Een bar mitswa

“Het is het enige feest waarop iedereen blij is,” vertelde onze gids tijdens mijn reis in Israël. We liepen langs de feestgangers naar de ongelijkmatige trap met aan het einde de dubbele poort die tweeduizend jaar geleden naar de Tweede Tempel leidde, maar nu is dichtgemetseld. Vrolijke noten huppelden onder begeleiding van een accordeon uit een hobo. Daarna klonk het indringende geluid van de sjofars. Mannen dansten in een kring om een jongen en vrouwen in prachtige jurken lachten en schoten foto’s.

Toen ik naar de glunderende jongen keek die het middelpunt van de bar mitswa was, moest ik huilen. Even zag ik mijn eigen jongen thuis (die nu nog geen acht is) en wenste tot in mijn tenen dat we hem als hij dertien is zo binnen konden halen: dansend, zingend, feestvierend.

Ergens onderweg zijn we het feestvieren verleerd.

Ik heb mezelf afgevraagd waarom de bar mitswa me zo raakte. Als kind ging ik twee keer per zondag met mijn ouders naar de kerk. Een vroege herinnering is dat ik in slaap gevallen was en toen ik wakker werd leek de ruimte gehuld in een zacht oranje licht in plaats van het gewone gele; het was mooi. Ook herinner ik me de lange jurk waar ik zo blij mee was, maar die me bijna wurgde als ik met mijn billen achterop de hoge stoel schoof (en toch deed ik hem elke keer weer aan).
Maar vooral herinner ik me de verveling.

Als ik met onze kinderen in de kerk zit, zie ik hetzelfde. Mijn zoon vroeg laatst: “Is het om half elf afgelopen?”
Ik keek achterom op de klok aan de muur: het was een minuut voor half elf.
De kerken die ik heb bezocht, de gemeente waar ik lid van ben… Binnen sommige kringen sta je op en doe je nog wat met je handen en schud je wat met je achterste, maar over het algemeen is het zitten, zingen en luisteren. Ergens onderweg zijn we het feestvieren verleerd

De Kerk heeft wat afslagen gemist.

Tijdens die bar mitswa in Jeruzalem besloop me voor de zoveelste keer het gevoel dat we een paar afslagen gemist hebben, dat we ver af staan van wat de Eeuwige met de Kerk voor ogen heeft, dat we in geestelijk opzicht magere scharminkels blijven als we doorgaan op de wegen die we gekozen hebben.

De kinderen en de jongeren, zouden die bijvoorbeeld niet veel meer ruimte moeten krijgen in de Kerk? Zou het niet moeten gaan om wat zíj nodig hebben om geestelijk te groeien? Wat als we hen binnenhalen met muziek en dans? Misschien leren we dan wat feestvieren is.

3 Reactiesop"Een bar mitswa"

  1. Hanneke Renner-Kuipéri | 19/09/2016 om 12:36 | Beantwoorden

    misschien bedoelt bovengenoemde t zelfde, ik noem t woord wet liever niet meer, t is een manier ten leven, zoals JHWH t bedoeld heeft.opdat t ons goed zal gaan.
    t woord wet draagt voor zovelen een negatieve lading met zich mee.

  2. Zeker indrukwekkend om een jongen of tegenwoordig ook meisje te zien met hun bar/bathmitswa in Jeruzalem.
    Het ingaan als zoon of dochter in de wet en of in de familielijn kennen wij hier niet en is niet te vergelijken.
    in vroegere tijden nam de oudste zoon het beroep op die zijn vader deed.

    Ook mooi de link met Yeshua, als Hij op 12 jarige leeftijd in Jeruzalem achterblijft en daarna Zijn ‘ aardse ‘ ouders gehoorzaamd maar ook meld dat Hij zich bezig moet houden met het werk van Zijn Hemelse vader. Of dit toen al een bar mitswa was zoals die er vandaag wordt gedaan, waarsch. niet.
    Maar de traditie is wel heel oud en is zeker in Azie en andere landen bekend en wordt nog veelal gedaan om jongens volwassen te laten worden.
    Het zou nog mooier zijn als het niet alleen bij traditie bleef, maar dat het verlangen bij ons allen was om een zoon van de wet te zijn.
    Niet om iets te kunnen verdienen, want het is enkel genade, maar om onze liefde te laten zien naar God in antwoord op Zijn verlossing voor ons.
    Evengoed, een bar mitswa van dichtbij meemaken, mij dat doet het wat! het had in mijn gezin heel wat problemen kunnen voorkomen.
    Shalom

  3. Abshalom Hoyer | 10/09/2016 om 22:49 | Beantwoorden

    Mooi omschreven, helaas is voor een deel van de ”niet sterk orthodoxen” de Bar Mitzwa ook een van de laatste herinneringen die zij bij Synagoge hebben. Terwijl het juist het begin is van ‘het volwassen, verantwoordelijke leven’.
    Tja gidsen zijn vaak ook niet zo religieus, misschien is zij Purim vergeten? Maar met Rosh HaShanna zie ik ook allerlei Joden blij zijn, ook in de bedrijven waar ik gewerkt heb, waar heus niet alle Joden religieus zijn, Pesach vaak ook.
    ”Traditie” is er om door te geven. Bij Pasen, Sabbath en het e.e.a. zegt God dat wij Joden het moeten bewaken(doen) en herinneren. Wat is herinneren? Niet alleen voor jezelf, je zorgt dat je kinderen het herinneren en weer doorgeven aan hun kinderen. En elk jaar moet je het weer doen.
    Tegen ons zegt God dan ook ”Weest heilig want Ik ben heilig”, het ”Weest aldaar is in meervoud, naar het hele volk toe, het volk behoort heilig te zijn als geheel. (daar kan best wel eens iemand tussen zitten die wat minder bezig is….) Maar het geeft voor ons ook aan dat we als gemeenschap elkaar behoren te dragen en stimuleren. Het doen en herinneren is ook: De praktijk doen en geestelijk waarden doorgeven, geloof en werken horen samen te gaan.

Geef een reactie