Sjabbats­lezingen: Vrouwen zijn niet minderwaardig

Een vijftal vrouwen in de Bijbel heeft belangrijk bijge­dra­gen aan de gelijk­waar­dig­heid van mannen en vrouwen. Het zijn geen beken­de vrouwen, u kent hun namen niet, en ze zwaai­den niet met span­doe­ken. Wie waren zij?

De Bijbelgedeelten voor de komende sjabbat Pinchas (Pinehas) zijn:
✡ Torahlezing: Numeri 25:10 – 29:40,
✡ Profetenlezing: 1 Koningen 18:46 – 19:21,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Openbaring 19:11-21.
In verband met het thema wijken we daarvan af.

Gedeelten uit de Torahlezing
Toen kwamen de dochters van Zelafead, de zoon van Hefer, de zoon van Gilead, de zoon van Machir, de zoon van Manasse, van de geslachten van Manasse, de zoon van Jozef, naar voren. Dit zijn de namen van zijn dochters: Machla, Noa, en Hogla, Milka en Tirza. Zij gingen staan voor Mozes en voor Eleazar, de priester, en voor de leiders en heel de gemeen­schap, bij de ingang van de tent van ontmoeting, met het verzoek: Onze vader is gestor­ven in de woestijn, hoewel hijzelf niet behoorde tot de aanhang van hen die tegen de HEERE hadden samen­ge­span­nen, tot de aanhang van Korach; hij is om zijn eigen zonde gestorven. Hij had echter geen zonen. Waarom zou de naam van onze vader uit het midden van zijn geslacht worden weg­ge­no­men, alleen maar omdat hij geen zoon had? Geef ons bezit te midden van de broers van onze vader.
Mozes bracht hun rechtszaak voor het aangezicht van de HEERE. En de HEERE sprak tot Mozes: De dochters van Zelafehad hebben gelijk; u moet hun inderdaad een eigen erfelijk bezit geven, te midden van de broers van hun vader, en u moet het erfelijk bezit van hun vader op hen doen overgaan.
En tegen de Israëlieten moet u zeggen: Wanneer iemand sterft en geen zoon heeft, dan moet u zijn erfelijk bezit op zijn dochter doen overgaan. En als hij geen dochter heeft, moet u zijn erfelijk bezit aan zijn broers geven.

De leiders van de stam Manasse voorzagen een probleem: indien de dochters van Zelafead huwen met een lid van een andere stam, dan gaat hierdoor hun erfdeel over van de stam van Manasse naar die andere stam. En dat is niet de bedoeling.

Toen gebood Mozes de Israëlieten volgens het bevel van de HEERE: De stam van de nako­me­lin­gen van Jozef heeft gelijk. Dit is het woord dat de HEERE met betrek­king tot de dochters van Zela­fead geboden heeft: Laten zij tot vrouw worden van wie goed is in hun ogen, als zij tenmin­ste tot vrouw worden van iemand uit het geslacht van de stam van hun vader. Dan zal het erfelijk bezit van de Israëlieten niet van de ene stam op de andere stam overgaan, want de Israëlieten moeten ieder vasthouden aan het erfelijk bezit van de stam van zijn vaderen.
Zoals de HEERE Mozes geboden had, zo deden de dochters van Zelafead; en Machla, Tirza, en Hogla, Milka en Noa, de dochters van Zelafead, werden voor de zonen van hun oom tot vrouw.

Numeri 27:1-9 en 36:5-7, 10-11 (HSV)

Een gedeelte uit de Profetenlezing
De stam Manasse had ook een lot, omdat hij de eerstgeborene van Jozef was. Machir, de eerst­ge­bo­re­ne van Manasse, de vader van Gilead, kreeg namelijk Gilead en Basan, omdat hij een strijdbaar man was. Ook kregen de over­ge­ble­ven nako­me­lin­gen van Manas­se een deel, naar hun geslach­ten, namelijk de nako­me­lin­gen van Abiëzer, de nako­me­lin­gen van Helek, de nako­me­lin­gen van Asriël, de nako­me­lin­gen van Sechem, de nako­me­lin­gen van Hefer en de nako­me­lin­gen van Semida. Dit zijn de mannelijke nako­me­lin­gen van Manasse, de zoon van Jozef, naar hun geslachten.
Maar Zelafead, de zoon van Hefer, de zoon van Gilead, de zoon van Machir, de zoon van Manasse, had geen zonen, maar dochters, en dit zijn de namen van zijn dochters: Machla en Noa, Hogla, Milka en Tirza. Dezen kwamen naar voren, bij Eleazar, de priester, en bij Jozua, de zoon van Nun, en bij de leiders, en zeiden: De HEERE heeft Mozes geboden ons een erfelijk bezit te geven te midden van onze broeders. Daarom gaf hij hun, naar het bevel van de HEERE, een erfelijk bezit in het midden van de broers van hun vader.

Jozua 17:1-4 (HSV)

Een gedeelte uit het Nieuwe Testament
Maar nu het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder een leermeester. Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed.
Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus. En als u van Christus bent, dan bent u Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen.

Galaten 3:25-29 (HSV)

Vrouwen zijn niet minderwaardig
In een commentaar op dit Bijbelgedeelte schreef Anat Schneider voor Israel Today:
Er zijn veel vrouwen van wie de naam nooit in de Bijbel wordt genoemd, bijvoorbeeld de vrouw van Lot, de dochter van Farao, de dochter van Jefta en nog veel meer.
Maar hier in dit gedeelte hebben we een uitzondering. In Numeri 27, en daarna in Jozua 17, ontmoeten we de vijf dochters van Zelofechad, en ze worden allemaal bij naam genoemd: Machla, Noa, Hogla, Milka en Tirza. Je moet het met me eens zijn, dat vijf vrouwen die in één adem genoemd worden in de Bijbel, vrij zeldzaam is.
Hun eenvoudige, maar belangrijke verhaal is als volgt. Mozes verdeelt erfdelen (land) onder de Israëlieten, die alle­maal mannen zijn. Maar Zelo­fe­chad was gestorven en had geen zonen. Zijn dochters wenden zich tot Mozes en vragen om de erfenis van hun vader aan hen toe te kennen. Tot dan toe was alle erfenis naar de zonen van een over­le­de­ne gegaan, en Mozes wist niet hoe hij hen moest antwoorden. Mozes besluit dat hij zich tot God moet wenden voor een antwoord – om verlicht te worden.
Mozes komt terug met een antwoord dat de wet voor altijd verandert.
Wanneer we God benaderen met een open geest en verlicht denken, komen we tot revolutio­naire ver­an­de­rin­gen die verder gaan dan welke geaccep­teer­de logica of bestaande wet dan ook. Het is deze bena­de­ring die leidt tot echte voor­uit­gang en zelfs tot verlos­sing. Want dit zijn geen eenvou­dige veran­de­rin­gen, maar eeuwige veran­de­rin­gen. De dochters van Zelo­fe­chad krijgen hun antwoord en ze krijgen een erfenis.
God instrueert Mozes dat de dochters van Zelofechad gelijk hebben en bevestigt hun recht op een erfenis. Maar dit gaat veel verder dan de erfenis voor deze vijf meisjes. Wat zij hebben gedaan heeft geleid tot een grote veran­de­ring in de wet, een veran­de­ring die vrouwen erkent als waardig om een erfenis te krijgen.
Als vrouwen vandaag de dag nog steeds het gevoel hebben dat ze niet gelijk zijn, laten we dan leren van de geschie­de­nis! Deze waarde­ring voor vrouwen was een enorme doorbraak in die tijd. De Bijbel leert ons hoe we ons leven moeten leiden. Het is niet alleen een mooi verhaal, maar een hand­boek voor het leven. Ook wij zouden God om wijsheid moeten vragen, zodat we echte veran­de­ring om ons heen kunnen bewerk­stel­li­gen.

Wie een vrouw heeft gevonden, heeft iets goeds gevonden, en de goedgunstigheid van de HEERE verkregen. (Spreuken 18:22)

Bron: The daughters of Zelophehad

Wees de eerste die reageert op "Sjabbats­lezingen: Vrouwen zijn niet minderwaardig"

Geef een reactie