De parasha van deze week is Choekat חקת, regelgeving. We lezen Numeri 19:1-22:1; uit de Haftara lezen we Richteren 11:1:33 en we lezen Johannes 3:10-21.
Een choq חוק is één van de meerdere benamingen voor regelgeving die in de Tenach voorkomt. In de parasha van deze week komt het woord Torah daaraan vast: choekat ha’Torah. Een regelgeving van de Onderwijzing. Het gaat nog verder doordat er ook nog bijstaat dat Adonai Zelf deze regelgeving heeft ingesteld! Doorgaans wordt in het Nederlands ten onrechte alles wat met regelgeving te maken heeft vertaald met ‘wet’. Er zijn namelijk verschillen in betekenissen onderling, maar dat terzijde.
Zowel Moshe als Aharon sterven in de woestijn, maar dat was niet ten gevolge van de beslissing van Adonai dat heel het volk 40 jaar door de woestijn moest zwerven en daar zou sterven. Moshe had op de Rots geslagen, waar hij alleen maar tot had mogen spreken. De Rots is de Messias, Die meetrok met het volk, zegt Paulus in 1 Korinthe 4. Bovendien zeiden Moshe en Aharon tegen het volk: “Kijk eens wat wij gaan doen.” Ze gaven God niet de eer voor het water dat vloeide uit de Rots…
De Parasha begint met de regels omtrent de rode vaars, waarbij ook blijkt dat Aharon al niet meer ‘in charge’ is, want de vaars moet aan zijn zoon Elazar ( אלעזר God is Helper) worden gegeven, die zijn vinger in het bloed moet dopen en zevenmaal sprenkelen in de richting van de ontmoetingstent. Daarna moet de vaars worden verbrand. Zowel Mirjam als Aharon sterven in deze Parasha; een dubbele klap voor Moshe. Voordat Aharon sterft, gaat hij met zijn zoon Elazar en met Moshe de berg Hor op en God geeft bevel dat zijn kleren nu doorgegeven worden aan Elazar, kleren maken de man, de tuniek maakt de priester. Met de kleren krijgt Elazar ook de verantwoording van het priesterschap op zijn schouders. Aharon zal nu ‘verzameld’ worden, verenigd bij zijn voorvaderen: יעסף je‘asef, wat ook betekent: binnengehaald worden, als ziel geoogst worden, weggeraapt worden. De ziel van Aharon wordt hier geoogst, binnengehaald door God en hij overlijdt; is over het lijden heen.
Het volk klaagt en klaagt, en God is het beu en zendt vurige slangen die velen weten te doden. Op hun berouw geeft God aan Moshe bevel om een koperen slang נחש op een staak te plaatsen, een beeld van de Messias .משיח Zoals Gods aanwezigheid te vinden is in de grammatica van het Hebreeuws, zo zien we ook een betekenis in de getalswaarde van de beide woorden slang en Messias; de getalswaarde van beide woorden is 358, toch opvallend dat dit precies hetzelfde is. Het Hebreeuwse woord voor tellen en vertellen is het woord saphar ספר en elke Hebreeuwse letter is ook een getal. In Johannes komt Jehoshua hierop terug wanneer Hij beschrijft dat de zoon des mensen verhoogd moet worden, net als de koperen slang in de woestijn.
In de Haftara wordt de gehele geschiedenis van de trek door de woestijn door het volk herhaald door Jefta, wanneer de Ammonieten aanspraak denken te maken op het land. Jefta verslaat dit volk in de Naam des HEEREN (de Aanwezige). Het lijkt verdacht veel op de tegenwoordige tijd waarin mensen, die zich Palestijnen noemen, ook aanspraak denken te maken op dit land, wat God al zo lang geleden aan de nazaten van Abraham heeft beloofd. Men vertelt er zelfs bij dat zij afstammen van de vroegere Filistijnen, maar helaas hebben die een andere voorvader, dus die ‘vergissing’ is net iets te doorzichtig.
We verwachten met reikhalzend verlangen die Messias, Die verhoogd was in de woestijn en Die zal terugkomen om orde op zaken te stellen in deze wereld, Kom spoedig, Heer!
Yair en Karen Strijker van Studiehuis Reshiet maakten november 2013 met hun kinderen Ruth en Shmuel alija naar Israël. Na een roerige tijd in Sde Tsvi, hemelsbreed 16 kilometer van Gazastad, verhuisden ze januari 2015 naar Na’ale in Samaria, waar ze volgens de profetie van Jeremia 31:6 de volken oproepen naar Jeruzalem te komen om ‘te leren van onze God’.
Wees de eerste die reageert op "Parasha Choekat: De Messias gaat orde op zaken stellen"