In drie uitgekozen Bijbelgedeelten lezen we dat Gods zegen werd uitgesproken over mensen. Het Hebreeuwse woord ‘zegenen’ houdt verband met knieën en knielen, een nederige houding die erkent dat wij Gods zegen nodig hebben in het leven.
De Bijbelgedeelten voor de komende shabbat Pekoede (Dit zijn de kosten) zijn:
✡ Torahlezing: Exodus 38:21 – 40:38,
✡ Profetenlezing: 1 Koningen 7:51 – 8:21,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Hebreeën 8:1-13.
In verband met het thema wijken we daarvan af.
Beluister ook de muziekvideo van deze week.
Gedeelten uit de Torahlezing
Zo werd al het werk aan de tabernakel, aan de tent van ontmoeting voltooid; de Israëlieten maakten het namelijk overeenkomstig alles wat de HEERE Mozes geboden had, zo deden zij het.
Overeenkomstig alles wat de HEERE Mozes geboden had, zo hebben de Israëlieten heel het werk verricht. En Mozes zag heel het werk, en zie, zij hadden het gemaakt zoals de HEERE geboden had, zo hadden zij het gemaakt. Toen zegende Mozes hen.
Exodus 39:32 en 42-43 (HSV).
‘Toen zegende Mozes hen’. Het doet me denken aan het scheppingsverhaal, waar we keer op keer lezen ‘En God zag, dat het goed was’. Mozes heeft alles bezien, wat de Israëlieten in opdracht van God hadden gemaakt voor de Tabernakel, het zichtbare teken van Gods aanwezigheid en betrokkenheid bij zijn volk, en alle is orde bevonden. Dan zegent Mozes het volk, hij legt Gods naam op het volk, als teken van goedkeuring en als een gebed.
Gedeelten uit de Profetenlezing
Zo werd al het werk dat koning Salomo voor het huis van de HEERE verrichtte, voltooid. Daarna bracht Salomo de geheiligde gaven van zijn vader David over. Het zilver, het goud en de voorwerpen legde hij in de schatkamers van het huis van de HEERE.
Toen zei Salomo: De HEERE heeft gezegd in een donkere wolk te zullen wonen. Ik heb immers een huis gebouwd als woning voor U, een vaste woonplaats voor U, in alle eeuwigheid.
Daarna keerde de koning zich om en zegende heel de gemeente van Israël, terwijl heel de gemeente van Israël stond.
Hij zei: Geloofd zij de HEERE, de God van Israël, Die met Zijn mond tot mijn vader David gesproken heeft, en dat met Zijn hand heeft vervuld, toen Hij zei: Vanaf de dag dat Ik Mijn volk Israël uit Egypte heb geleid, heb Ik uit alle stammen van Israël geen stad verkozen om er een huis te bouwen, zodat Mijn Naam daar zou zijn, maar Ik heb David verkozen om koning te zijn over Mijn volk Israël.
Het was in het hart van mijn vader David om een huis te bouwen voor de Naam van de HEERE, de God van Israël. Maar de HEERE zei tegen mijn vader David: Dat het in uw hart was om voor Mijn Naam een huis te bouwen, daar hebt u goed aan gedaan, dat dit in uw hart was. U echter zult dat huis niet bouwen, maar uw zoon, die uit uw lichaam zal voortkomen, die zal voor Mijn Naam dat huis bouwen.
Zo heeft de HEERE Zijn woord dat Hij gesproken had, gestand gedaan, want ik ben in de plaats van mijn vader David opgestaan, en ik heb op de troon van Israël plaatsgenomen, zoals de HEERE gesproken heeft, en ik heb voor de Naam van de HEERE, de God van Israël, dit huis gebouwd. Ik heb daar een plaats toegewezen voor de ark, waarin het verbond van de HEERE ligt dat Hij met onze vaderen sloot, toen Hij hen uit het land Egypte leidde.
1 Koningen 7:51 en 8:12-21 (HSV).
Wanneer de Tempel in Jeruzalem is afgebouwd, ingericht met de geheiligde voorwerpen en ingewijd, zegent koning Salomo het volk. Hij wijst ook op het verbond dat de Heer met het volk Israël sloot toen Hij hen uit Egypte leidde. Zoals de Tempel een teken is van Gods aanwezigheid temidden van zijn volk, mag de zegen van God een teken zijn van Gods betrokkenheid bij ieder die Hem toebehoort.
Een gedeelte uit het Nieuwe Testament
En [Jezus] zei tegen hen: Dit zijn de woorden die Ik tot u sprak toen Ik nog bij u was, dat alles vervuld moest worden wat over Mij geschreven staat in de Wet van Mozes en in de Profeten en in de Psalmen.
Toen opende Hij hun verstand zodat zij de Schriften begrepen. En Hij zei tegen hen: Zo staat er geschreven en zo moest de Christus lijden en uit de doden opstaan op de derde dag. En in Zijn Naam moet onder alle volken bekering en vergeving van zonden gepredikt worden, te beginnen bij Jeruzalem. En u bent van deze dingen getuigen.
En zie, Ik zend de belofte van Mijn Vader op u; maar blijft u in de stad Jeruzalem, totdat u met kracht uit de hoogte bekleed zult worden.
Hij leidde hen naar buiten tot bij Bethanië. En Hij hief Zijn handen op en zegende hen. En het geschiedde, terwijl Hij hen zegende, dat Hij Zich van hen verwijderde. En Hij werd opgenomen in de hemel.
En zij aanbaden Hem en keerden terug naar Jeruzalem met grote blijdschap. En zij waren voortdurend in de tempel, terwijl ze God loofden en dankten. Amen.
Lukas 24:44-53 (HSV).
Wanneer Jezus voor het laatst zijn leerlingen spreekt en zij aan zijn grote opdracht beginnen – prediken onder alle volken – zegent Hij hen, als teken, als zekerheid, dat God bij hen zal zijn. De mannen zijn nu niet meer zijn discipelen, zijn volgelingen, maar ze zijn nu zijn apostelen, uitgezonden in de wereld. En zonder de kracht van de heilige Geest en de zegen van God kunnen zij die taak niet volbrengen.
Voor een uitwerking van deze sidra voor een Bijbelleeskring, zie Exodus-39
Wees de eerste die reageert op "Shabbatslezingen: Leef onder Gods zegen"