Overlevende D. Maarsen over opening Sjoa-museum

Deborah Maarsen-Laufer:

Mevrouw de Burgemeester,

Laat ik mij voorstellen.
Ik ben Deborah Maarsen-Laufer.
Ik ben een shoa overlevende, en werd met mijn ouders en twee oudere zusjes in 1943 via Westerbork op transport gesteld naar het vrouwenkamp Ravensbruck. Door ontelbaar veel wonderen overleefden wij de hel.

In denk dat ik in die hoedanigheid de eer toebedeeld heb gekregen, om de plechtigheid bij te wonen, in de Esnoga, ter ere van de opening van het holocaust museum.

Zoals altijd ging ik daar wat gespannen en geemotioneerd naar toe. De gruwelijke herinnering en de confrontatie met de kindercreche waar ik gestald ben, om daarna op transport gesteld te worden, bezorgen mij ook na 80 jaar nog altijd veel pijn en verdriet.

Hoe grievend, om maar niet te moeten zeggen schokkend,was het dan ook dat de plechtigheid van vanmiddag ,gestoord en afgeleid werd door de demonstraties van pro-Palestina bewegingen.
Op een plek waar vooral stilte en bezinning zou moeten heersen ,kregen extremisten en gevaarlijke oproerkraaiers platform om hun gejoel, geschreeuw en frustraties de vrije loop te laten !!

Nederland is een democratie waar plek moet zijn voor allerlei meningen en geluiden.
Maar als iets logistiek tot in de puntjes gehandhaafd wordt, en u vraagt regelmatig in de media voor wederzijds respect en begrip, waarom dan op zo een manier en op zo een moment? Is Amsterdam niet rijk aan andere plekken om deze manifestaties te laten plaatsvinden?

Waarom in hemelsnaam op een plek waar we op dat moment samenkomen, en onze omgeving motiveren om oog te hebben wat daar, in die buurt gebeurd is?

Het bloed wat daar door de straten en onze mooie grachten drijft, had het toneel moeten zijn van waardigheid, plechtigheid en gepaste stilte.Een buurt waar Nederland als laatst Europees land eindelijk een museum heeft neergezet waar de samenleving allert wordt gemaakt op wat extremisme teweeg kan brengen.

Tolerantie en niet wegkijken is een groot goed, maar of we op deze manier de vermoorden een respectvolle staat van dienst hebben bewezen, nee dat niet.

Met de meeste hoogachting
Deborah Maarsen-Laufer