Parasha Troema תרומה: Exodus 25 tot 27:19. De haftaralezing is 1 Koningen 5:12 tot 6:13, NT: 2 Kor. 9:1-15.
In deze parasha gaat het over de bouw van de Mishkan משכן, het mobiele Heiligdom, de Tabernakel, in de woestijn.
Mishkan komt van het werkwoord shakhan שכן, inwonen, ‘buurman zijn’. Een shakhen שכן in modern Hebreeuws is je buurman. De Elohiem van Israel, Die neerdaalt, wil dicht bij Zijn volk wonen, onze Buur zijn.
Eenmaal in het land Israel krijgt de mishkan een vaste vorm in Shilo en uiteindelijk wordt de uitzonderlijk mooie Tempel
van Shlomo gebouwd in Jeruzalem. Ook daarin wil Hij wonen (1 Kon. 6:13) temidden van de Israëlieten en Hij belooft hen niet in de steek te laten.
De lezing begint met het geven van het hefoffer, zoals de Statenvertaling het uitdrukt. Andere vertalingen noemen het onder meer een bijdrage. Waar het in ieder geval om gaat is dat het een vrijwillige bijdrage moet zijn, dat is belangrijk want God dwingt niemand tot het offeren aan Hem.
Vrijwillig gegeven zilver, keseph כסף, goud זהב záhabh en koper נחש náchash, gebruikt men om een prachtige tabernakel te bouwen want, zegt Hij: “Ik kom in jullie midden wonen.”
Het Hebreeuwse woord voor hefoffer of bijdrage is het woord trumah תרומה. De werkwoordstam waarvan dit woord is afgeleid, is het werkwoord rom רום wat hoog maken of verheffen betekent, vandaar ook ‘hefoffer.’ Mogelijk komt het Nederlandse werkwoord roemen hier ook vandaan, iemand ‘hoog maken.’ De Statenvertaling vertaalt het op z’n mooist en dat is knap want een goede vertaling maken van de Hebreeuwse grondtekst is niet eenvoudig.
Het in deze geschiedenis zo belangrijke woord voor vrijwillig, nêdábháh נדבה, komt van het werkwoord nadabh נדב wat betekent: aanzetten tot een vrijwillige gave, wat verband heeft met het woord nádibh נדיב, edel, bereidwillig, royaal. Paulus haalt dit aan in 2 Corinthiërs, zoals we
deze week kunnen lezen. “Een ieder doet gelijk zijn hart hem ingeeft, niet uit droefheid of uit dwang want God heeft de blijmoedige gever lief.”
Dit is zo waar! Ieder die gul geeft ervaart ook veel zegen in het leven en ieder die tienden afdraagt maakt wondertjes en wonderen mee, wie
het gelooft die doet het en wie het doet ervaart Gods hand in zijn of haar leven. In ieder geval hoeven we ons nooit zorgen te maken want God heeft beloofd dat Hij Zijn graanschuren zal openen voor diegene die hierin gehoorzaamt.
Libanon
Honderdtachtigduizend mensen hebben aan de tempel gebouwd. Zij hieuwen de stenen en verscheepten en droegen deze met hout vanaf Libanon tot Jeruzalem. In de Statenvertaling worden deze mensen uitschot genoemd. Klinkt niet zo mooi. In het Hebreeuws staat er mas מס.
Mas betekent herendienst, dwangarbeid verrichten. Hier spreken we niet van vrijwilligheid en dat is toch eigenlijk opmerkelijk, alhoewel herendienst wel een heel mooi woord is: dienst aan de Here verrichten.
Drieëndertighonderd mensen waren daarbij ook nog aangesteld als opzichter over dit gigantische project, waarbij tijdens de bouw in Jeruzalem geen geluid van timmerwerkzaamheden werd gehoord. Wat een enorme prestatie!
Men werkte overigens één maand op, twee maanden af en die vrije tijd, die was ingebouwd, was vast en zeker broodnodig. Shlomo was niet een man, zoals de pharao in Egypte, die het volk opjoeg. Dit werk had ook een heel ander doel: het maken van het huis Gods en het is
bekend dat de tempel van Shlomo ongekend mooi was.
We zien uit naar de vervulling van diverse profetieën in Gods Woord waarin de bouw van de Derde tempel wordt aangekondigd, zoals in Daniel, Ezechiël en in Haggai. Wij zijn zeer benieuwd, shabat shalom!
Yair en Karen Strijker van Studiehuis Reshiet maakten november 2013 met hun kinderen Ruth en Shmuel alija naar Israël. Na een roerige tijd in Sde Tsvi, hemelsbreed 16 kilometer van Gazastad, verhuisden ze januari 2015 naar Na’ale in Samaria, waar ze volgens de profetie van Jeremia 31:6 de volken oproepen naar Jeruzalem te komen om ‘te leren van onze God’.
Wees de eerste die reageert op "Parasha Troema: de (her)bouw van de tempel"