Shabbats­lezingen: Josefs leven als beeld van Jezus (2)

Tien hoofdstukken van het boek Genesis gaan over Josef, die als onderkoning van Egypte zijn familie redde van de hongerdood. Wanneer je die achter elkaar leest, valt op hoeveel Josefs leven leek op dat van Jezus.

De Bijbelgedeelten voor de komende Shabbat Wayechi (En hij leefde) zijn:
✡ Torahlezing: Genesis 47:28 – 50:26,
✡ Profetenlezing: 1 Koningen 2:1-12,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: 1 Petrus 1:1-9.

In verband met het thema wijken we daarvan af, en zijn gedeelten uit de hoofd­stukken over Josef in de Torah­lezingen en en over Jezus in het Nieuwe Testament gecombineerd. Vandaag deel 2.

Vol van Gods Geest
• God heeft de farao bekendgemaakt wat Hij gaat doen. Die zeven mooie koeien betekenen zeven jaren, die zeven mooie aren betekenen ook zeven jaren; de dromen zijn één. Die zeven magere en lelijke koeien, die na hen opkwamen, zijn zeven jaren; die zeven lege, door de oostenwind verschroeide aren zullen zeven jaren van honger zijn. Dit is het woord dat ik tot de farao gesproken heb: God heeft aan de farao laten zien wat Hij gaat doen. Zie, de komende zeven jaren zal er in heel het land Egypte een grote over­vloed zijn. Maar daarna zullen er zeven jaren van hongers­nood aan­breken; dan zal al die over­vloed in het land Egypte vergeten zijn, en de honger zal het land verwoesten.
Daarom zei de farao tegen zijn dienaren: Zouden wij iemand kunnen vinden als deze, in wie de Geest van God is?
• En het geschiedde, toen al het volk gedoopt was, en Jezus ook gedoopt was en aan het bidden was, dat de hemel geopend werd, en dat de Heilige Geest op Hem neer­daalde in licha­me­lijke gedaante als een duif. En er kwam een stem uit de hemel die zei: U bent Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn wel­be­hagen!

Genesis 41:25b-30, 38, Lukas 3:21-22 (HSV)

Gods Geest was op Josef, daarom kon God hem de betekenis van dromen bekend maken, en de oplossing voor de zeven magere jaren.
Jezus werd vervuld met de heilige Geest, voordat Hij met Zijn taak op aarde begon.

Heerser onder Farao, heerser onder God
• Daarop zei de farao tegen Jozef: Aangezien God u dit alles heeft bekendgemaakt, is er niemand zo verstan­dig en wijs als u. U zult zelf over mijn huis gaan en heel mijn volk zal uw bevel eerbiedigen; alleen wat de troon betreft, zal ik meer aanzien hebben dan u. Verder zei de farao tegen Jozef: Zie, ik stel u (hierbij) aan over heel het land Egypte.
• Want zoals de Vader het leven heeft in Zichzelf, zo heeft Hij ook de Zoon gegeven het leven te hebben in Zichzelf; en Hij heeft Hem ook macht gegeven om oordeel te vellen, omdat Hij de Zoon des mensen is. Verwonder u daar niet over, want de tijd komt waarin allen die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen, en zij zullen eruit gaan: zij die het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, maar zij die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding ter verdoemenis. Ik kan van Mijzelf niets doen. Zoals Ik hoor, oordeel Ik en Mijn oordeel is rechtvaardig, want Ik zoek niet Mijn wil, maar de wil van de Vader, Die Mij gezonden heeft.

Genesis 41:39-41, Johannes 5:26-30 (HSV)

Josef werd tot heerser onder Farao aangesteld, kreeg mooie kleren en gezag ‘over heel het land Egypte’.
Jezus werd door God naar de aarde gezonden om Zijn Koninkrijk te verkondigen en over de mensen te oordelen naar hun daden.

Josef en Jezus werden verhoogd
• Toen nam de farao zijn ring van zijn hand en deed hem aan Jozefs hand; hij liet hem kleren van fijn linnen aantrekken en hing een gouden keten om zijn hals. Hij liet hem rijden op de tweede wagen die hij had, en ze riepen voor hem uit: Kniel! Zo stelde hij hem aan over heel het land Egypte.
• Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, Die, terwijl Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoor­zaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood. Daarom heeft God Hem ook boven­mate verhoogd en heeft Hem een Naam geschon­ken boven alle naam, opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heer­lijk­heid van God de Vader.

Genesis 41:42-43, Filippenzen 2:5-11 (HSV)

Josef werd verhoogd tot onderkoning.
Jezus werd verhoogd aan het kruis en verhoogd tot hemelse heerlijkheid, en is Heer over allen.

Josef en Jezus waren even oud
• En Jozef was dertig jaar oud, toen hij bij de farao, de koning van Egypte, in dienst trad. Toen ging Jozef bij de farao weg en trok heel het land Egypte door.
• En Hij, Jezus, was ongeveer dertig jaar toen Hij Zijn dienstwerk begon. Hij was, naar men dacht, de Zoon van Jozef, de zoon van Heli (enz.)

Genesis 41:46, Lukas 3:23 (HSV)

Zowel Josef als Jezus waren 30 jaar oud toen zij aan hun dienstwerk begonnen.

Josef en Jezus verborgen hun identiteit
• En Jozef, hij was de machthebber over dat land; hij verkocht koren aan de hele bevolking van het land. De broers van Jozef kwamen en bogen zich voor hem neer met het gezicht ter aarde. Toen Jozef zijn broers zag, herkende hij hen, maar hij deed zich tegenover hen voor als een vreemde en sprak harde woorden tot hen. Hij zei tegen hen: Waar komt u vandaan? Zij zeiden: Uit het land Kanaän, om voedsel te kopen. Jozef herkende zijn broers, maar zij herkenden hem niet.
• En het gebeurde, toen (Jezus) in persoonlijk gebed was, dat de discipelen in Zijn nabijheid waren. En Hij vroeg hun: Wie zeggen de menigten dat Ik ben? Zij antwoordden en zeiden: Johannes de Doper, en anderen: Elia, en weer anderen dat een van de oude profeten opgestaan is. Hij zei tegen hen: Maar u, wie zegt u dat Ik ben? Petrus antwoordde en zei: De Christus van God. En Hij sprak hen streng toe en beval dat zij dit tegen niemand zeggen zouden.

Genesis 42:6-8, Lukas 9:18-21 (HSV)

Josef maakte zich niet bekend aan zijn broers, om hen op de proef te kunnen stellen.
Jezus maakte zich niet bekend aan de mensen, opdat zij door Zijn woorden en daden zouden ontdekken wie Hij is.

Josef en Jezus maakten hun identiteit bekend
• Toen kon Jozef zich niet (meer) bedwingen voor allen die bij hem stonden, en hij riep: Laat iedereen van mij weggaan. Er stond niemand bij hem, toen Jozef zich aan zijn broers bekendmaakte. Hij huilde zo luid dat de Egyptenaren en het huis van de farao het hoorden. Jozef zei tegen zijn broers: Ik ben Jozef! Leeft mijn vader nog? Maar zijn broers waren niet in staat om hem antwoord te geven, want zij waren door schrik voor hem overmand. Jozef zei tegen zijn broers: Kom toch dichter bij me! En zij kwamen dichterbij. Toen zei hij: Ik ben Jozef, jullie broer, die jullie naar Egypte verkocht hebben.
• En Jezus liep rond in de tempel, in de zuilengang van Salomo. De Joden dan omringden Hem en zeiden tegen Hem: Hoelang houdt U ons in het onzekere? Als U de Christus bent, zeg het ons vrijuit. Jezus ant­woordde hun: Ik heb het u gezegd en u gelooft het niet. De werken die Ik doe in de Naam van Mijn Vader, die getuigen van Mij. Maar u gelooft niet, want u bent niet van Mijn schapen, zoals Ik u gezegd heb. Mijn schapen horen Mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij.

Genesis 45:1-4, Johannes 10:23-27 (HSV)

Toen Josef wist, welke verandering zijn broers hadden doorgemaakt, kon hij zich bekend maken.
Jezus had zich bekend gemaakt als de Messias door tekenen en onderwijs, en wie zijn hart voor hem opende, herkende Hem.

Alles onder gezag van de Heer
• (In ruil) voor het koren dat men kocht, zamelde Jozef al het geld in dat in het land Egypte en in het land Kanaän te vinden was. Jozef bracht dat geld naar het huis van de farao.
Toen nu het geld uit het land Egypte en uit het land Kanaän op was, kwamen alle Egyp­te­na­ren naar Jozef en zeiden: Geef ons brood! Waarom zouden we in uw aan­wezig­heid moeten sterven? Het geld is immers op!Jozef zei: Geef uw vee; ik zal u (brood) geven (in ruil) voor vee, als uw geld op is. Toen brachten zij hun vee naar Jozef, en Jozef gaf hun brood (in ruil) voor paarden, kleinvee, runderen en ezels. In dat jaar voor­zag hij hen van brood in ruil voor al hun vee.
Zo kocht Jozef voor de farao al de grond in Egypte, want de Egyp­te­naren verkochten allen hun akker, omdat de honger hun te sterk was geworden. Zo werd het land (het eigen­dom) van de farao.
• Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. Ieder echter in zijn eigen orde: Christus als Eersteling, daarna wie van Christus zijn, bij Zijn komst. Daarna (komt) het einde, wanneer Hij het koning­schap aan God en de Vader heeft over­gegeven, wanneer Hij alle heer­schap­pij en alle macht en kracht heeft teniet­gedaan. Want Hij moet Koning zijn, totdat Hij alle vijanden onder Zijn voeten heeft gelegd. De laatste vijand die teniet­gedaan wordt, is de dood.
Immers, alle dingen heeft Hij aan Zijn voeten onder­worpen. Wanneer Hij echter zegt dat (aan Hem) alle dingen onder­worpen zijn, is het duidelijk dat Hij Die (Zelf) alles aan Hem onder­worpen heeft, hiervan is uitge­zon­derd. En wanneer alle dingen aan Hem onder­worpen zijn, dan zal ook de Zoon Zelf Zich onder­werpen aan Hem Die alle dingen aan Hem onder­worpen heeft, opdat God alles in allen zal zijn.

Genesis 47:14-17, 20, 1 Korinthe 15:22-28 (HSV)

In ruil voor hun akkers en hun vee gaf Josef de Egyp­te­naren brood, zodat geheel Egypte aan de Farao onder­worpen was.
Wanneer Christus verlossingswerk voltooid is en alle tegenstanders, ook de dood, zijn verslagen, wanneer de hele mensheid aan Hem onderworpen is, zal Hij alles aan God onderwerpen.

Een gedeelte uit de Profetenlezing
Hij riep een hongersnood over het land af, Hij liet het volledig aan brood ontbreken.
Hij zond een man voor hen uit: Jozef werd als slaaf verkocht. Men drukte zijn voeten vast in de boeien, hijzelf kwam in de ijzers. Tot de tijd dat Zijn woord uitkwam, heeft de belofte van de HEERE hem gelouterd.
De koning stuurde boden en liet hem vrij, de heerser van de volken liet hem los.
Hij stelde hem aan tot heer over zijn huis, tot heerser over al zijn bezit, om zijn vorsten zijn wil op te leggen en zijn oudsten wijsheid te leren.

Psalm 105:16-22 (HSV).

Met dank aan de lezingen van ds. Henk Poot, ‘Jozef, een Messiaanse Geschiedenis’, Family7, 2017.

Wees de eerste die reageert op "Shabbats­lezingen: Josefs leven als beeld van Jezus (2)"

Geef een reactie