Ezau, hij is Edom -1-

Inleiding

Genesis verhaalt het begin. Het begin van de wereld, het begin van de mensheid, het begin van de volken, het begin van Israël. Dit Bijbelboek kan worden ingedeeld door te letten op het begrip toledot, ‘de afstammelingen van’. Genesis bestaat uit elf familiegeschiedenissen. Ook Ezau kent een eigen toledot; het zijn er zelfs twee. Ezau, hij is Edom En: hij is de vader van Edom. Dat betekent niet alleen dat hij zelf een noemenswaardig persoon is, maar dat ook zijn nakomelingen een rol van betekenis spelen in deze wereld. Wat is de boodschap van de toledot van Ezau?

Ezau kennen wij vooral vanwege zijn verachting van het eerstgeboorterecht. En als Jacob  vervolgens ook werkelijk de zegen krijgt – al was het op slinkse wijze – , dan neemt Ezau voor zijn broer te doden. Deze haat van Ezau jegens Jakob kent diverse lagen. Allereerst de laag van de feitelijke geschiedenis van Jakob en Ezau zelf. Vervolgens is het conflict tussen deze broers ook zichtbaar in de loop van de historie, die doorgaat tot op de dag van vandaag (profetie). Ten slotte voelt en voert ook iedere gelovige de geestelijke strijd in zichzelf. Het is de strijd tussen het Vrouwenzaad en het slangenzaad (Gen. 3:15), tussen se oude en de nieuwe mens.

Verborgenheden

Geschiedenis is vervulde profetie. Dat geldt ook voor Ezau, hij is Edom. Nu is er over Bijbelse profetie veel te zeggen en al veel geschreven. Daniël moest de woorden van zijn profetie verzegelen tot de tijd van het einde. Het bleef verborgen, totdat Johannes de opdracht ontvangt het boek Openbaring te schrijven. Tussen Genesis en Openbaring ligt de wereldgeschiedenis waarin de openbaring van Jezus Christus centraal staat. Want de getuigenis van Jezus is de geest van de profetie (Openb. 19:10). Da Costa verwoordde het kernachtig: “Neem het koninkrijk en de regering van Christus op aarde weg, en gij verscheurt dertig, veertig kapittels van de Schrift. Vergeestelijkt gij ze, dan strooit gij ze in de wind, maar volgt gij de Schrift, dan komt gij met haar aan het doel waar zicht het einde verbi9ndt met het begin.” In deze studie volgen we de Schrift van begin tot eind.

Op verschillende manieren wordt in de Bijbel over verborgenheid gesproken. Wat voor de wijzen en verstandigen verborgen is, heeft God geopenbaard aan de kinderen (Matth. 11:26) en kan alleen met geestelijke ogen gezien worden. Een andere verborgenheid is dat de heidenen mede-erfgenamen zijn geworden van het lichaam van Christus. Dat was onder het eerste verbond verborgen (Ef. 3:6). En de werkelijkheid bestaat uit de zichtbare en onzichtbare dingen: tronen, heerschappijen, overheden en machten (Kol. 1:16). Een Bijbels principe is dat het zichtbare een beeld, een schaduw is van het onzichtbare. Maar ook in de lijn van de Bijbelse geschiedenis zijn verborgenheden te ontdekken. De Bijbelse geschiedenissen zijn daarom verledentijd, maar bevatten ook dieper onderwijs.

Het eerstgeboorterecht

Het doel van Gods plan in en met deze wereld is de vestiging van het Koninkrijk van God op aarde. Het is het rijk van vrede, van recht en gerechtigheid waarin Jezus Christus Koning der koningen is. Jezus heeft ons geleerd om daar ook voor te bidden: Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde (Matth. 6:10). Al aan het begin van de schepping kreeg de mens Adam de opdracht om koning te zijn over de aarde, het heersersmandaat (Gen. 1:26). Hij kreeg ook de opdracht om vruchtbaar te zijn en de aarde te vervullen, het vruchtbaarheidsmandaat  (Gen. 1:28). Zijn zonen en dochters zouden de burgers van het Koninkrijk worden. Want de aarde zal vol zijn met de kennis van de heerlijkheid van JHWH (Hab. 2:14). De eerstgeboorterecht omvat daarom het heersers- en het vruchtbaarheidsmandaat. Om de volken gerechtigheid en recht te leren, heeft der eerstgeborene ook de plicht om Gods wegen te onderwijzen om zo de mensheid naar een hoger niveau te brengen. De eerstgeborene is dus verantwoordelijk voor de rest. Eén voor allen. Het eerstgeboorterecht is dus niet alleen een gave, maar ook een opgave. De Bijbel kunnen we daarom opvatten als de vertelling van God over de wording, vormgeving en voltooiing van Zijn Koninkrijk.

Al snel wordt het koningschap van Adam betwist door de slang, de satan. Hij is de overste van de wereld. De (geestelijke) strijd op aarde gaat daarom over het koningschap op aarde. Na de zondeval (Gen. 3) kunnen alleen geestelijke levende zonen en dochters het Koninkrijk erven; zij zijn de eerstgeborenen. Daarom worden eerstgeborenen priesters en koningen in dat vrederijk. Maar zolang de satan nog niet gebonden is, gaat de strijd om het koningschap onverminderd door.

De eerste keer dat we in de Bijbel direct over het eerstgeboorterecht lezen, is bij Jakob en Ezau. Meestentijds valt de nadruk op Jakob en zijn nakomelingen. Maar heel de Bijbel door zien we de nakomelingen van Ezau en de geest van Ezau opdoemen. Na de bijbeltijd lijkt het volk van Edom verdwenen, Dat is echter schijn: Edom is verborgen. De profetieën zijn daar duidelijk over: Edom zal in de laatste dagen voor de komst van het vrederijk weer zichtbaar worden. Volgens rabbijnse opvattingen wordt de wereldgeschiedenis beïnvloed door de (geestelijke) tegenstelling tussen Jakob (Israël). en Ezau (Edom en Rome). En daarom is het verstandig om kennis van Ezau en zijn nageslacht te hebben. Want God verkondigt vanaf het begin wat het einde zal zijn.

9 Denk aan de dingen van vroeger, van oude tijden af, dat Ik God ben en niemand anders. Ik ben God, en er is er geen als Ik, Die vanaf het begin verkondigt wat het einde zal zijn, van oudsher de dingen die nog niet plaatsgevonden hebben; Die zegt:  Mijn raadsbesluit houdt stand en Ik zal al Mijn welbehagen doen; (Jes 46).

Deze studie is gewijd aan Ezau, hij is Edom. We beginnen met de geschiedenis van Jakob en Ezau. Daarin staat de bekende geschiedenis van het verkopen en verkrijgen van het eerstgeboorterecht. Het is de uiting van de strijd tussen twee broers, die al van voor de geboorte dateert en hun hele leven doorgaat. Al zou de schijnbare verzoening tussen de broers ons op het verkeerde been kunnen zetten. Na de toledot van Izak volgt de afstamming van Edom, hij is Ezau. In deze tweede toledot. blijken ongedachte vergezichten verborgen over het koninkrijk op aarde, maar dan van de kant van Ezau bezien. Edom is en blijft een vijand van Israël. Edomieten werken mee aan en staan te lachten bij de wegvoering van het Tweestammenrijk in ballingschap. Op zeker moment in de geschiedenis is het volk van Edom verdwenen. Verborgen onder alle volken, zoals ook de tien stammen verstrooid zijn onder de volken van deze wereld.

Eén nazaat springt in het ook: Analek. Hij is de personificatie van het kwaad. Als een werktuig van de satan doemen zijn nakomelingen in de wereldgeschiedenis op. De vraag is waarom Amalek op deze momenten in de geschiedenis opduikt. Het zal blijken dat de Bijbel een vast patroon hanteert in de verschijningen van Amalek en zijn nakomelingen. Steeds als een nieuwe fase van de totstandkoming van het Koninkrijk aanbreekt, volgt er een aanval van Amalek of de satan.

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit het boek ‘Ezau, hij is Edom’, van Anco van Moolenbroek en hier verkrijgbaar.

Dr. Anco van Moolenbroek (1968) is gepromoveerd in de Bètawetenschappen (didactiek van de Biologie) en werkt als schoolleider in het Voortgezet Onderwijs. Na zijn opleiding als landbouwkundige werkte hij als onderzoeker in de glastuinbouw. In 1996 werd de overstap naar het onderwijs gemaakt; eerst als docent biologie, en later in diverse directiefuncties. Zijn liefde voor leren en liefde voor de Bijbel resulteerden in dit boek over Ezau, hij is Edom.

Wees de eerste die reageert op "Ezau, hij is Edom -1-"

Geef een reactie