JERUZALEM | Steeds meer Israëliërs zijn bereid Messiasbelijdende Joden te accepteren. Dat zeggen een aantal voorgangers, waarvan sommigen slechts anoniem wilden spreken.
De voorgangers denken dat de groeiende acceptatie van Messiasbelijdende Joden te maken heeft met de toename van tolerantie in Israël in het algemeen. Zo bestaat er bij het volk vandaag ook meer begrip voor de gay gemeenschap, dat recent in Jeruzalem een grote mars hield.
De tolerantie houdt overigens niet in, dat hun landgenoten het geloof van de Messiasbelijdende Joden accepteren. Er zijn ook Israëliërs die nog nooit hebben gehoord van Messiasbelijdende Joden. Anderen zijn van mening dat een Jood geen Jood kan blijven als deze gelooft dat Yeshua, Jezus, de Messias is.
In het leger
De toename van tolerantie blijkt bijvoorbeeld in het leger. Zo’n vijfhonderd leden van messiaanse gemeenten dienen volgens een insider in het leger. Posities die twintig jaar geleden nog gesloten waren voor de in de Messias gelovende Joden, staan nu voor hen open. Messiasbelijdende Joden nemen vandaag ook topposities in in het leger. Andere soldaten respecteren hen voor hun gedrag.
De jongerenorganisatie Netivah organiseert regelmatig een programma voor jongeren die als dienstplichtigen het leger in moeten. Tijdens het programma geven de instructeurs veel aandacht aan ethische kwesties. Vragen die bijvoorbeeld ter sprake komen zijn: hoe kun je soldaat zijn en tegelijkertijd een volgeling van Yeshua? Hoe kun je jezelf er steeds aan herinneren dat alle mensen geschapen zijn naar het beeld van God, zelfs als het om je ergste vijand gaat? Hoe ga je met de vijand om? Hoe moet je relatie zijn met de andere soldaten? Hoe ga je om met leden van het andere geslacht?
De meeste gelovige soldaten hebben ouders die geïmmigreerd zijn uit zionistische overtuiging. Zij streven er vaak naar bij de elite gevechtseenheden te komen. Sommigen zijn ook bereid na hun dienstplicht langer in het leger te blijven en carrière te maken als beroepsofficier. Onder Russische immigranten is veel belangstelling voor het leren van vakken in het leger, bijvoorbeeld op het gebied van de elektronica of mechanica.
Hoeveel gelovigen de Joods-Messiaanse gemeenten bezoeken is onbekend. Vaak wordt hun aantal op 15.000 geschat. Daar zijn dan ook niet-Joodse gelovigen bijgerekend, die ongeveer de helft van de bezoekers vormen. De meeste leiders zeggen dat er momenteel geen sprake is van een snelle groei. De groei is volgens hen vooral te danken aan de kinderen die geboren worden.
Op het internet
Van de ongeveer honderd tot honderdvijftig gemeenten en huisgroepen die in het hele land bij elkaar komen, zijn pakweg zeventig publiekelijk vermeld op internet. Soms is de informatie uiterst summier. Maar inmiddels geven ook tientallen gemeenten uitgebreide informatie in diverse talen. Ook zijn ze niet bang meer voor het gebruik van foto’s, waarop de bezoekers zijn te zien.
Toch verwachten sommige leiders dat zij het in de toekomst weer moeilijker zullen krijgen. De reden is dat het percentage ultraorthodoxe Joden in de samenleving snel toeneemt. Zij hebben grote gezinnen en doen hun best seculiere Israëliërs te overtuigen hun zwaar godsdienstige levensstijl over te nemen.
Vele ultraorthodoxen koesteren vijandige gevoelens jegens de Messiasbelijdende Joden. Een van hen vertelde een voorganger dat ze “antizendingswetgeving” zullen introduceren, zodra zij een derde deel van de Knessetzetels hebben. Deze wetgeving moet de vrijheid beperken die de gelovigen nu genieten. Nu al stellen de ultraorthodoxe Joden zich soms agressief op tegen Messiasbelijdende Joden op de scholen, in de wijk of in de legereenheden. Zo wordt de messiaanse gemeenschap in de Zuid-Israëlische plaats Arad al jaren geplaagd en lastig gevallen door religieuze Joden.
Alfred Muller is journalist en woont in Jeruzalem.
Intigrerend! Deze verhandeling over Messiasbelijdenden Joden gaat integraal (ook) over mijzelf. Ben telg uit een, mag ik wel zeggen, Joods stamgeslacht (want ‘draagmoedernaam’ luidt Bastiaans, of Bastiaanse, of Bastians), doch evenwel geboren op de Nederlands-Vlaamse grens, en (dus) opgegroeid in een Katholieke omgeving (waarbij mijn achternaam overigens – om de verwarring te voeden – voortkomt uit een ingestroomde protestantse, want Hugenootse, G’ddienstvluchtelingen-groepering). Recentelijk ingetreden, respectievelijk – vanuit de Katholieke visie – ‘overgegaan’ naar de Joods-Orthodoxe gemeenschap, waarvoor ik G’d bijzonder dankbaar ben! Mijn omgeving reageerde overwegend positief, maar ook met nu en dan een ‘bite’: het gekende verwijt van Christenen naar het Joodse volk dat het de Christusfiguur naar de Schedelberg bewoog, etc, etc. Als je dan zoals ondergetekende prijs stelt op het lief houden van de relatie met je dierbaren, dien je een lief antwoord paraat te hebben, op het moment dat een snedige opmerking wordt gemaakt over de relatie Joden vs. Jezus. Het gegeven dat je de eerste halve eeuw van je leven, zoals ik, in een sfeer heb geleefd waar alles draait om Jezus, en dus de Messias, en waarbij je dus – zoals ik – (“plots”) vanuit de Joodse Orthodoxie gaat leven en beschouwen, bied met de emancipatie van de Messiasbelijders in Israel, althans de misschien wel tijdelijke tolerantie ten aanzien van deze groep, alleszins een gevoel van een steuntje-in-de-rug. De houding van Ultra-Orthodoxen naar Messiasbelijdenden, en het mogelijk weer terugdraaien van de emancipatie van de Messiasbelijdenden, (G’d verhoede!) is hopelijk iets wat te versmaden zal zijn, cq. -blijken. Zelf vind ik, indien de ons wachtende Verlosser zich aandient, en deze blijkt die Nazare-er te zijn, dat ik als Jood, in zulks geval een ‘Gentlemans’ Excuse Me’ zal willen doen aan de Heere Jezus, welke door mijn papa trouwens wordt aangeduid als G’d. “Ik was met mama in Jeruzalem, en bezocht het graf alwaar G’d begraven ligt”, is een ‘liner’ die papa graag als witz op feesten en partijen als smaakmaker wil poneren. Op zo’n moment zit ik met mijn mond vol tanden, want verloochenen wil ik deze (misschien wel) mooiste (G’d-)mens ooit, beslist niet, en de Messias, eenmaal ons ter redding gekomen, dient beslist niet m-e-e-r of minder mooi te zijn dan de Jezus van Nazareth, waarmee mijn leven werd ingezegend (door de doop), verrijkt (door de communie) en bezegeld (door het vormsel). Toch ben ik overtuigd orthodox, maar leef ik dan ook niet in Israel doch in polderland-Nederland, en waar ‘polderen’ inhoudt dat je samen de grond waarop je leeft moet waarmaken, en vooral -houden. En dat doe je in Nederland dus steeds in een consensus-model, niet omdat dat Moet, maar omdat dat Kan!