Shabbats­lezingen: Geef jaloersheid geen plaats

In een goed harmonieus huwelijk is geen plaats voor een ‘Second Love’. Bij twijfels aan de trouw van de vrouw kan een man een Godsoordeel vragen bij de priester. Maar de priester kan niet de zonden vergeven en de harten veranderen – dat kan alleen onze Hoge­priester, Jezus.

De Bijbelgedeelten voor de komende Shabbat Naso (Tel, verhef) zijn:
✡ Torahlezing: Numeri 4:21 – 7:89,
✡ Profetenlezing: Rechters 13:2-25,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Johannes 12:20-36.

In verband met het thema wijken we daarvan af

Een gedeelte uit de Torahlezing
De HEERE sprak tot Mozes: Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen: Stel dat iemands vrouw afgeweken is en zij trouwbreuk tegen haar man gepleegd heeft, dat een andere man met haar geslapen heeft en er een zaadlozing plaatsgehad heeft, maar dat het voor de ogen van haar man verborgen bleef. Zij wist het feit dat zij zich veront­reinigde, geheim te houden en er was geen getuige tegen haar; ook was zij niet betrapt.
Als er echter een geest van achterdocht over haar man gekomen is, zodat hij achterdochtig geworden is tegenover zijn vrouw terwijl zij zich verontreinigd heeft, óf als er een geest van achterdocht over hem gekomen is, zodat hij achterdochtig geworden is tegenover zijn vrouw terwijl zij zich niet verontreinigd heeft, dan moet de man zijn vrouw bij de priester brengen en haar offergave voor haar meebrengen: een tiende efa gerstemeel. Hij mag er geen olie op gieten en er geen wierook op leggen, want het is een graanoffer voor achterdocht, een graanoffer van gedachtenis, dat herinnert aan de ongerechtigheid.
En de priester zal haar naar voren doen komen en haar voor het aangezicht van de HEERE plaatsen. De priester moet heilig water in een aarden pot nemen en van het stof dat op de vloer van de tabernakel ligt, moet de priester wat nemen en in het water doen. Daarna moet de priester de vrouw voor het aangezicht van de HEERE plaatsen en het hoofdhaar van de vrouw losmaken; en hij moet het graanoffer van gedachtenis op haar handen leggen, dat is het graanoffer voor achterdocht. En in de hand van de priester zal het bittere water zijn, dat de vervloeking meebrengt.
En de priester moet haar laten zweren, en tegen de vrouw zeggen: Als niemand met u geslapen heeft, en als u, terwijl u uw man toebehoorde, niet bent afge­weken in onreinheid, wees dan vrij van dit bittere water dat de vervloeking meebrengt! Maar u, indien u, terwijl u uw man toebehoorde, bent afgeweken, en indien u uzelf hebt verontreinigd en een andere man met u de geslachts­daad verricht heeft, en niet uw eigen man, dan moet de priester de vrouw met de eed van de vervloe­king laten zweren. De priester moet tegen de vrouw zeggen: De HEERE zal u tot een vervloeking en tot een verwensing stellen, te midden van uw volk, doordat de HEERE uw heup doet invallen en uw buik doet opzwellen. Dit water, dat de vervloeking meebrengt, zal in uw binnenste komen en uw buik doen opzwellen, en uw heup doen invallen. En de vrouw zal zeggen: Amen, amen!
Daarna moet de priester deze vervloekingen op een briefje schrijven, en hij moet het in het bittere water uitwissen. En hij moet de vrouw dat bittere water dat de vervloe­king meebrengt, laten drinken, zodat het water, dat de vervloeking meebrengt, in haar komt en tot bitterheid wordt.

Nadat hij haar het water heeft laten drinken, zal het gebeuren, indien zij zich daadwerkelijk verontreinigd en tegen haar man trouwbreuk gepleegd heeft, dat het water dat vervloeking meebrengt, in haar zal komen en tot bitterheid zal worden. Haar buik zal opzwellen en haar heup invallen, en die vrouw zal te midden van haar volk tot een vervloeking zijn. Echter, indien de vrouw zich niet heeft verontreinigd, maar rein is, dan zal zij vrij zijn, en zij zal vruchtbaar blijven.
Numeri 5:11-24 en 27-28 (HSV).

In het gezin behoort er harmonie, een vertrouwens­relatie, tussen man en vrouw te zijn. Maar het kan voorkomen dat een vrouw zich afwijkend gedraagt, niet ingetogen. Er ontstaat twijfel bij de man. Het vertrouwen is weg. Dat is een heel ernstige gebeurtenis, die soms voor jaren sporen achterlaat. Die achterdocht naar de trouw van de ander is soms niet terecht, maar wel schadelijk voor de huwelijksrelatie.

In andere culturen, zelfs in onze streken, werden dan vreemde en soms dodelijke godsoordelen uitgevoerd om schuld of onschuld te bewijzen, zoals de vrouw in een kolkende rivier gooien en zien of ze het overleeft. In Arabische landen zijn nog steeds eremoorden niet ongebruikelijk bij al dan niet bewezen overspel.

Hier wijst God een andere weg om de waarheid aan het licht te brengen. Geen oordeel door een menselijke rechter, maar een oordeel door God zelf. De jaloerse man moest het oordeel in Gods handen leggen, wat voorkomt dat de jaloezie uitloopt op geweld of een definitief einde aan het huwelijksvertrouwen.
De vrouw die van overspel werd verdacht, moest water drinken dat stof van de grond van de tabernakel bevat, en de inkt waarmee een vervloeking was geschreven. Als de vrouw inderdaad overspel had gepleegd, leidde het drinken van dit water tot bitter lijden en werd zij een vloek onder het volk, maar als ze niets had gedaan, ge­beurde er niets, maar kon zij weer zwanger worden.
Deze procedure gaf de man een uitlaatklep voor zijn emoties, en kon leiden tot herstel van het onderlinge vertrouwen. Tevens beschermde de procedure de vrouw tegen onge­recht­vaardigde woede van de man of een volksoordeel.

Een gedeelte uit de Profetenlezing
Wie met een vrouw overspel pleegt, is zonder verstand. Wie dat doet, richt zijn ziel te gronde.
Plaag en schande zal hij vinden en zijn smaad zal niet uitgewist worden, want jaloersheid is de woede van een man en hij zal geen medelijden hebben op de dag van de wraak.
Hij zal geen enkel losgeld aannemen, en er niet in bewilligen, al vergroot men het geschenk.

Spreuken 6:32-35 (HSV)

In Spreuken, een boek vol wijze raadgevingen, wordt ook duidelijk gewaarschuwd tegen overspel. Ook het nalopen van andere goden in plaats van de God van Israël is een vorm van overspel, want God heeft zich Israël tot zijn eigendom genomen. En God is een naijverig God – jaloers zeggen we nu – en Hij staat geen overspel toe. Maar Hij is geen tyran, want door zijn zoon Jezus heeft Hij getoond dat Hij hartstochtelijk veel van ons houdt.

Gedeelten uit het Nieuwe Testament
Want er is één God. Er is ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus. Hij heeft Zich gegeven als een losprijs voor allen.

En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is gekomen de zaligheid, de kracht en het koninkrijk van onze God en de macht van Zijn Christus, want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is neergeworpen.
1 Timotheüs 2:5 en Openbaring 12:10 (HSV).

De Wet van Mozes heeft geen gerechtigheid voortge­bracht in het hart van Gods kinderen. Hij functioneerde als opvoeder en bewaarder, die ons wees op onze behoefte aan een Verlosser, de Christus. Numeri 5 heeft misschien tijdelijk bescherming geboden aan de vrouw tegen een onrechtvaardige beschuldiging en een oordeel, zoals dat in andere culturen gebruikelijk was, maar het veranderde niet het hart van de man die zondigde tegen zijn vrouw door een onrechtvaardige beschuldiging. Het is juist dit onrecht dat ons laat zien dat we iets meer nodig hebben dan de wet ons kon bieden. En hier hebben we in Jezus een aanwijzing van dat betere, waarvan de Wet ons leert dat we het nodig hebben.

De menselijke priester werd opgedragen op te treden in een onrechtvaardige situatie en de hand van de jaloezie te weerhouden, zij het op een beperkte manier. Maar deze tekst wijst naar onze betere bemiddelaar, onze grote Hoge­priester en middelaar voor God, Jezus Christus.

Wat is het nut van een bemiddelaar? Hij is pleit­bezorger die tussen een aanklager en een rechter staan. In Numeri 5 beschuldigt de echtgenoot zijn vrouw, misschien onterecht, en los van deze wet zou hij zich waarschijnlijk opwerpen als aanklager, rechter en beul.
De priester treedt op als bemiddelaar voor God, de rechtvaardige rechter. De priester beschermt deze vrouw tegen een onrechtvaardige beschuldiging, zoals Jezus in ons leven is binnengetreden om zowel de onrechtvaardige als de rechtvaardige beschuldigingen van de aanklager, Satan, tegen te houden.

Waarom zijn Satans beschuldigingen tegen ons voor God de Rechter neergeworpen? Omdat er aan is voldaan door de betaling van Christus voor onze zonden aan het kruis! Dit is de sleutel om te begrijpen hoe Numeri 5 past in het lange verhaal over Jezus in de Schrift. Numeri 5 biedt vrouwen priesterlijke bescher­ming tegen beschuldiging en misbruik, zij het op een onvolmaakte, gedeeltelijke manier. Deze wet was een leermeester, die naar Jezus wees, al was hij nog steeds niet in staat om mensen volledig rechtvaardig te maken.

(Met dank aan Theology for Women).

Wees de eerste die reageert op "Shabbats­lezingen: Geef jaloersheid geen plaats"

Geef een reactie