Er bestaat een opmerkelijk verband tussen de vermelding van de plaatsing van de geheiligde voorwerpen in de tabernakel, en de zeven ‘Ik ben’ uitspraken van Jezus, opgetekend in het evangelie van Johannes.
De Bijbelgedeelten voor de komende sjabbat Pekoede (Dit zijn de kosten) zijn:
✡ Torahlezingen: Exodus 38:21 – 40:38,
✡ Profetenlezing: 1 Koningen 7:51 – 8:21,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Hebreeën 8:1-13.
In verband met het thema wijken we daarvan af.
Een gedeelte uit de Torahlezing
Mozes richtte de tabernakel op. Hij plaatste zijn voetstukken, bracht de bijbehorende planken aan, maakte de dwarsbalken ervan vast en richtte zijn pilaren op, spreidde de tent uit over de tabernakel, en legde het dekkleed van de tent erbovenop, zoals de HEERE Mozes geboden had.
Toen nam hij de getuigenis en legde die in de ark. Hij bevestigde de draagbomen aan de ark en legde het verzoendeksel boven op de ark. Hij bracht de ark in de tabernakel, hing het voorhangsel ter afscherming op en schermde de ark van de getuigenis af, zoals de HEERE Mozes geboden had.
Vervolgens plaatste hij de tafel in de tent van ontmoeting, aan de noordkant van de tabernakel, buiten het voorhangsel. En hij schikte daarop het brood dat daarop geschikt moest worden, voor het aangezicht van de HEERE, zoals de HEERE Mozes geboden had.
Vervolgens zette hij de kandelaar in de tent van ontmoeting, tegenover de tafel, aan de zuidkant van de tabernakel. En hij stak de lampen aan voor het aangezicht van de HEERE, zoals de HEERE Mozes geboden had.
Daarna zette hij het gouden altaar in de tent van ontmoeting, vóór het voorhangsel, en hij liet daarop geurig reukwerk in rook opgaan, zoals de HEERE Mozes geboden had.
Ook hing hij het gordijn op voor de ingang van de tabernakel.
En hij zette het brandofferaltaar bij de ingang van de tabernakel, de tent van ontmoeting; hij bracht daarop het brandoffer en het graanoffer, zoals de HEERE Mozes geboden had.
Vervolgens plaatste hij het wasvat tussen de tent van ontmoeting en het altaar, en hij deed er water in om te wassen. Mozes, Aäron en zijn zonen wasten daarmee hun handen en hun voeten. Telkens wanneer zij de tent van ontmoeting binnengingen en het altaar naderden, wasten zij zich, zoals de HEERE Mozes geboden had.
Hij richtte ten slotte de voorhof op, rondom de tabernakel en het altaar, en hij hing het gordijn van de poort van de voorhof op. Zo voltooide Mozes het werk.
Toen overdekte de wolk de tent van ontmoeting, en de heerlijkheid van de HEERE vervulde de tabernakel.
Exodus 40:18-34 (HSV)
Een gedeelte uit de Profetenlezing
Alle mannen van Israël kwamen bij koning Salomo bijeen voor het feest in de maand Ethanim, dat is de zevende maand. Alle oudsten van Israël kwamen, en de priesters namen de ark op en zij brachten de ark van de HEERE en de tent van ontmoeting over met alle heilige voorwerpen die in de tent waren. De priesters en de Levieten brachten ze over.
Koning Salomo nu en de hele gemeenschap van Israël, die zich bij hem had verzameld, stonden gezamenlijk vóór de ark. Zij offerden schapen en runderen, die vanwege hun grote hoeveelheid niet geschat of geteld konden worden.
Zo brachten de priesters de ark van het verbond van de HEERE op zijn plaats, tot in het binnenste heiligdom van het huis, tot in het heilige der heiligen, tot onder de vleugels van de cherubs. Want de cherubs spreidden beide vleugels uit over de plaats van de ark: de cherubs bedekten de ark en zijn draagbomen vanboven.
Er was niets in de ark dan alleen de twee stenen tafelen, die Mozes bij de Horeb daarin gelegd had, toen de HEERE een verbond gesloten had met de Israëlieten, toen zij uit het land Egypte waren vertrokken.
En het gebeurde, toen de priesters uit het heiligdom gingen, dat de wolk het huis van de HEERE vervulde. Vanwege de wolk konden de priesters niet blijven staan om dienst te doen, want de heerlijkheid van de HEERE had het huis van de HEERE vervuld.
1 Koningen 8:2-7, 9-11 (HSV).
Gedeelten uit het Nieuwe Testament
Mijn Vader geeft u het ware brood uit de hemel. Want het brood van God is Hij Die uit de hemel neerdaalt en aan de wereld het leven geeft. Zij zeiden dan tegen Hem: Heere, geef ons altijd dat brood. En Jezus zei tegen hen: Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben.
Jezus dan sprak opnieuw tot hen en zei: ‘Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.’
Jezus dan zei opnieuw tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik ben de Deur voor de schapen. (…) Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden.
Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen.
Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid.
Jezus zei tegen (Thomas): Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.
Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen. Als iemand niet in Mij blijft, wordt hij buitengeworpen zoals de rank, en verdort, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand. Als u in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraag wat u maar wilt en het zal u ten deel vallen. Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent.
Johannes 6:32b-35, 8:12, 10:7, 9, 11, 11:25-26, 14:6, 15:5-8 (HSV)
Waarom gaf God zo veel minuscule details voor de bouw van de tabernakel met zoveel symboliek? (Nederlandse vertaling is in te stellen)
Jezus weerspiegeld in de tabernakel
In hoofdstuk 40 van het boek Exodus lezen we, hoe alle geheiligde voorwerpen op hun plaats werden gezet in de tabernakel. Treffend is de overeenkomst tussen deze voorwerpen, en de ‘Ik ben’ uitspraken van Jezus.
• De toonbroden op de tafel – ‘Ik ben het Brood des levens.’
• De kandelaar met zeven olielampen – ‘Ik ben het Licht der wereld.’
• Het gordijn voor de ingang van de tabernakel – ‘Ik ben de Deur voor de schapen.’
• Het brandofferaltaar – Ik ben de goede Herder. die zijn leven geeft voor de schapen.
• Het wasvat – ‘Ik ben de Opstanding en het Leven.’
• De voorhof, met een poort – ‘Ik ben de weg.’
• De zalving van de priesters – ‘Ik ben de Wijnstok, u de ranken.’
Jezus sprak deze woorden niet achter elkaar uit. Er zat soms maanden tussen, maar de volgorde is gelijk aan de volgorde waarin de voorwerpen in Exodus 40 zijn vermeld. Dit betekent, dat deze volgorde geen toeval is, maar dat God door de heilige Geest de schrijver van het boek Exodus en de apostel Johannes heeft geïnspireerd bij het schijven van hun verslagen.
Het benadrukt ook de nauwe relatie tussen de Tenach, het Oude Testament, en de Brit Chadashah, het Nieuwe Testament. Zoals ds. Willem Glashouwer pleegt te zeggen: Scheur die witte bladzijde tussen het Oude Testament en het Nieuwe Testament uit uw Bijbel.
Het leggen van zulke verbanden (d.i. gekunsteld inlezen van de Here Jezus in de Tenach) is mijns inziens onzinnig, maar ook niet nodig. De Here Jezus vertegenwoordigt een Nieuw Verbond. Het oude is voorbij en het nieuwe gekomen (2 Kor 5:17). Vandaar ook dat Zijn broeders (de Joden in de eerste eeuw) zo’n moeite hadden Hem te begrijpen en wat Hij nu precies kwam doen. Er was voortdurend miscommunicatie. Niet in het minst met Zijn talmoediem (leerlingen).
De Tent der Samenkomst drukt uit waar het in de Bijbelse godsdienst om gaat: om God, de Vader. De Bijbel (Tenach en Beriet Chadasjah (NT)) is dan ook Theocentrisch van aard en niet christocentrisch. De Here Jezus moet immers aan God, de Vader, ondergeschikt blijven. Hij blijft eeuwig Zoon. Iets wat satan, de belangrijkste in de Bijbel, niet wilde.
Volgens mij ligt het voor de hand om een relatie te zien tussen de kohen gadol (Isra’Elitische hogepriester) en de Here Jezus (Hebr 4:14). M.a.w. met de kohen die de eredienst van de Tent van Samenkomst ’tot leven’ bracht en betekenis (God eren en dienen; Gn 2:15) gaf. Om de Here Jezus te vergelijken met ‘dode’ onderdelen van een Tent lijkt mij nogal ongepast.
Groet, M. van Putten
Correctie: Bij mijn opmerking over satan heb ik een cruciaal woord vergeten, namelijk (belangrijkste) “tegenstander (van God)”. Hij wordt namelijk ook de ultieme aanklager (van Gods volk) genoemd. Dit ter voorkoming van miscommunicatie.
M. van Putten
Dit is zo mooi uitgelegd dank u wel. Groot en wonderbaarlijk is onze God. Jezus heeft alles volbracht dank U wel Here’
Treffend is de overeenkomst tussen deze voorwerpen, en de ‘Ik ben’ uitspraken van Jezus.
• De toonbroden op de tafel – ‘Ik ben het Brood des levens.’
• De kandelaar met zeven olielampen – ‘Ik ben het Licht der wereld.’
• Het gordijn voor de ingang van de tabernakel – ‘Ik ben de Deur voor de schapen.’
• Het brandofferaltaar – Ik ben de goede Herder. die zijn leven geeft voor de schapen.
• Het wasvat – ‘Ik ben de Opstanding en het Leven.’
• De voorhof, met een poort – ‘Ik ben de weg.’
• De zalving van de priesters – ‘Ik ben de Wijnstok, u de ranken.’