Sjabbats­lezingen: Gebed voor de Reiziger

Aan het begin en het einde van elk traject sprak Moses een vast litur­gisch gebed uit. Dat maakt duide­lijk, dat de woestijn­tocht geen toeris­ti­sche wan­de­ling was, maar een tocht vol geva­ren, vooral op gees­te­lijk gebied.

De Bijbelgedeelten voor de komende sjabbat Beha’alotecha (Wanneer u opstelt) zijn:
✡ Torahlezing: Numeri 8 – 12,
✡ Profetenlezing: Zacharia 2:10 – 4:7,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Openbaring 11:1-19.
In verband met het thema wijken we daarvan af

Gedeelten uit de Torahlezing
Het gebeurde in het tweede jaar, in de tweede maand, op de twintigste van de maand, dat de wolk opgeheven werd van de tabernakel van de getuige­nis. De Israëlieten braken op, (en trok­ken) van rustplaats tot rustplaats, uit de woestijn Sinaï; en de wolk bleef rusten in de woestijn Paran. Voor het eerst braken zij op, op bevel van de HEERE, door de dienst van Mozes. Als eerste brak het vaandel van het kamp van de nakomelingen van Juda op, (ingedeeld) naar hun legers; en Nahes­son, de zoon van Ammi­na­dab, (had de leiding) over zijn leger.

Zo trokken zij drie dagreizen van de berg van de HEERE vandaan. En de ark van het verbond van de HEERE trok drie dag­reizen voor hen uit, om een rustplaats voor hen te zoeken. De wolk van de HEERE was overdag boven hen, wanneer zij uit het kamp opbraken.
En het was bij het opbreken van de ark dat Mozes zei: Sta op, HEERE, laat Uw vijanden overal verspreid worden en hen die U haten, van Uw aangezicht vluchten! En als hij rustte, zei hij: Keer terug, HEERE, tot de tiendui­zen­den van de duizenden van Israël!

Numeri 10:11-14 en 33-36 (HSV)

Een gedeelte uit de Profetenlezing
Ik sla mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal. Mijn hulp is van de HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft.
Hij zal uw voet niet laten wankelen, uw Bewaarder zal niet sluimeren. Zie, de Bewaarder van Israël zal niet sluimeren of slapen.
De HEERE is uw Bewaarder, de HEERE is uw schaduw aan uw rechterhand.
De zon zal u overdag niet steken, de maan niet in de nacht.
De HEERE zal u bewaren voor alle kwaad, uw ziel zal Hij bewaren.
De HEERE zal uw uitgaan en uw ingaan bewaren, van nu aan tot in eeuwigheid.

Psalm 121, (HSV).

Een gedeelte uit het Nieuwe Testament
En [Jezus] riep de twaalf bij Zich en begon hen twee aan twee uit te zenden en gaf hun macht over de onreine geesten. En Hij gebood hun dat zij niets mee zouden nemen voor onder­weg dan alleen een staf: geen reis­zak, geen brood, geen geld in de gordel; maar dat zij wel sanda­len zouden aanbinden en niet met twee stel onder­kleren gekleed zouden zijn. En Hij zei tegen hen: Waar u een huis zult binnen­gaan, blijf daar totdat u uit die plaats vertrekt. En als er zullen zijn die u niet ont­van­gen en niet naar u luiste­ren, schud dan, als u van­daar weg­gaat, het stof af dat onder uw voeten zit, tot een getui­ge­nis tegen hen. Voorwaar zeg Ik u: Het zal voor Sodom of Gomorra ver­draag­lij­ker zijn in de dag van het oordeel dan voor die stad.
Markus 6:7-11 (HSV)

Gebed voor de Reiziger
Aan het begin en het einde van elk traject sprak Moses een vast litur­gisch gebed uit. Dat maakt duide­lijk, dat de woestijn­tocht geen toeris­ti­sche wan­de­ling was, maar een tocht vol geva­ren, vooral op gees­te­lijk gebied. Wanneer de Ark van het Verbond uit de tabernakel werd gedragen, sprak Moses de woorden ‘Sta op, HEERE, laat Uw vijanden overal verspreid worden en hen die U haten, van Uw aan­ge­zicht vluchten! En wanneer de Ark weer in de opgebouwde tabernakel werd geplaatst, sprak Moses deze woorden; ‘Keer terug, HEERE, tot de tien­dui­zen­den van de dui­zen­den van Israël!
Het zijn bekende teksten, die tijdens de synagoge­dienst door de gehele gemeente worden gezongen. De eerste tekst wanneer de Torahrol uit de Aron Haqodesj (de kast met boek­rollen) wordt genomen en rond­ge­dra­gen. De tweede tekst wordt gezon­gen na de lezing en de uitleg, wanneer de boekrol weer wordt rond­ge­dra­gen en teruggeplaatst.

Deze twee teksten worden wel het Reisgebed genoemd. Bovenaan afgebeeld vindt u het Hebreeuwse ‘Gebed voor de Reiziger’. Dit is ook bekend in de vorm van een ronde of hand­vor­mi­ge sleutel­hanger. Die mag de bezit­ter er aan herin­ne­ren, tot God te bidden om bescher­ming tijdens de reis. Het is zeker géén talis­man die je tegen geva­ren beschermt.

De tekst van het Gebed voor de Reiziger, waarvan meerdere varianten bestaan, luidt:

Yehi ratson mil’fanecha,
Moge het Uw wil zijn, Eeuwige,
Adonai elohenoe velohe avotenoe,
Onze God en God van onze voorouders,
shetolichenoe l’shalom,
dat U ons in vrede zult laten reizen,
v’tatsidenoe l’shalom,
ons in vrede zult leiden,
v’tadrichenoe l’shalom,
ons tot steun zult zijn in vrede,
v’tagienoe limchoz cheftsenoe;
dat U ons ons reisdoel zult laten bereiken;
l’chayim oelsimchah oelshalom.
tot leven en tot blijdschap en in vrede.
V’tatsilenoe mikaf kawl oyev,
En red ons uit de hand van iedere vijand,
v’oreiv v’listim v’chayot raot baderech,
en hinderlagen, rovers en wilde dieren op de weg,
oemikal mine poeraniyot hamitrag’shot lavo laolam.
en van alle opwindende dingen die de wereld binnen­komen.
V’tishlach b’rachah b’kol b’maase yadenoe
Laat er zegen rusten op al wat onze handen verrichten
v’tit’nenoe l’chein oelchesed oelrachamim
en laat ons gunst en genade en medeleven vinden
b’enecha oevenei kol roene’oe.
in Uw ogen en in de ogen van allen die ons zien.
V’tishma kol tachanoenenoe,
En hoor het geluid van onze smeekbeden,
ki El shomea t’filah v’tachanoen atah.
want U bent God die gebed en smeking hoort.
Baroech Attah Adonai, shomea t’filah.
Geprezen bent U Heer, die gebed hoort.

Met dit Gebed voor de Reiziger wensen we onze lezers een goede, ontspannen en veilige vakantie. ‘Ga met God en Hij zal met je zijn’

(Met dank aan NIK, IBB en Liedboek gezang 416)

Wees de eerste die reageert op "Sjabbats­lezingen: Gebed voor de Reiziger"

Geef een reactie