Parasja Shophtim שפטים , Rechters. We lezen Deuteronomium 16:18-21:9, de Haftaralezing is Jesaja 51:12-52:12 en Mattheus 3:1-17.
De Parasja begint met Gods gebod om rechters aan te stellen in het nieuw te verwerven land Kanaän. Hij drukt het volk op het hart om het recht niet te buigen en niemand naar de ogen te kijken, noch geschenken aan te nemen omdat geschenken de ogen van de wijzen verblinden en de woorden van de rechtvaardige verdraaien.
“Gerechtigheid, gerechtigheid, tsedeq, tsedeq, צדק צדק zult gij najagen; opdat gij leeft en erfelijk bezit het land dat de Aanwezige (JHWH) u geven zal.” Eerlijkheid boven alles dus, op straffe van de dood; wie niet de gerechtigheid najaagt, die zal niet leven. In één adem hiermee verbiedt Hij het oprichten van enig afgodsbeeld. Wie toch zoiets doet, moet zelfs gestenigd worden; God haat, sana שנא afgoderij, het is Hem een gruwel.
Hoe is het toch mogelijk dat dit dan toch steeds weer gedaan wordt? Zelfs Salomo, de grote rechtvaardige en meest wijze koning die ooit geleefd heeft, gaat voor de bijl. God waarschuwt dat de koning niet teveel vrouwen mag hebben, zodat zijn hart niet afwijkt door hun gebruiken (17:17), maar Salomo had zo’n duizend vrouwen (had de goede man nog wel tijd voor zijn huishouden!?) en bekend is dat hij afgodentempels bouwde voor zijn vrouwen.
Zelfs zijn grote wijsheid hielp hem niet om bij God te blijven, laat het ons een les zijn. In Deuteronomium 18:2 zegt God dat de Levieten Hemzelf als erfdeel hebben. Wat een belofte! Ze zaaien niet en maaien niet, dus worden ze in leven gehouden door de tiendendienst van de rest van het volk, want ze zijn met de Tempeldienst bezig en mogen eten van de vuuroffers.
Verder geeft God de komst van een profeet aan naar wie het volk moet luisteren en waarschuwt Hij voor valse profeten. De vrijsteden worden besproken, in het geval iemand een ander per ongeluk doodt en het feit dat God met het volk is, maakt dat men niet mag vrezen voor ieder ander volk dat groter is dan het kleine volkje Israël.
Zoals Hij twee keer zegt: gerechtigheid, gerechtigheid, zo zegt Hij ook twee keer in Jesaja 51:12 ‘Ik, Ik’. Het is menens wanneer Hij de woorden herhaalt: “Ik, Ik ben het die u troost! Wie zijt gij dat gij vreest voor de mens, die sterven zal?” Toch typisch dat Hij over troost, nacham נחם spreekt en dat Hij niet zegt: Ik, Ik ben het die voor u opkomt. Het is ook bekend uit de geschiedenis dat Hij niet voor zijn volk is opgekomen, let wel, een slordige zeventien miljoen nakomelingen van dit volk is afgeslacht in de afgelopen eeuwen. In vers 17 zegt Hij: “Waak op, waak op (weer tweemaal uitgesproken) Jeruzalem, sta op,” en in 52:1 herhaalt Hij dit en zegt: “Trek uw sterkte aan, o Sion” en dan volgt in de rest van Zijn woorden één en al troost! Wat een prachtige belofte voor de toekomst. In 52:11 weer een herhaling: “Vertrekt, vertrekt, suru, suru, סורו סורו wat slaat op het verlaten van de landen waarin het volk terecht is gekomen in de diaspora en inderdaad: velen komen terug naar Israël in deze tijd.
We leven op het moment in een zeer profetische tijd waarin we Gods belofte gestalte zien krijgen. In Mattheus 3 zien we de komst van de profeet, aangekondigd door Johannes de doper, die roept dat men niet hoeft te denken dat men Abraham tot vader heeft en dat het dan wel goed zit omdat dat God zelfs uit stenen kinderen kan verwekken. Geloof en bekering zijn nodig. Dat is dan ook wat de Messias kwam vertellen: “Bekeer je, want het Koninkrijk van Mijn Vader is nabijgekomen. Mattheus 3 eindigt met de doop van Jehoshua, Jezus, gedaan omdat Hij sprak in vers 15: “Het betaamt ons om gerechtigheid, tsedeq te vervullen. Hijzelf, de Rechtvaardige, de tsadiq צדיק voelde zich niet te goed om zich te laten dopen, net als iedereen die in Hem gelooft.
Yair en Karen Strijker van Studiehuis Reshiet maakten november 2013 met hun kinderen Ruth en Shmuel alija naar Israël. Na een roerige tijd in Sde Tsvi, hemelsbreed 16 kilometer van Gazastad, verhuisden ze januari 2015 naar Na’ale in Samaria, waar ze volgens de profetie van Jeremia 31:6 de volken oproepen naar Jeruzalem te komen om ‘te leren van onze God’.
Wat ik nu zo mooi vind van het ontdekken in Gods woord is dat alles aan elkaar gelinkt zit.
Vanaf Genesis waar de principes van Gods Koninkrijk beginnen en verder door het ‘ oude testament’ in voorbeelden en toepassingen van de twee verschillende type mensen, wordt weergegeven.
De rechtvaardige, diegene die JHWH vertrouwen, Zijn woord geloven en doen en daarom automatisch in Zijn zegen staan en de rest die hun eigen wijsheid volgen en daardoor automatisch buiten Zijn zegen staan.
We kunnen oa door de Parasjas leren dat het hele woord, van Genesis t/m Openbaring aan elkaar gelinkt zit en elkaar aanvult/verklaart.
Of zoals de Bijbel leert ” hier een beetje, daar een beetje”Yeshua en Zijn discipelen,naderhand Zijn volgelingen grijpen voortdurend en alleen maar terug op de wet en de profeten en laten door hun levens zien hoe het in praktijk moet worden gebracht.
Het woord van God is of eeuwig of is een leugen, dus Mozes woorden (die van JHWH kwamen) waren niet alleen voor Israel van toen.
Rechtvaardigheid is de sleutel tot aanbidding en lofoffers acceptabel voor God, dat gold toen maar ook nu en voor de jaren die komen.
Yeshua zegt het zo (vrij vertaald): als je Abrahams kind bent (zaad) dan doe je dingen die Abraham (de rechtvaardige) deed.
Dit is niet te verwarren met onze huidige begrippen van goed zijn, rechtvaardig of gelovig, ik heb wat dat betreft nog een lange weg te gaan.
Maar God belooft dat Zijn klare taal weer terug komt, dan zal niemand meer aan een ander hoeven te vragen hoe het zit, nee dan zal een ieder Zijn woord in zijn/haar hart hebben met een wijsheid die God vanaf Genesis erin heeft gelegd.
Dan zal in ieder geval de wijsheid die van Hem komt eenduidig zijn, geen verschillen meer in wel of niet Sabbath, wel of niet de wet, wanneer welk feest etc.
Voor een ieder Zegen en Wijsheid toegewenst, Shalom