wonen zeven dagen … Zo maakte Mozes de Feesttijden des HEREN … bekend (Lev 23:33-44).
In het land Israël beginnen de joden met de bouw van hun Sukkot daags na de Verzoendag, zij eten daar zeven dagen lang hun maaltijden in (erin ‘wonen’ meestal niet), en op de zevende dag wordt de Sukkah meestal opgeborgen, waarna zij de Achtste Dag als Heilige Sabbatdag vieren.
1. Loofhutten & de Natuur
Loofhuttenfeest, Feest der Tenten, Feest der Tabernakelen, is nog steeds een onvervulde schaduw, symbool, van het nog komende
7e Millennium! Dat heeft alles met natuur te maken. Na de Wederkomst (=Bazuinendag) van Jezus en na de Verbanning van Satan (=Grote Verzoendag), zal Gods Geest op alle vlees (=alle mensen) uitgestort worden, en zal de Natuur, de Schepping, gereinigd en hersteld worden, naar haar oorspronkelijk begin van de Hof van Eden. Wel fysiek, stoffelijk, maar zonder de vloek die op de Schepping rust sinds de eerste zonde van Adam & Eva.
Het venijn gaat eruit …
Velen die geen Loofhuttenfeest vieren, zien Jesaja 11, als een metafoor voor de hemel … maar zal Gods Woord ledig tot Hem wederkeren? Vele Bijbelverzen doen ons vermoeden, dat de verandering van het geweldadige karakter van de roofdieren, wel eens echt zou kunnen gebeuren!
Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden. Een koe en een beer grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw en een rund eten beide stro. Bij het hol van een adder speelt een zuigeling, een kind graait met zijn hand naar … een slang (Jes 11:6-8, NBV).
Het getal 11 duidt vaak op dwaasheid … is dit de 11 van dwaasheid om dit te willen geloven? Iets in mij verlangt ernaar om te willen geloven dat Jesaja 11 een letterlijke wederopstanding aanduidt van de Natuur van de Hof van Eden! Wel stoffelijk, maar niet gevallen; perfect, zoals God die ooit schiep! Er zijn zuigelingen en kinderen in deze profetie, die duiden op een fysiek doorleven van de mensheid onder Christus & Zijn Bruid, ná de Wederkomst!
Mensen zullen sterven …
Mensen zullen in het Vrederijk gewoon sterven, maar niet aan gruwelijke ziektes, of vermoord worden als 10-jarigen, of sneuvelen als 20-jarigen, of gedood worden in bomaanslagen als 30-jarigen! De oorlog zal niet meer geleerd worden, en de mensheid zal volkomen gezond leven:
En Ik zal juichen over Jeruzalem en Mij verblijden over mijn volk … Daar zal niet langer een zuigeling zijn, die slechts weinige dagen leeft, noch een grijsaard, die zijn dagen niet voleindigt, want de jongeling zal als 100-jarige sterven, zelfs de zondaar zal eerst als 100-jarige door de vloek getroffen worden. Zij zullen huizen bouwen en die bewonen, wijngaarden planten en de vrucht daarvan eten; zij zullen niet bouwen, opdat een ander er wone; zij zullen niet planten, opdat een ander het ete, want als de levensduur der bomen zal de leeftijd van mijn volk zijn … Zij zullen niet tevergeefs zwoegen en geen kinderen voortbrengen tot een vroegtijdige dood, want zij zullen een door de HERE gezegend geslacht zijn, en hun nakomelingen met hen (Jesaja 65:19-23).
Dit kan geen metafoor zijn voor de ‘hemel’. In het Koninkrijk Gods, in het Koninkrijk der Hemelen, in het Paradijs zullen wij als de engelen zijn, zegt Jezus, huwen wij niet meer en krijgen geen kinderen meer en leven ook geen lang en gelukkig leven meer tot 100+ jaar oud!
Wij zullen dan als de engelen zijn, onsterfelijk, maar Jesaja 65 (èn Jesaja 11) slaat op het Sabbats Vrederijk, dat verbeeld wordt door het Loofhuttenfeest!
Woestijnen bloeien …
Deze planeet bestaat voor 70% uit water en daar kan je niet wonen, waterwoestijnen zijn het. Van de 30% land bestaat nu nog veel uit bergwoestijnen, zandwoestijnen, ijswoestijnen (Antarctica, Groenland), maar de woestijnen zullen op de één of andere manier gaan bloeien:
De woestijn en het dorre land zullen zich verblijden, de steppe zal juichen en bloeien als een narcis; zij zal welig bloeien en juichen, ja, juichen en jubelen. De heerlijkheid van de Libanon is haar gegeven, de luister van de Karmel en van Saron; zij zullen aanschouwen de heerlijkheid des HEREN, de luister van onze God (Jesaja 35:1-2).
De Dode Zee zal leven …
In het Hebreeuws heet de Dode Zee, Yam HaMelach, de Zoutzee, het zoutste en laagste punt op aarde (Dode Zee, hoogte wateroppervlak, –430m t.a.v de Middellandse Zee, diepste deel min 800m, nog 370m dieper). Zij zal weer zoet worden, op wat poelen na, en gaan leven:
Hij zeide tot mij: Dit water stroomt naar de oostelijke landstreek, vloeit af naar de [Jordaan] Vlakte en komt in de [Dode] Zee; in de Zee wordt het uitgestort, zodat haar water gezond wordt [een proces dus!]. En alle levende wezens die er wemelen, zullen leven, overal waar de beek komt, en er zal zeer veel vis zijn, WANT als dit water daarheen komt, DAN wordt het water van de zee gezond. Overal waar de beek komt, zal alles leven. Vissers zullen erlangs staan van En-Gedi tot En-Eglaim; het zal een plaats zijn om de netten uit te spreiden, en de vissen erin zullen van allerlei soort zijn, zoals de vissen van de Grote Zee [=Middellandse Zee], zeer talrijk. Maar de moerassen en poelen ervan zullen niet gezond worden; zij zijn aan het zout prijsgegeven (Ezechiël 47:8-11).
Er lijkt ons meer geloof voor nodig om dit als metafoor te zien, dan om dit als een profetie te zien! Het duizendjarig vrederijk – waar geen oorlog meer geleerd zal worden, en iedereen te eten zal hebben en niemand aan ziekte voor zijn tijd zal sterven – wordt in Gods Feesten verbeeld door het Loofhuttenfeest. De Natuur zal hersteld worden tot haar oorspronkelijke staat, zoals die was op de 7e dag, op de Sabbat van Genesis 2:1-3. Het zal weer zéér goed zijn (tov me’od!).
2. Loofhutten & Israël
Bovenstaande profetieën gelden natuurlijk niet alleen voor de aarde, maar eerst en vooral voor Israël, Gods eerstgeboren zoon! Dan zult gij tot Farao zeggen: Zo zegt de HERE: Israël is mijn eerstgeboren zoon (Ex 4:22).
Maar voor Israël heeft het Loofhuttenfeest niet alleen deze profetische betekenis, maar ook een agrarische betekenis en ook een historische betekenis.
Agrarisch Feest
De oorspronkelijke naam van dit Feest was anders, namelijk Feest der Inzameling: … het Feest der Inzameling aan het einde des jaars, wanneer gij uw vruchten … ingezameld hebt (Ex 23:16) … en het Feest der Inzameling bij de wisseling des jaars (Ex 34:22) … wanneer gij de opbrengst van uw land inzamelt, zult gij 7 dagen het Feest des HEREN vieren … (Lev 23:39). Het Loofhuttenfeest zult gij 7 dagen vieren, wanneer gij de opbrengst hebt ingezameld … van uw perskuip (Dt 16:13).
Het is dus allereerst een Oogstfeest. Tezamen met de Achtste Dag vormt het een ‘achtdagen durende Dankdag’! Direct na het Feest ging men in de 7e maand, Tisjri, de akkers ploegen. Tijdens het Feest, met name op de 7e dag, bad men voor regen voor het nieuwe seizoen. Het was op die zevende en laatste dag van het Loofhuttenfeest dat Jezus zei: En op de laatste, de grote dag van het Feest, stond Jezus en riep, zeggende: Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! (Joh 7:37).
Tegen het einde van de maand Tisjri was het meeste van de oogst van dat jaar ingezameld, en dankte men God voor de oogst!
Historisch Feest
Maar voor het volk Israël was het Loofhuttenfeest ook een Feest dat de Uittocht uit Egypte herdacht, net als de Sabbat, Pascha, Ongezuurde Broden en Pinksteren. Alleen de Grote Verzoendag, Bazuinendag en de Achtste Dag worden niet in verband gebracht met de Uittocht uit Egypte: Gij zult het als een Feest des HEREN vieren 7 dagen in het jaar, een altoosdurende inzetting voor uw geslachten; in de 7e maand zult gij het vieren. In loofhutten zult gij wonen 7 dagen; allen die in Israël geboren zijn, zullen in loofhutten wonen, OPDAT uw geslachten weten, dat Ik de Israëlieten in hutten heb doen wonen, toen Ik hen uit het land Egypte leidde … (Lev 23:41-44).
Uit de rest van het OT weten we dat de Israëlieten in tenten woonden, alleen het Nederlands en Duits geven Loofhuttenfeest voor Sukkot. Het Frans en Engels geven la Fête des Tabernacles en the Feast of Tabernacles. Een tabernakel is een tent, van het Latijnse tabernaculum, woning, tent. De bovenstaande reden geeft ook al aan dat het Loofhuttenfeest los staat van een tempeldienst. De tabernakel offerandedienst kwam pas vanaf de Nieuwe Maan van Nisan in het tweede jaar van de Uittocht op gang. Toen hadden de Israëlieten al één jaar lang in ‘tenten’, in ‘sukkot’, gewoond, sinds hun vertrek uit Raämses. Het vieren van het Loofhuttenfeest is een altoosdurende inzetting en staat dus los van een tempeldienst.
Omdat de Israëlieten 40 jaar lang rond trokken in tenten, staat het Feest niet zo zeer voor de Uittocht zelf, dan wel voor die 40 jaren dat zij geen huizen hadden, noch in Egypte, noch in Kanaän, maar in tenten woonden.
Feest van Onderwijs
Voor God waren de Feesten in het algemeen, en het Loofhuttenfeest in het bijzonder, tijden om Zijn volk Israël door 1. de priesters, 2. de Levieten en 3. oudsten te onderwijzen in de Torah (wet).
Eens in de zeven jaar moest de Torah in zijn geheel op het Loofhuttenfeest voorgelezen worden. Ten tijde van Christus was dit gebruik al verdrongen door een leesrooster van drie jaar, en in onze tijd leest men in het Judaïsme de Pentateuch in één jaar tijd. Jesaja 53 schiet er dan helaas bij in, en staat niet meer op het leesrooster!
Toen Mozes deze wet [Torah] opgeschreven had, gaf hij ze aan [1] de priesters, [2] de zonen van Levi … en aan [3] al de oudsten van Israël. En Mozes gebood hun: Na verloop van 7 jaar, op de bepaalde tijd van het jaar der kwijtschelding, namelijk het Loofhuttenfeest, wanneer geheel Israël opgaat … zult gij deze wet [Torah] ten aanhoren van geheel Israël voorlezen. Roep het volk tezamen, [1] mannen, [2] vrouwen en [3] kinderen, ook [4] de vreemdeling … OPDAT zij ernaar horen en de HERE, uw God, leren vrezen en AL de woorden dezer wet [Torah] naarstig onderhouden, en OPDAT hun kinderen, die er niet van weten, het horen en de HERE, uw God, leren vrezen … (Dt 31:9-13).
3. Loofhutten & Jezus/Behoud
Vrijwel de meeste bovenstaande betekenissen van Sukkot, van Loofhuttenfeest, krijgen een tweede betekenis in Jezus, in ons behoud. De driedeling I. Oogst, II. Israël en III. Jezus/Behoud is enerzijds wel handig, maar vaak ook kunstmatig. Natuurlijk zijn de Feesten allereerst oogstfeesten, en ja, ze werden door God aan Israël gegeven, maar vrijwel elke agrarische en historische betekenis heeft een geestelijke verdieping. Het zijn de Feesten van Jezus. Als de Eerste & Laatste gaf Hij ze aan Israël, vierde ze Zèlf tijdens zijn leven als mens, en zal Hij ze straks wereldwijd opleggen (Jes 66:23).
Geestelijke verdieping
Het Loofhuttenfeest kent vele geestelijke betekenissen met betrekking tot Jezus, en tot zijn profetisch Koningschap over deze aarde in het Vrederijk.
-De Beweeggarve stelt de opgestane Christus voor, en de gerste- en tarweoogst de opgestane Eerstelingen, de Heiligen die in het geloof gestorven zijn van Abel tot en met de Twee Getuigen (Opb 11). De rest van de oogst, van en voor het Loofhuttenfeest, echter, verbeeldt de oogst van miljoenen (miljarden?) zielen tijdens het Messiaanse Vrederijk.
-Het Loofhuttenfeest verbeeldt óók het Vredige Millennium, onder Jezus Christus & de Heiligen, na 6000 jaar oorlog onder Satan.
-Het wonen in tenten van Israël gedurende de 40 jaar, is óók een beeld hoe de Rots (Jezus) met ons meetrekt vanuit Egypte (de zonde), tot en met de doortocht door de Jordaan (de dood), het Beloofde Land (Gods Koninkrijk) binnen, onderwijl wonend in onze Loofhut (ons vlees, onze tijdelijke tent), al manna (Gods Woord) etende, drinkende uit de Rots (Jezus).
-De tent, de tabernakel, de tijdelijke woning, de Loofhut, verbeeldt dat Jezus onder ons gewoond, getabernakeld, heeft.
-Ons lichaam is als een tent, een tabernakel, een tijdelijke woning, waaraan wij tijdelijk onderworpen zijn, en waaruit wij verlost moeten worden.
-De onderwijzing van het volk gedurende het Loofhuttenfeest, geboden in de Torah, werd nauwgezet opgevolgd door Ezra en Nehemia: De gehele gemeente van hen die uit de ballingschap waren teruggekeerd, maakte loofhutten en woonde in de loofhutten … Er heerste dus zeer grote vreugde. Uit het Boek der Wet [Torah] Gods las men ELKE DAG voor, van de eerste tot de laatste dag [=zevende dag]; zij vierden zeven dagen Feest, en op de Achtste Dag was er een Feestelijke vergadering, volgens het voorschrift (Ezra 8:17-18). Alhoewel men op zijn laatste Loofhuttenfeest reeds op zijn leven uit was, ging Jezus naar Jeruzalem om het volk tijdens het Feest te onderwijzen. Heel Johannes 7 gaat over het Loofhuttenfeest en over hetgeen de Messias toen onderwees. Kijk naar de sleutelwoorden ‘leren’, ‘leer’, ‘onderricht’, ‘geleerd’ en ‘wet [Torah]’, die hier steeds genoemd worden (Joh 7:14-24):
Doch toen het Feest reeds op de helft was, ging Jezus op naar de tempel en leerde. De Joden dan verbaasden zich en zeiden: Hoe is deze zo geleerd zonder onderricht te hebben ontvangen? Jezus antwoordde hun en zeide: Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem, die Mij gezonden heeft; indien iemand diens wil doen wil, zal hij van deze leer weten, of zij van God komt, dan of Ik uit Mijzelf spreek … Heeft Mozes u niet de Wet [wet = torah = onderwijzing] gegeven ? En niemand van u doet de Wet [Torah] … (Joh 7:14-24).
Dit is tevens een beeld voor het feit dat in het Vrederijk, na Satans verbanning, Jezus als Koning der koningen en Heer der heren, de volkeren zal onderwijzen … 1000 jaar lang …:
En vele natiën zullen optrekken en zeggen: Komt, laten wij opgaan naar de Berg des HEREN, naar het Huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de Wet [Torah] uitgaan en des HEREN Woord uit Jeruzalem. En Hij zal richten tussen volk en volk en rechtspreken over machtige natiën. Dan zullen zij hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen; geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet meer leren (Jes 2:3-4).
Het Loofhuttenfeest staat dus óók voor een weeklang door God geleerd te worden, en het is daarom verheugend te zien dat steeds meer sabbatvierende christenen en messiaanse joden het Feest als een achtdaagse conferentie tezamen gaan vieren, waarop zij onderwijzen en leren, gedurende hun verblijf in hun tijdelijke woningen!
-Het volk dat niet optrekt in het Millennium om Loofhuttenfeest te vieren, zal dan geen regen (en geen zegen) krijgen (Zach 14).
-In het Millennium zal er door God een grote ‘sukkah’-achtige wolk gespannen worden boven Sion om droog te blijven:
Dan zal de HERE over het gehele gebied van de Berg Sion en over de Samenkomsten die daar gehouden worden, des daags een Wolk scheppen en des nachts een Schijnsel van Vlammend Vuur, want over al wat heerlijk is, zal een beschutting zijn. En er zal een hut [Heb.: Sukkah!] zijn tot een schaduw des daags tegen de hitte, en tot een schuilplaats en een toevlucht tegen stortbui en regen (Jesaja 4:5-6).
-Ten tijde van de tweede tempel ging men dagelijks water uit het badwater van Siloam halen en de priester goot dit zeven dagen lang, elke dag, over het altaar uit. De laatste en zevende dag, Hoshannah Rabba, ging dit gepaard met grote Feestvreugde. Deze ceremonie van water gieten op het altaar was zéér populair bij het volk en bij de Farizeeën. De Sadduceeën waren er tegen, omdat de Torah deze ceremonie niet vermeldt. Jezus vatte het Loofhuttenfeest, deze water ceremonie, het onderwijs geven op het Feest, en zijn eigen Persoon, perfect in één one-liner samen op deze zevende en laatste dag van het Loofhuttenfeest:
En op de laatste, de grote dag van het Feest [de Achtste Dag is een Feest en bestaat zelf maar uit één dag], stond Jezus en riep, zeggende: Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke! (Johannes 7:37).
De andere betekenissen zijn ‘slechts’ middel, Jezus Christus, Yeshua HaMashiach, is het Doel van alle Feesten. Als zon en maan straks niet meer nodig zijn in het Nieuwe Jeruzalem, zullen de aardse tijden, geteld door zonsondergangen en omwentelingen van aarde en maan, verdwijnen, en zo ook alle oogsten. Het enige wat dan nog overblijft, zijn alle vervulde betekenissen in het Lam, in Jezus Christus, in de Leeuw van Juda, in onze Heiland en Verlosser.
OPW 416 – Jezus is Koning
Jezus is Koning over de aarde,
Hij is de Heer over heel het heelal.
Hemel en aarde, getuigen van liefde,
zullen weer juichen als Hij komen zal.
Als Jezus komt dan verdwijnt al het duister,
komt er een einde aan honger en pijn.
Als Jezus komt dan verschijnt Hij met luister,
zal heel de aarde vol heerlijkheid zijn.
Dan zal de wolf met het schaapje verkeren,
dansen de lammen en blinden op straat.
Als alle stammen en volken Hem eren
komt er een vrede die eeuwig bestaat.
Iedere tong zal als Heer Hem verhogen,
liederen zingen met vurige stem.
Iedere knie is vol eerbied gebogen
als aller ogen gericht zijn op Hem.
Hoofdstuk 8 – 8e Feest van de HEER: de Achtste Dag
Het 8e totaal Feest van de HEER is de Achtste Dag, het 7e jaarlijkse Feest, op de 22e Tisjri. Het is een apart Feest, maar vormt als aangeplakte dag óók een achtdaagse éénheid met het zeven dagen durende Loofhuttenfeest. Het OT geeft ons weinig informatie over de betekenis van dit Feest, maar met het NT en Openbaring 19-22, wordt het wel duidelijk, wat de Eeuwige met dit Feest beoogt.
Achtste Dag & de Natuur & Achtste Dag & Behoud
Het is even zoeken, maar ook de Achtste Dag kan met de Natuur in verband gebracht worden. Echter, dan als een omkering van het eerste Feest, de Sabbat.
In geestelijke zin gaan de voorjaarsfeesten over de Eerste Komst van de Messias: 2. Pascha, God offert Zijn Zoon; 3. Dagen der Ongezuurde Broden, Jezus staat op uit de dood en 4. de Pinksterdag, de Heilige Geest wordt uitgestort.
In geestelijke zin gaan de najaarsfeesten over de Tweede Komst van de Messias, van Christus: 5. de Bazuinendag, Jezus komt terug; 6. de Grote Verzoendag, God verzoent de wereld met zijn Schepper en verbant Satan en 7. in het Vrederijk wordt de Geest op alle vlees uitgestort: 1000 jaar vrede!
Zoals de Sabbatdag het begin van de Natuur is, zo is de Achtste Dag het einde van de Natuur! God heeft van eeuwigheid tot eeuwigheid bestaan, heeft zijn troon, de hemel, de tabernakel in de hemel, aartsengelen, engelen, en geesten geschapen, waarvan een deel later Satan en demonen (gevallen engelen) werden, maar de engelen waren niet onderworpen aan sabbatten, nieuwe manen en feesten, en zijn dat in feite nog niet.
Schepping aardse tijd …
Door op de eerste dag de aarde, en op de vierde dag zon, maan en sterren te scheppen en op de zevende dag te rusten, schiep God ook aardse tijd: dagen, weken, maanden en jaren. De nieuwe dag begint met zonsondergang; de nieuwe week met de zonsondergang van de 7e dag; de nieuwe maand met de nieuwe maan en het nieuwe jaar, met de nieuwe maan van Nisan. In de scheppings-week schiep God dus ook de dag, de week, de maand en het jaar. En later openbaarde God de dagelijkse, wekelijkse, maandelijkse en jaarlijkse aanbidding van Hem door de mens, op die aardse tijden, in de rest van de Bijbel.
Geen zee, geen tijden meer …
De clou om de betekenis van de Achtste Dag te verstaan, is om te zien dat de volgorde 5. de Bazuinendag, 6. de Grote Verzoendag, 7. Loofhuttenfeest en 8. Achtste Dag, chronologisch terug te vinden is in de laatste hoofdstukken van de Openbaring van Jezus Christus (=Openbaring van Johannes):
- Bazuinendag (Wederkomst van Jezus Christus, Opb 19)
- Grote Verzoendag (Het Binden van Satan, Opb 20:1-3)
- Loofhuttenfeest (Het 1000-jarig rijk onder Jezus Christus en de Heiligen, Opb 20)
- Achtste Dag, (De Nieuwe Hemel, de Nieuwe Aarde & het Nieuwe Jeruzalem, Opb 21-22).
De profetieën over het Vrederijk enerzijds, en over de Nieuwe Hemel, Nieuwe Aarde en het Nieuwe Jeruzalem (Opb 21-22) anderzijds, worden nog wel eens door elkaar gehusseld. De profetieën van Jesaja 11, 65, 66, Ezechiel 37, 40-48, Zacharia 14, gaan over een VERnieuwde hemel, en een VERnieuwde aarde, maar het zijn nog steeds een fysieke hemel en aarde, maar dan vernieuwd, teruggebracht naar hun oorspronkelijke perfecte staat van de Hof van Eden, van Genesis 1-2. Alles is en blijft fysiek.
Daar zijn nog zeeën, zonsondergangen, daar zijn nog sabbatten, nieuwe manen en feesten, en er zal zelfs weer een fysieke tempel zijn (Ezechiël).
Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde [VERnieuwd dus!]; aan wat vroeger was, zal niet gedacht worden, het zal niemand in de zin komen … want zie, Ik schep Jeruzalem tot jubel en zijn volk tot blijdschap … En daarin zal niet meer gehoord worden het geluid van geween of van geschreeuw. Daar zal niet langer een zuigeling zijn, die slechts weinige dagen leeft, noch een grijsaard, die zijn dagen niet voleindigt, want de jongeling zal als 100-jarige sterven [maar hij sterft wèl!], zelfs de zondaar zal eerst als 100-jarige door de vloek getroffen worden. Zij zullen huizen bouwen en die bewonen, wijngaarden planten en de vrucht daarvan eten; zij zullen niet bouwen, opdat een ander er wone; zij zullen niet planten, opdat een ander het ete … Zij zullen niet tevergeefs zwoegen [maar er wordt wel gezwoegd!] en geen kinderen voortbrengen tot een vroegtijdige dood [niet vroegtijdig, maar de dood is er wel!], want zij zullen een door de HERE gezegend geslacht zijn, en hun nakomelingen met hen. En het zal geschieden, dat Ik antwoorden zal, voordat zij roepen; terwijl zij nog spreken, zal Ik verhoren. De wolf en het lam zullen tezamen weiden en de leeuw zal stro eten als het rund, en de slang zal stof tot spijze hebben; zij zullen geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn Heilige Berg, zegt de HERE (Jes 65:17-25).
En het zal geschieden van nieuwe maan tot nieuwe maan en van sabbat tot sabbat [de zon gaat nog steeds onder!], dat al wat leeft zal komen om zich voor mijn aangezicht neer te buigen, zegt de HERE (Jes 66:23).
Voor straf geen regen!
Allen, die zijn overgebleven van al de volken [van de fysieke volkeren dus, na de Grote Verdrukking], die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, zullen van jaar tot jaar [er zijn dus nog jaren, daar zijn dagen, weken en maanden en zonsondergangen voor nodig] heentrekken om zich neer te buigen voor de Koning, de HERE der heerscharen, en het Loofhuttenfeest te vieren. Maar wie … niet naar Jeruzalem zal heentrekken om zich voor de Koning, de HERE der heerscharen, neder te buigen, op hem zal geen regen vallen [er is nog regen op de VERnieuwde aarde], en indien het geslacht der Egyptenaren [er zijn nog Egyptenaren!] niet zal heentrekken en komen, op wie geen regen valt, dan zal toch komen de plaag [=straf voor zonde] waarmee de HERE de volken zal treffen, die niet heentrekken [er is nog zonde, er is nog ongehoorzaamheid] om het Loofhuttenfeest te vieren. Dit zal de straf [géén regen] zijn van de Egyptenaren en van alle volken die NIET heentrekken om het Loofhuttenfeest te vieren (Zacharia 14:16-19).
In het Vrederijk zijn nog zonde, straf, de dood (geen vroegtijdige), zonsondergangen, sabbatten, nieuwe manen, duister, slaap, begraven worden, Ezechiëls Tempel en zeeën. De Dode Zee zal zelfs zoet worden, op de poelen aan de randen na.
Het Nieuwe Jeruzalem
Het Nieuwe Jeruzalem van Openbaring 21-22 is heel anders. Die nieuwe wereld, die nieuwe stad, is gemaakt van niet aardse, niet stoffelijke ‘materie’ zou ik bijna zeggen, van niet stoffelijke ‘substantie’. Bij Gods Troon is er nu ook een altaar, een tempel, de glazen zee, aartsengelen, cherubs, serafijnen, en ik weet niet wat. Allemaal bestaande uit niet-stoffelijke substantie, wèl echt! De dieren voor Gods Troon, God, het Lam, de geesten, de engelen, etc. kunnen elkaar wel zien! Maar ze hebben geen zuurstof, water, aarde, voedsel, dit fysieke leven nodig! Zo is het in het Nieuwe Jeruzalem ook!
Het is er altijd licht! Dan is er geen zonsondergang meer, en dus ook geen dag, week, jaar of maand meer. Er is géén tempel, en er is géén zee meer … en vooral! Er is géén dood meer!
De Gouden Stad
En ik [Johannes] zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel, en de eerste [fysieke!] aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer [!]. En ik zag de Heilige Stad, een Nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de Hemel, van God, getooid als een Bruid … en God zelf zal bij hen zijn, en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn [!], noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen [dat is alles tot en met het Vrederijk] zijn voorbijgegaan … En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg, en hij toonde mij de Heilige Stad, Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God … en haar glans geleek op een zeer kostbaar gesteente, als de kristalheldere diamant [dit is het Hemelse Jeruzalem, van totaal andere substantie, en totaal andere afmetingen] … En de twaalf poorten waren twaalf paarlen: iedere poort afzonderlijk was uit een parel; en de straat der stad was zuiver goud, gelijk doorschijnend glas. En een Tempel zag ik in haar niet, want de Here God, de Almachtige, is Haar Tempel, en het Lam. En de Stad heeft de zon en de maan niet van node, dat die haar beschijnen, want de Heerlijkheid Gods verlicht haar en haar lamp is het Lam [géén sabbatten & nieuwe manen meer, het is dan de eeuwige sabbat] … en haar poorten zullen nooit gesloten worden [in het Vrederijk werden de poorten wèl gesloten!] des daags, want daar zal geen nacht zijn … En de Troon van God en van het Lam zal daarin zijn en zijn dienstknechten zullen Hem vereren, en zij zullen zijn aangezicht zien en zijn naam zal op hun voorhoofden zijn. En er zal geen nacht meer zijn en zij hebben geen licht van een lamp of licht der zon van node, want de Here God zal hen verlichten … (Opb 21-22).
Dàt is waar de Achtste Dag voor staat, voor de Happy End, voor ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’! De Sabbat is een herdenking van de Schepping! Het vieren van de Achtste Dag, is een vieren dat alles van de eerste schepping voorbij zal zijn, geen dood en verdriet meer, alleen nog maar Kinderen van God, in het Koninkrijk Gods. De Sabbat is het begin van alles, en de Achtste Dag is het afschaffen van alles en het wegdoen van aardse tijd, zoals dagen, weken en maanden.
God gaat dan weer door zoals voorheen, de 7000 jaren van aardse tijd, van sabbatten, nieuwe manen en feesten zullen dan voorbij zijn! Ze waren slechts middel! Ik schrijf al 25 jaar over zaken die uiteindelijk gaan verdwijnen! Maar in de 7000 jaren van aardse tijd en al het fysieke, zal God miljarden kinderen tot behoud gebracht hebben! Nu nog lager dan de engelen, zullen de kinderen Gods, dan, de engelen richten en met de Here God als Gods kinderen heersen.
8e Feest – Achtste Dag – Psalm 8
Psalm 8 geeft een goede clou voor de betekenis van Feest 8, de Achtste Dag: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet? Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt, en hem met heerlijkheid en luister gekroond (Psalm 8:4-5). Nu bijna goddelijk, maar dan niet meer ‘bijna’. In het Hemelse Jeruzalem zullen alle Heiligen ‘in het Koninkrijk Gods geboren kinderen Gods’ zijn!
1. Achtste Dag & Israël
Al het bovenstaande geeft de betekenissen voor de natuur, en de profetische betekenissen weer, en dus ook al III. Achtste Dag & Jezus/Behoud. Maar er zijn wel een aantal ‘achtste dagen’ in de TeNaCH (OT), die bovenstaande exegese staven.
De Acht is het getal van Behoud: dit komt duidelijk naar voren, toen de mensheid, door de acht in de ark, behoud vond, … in de dagen van Noach, terwijl de ark in gereedheid werd gebracht, waarin weinigen, dat is acht zielen, door het water heen gered [gered, behouden, en door hen de mensheid] werden (1Pe 3:20).
Het getal van Jezus, het Griekse Iésous, is in Gematria 888, drie achten, en de naam Jezus (Yeshua) betekent Behoud.
Besnijdenis op de 8e dag
Besnijdenis op de 8e dag is ook een beeld van behoud. Een ieder, die niet besneden was, moest uitgeroeid worden, En de onbesnedene, de man namelijk, die het vlees van zijn voorhuid niet laat besnijden, die mens zal uitgeroeid worden uit zijn volksgenoten: hij heeft mijn verbond verbroken (Gen 17:14).
Elk geboren jongetje in Israël ging zeven dagen lang als onbesneden Israëliet door het leven! Met een theoretische doodstraf boven zijn hoofd. De besnijdenis op zijn 8e dag, bracht hem (fysiek) behoud: Wie acht dagen oud is, zal bij u besneden worden, al wat mannelijk is in uw geslachten … (Gen 17:12).
Deze fysieke besnijdenis is een symbool voor de geestelijke besnijdenis, de besnijdenis van het hart, zowel in het OT als NT. Maar dat niet alleen, de besnijdenis op de 8e dag is ook een schaduw van het 8e Feest op de 8e Dag, aan het begin van het 8e millennium … wie dan niet besneden is van hart, wie dan nog onrein is, zal geenszins het Nieuwe Jeruzalem binnengaan!
De eerstelingen van het vee, mochten maar 7 dagen bij hun moeder blijven: Evenzo zult gij doen met uw runderen en met uw kleinvee: 7 dagen zullen zij bij de moeder blijven, op de 8e dag zult gij ze Mij geven (Ex 22:30).
De Heerlijkheid des HEREN
Mozes richt op de 1e Nisan (Nieuwe Maan) van het 2e jaar, de Tabernakel op, en heiligt Aäron en zijn zonen op diezelfde dag tot priester. Aäron en zijn zonen moeten zeven dagen in hun wijding blijven. Op de 8e dag mag Aäron pas voor het eerst offeren, hij zegent het volk voor het eerst op die 8e dag, en de HERE God verschijnt in Zijn heerlijkheid op die 8e Nisan (Lev 9:23)!
En van de ingang van de tent der samenkomst zult gij gedurende 7 dagen niet weggaan, tot de dag waarop de dagen uwer wijding vervuld zijn; want 7 dagen zal uw wijding duren … Bij de ingang van de tent der samenkomst zult gij dag en nacht, 7 dagen lang, blijven en gij zult het u door de HERE gegeven voorschrift in acht nemen, opdat gij niet sterft, want zo is mij geboden … Op de 8e dag riep Mozes Aäron, diens zonen … Toen naderde Aäron [op de 8e dag] tot het altaar en slachtte het kalf [zijn eerste daad] … Toen hief Aäron zijn handen op over het volk en zegende het [zijn eerste zegen] … Mozes nu en Aäron gingen in de tent der samenkomst en toen zij er weer uitkwamen, zegenden zij het volk [nog steeds die 8e dag], en de heerlijkheid des HEREN verscheen aan het gehele volk … toen het volk dat zag, juichten allen en wierpen zich op hun aangezicht (Numeri 8:33-9:24).
Alles in het bovenstaand verhaal is direct gerelateerd aan de betekenis van de Achtste Dag, het 8e Feest van de HEER. Het reinigen van de mensheid, en het scheppen van zonen en dochteren Gods zal 7000 jaar duren. Vanaf de 8e dag, het 8e millennium, zal die geestelijke schepping van Gods Kinderen klaar zijn: En Ik zal u tot Vader zijn en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Here, de Almachtige (2Kor 6:18).
Vele 8e dagen
Er zijn vele 8e dagen in het Oude Testament, steeds is er een reiniging, een heiliging van 7 dagen en vanaf de 8e dag is de persoon ‘rein’, aangenomen! Dat is zo bij menstruatie, bij de reiniging van de tempel, van de priesters, bij de lossing van de nazireeër gelofte, bij de besnijdenis, etc. Hieronder een aantal Bijbelverzen met een achtste dag, of over het Feest dat Achtste Dag heet:
Zeven dagen zult gij de HERE een vuuroffer brengen; op de Achtste Dag [22 Tisjri] zult gij een Heilige Samenkomst hebben … het is een Feest, generlei slaafse arbeid zult gij verrichten (Leviticus 23:36).
… op de Eerste Dag
[15 Tisjri] zal er rust zijn en op de Achtste Dag [22 Tisjri] zal er rust zijn (Lev 23:39).
Op de 8e dag zal hij [de nazireeër] 2 duiven naar de priester brengen (Num 6:10).
Op de Achtste Dag [22 Tisjri] zult gij een Feestelijke Vergadering hebben, gij zult generlei slaafse arbeid verrichten (Numeri 29:35).
En op de Achtste Dag [22 Tisjri] hielden zij [Salomo & volk na de tempelinwijding] een Feestelijke Vergadering, want de inwijding van het altaar hadden zij 7 dagen lang gevierd; het Feest duurde 7 dagen (2Kro 7:9).
Uit het boek der Wet Gods las men [Ezra, etc.] elke dag voor, van de eerste tot de laatste dag; zij vierden 7 dagen Feest, en op de Achtste Dag [22 Tisjri] was er een Feestelijke Vergadering, volgens het voorschrift (Neh 8:18).
En wanneer men die dagen voleindigd heeft, dan zullen de priesters op de Achtste Dag en daarna, op het altaar uw offers … bereiden, en Ik zal een behagen in u hebben [!!!], luidt het woord van de Here HERE (Eze 43:27).
Vanaf de Achtste Dag en daarna heeft God een welbehagen in zijn volk. Dit staat symbolisch voor het Achtste Feest, voor de Achtste Dag en voor het Achtste Millennium. Vanaf het 8e millennium heeft God voor eeuwig een welbehagen in zijn kinderen.
Dansen
In de Diaspora op de 9e dag, maar in Israël op de Achtste Dag, dansen de joden met de Torah rollen. Onze Torah (Torah = onderwijzing) is van Genesis tot en met Openbaring. Danst u mee, met uw Torah (uw Bijbeltje), op de Achtste Dag?
OPW 498 – Alleen door U
Er is een Stad, met gouden straten,
vol van Jezus’ heerlijkheid.
Er is een weg, die daarheen leidt;
daar is leven in eeuwigheid.
Alleen door U, alleen door U,
alleen door uw dood, uw liefde zo groot.
Nooit meer rouw, nooit meer tranen,
nooit meer lijden, nooit meer nood,
nooit meer pijn, nooit meer ziekte,
nooit meer onrecht, nooit meer dood.
Alleen door U, alleen door U,
alleen door uw dood, uw liefde zo groot.
Oh, de schuld is afbetaald, we kunnen eeuwig leven;
nu is er weer hoop, alleen door U.
Oh, eens zien wij uw gezicht en iedereen zal dansen in de Stad van onze God; alleen door U.
Altijd licht, altijd vrede, altijd blijdschap,
altijd feest, altijd wijn die blijft stromen,
op het grote bruiloftsfeest.
Alleen door U, alleen door U,
alleen door uw dood, uw liefde zo groot.
Oh, de schuld is afbetaald, we kunnen eeuwig leven;
nu is er weer hoop, alleen door U.
Oh, eens zien wij uw gezicht en iedereen zal dansen in de Stad van onze God; alleen door U
Verwijzing naar auteur
Voor meer studies van Bert Otten en het ontvangen van zijn (gratis) blad, zie deze pagina.
De afbeeldingen bij deze studie zijn toegevoegd door MessiaNieuws.
De inhoud van ingezonden studies verwoorden niet altijd geheel de standpunten en visie van MessiaNieuws.
Literatuurlijst
De Bijbel, NBG ’51, tenzij anders vermeld
De Feesten des HEREN, H.B. Slagter
De feesten van Israël, Evert van der Poll
Encyclopaedia Britannica, 11th edition, 1910, http://www.1911encyclopedia.org/Feast_of_Tabernacles
From Sabbath to Sunday, Samuele Bacchiocchi
God’s Festivals in Scripture and History, Volume I: The Spring Festivals, Samuele Bacchiocchi
God’s Festivals in Scripture and History, Volume 2: The Fall Festivals, Samuele Bacchiocchi
Hoogtijden voor Hem: De bijbelse feesten en hun betekenis voor Joden en christenen, Willem J. Ouweneel
Jewish Encyclopedia, 1906, http://www.jewishencyclopedia.com/articles/14185-tabernacles-feast-of
Online Bible, Stichting Publishare
Sefer HaBritoth, HEBREW-ENGLISH BIBLE
Strong’s Concordance, Dr. James Strong
The NIV STUDY BIBLE, New International Version
Waarheid & Vrede, gratis Bijbelstudie tijdschrift, nummers 17-86, http://www.waarheid-en-vrede.nl/
Wikipedia, http://en.wikipedia.org/wiki/Sukkot
Zeventien redenen waarom ik sabbat vier, Bert Otten