Haftarah – Teroemah – Een bijdrage

Haftarah Teroemah gaat over de parallel tussen de bouw van Gods heiligdom ten tijde van Mozes en ten tijde van koning Salomo.

Salomo bouwt Gods Tempel
Sjelomoh (Salomo), koning van Isra‘El, begon met voorbereidingen voor de bouw van de eerste Tempel in Jeruzalem. God had hem daartoe wijsheid (chachmah) gegeven (1 K 5:12 (26)). Hij had met Chieram, de koning van Tyrus, een afspraak over de levering van bouwmaterialen en werkers. De bouw begon in c.967 BCE.

Om de Tempel te bouwen deed Sjelomoh een lichting onder de Isra‘Eliem van 30 van een eenheid (‘éléf) mannen. (De meeste denken dat deze eenheid altijd voor 1000 man stond, maar dat is niet zo zeker.) Het Hebreeuwse woord mas doet vermoeden dat de lichting niet helemaal vrijwillig was. De lichting werd in drie ploegen verdeeld die elk een maand in Levanon (Libanon) moesten werken en daarna twee maanden vrij zouden zijn. Daarnaast had Sjelomoh nog 70 van een eenheid mannen lastdragers en 80 van een eenheid aan mannen die hakkers op de berg. De werkzaamheden stonden onder leiding van hoofdoversten (sarej hannitsaviem) zij werden bijgestaan door nog eens een grote groep mannen die direct leiding gaven over de werkers.

Het fundament van de Tempel werd gevormd door grote, kostbare gehouwen stenen. Daarnaast werkten bouwlieden om het hout en de stenen te hakken voor het Tempelhuis. De bouw ervan werd begonnen in het 4de regeringsjaar van Sjelomoh, in de tweede maand van het godsdienstige jaar (april-mei).

De omvang van de Tempel was anders dan die van de Woning (Misjkan) in de Tent van samenkomst (‘ohél mo’ed), het mobiele heiligdom dat Mosjéh (Mozes) moest oprichten bij de berg Chorev (Horeb) in de woestijn Sienaj (Sinaï). De Misjkan was 30 el lang, 9 el breed en 10 el hoog (Ex 26:15-18, 22), terwijl het Tempelhuis 60 el lang, 20 el breed en 30 el hoog werd (1 K 6:2). Waarschijnlijk is dezelfde lengtemaat el gebruikt. Ook werd het Tempelhuis voorzien van een voorhal (‘oelam), vensters (challon) en een aanbouw met drie verdiepingen. Hoe de Tempel er precies uitzag is onbekend, net zoals de Tent van samenkomst in de woestijn.

Parallellen
Sidra‘ Hammisjpatiem (Ex 25:1-27:19) gaat over de vrijwillige bijdrage (teroemah) die God vroeg van de Isra‘Eliem bestaande uit allerlei kostbare metalen, stoffen en huiden. Verder planken acaciahout, olie, specerijen, reukwerk en edelstenen. Dit zouden de materialen zijn voor een heiligdom dat gebouwd moest worden, zodat God in hun midden zou kunnen wonen. Vervolgens worden de onderdelen en de samenstelling van het heiligdom beschreven.

De haftarah (1 K 5:12 (26)-6:13) heeft een overduidelijke parallel met de sidra‘. Beide Bijbelgedeelten gaan over de bouw van Gods heiligdom. Het belangrijke verschil is natuurlijk dat het eerste heiligdom in verband stond met de reis van Isra‘El op weg naar het beloofde Land en de eerste Tempel in verband stond met de vestiging van Isra‘El in dat Land. Het eerste heiligdom (hammiqdasj) is een Tent en het tweede heiligdom is een stenen Huis (Bejt hammiqdasj). Het eerste heiligdom werd vrij nauwkeurig voorgeschreven door God, maar het tweede heiligdom was een ‘uitvinding’ van koning Dawied (David) en waartoe God Sjelomoh wijsheid gaf.

Maar er valt meer te zeggen. De haftarah begint met het uitvaardigen van een lichting van Isra‘El. Ook in de dagen van Mosjéh werd Isra‘El een bijdrage (teroemah) gevraagd. Dat niet alleen, er werden ook werkers aangesteld om te helpen bouwen aan de Tent van samenkomst. Net als in de dagen van Sjelomoh.

Net zoals in de vorige haftarot is het van belang te kijken naar unieke zaken die erin genoemd worden die van toepassing kunnen zijn op de sidra‘. De bepaling die God stelde aan de bouw van de Tempel (1 K 6:12) is zo algemeen dat het voor elk heiligdom van Hem van toepassing is en dus ook op de Tent van samenkomst ten tijde van Mosjéh. Dit wordt bevestigd doordat het doel van de bouw van beide heiligdommen hetzelfde is: dat God onder de Isra‘Eliem zou wonen (Ex 25:8; 1 K 6:13).

Torahgedeelten

De volgende teksten uit deze sidra‘ kunnen opgevat worden als Torah:

• *25:8 God beval de bouw van een heiligdom (miqdasj), zodat Hij onder Zijn volk kon wonen.
• 25:9 Het heiligdom en al diens voorwerpen moesten gebouwd worden naar het model (‘et tavniet) en plan (misjpat) van De Woning (Hammisjkan) die God aan Mosjéh toonde op de berg Chorev (Ex 25:40; 26:30; 27:8).

De met een * aangegeven bepalingen zijn door de rabbijnen vastgesteld als mitswot uit de 613. In deze sidra‘ staan volgens de rabbijnen nog twee andere mitswot (Ex 25:15, 30).

Volgende week: Haftarah Tetsawwéh over parallellen met de kleding en wijding van de kohaniem (Isra‘Elitische priesters).

Bijbelleraar Marco van Putten is gespecialiseerd in Judaïca en de rabbijnse wereld; in de wekelijkse Parasjah prikkelt hij gelovigen na te denken over de Hebreeuwse wortels van het geloof.

Wees de eerste die reageert op "Haftarah – Teroemah – Een bijdrage"

Geef een reactie