De donkere wereld om ons heen vraagt om licht

Vorige week heb ik weer nieuwe maan gevierd. Een feest dat niet in het ‘feestenoverzicht’ Leviticus 23 wordt voorgeschreven, maar wel meerdere keren terug te vinden is in de Bijbel.

Ik geloof dat het goed is om bij elke nieuwe maan stil te staan bij de nieuwe maand die voor ons ligt. Zo bewegen we in Gods ritme, van sabbat naar sabbat, van nieuwe maan naar nieuwe maan, van vastgesteld feest tot vastgesteld feest.

In Lelystad vieren we nieuwe maan door het blazen op de sjofar (ramshoorn), het oplezen van gebeden, een korte overdenking, samen eten en samen zingen. Het is een ontspannen samenzijn waarbij de nadruk ligt op het ontmoeten van de Eeuwige en het ontmoeten van elkaar. Afgelopen woensdag stonden we stil bij de nieuwe maand Kislew op de Joodse kalender. Deze maand loopt bijna gelijk met de maand december.

Het thema van deze nieuwe maan is duisternis en rouw. De donkere december-maand ligt weer voor ons. Een koude maand met weinig daglicht. Deze donkere maand vráágt om licht. Daarom vieren we binnenkort Chanoeka, het lichtjesfeest. Acht dagen lang steken we elke dag een extra kaarsje aan. Dit symboliseert de toename van licht en warmte. We denken terug aan het herstel van de tempel, waar de menora weer werd aangestoken en het licht terugkwam.

Ook in de Bijbel zien we dat de maand Kislew, de negende maand, een donkere maand is. Een maand waarin gehuild en gerouwd werd. Kijk bijvoorbeeld eens naar Ezra.

Ezra 10:
‘Toen Ezra bad en schuld bekende, huilde hij en wierp hij zich telkens voor de tempel op de grond neer. Een zeer grote menigte Israëlieten kwam naar hem toe, mannen, vrouwen en kinderen, zij barstten allen in huilen uit.’

Dit Bijbelgedeelte gaat verder met enkele mannen die uit het volk naar voren kwamen en voorstelden dat het volk zich massaal zou bekeren en de Wet van God, de Thora, weer zou uitvoeren.

‘Hierna verliet Ezra het tempelplein en ging naar het vertrek van Jochanan, de zoon van Eljasib. Daar bracht hij de nacht door zonder te eten of te drinken; want hij rouwde om de ontrouw van de ballingen.’

Een ander voorbeeld dat zich ook in de maand Kislew afspeelt vinden we in Nehemia.

Nehemia 1:3–7: 
Zij zeiden mij (Nehemia): ‘De Judeeërs die de ballingschap hebben overleefd en daar in de provincie leven, verkeren in barre omstandigheden en zijn het mikpunt van spot. Want de muur van Jeruzalem ligt in puin en de poorten zijn in vlammen opgegaan.’ Toen ik dat hoorde, viel ik neer en barstte ik in tranen uit. Dagenlang rouwde ik, ik vastte en bad tot de God van de hemel: ‘Ach, Heer, God van de hemel, u bent zo groot en indrukwekkend. U houdt u aan uw verbond, u blijft trouw aan wie van u houden en uw geboden naleven. Luister alstublieft aandachtig, sluit uw ogen niet. Luister naar het gebed van uw dienaar. Dag en nacht bid ik tot u voor de Israëlieten die u dienen. Ik beken dat wij, Israëlieten, tegen u gezondigd hebben, ook mijn familie en ikzelf. Wij hebben u onrecht aangedaan, wij hebben de geboden, wetten en voorschriften niet nageleefd die u ons had opgelegd door uw dienaar Mozes.

Ezra en Nehemia hadden hart voor hun volk: zij huilden, bidden en vastten. Ze waren in rouw door de zonde van het volk, en door de ellende die het volk overkwam.
Als we kijken naar het Nieuwe Testament, de B’riet Hachadasha, komen we ook voorbeelden tegen van mensen die huilen en rouwen. Bijvoorbeeld ons grote voorbeeld, Jesjoea de Messias.

In Johannes 11:35 lezen we één van de kortste verzen in de bijbel: “Jesjoea huilde”.
Hij huilt bij het graf van zijn vriend Lazarus. Een paar dagen daarvoor is hij al gestorven. En… Hij zou Lazarus weer uit het graf halen.Waarom zou Hij dan huilen? Het was namelijk niet omdat Hij het niet meer zag zitten of omdat de situatie uitzichtloos was. Hij wist immers de uitkomst al! Maar waarom zou Hij dan toch huilen?

De emoties van Jesjoea maken denk ik iets bijzonders duidelijk. Blijkbaar is zijn huilen, het delen van verdriet, voor Hem net zo belangrijk als Lazarus uit het graf halen. Dit huilen van Jesjoea zonder woorden maakt veel van Zijn hart en compassie duidelijk. Hij was waarschijnlijk begaan met de familie en vrienden die aan het rouwen waren om Lazarus.

Het maakt mij in elk geval duidelijk dat de hemel huilt vanwege het onrecht in de wereld. Jesjoea huilt als er mensen worden getroffen door ellende, net als we bij Ezra en Nehemia hebben gezien.

Jesjoea snapt het lijden van deze wereld, Hij heeft het allemaal meegemaakt. Zijn huilen zegt meer dan duizend woorden. Als wij willen lijken op onze Rabbi Jesjoea moeten we leren om te huilen over het onrecht in deze wereld.

Een donkere maand vraagt om licht. Maar ook een donkere wereld vraagt om licht. En dat is niet alleen in de decembermaand, maar het hele jaar door.

Neem deze maand de tijd om jezelf te laten raken door het onrecht in de wereld en de nood van de mensen om je heen. Huil over de nood in de wereld en rouw over de ongerechtigheden van ons land.

Jeroen Kwint is zangleider en spreker in de Joods-Messiaanse gemeente Shiloach te Amsterdam. In het dagelijks leven is hij werkzaam bij de gemeente Amstelveen en beheert hij de blog Christianroots

1 reactieop"De donkere wereld om ons heen vraagt om licht"

  1. Beste Jeroen,je uiteenzetting over onrecht en bewogenheid daarvoor sta ik helemaal achter! Ik vraag me alleen af waar je geloof op is gebaseerd om de nieuwe maan te vieren. Terecht is het je opgevallen dat dit niet is voorgeschreven in Leviticus 23 en dat zou dan ook te denken moeten geven. Misschien moet je er eens een kleine woordstudie aan wagen wat het woord Chodesh in de Torah betekend (maanD)en betrek ook Yereach en Yareach erbij. Mocht je niets bijzonders opvallen, dan wil ik je uitnodigen e.a.a af te checken in de kalenderstudie, te vinden op http://www.tesjoeva-gemeente.nl. Samen onderweg en verbonden in Jesjoea.

Geef een reactie