Hoe goed kennen we de Bijbel eigenlijk? Zijn we vooral bezig met wat Jezus voor ons heeft gedaan of willen we ook daadwerkelijk leren van het onderwijs én de daden van Jezus? Het zijn vragen die Jan-Willem van den Bosch zichzelf stelde, toen hij besloot om het boek ‘In Geest en Waarheid’ te schrijven, een boek waar iedere christen veel van kan leren, vooral vanuit de Torah. CIP.nl sprak met hem over onder meer de Torah, Jezus en ouderlijk gezag.
“Ik denk dat de Torah door christenen best wel verwaarloosd wordt”, valt Jan-Willem met de deur in huis: “Dat heeft te maken met het feit dat het onderwijs van Jezus vaak helemaal niet centraal gesteld wordt. Er wordt vooral veel óver Jezus verteld. Over wat Hij gedaan heeft voor ons, over dat Hij kwam om voor ons te lijden en te sterven. Natuurlijk is dat heel belangrijk en de kern van het geloof. Maar daar stopt het niet. Hij onderwees de Torah. De heilige Schrift bestond voor Jezus uit de eerste vijf boeken van de Bijbel, de Torah en de bijbehorende Profetenlezingen die daarnaar terugverwijzen, de Haftorah. Daaruit heeft Hij zijn leerlingen onderwezen. Dát was Zijn passie en dáár sprak Hij uit in de synagoge. Hij heeft vanuit de Torah onderwezen wie Hij was en wat het Koninkrijk van God inhield (Matth. 5:17ev, Luk. 24:27).”
Daar is in de Nederlandse kerken volgens Jan-Willem veel te weinig aandacht voor. “Dat vind ik jammer. Ik denk dat een gebrek aan kennis daar zeker mee te maken heeft. Maar het vindt zijn achtergrond ook in de geschiedenis. De christelijke en de joodse tradities zijn uit elkaar gedreven. Dat gebeurde al in de eerste eeuwen van de jaartelling. Juist daarom vind ik het erg belangrijk om over deze dingen onderwijs te geven.”
Maar is daar dan de laatste jaren geen kentering in te zien? Ontstaat er onder christenen juist niet steeds meer interesse voor de joodse tradities? Volgens Jan-Willem verschilt dat heel sterk: “Ik heb daar zelf dubbele ervaringen in. Ik was predikant in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en heb ervaren dat er mensen zijn die hongerig en nieuwsgierig zijn. Maar dat is vaak wel een selectief publiek, een kleine groep die heel erg geïnteresseerd is. Een grote groep christenen heeft er gewoon heel weinig mee.”
De Torah is volgens sommigen alleen voor de Joden bedoeld, maar daar kan Jan-Willem zich niet in vinden: “Natuurlijk is het waar dat God het verbond op de Sinaï met Zijn volk Israël sloot. Daarom zijn niet alle wetten direct van toepassing op de volken. Maar er staat in de Torah zelf al dat God alle volken liefhad en alle volken op het oog had (Gen. 12:3, Deut. 33:3). Hij riep het volk Israël, omdat hij de Torah uiteindelijk naar alle volken wilde laten uitgaan. Dat zie je ook in de profetieën terug. Daarin staat dat in het Messiaanse rijk alle volken naar Jeruzalem zullen komen om de Torah daar te leren (Jes. 2). Alle volken zullen de gebedsmantel van de Joodse mensen vastgrijpen om te vragen of ze hen de Torah willen onderwijzen (Zach. 8:23). Dat is een lijn die je terugziet door de hele Bijbel. Alle volken gaan hier uiteindelijk in delen. Ze zullen dan ook de Joodse feesten mee gaan vieren met het volk. Dat lezen we onder andere in Jesaja 56:2-7, Jesaja 66:23 en Zacharia 14:16.”
Betekent dit ook dat de Joodse wetten voor christenen gelden? “Bepaalde wetten wel”, reageert Jan-Willem: “Ik denk dat er wetten zijn die specifiek voor het volk Israël gelden. Dat zijn bijvoorbeeld wetten over het leven in het beloofde land. Maar er is ook een heel aantal wetten die niet alleen zijn geschreven voor het volk van Israël, maar ook voor de vreemdelingen die in hun midden verblijven. Ik heb het sterke vermoeden dat de vreemdelingen die in het midden van Israël verblijven ook de gelovigen uit de heidenvolken zijn. Die wetten gelden niet alleen voor het volk Israël, maar ook voor hen die zich daarbij voegen. Welk wetten dat zijn? Denk bijvoorbeeld aan het shabbatsgebod. Er staat dat iedereen rust moet houden: de Israëliet, maar ook de vreemdeling die in hun midden verblijft. En er zijn meer van dat soort geboden.”
Jan-Willem viert daarom zelf ook de shabbat. Of het fout is om de zondag te vieren? “Laat ik het zo zeggen: ik vind het een dwaling dat de zondag ooit de kerk binnen is gekomen. Dat gebeurde aan het begin van de vierde eeuw onder invloed van de Romeinse keizer Constantijn. Het is destijds een hele bewuste keuze geweest om de kerk van het jodendom af te scheiden. Daarom werd er ook een combinatie met de heidense feesten gemaakt. Daaruit ontstonden de christelijke feestdagen. Dat is niet te rechtvaardigen. Ik denk dat dit zijn geestelijke weerslag ook wel heeft gehad in de kerkgeschiedenis.
Ik wil daar wel direct bij zeggen dat mensen die nu de zondag vieren dat vaak helemaal niet bewust doen, met deze dingen in het achterhoofd. Zij zijn het gewoon vanuit hun traditie gewend. In dat geval wil ik niet zeggen dat het een struikelpunt moet zijn om wel of niet bij God te horen. Er staat ook in de Bijbel dat we hier een stuk vrijheid in hebben en elkaar daarin niet moeten veroordelen (Kol. 2:16). Als het goed is vieren we de feesten niet omdat het moet, maar omdat ons hart daarnaar uitgaat.”
– – – – –
Bronvermelding
Datum: 16-12-2019
Auteur: Patrick Simons
Beeld: CIP
Website:https://cip.nl/
– – – – –
Wees de eerste die reageert op "Jan-Willem vraagt zich af of de Joodse wetten ook gelden voor christenen: “Het shabbatsgebod is ook voor ons”"