Shabbats­lezingen: Zijn we voorbereid op verdrukking en lijden?

Drie tekstgedeelten die spreken van verdrukking en lijden en oproepen tot volharden, tot blijven geloven in God en zijn werk op aarde. Dit vraagt om een hecht contact met God, door te lezen in de Bijbel, ons te voeden met het woord, en om vervuld te zijn met de Heilige Geest, zodat Hij tot ons kan spreken en wij het verstaan.

De Bijbelgedeelten voor de komende shabbat Shemot (Dit zijn de namen) zijn:
✡ Torahlezing: Exodus 1:1 – 6:1,
✡ Profetenlezing: Jesaja 27:6 -28:13, 29:22-23, en Jeremia 1:1 – 2:3,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: 1 Korinthe 14:13-25.

In verband met het thema wijken we daarvan af

Gedeelten uit de Torahlezing
Toen Jozef gestorven was, en ook al zijn broers, en heel die generatie, werden de Israëlieten vruchtbaar en breidden zij zich over­vloedig uit. Ze werden talrijk en uitermate machtig, zodat het land vol van hen werd.
Toen trad er in Egypte een nieuwe koning aan, die Jozef niet gekend had. Hij zei tegen zijn volk: Zie, het volk van de Israëlieten is talrijker en machtiger dan wij. Kom, laten wij er verstandig tegen optreden, anders zal het talrijk worden en, mocht het zijn dat er een oorlog uitbreekt, dan zal het zich ook bij onze vijanden aan­sluiten, tegen ons strijden en uit het land weg­trekken. En zij stelden daarom opzichters van herendiensten over het volk aan om het door zijn dwangarbeid te onder­drukken. Het bouwde voor de farao voorraadsteden: Pitom en Raämses.
Hoe meer zij het echter onder­druk­ten, hoe talrijker het werd en hoe meer het zich uitbreidde, zodat zij in angst verkeerden vanwege de Israëlieten.
De Egyptenaren lieten de Israëlieten met harde hand voor zich werken. Zij maakten het leven bitter voor hen door hen zwaar werk te laten verrichten met leem en bakstenen, en door allerlei werk op het veld: al hun werk, waarmee zij hen moesten dienen, met harde hand.
Bovendien zei de koning van Egypte tegen de vroed­vrouwen van de Hebreeuwse vrouwen, van wie de naam van de een Sifra was en de naam van de ander Pua, hij zei: Als u de Hebreeuwse vrouwen bij het bevallen helpt en u let op de stenen baarstoel, dan moet u, als het een zoon is, hem doden, maar als het een dochter is, mag zij blijven leven. De vroedvrouwen vreesden echter God en deden niet wat de koning van Egypte tot hen gesproken had, maar lieten de jongetjes in leven.

Exodus 1:6-17 (HSV).

Een gedeelte uit de Profetenlezing
Toen zei Haman tegen koning Ahasveros: Eén volk is er dat verstrooid en verspreid is onder de volken in alle gewesten van uw koninkrijk. Hun wetten zijn anders dan die van alle volken en er is niemand die de wetten van de koning uitvoert. Het past de koning niet hen met rust te laten. Als het de koning goeddunkt, laat er dan geschreven worden dat men hen ombrengt. Dan zal ik tienduizend talent zilver afwegen op de handen van hen die het werk doen, om die naar de schatkist van de koning te brengen.
Toen nam de koning zijn zegelring van zijn hand en gaf die aan Haman, de zoon van Hammedatha, de Agagiet, de tegenstander van de Joden. En de koning zei tegen Haman: Laat het zilver u geschonken zijn, en het volk, om daarmee te doen wat goed is in uw ogen.
Toen werden de schrijvers van de koning geroepen, in de eerste maand, op de dertiende dag ervan. Er werd geschreven, overeenkomstig alles wat Haman beval, aan de stadhouders van de koning, aan de landvoogden die in elk gewest waren, en aan de vorsten van elk volk, elk gewest in zijn eigen schrift en elk volk in zijn eigen taal. Er werd geschreven in de naam van koning Ahasveros, en het werd verzegeld met de zegelring van de koning.
De brieven werden door ijlboden verzonden naar alle gewesten van de koning, met het bevel alle Joden weg te vagen, te doden en om te brengen, van jong tot oud, met de kleine kinderen en de vrouwen, op één dag, de dertiende van de twaalfde maand, dat is de maand Adar, en hun bezit te plunderen. De inhoud van het geschre­vene moest als wet uitgevaardigd worden in alle gewesten en openbaar gemaakt aan alle volken, zodat ze die dag klaar zouden staan.

Esther 3:8-14 (HSV)

Gedeelten uit het Nieuwe Testament
En toen [Jezus] op de Olijfberg zat, tegenover de tempel, vroegen Petrus, Jakobus, Johannes en Andreas Hem toen zij alleen waren: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren? En wat is het teken wanneer al deze dingen in vervulling zullen gaan?
En Jezus antwoordde hun en begon te zeggen: Pas op dat niemand u misleidt. Want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus; en zij zullen velen misleiden.
En wanneer u hoort van oorlogen en geruchten van oorlogen, word dan niet verschrikt, want dit moet gebeuren, maar het is nog niet het einde. Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen aardbevingen zijn in verscheidene plaatsen en er zullen hongersnoden zijn en onlusten. Deze dingen zijn het begin van de weeën.
Past u op uzelf; want ze zullen u over­leveren aan raads­verga­de­ringen, en in de synagogen zult u geslagen worden; en u zult voor stad­houders en koningen geplaatst worden omwille van Mij, tot een getuigenis voor hen. En het Evangelie moet eerst gepredikt worden aan alle volken.
En wanneer ze u zullen wegleiden om u over te leveren, wees dan van tevoren niet bezorgd wat u spreken moet, en bedenk het niet; maar wat u op dat moment gegeven zal worden, spreek dat, want u bent het niet die spreekt, maar de Heilige Geest. En de ene broer zal de andere overleveren tot de dood en de vader het kind; en de kinderen zullen opstaan tegen de ouders en zullen hen doden.
En u zult door allen gehaat worden omwille van Mijn Naam, maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.

Markus 13:3-13 (HSV)

Zijn we voorbereid op verdrukking en lijden?
Drie tekstgedeelten die spreken van verdrukking en lijden, in verschillende tijden, de tijd van de Egyptische slavernij, de Babylonische ballingschap, en de tijd na Christus’ hemelvaart – die ook onze tijd omvat.
Drie tekstgedeelten die oproepen tot volhouden, tot volharden, tot blijven geloven in God en zijn werk op aarde.
Tekstgedeelten die ons ook oproepen tot een hecht contact met God, door te lezen in de Bijbel, ons te voeden met het woord, het in ons op te nemen en een deel van ons te laten worden.
En wanneer we lezen ‘wat u op dat moment gegeven zal worden, spreek dat, want u bent het niet die spreekt, maar de Heilige Geest’, dan is dat een oproep om vervuld te zijn met de Heilige Geest, en zo dicht aan Gods hart te leven, dat Hij tot ons kan spreken en wij het verstaan.

Reken niet op een plotselinge opname van de aard­bodem wanneer het hier moeilijk wordt. Laat het aan God over op welke wijze Hij uitredding zal schenken. Corrie ten Boom citeert in een artikel in Opwekking (feb 1977) een bisschop uit China. Hij zei, dat hij gefaald had. ‘Toen de verdrukkingen kwamen over China en miljoenen christenen vermoord werden, waren de mensen niet voorbereid. Ze dachten dat ze opgenomen zouden worden voor de grote verdrukking.
Ten tweede hebben we gefaald omdat we de christenen niet geleerd hebben dat iedereen een evangelist moet zijn. Als de leiders gevangen zitten, moeten de gewone leden verder gaan met de verkondiging van het woord’.

‘God heeft ons geen kalme reis beloofd, maar wel een behouden aankomst’

=====================================================

Voor een uitwerking van deze sidra voor een Bijbelleeskring, zie Exodus-1.pdf

Wees de eerste die reageert op "Shabbats­lezingen: Zijn we voorbereid op verdrukking en lijden?"

Geef een reactie