Shabbats­lezingen: Gods zorg voor zijn volk gaat door

Het Loofhuttenfeest besluit met Simchat Torah, Vreug­de der Wet, als dank aan God voor zijn onderwijzing. De laatste twee hoofdstukken van Deuteronomium worden gelezen, gevolgd door het begin van Genesis. Gods zorg voor zijn volk gaat door, jaar op jaar.

De Bijbelgedeelten voor de komende Shabbat Simchat Torah (Vreugde der Wet) zijn:
✡ Torahlezing: Deuteronomium 33 en 34, Genesis 1:1-2:3
✡ Profetenlezing: Jozua 1:1-18,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: (o.a.) Matteüs 5:17-48.

Gedeelten uit de Torahlezing:
Dit nu is de zegen waarmee Mozes, de man Gods, de Israëlieten gezegend heeft, vóór zijn dood. Hij zei: De HEERE is van Sinaï gekomen, als de zon kwam Hij uit Seïr op. Hij verscheen blinkend vanaf het gebergte Paran, Hij kwam met tien­duizen­den heiligen, aan Zijn rechterhand was een vurige wet voor hen.
Ja, Hij heeft de volken lief! Al Zijn heiligen zijn in Uw hand, Zíj zitten aan Uw voeten en vangen iets op van Uw woorden.
Mozes gebood ons de wet, het erfelijk bezit van de gemeente van Jakob.
Hij was Koning in Jesjurun, toen de hoofden van het volk zich verzamelden, samen met de stammen van Israël.
Moge Ruben leven en niet sterven, en mogen zijn mannen groot in aantal zijn!
Dit betreft Juda; hij zei: Luister, HEERE, naar de stem van Juda! Breng hem terug bij zijn volk, laten zijn handen sterk genoeg voor hem zijn, en wees hem een hulp tegen zijn tegenstanders!

Toen beklom Mozes, vanuit de vlakten van Moab, de berg Nebo, de top van de Pisga, die recht tegenover Jericho ligt. En de HEERE liet hem heel het land zien: van Gilead tot Dan, heel Naftali, het land van Efraïm en Manasse, heel het land van Juda tot aan de zee in het westen, het Zuiderland, de vlakte van de vallei van Jericho, de palmstad, tot aan Zoar.
En de HEERE zei tegen hem: Dit is het land waarvan Ik Abraham, Izak en Jakob gezworen heb: Aan uw nage­slacht zal Ik het geven. Ik heb het u met uw eigen ogen laten zien, maar u mag daarheen niet oversteken.

In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water.
En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht. En God zag het licht dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis. En God noemde het licht dag en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag.

Deuteronomium 33:1-7, 34:1-4, Genesis 1:1-5 (HSV).

Een gedeelte uit de Profetenlezing
Het gebeurde na de dood van Mozes, de dienaar van de HEERE, dat de HEERE tegen Jozua, de zoon van Nun, de dienaar van Mozes, zei: Mijn dienaar Mozes is gestorven. Nu dan, sta op, steek deze Jordaan over, u en heel dit volk, naar het land dat Ik aan hen, de Israëlieten, ga geven. Elke plaats die uw voet­zool betreedt, heb Ik u gegeven, over­een­kom­stig wat Ik tot Mozes gesproken heb. Van de woestijn en deze Libanon af tot aan de grote rivier, de rivier de Eufraat, heel het land van de Hethieten, en tot de Grote Zee, waar de zon ondergaat, zal uw gebied zijn.
Niemand zal tegenover u standhouden al de dagen van uw leven. Zoals Ik met Mozes geweest ben, zal Ik met u zijn. Ik zal u niet loslaten en u niet verlaten. Wees sterk en moedig, want ú zult dit volk het land dat Ik hun vaderen gezworen heb hun te geven, in erfbezit laten nemen. Alleen, wees sterk en zeer moedig, door nauwlettend te handelen overeenkomstig heel de wet die Mozes, Mijn dienaar, u geboden heeft. Wijk daar niet van af, naar rechts of naar links, opdat u ver­stan­dig zult handelen overal waar u gaat.
Dit boek met deze wet mag niet wijken uit uw mond, maar u moet het dag en nacht over­denken, zodat u nauw­lettend zult han­delen over­een­kom­stig alles wat daarin geschreven staat. Dan immers zult u uw wegen voor­spoedig maken en dan zult u verstandig handelen.

Jozua 1:1-8 (HSV)

Een gedeelte uit het Nieuwe Testament
Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Pro­fe­ten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbij­gaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voor­bij­gaan, totdat het alles geschied is.
Wie dan een van deze geringste geboden afschaft en de mensen zo onder­wijst, zal de geringste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar wie ze doet en onder­wijst, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen.
Want Ik zeg u: Als uw gerechtigheid niet overvloediger is dan die van de schrift­geleerden en de Farizeeën, zult u het Koninkrijk der hemelen beslist niet binnen­gaan.

Matteüs 5:17-20 (HSV)

Gods zorg voor zijn volk gaat door
In de slothoofdstukken van Deuteronomium lezen we de laatste woorden van Moses, zijn zege­ningen van de twaalf stammen van Israël.
Eerst heeft hij het volk op het hart gedrukt zich te houden aan de Torah, Gods onder­wijzing: ‘Neem al de woorden waar­mee ik u heden waar­schuw, ter harte, zodat u uw kinde­ren gebiedt al de woorden van deze wet nauw­lettend te houden. Want het is geen woord zonder inhoud voor u, maar het is uw leven. En door dit woord zult u de dagen ver­lengen in het land waarvoor u de Jordaan over­steekt om het in bezit te nemen’ (32:46-47).
Daarvoor had Moses het volk er aan herinnerd, dat het door zijn ontrouw het beloofde land niet mag binnen­gaan: ‘Zij hebben Hem tot na-ijver gebracht met vreemde goden, met gruwelijke daden hebben zij Hem tot toorn verwekt’ (32:16). Maar toch wil Moses hen zegenen. Hij neemt geen wraak, hoewel hij daar, men­se­lijk gezien, genoeg reden voor heeft.

Dan beginnen de profetische zegeningen, die de gehei­me­nissen van alle belof­ten aan de stam­men inhouden. Eerst de eerst­gebo­rene Ruben, gevolgd door de konings­stam Juda, waaruit ook de Messias is voort­gekomen.
De teksten zijn niet gemakkelijk te begrijpen, maar zo is het veel­vuldig met de gehei­me­nis­sen van God. Hij geeft de zijnen er op Zijn tijd inzicht in. Dat was anders bij Moses, met hem sprak God niet in raad­selen, maar ‘van aan­ge­zicht tot aan­ge­zicht’.
Moses besluit met ‘Welzalig bent u, Israël! Wie is zoals u? U bent een volk dat door de HEERE verlost is. Hij is een schild en een hulp voor u, Hij is uw majes­tei­te­lijke zwaard; daarom zullen uw vijan­den zich geveinsd aan u onder­werpen, en ú zult hun hoogten betreden!’

Dan leidt God Moses naar de berg Nebo, gelegen ten oosten van de Jordaan, in het huidige Jordanië. Daar geeft Hij de 120 jaar oude leider van zijn volk een boven­natuur­lijke blik op het land, tot aan de Middel­landse Zee in het westen, Dan in het noorden en de woestijn in het zuiden. Met dit uitzicht stierf Moses. Zijn taak op aarde was volbracht. Hij had het volk naar het doel gebracht. We zien een paral­lel met de laatste Verlosser, Jezus, die Zijn volk ook naar het doel zal brengen, in het beloofde Koninkrijk van God.

Rabbijnen beschreven de situatie van Moses’ afscheid als een vliegreis: zoals in de vertrek­hal van een vlieg­veld door­liep hij vanaf het inchecken alle veilig­heids­controles en bereikte de gate. Maar bij de deur van het vlieg­tuig sprak de stewar­dess hem aan: ‘U mag het vlieg­tuig niet binnengaan.’

Na Moses’ dood is het niet afgelopen. God had beloofd voor Zijn volk te zorgen, en dat doet Hij ook. De opvol­ger van Moses is inge­werkt en staat klaar. Het is Jozua, die jaren­lang de trouwe dienaar van Moses is geweest. Onder zijn leiding zal het volk Israël de Jor­daan over­steken en het land binnen­trekken en zich er vestigen.

Na het lezen van het laatste hoofdstuk van Deutero­nomium is het voor­lezen niet afge­lopen. In de syna­go­gen wordt op Simchat Torah, Vreugde der Wet, de dikke boekrol terug­gerold naar het begin, en worden de eerste verzen van het boek Genesis voor­gelezen.

Net zoals Moses deed, drukte Jezus het volk op het hart, zich te houden aan de Torah, Gods onder­wijzing. Niet om door eigen zwoegen een ’toegangs­kaartje voor de hemel’ te ver­dienen, maar als een teken van geloof in God en liefde tot God.

(Commentaar met dank aan Michael Schneider)

1 reactieop"Shabbats­lezingen: Gods zorg voor zijn volk gaat door"

  1. De openingszin van dit artikel is onjuist. Loofhuttenfeest heeft niets met Simchat Torah te maken. Soekot eindigt, opmerkelijk genoeg, op de zevende dag van dat feest zonder een bijzondere dag (Jom Sjabbaton) te zijn. Waarschijnlijk ten gunste van de werkzaamheden van het afbreken van de Soekah op die dag en ten gunste van de gedenkdag Jom ‘Atseret die de dag erna gehouden moet worden.

    Ook is Simchat Torah geen Bijbels feest, maar een halffeest (niet door God bevolen, maar door mensen toegevoegd). Overigens, is die toevoeging opgepast en verwarrend.

Geef een reactie