De meeste christenen erkennen Israëls plaats in het Oude Testament. Maar daarna houdt het vaak op en gaat de aandacht naar de gemeenschap van de Here Jezus. De noodzaak van zending onder de Joden wordt gemist of zelfs ontkent. Avi Snyder wil met zijn boek ‘Joden hebben Jezus niet nodig’ laten zien wat de ernst is van misvattingen daarover. Hoe heeft hij dat gedaan?
De auteur
Avi Snyder kwam vanuit een traditioneel Joods gezin in New York tot geloof in de Here Jezus en ging vervolgens Theologie (Missiologie) studeren. Tijdens zijn studie werd hij, samen met zijn vrouw Ruth, werkzaam bij Jews for Jesus (een Amerikaanse zendingsorganisatie gericht op Israël).
Tegenwoordig is hij bij die organisatie directeur voor Europa en Rusland en wonen ze in Budapest. Avi bevestigt dat de Here Jezus de enige Weg tot God is. Hij ziet dat ook bevestigt als algemeen gegeven in zijn vele ontmoetingen met allerlei mensen.
Boekananlyse
Het boek is een vurig pleidooi voor het standpunt dat Joden de Here Jezus als Messias moeten aannemen en dat christenen Hem aan hen als de Messias verkondigen. Daarom bestrijdt hij daarin de belangrijkste misvattingen daarover.
Hij opent zijn boek met een Voorwoord geschreven door een vriend van Avi. Vervolgens geeft Avi een inleiding. Daarna volgen 20 hoofdstukken waar hij op het onderwerp ingaat. Het boek heeft drie delen: 1. Wat zegt de Bijbel? (H1-2); Wat zijn de misvattingen? (H3-18); 3. Wat zijn de echte redenen om geen zending te doen? (H19-20).
De meeste aandacht besteedt hij aan de misvattingen dat Joden sowieso gered zullen worden omdat ze Gods volk zijn en dat ze niet geoordeeld worden over het niet kennen van de Here Jezus. De hoofdstukken zijn kort (meestal 4 pagina’s). Hij sluit het boek af met een Nawoord en een Dankwoord. De Bijbelcitaten komen uit de HSV.
Belang
Het boek is niet alleen van belang voor christenen, maar toont ook hoe Joden over zichzelf, de Here Jezus en christenen denken. Avi vindt het bedroevend dat beiden zijden (Joden en christenen) afstand van elkaar bewaren, terwijl ze elkaar tot zegen zouden moeten zijn. Juist het Nieuwe Testament wijst de Weg naar speciaal heil voor Israël. Dat niet aan de Joden bekend maken is de vijand van hun redding. Die vijandigheid zou in de toekomst verder gaan toenemen.
Evaluatie
In dit door diversen aanbevolen boek wordt de topprioriteit van het Nieuwe Verbond behandeld: Israëls herstel. Dat kan niet afdwongen worden, maar elke bijdrage moet worden benut. Volgens Snyder worden Joden geen christen, maar treden ze toe tot Messiaans Judaïsme. Dat is echter een mening, geen regel. Het kenschetst zijn zendingswerk. Dit boek heeft kleine letters. Een hoge informatiedichtheid dus per pagina. Het is daarom een gemis dat er geen zoekregister is opgenomen. Dit boek is een aanrader.
Snyder, A., Joden hebben Jezus niet nodig. En andere misvattingen. 2019, Het Zoeklicht, Doorn, In samenwerking met Israël en de Bijbel, 132 pagina’s , € 9,95, ISBN: 9789064512919.
Beste heer Ter Horst,
Ik vindt het jammer dat ik tegenstrijdig overkom. Zal het opnieuw proberen. In Bijbelse zin is er van Godswege in elk gezin verschil in verband met de eerstgeborene of de zoon waarvoor de patriarch van dat gezin de voorkeur heeft. Wat in een gezin, als elementaire eenheid van een volk, geldt gaat ook in Bijbelse zin op voor heel Gods volk. Er moet immers orde zijn en orde verondersteld nu eenmaal verschil. Gods volk is geen egalitaire instelling en geen democratie. Benjamin had het privilege van de Tempelstad Jeruzalem in diens stamgebied en Fraïm om patriarch van Israël te zijn.
Maar Torahnavolging, in de zin van het houden van Gods bepalingen, heeft niets te maken met privileges etc. en ook niets met Isra’Els unieke status. De Torah is aan Gods volk gegeven, niet specifiek aan Isra’El. Dit laatste is ook een misvatting van de kerk.
Wat u schrijft over de eeuwenoude christelijke misvatting is juist. De kerk heeft van aanvang aan het Joodse volk en het Jodendom verketterd. Wat ik bedoelde is dat de kerk nooit heeft begrepen dat Joods-zijn los staat van gelovig zijn en wat voor gelovige Joden geldt, gaat niet per se op voor niet-Joden (opnieuw: behoudens Torahnavolging). Wat ik probeerde duidelijk te maken is dat Joodse gelovigen in de Here Jezus natuurlijk gewoon deel uitmaken van Gods volk vanuit Gods optiek. Ik weet ook dat de kerk die Joodse gelovigen echter hun rechtmatige plaats ontzegt tot op de huidige dag.
Ik begrijp wel dat de kerk deze Joodse gelovigen als bedreiging of concurrent ziet. Hetzelfde gaat op voor uw optie 2. De orthodoxie ziet de Messiaanse gelovigen als bedreiging voor Israël. Wat beiden – de kerk en de orthodoxie – negeren is hun eigen (verkeerde) overtuiging, namelijk dat zij alleen Gods volk vertegenwoordigen of dat zij alleen bepalen wie daartoe behoort. Dat komt alleen God toe.
Kortom, de Joodse gelovigen in de Here Jezus horen bij de christenen (optie 1), maar vertegenwoordigen ook Isra’El in Gods volk (optie 2). Kan me voorstellen dat dit tegenstrijdig lijkt, maar geloven is nu eenmaal gaan wiskunde of zuivere logica.
Hoop dat dit verduidelijkt over mijn kijk, hoewel ik niet wil pretenderen alles te weten.
Geachte M. van Putten,
Bedankt voor uw antwoord. Ik er helaas niet veel van maken, want volgens mij is het innerlijk tegenstrijdig. Enerzijds beweert u dat Israel eigen privileges en beloften van G-d ontvangen heeft, die niet voor heel G-ds volk gelden. Anderzijds zegt u alleen de door mij voorgestelde optie 1, dat iedereen in de christelijke Gemeente Torah moet doen, voor de hand ligt. Dit is in strijd met elkaar, want als alle gelovigen in de Messias, joods en niet-joods, de Torah moeten doen, wat blijft er dan over van de eigen privileges en beloften voor het letterlijke Israel, het joodse volk?
Bovendien stelt u dat ik uitga van de eeuwenoude christelijke misvatting, dat Joods-zijn en gelovig zijn in de bijbelse God hetzelfde zou zijn. Dit is mijn positie helemaal niet, noch ook is het de historische positie van de christelijke Kerk. De Kerk heeft nooit beweerd dat men door de geloven in de bijbelse G-d joods wordt.
Beste heer Ter Horst, beste Geert,
Bedankt voor uw reactie. U brengt een belangrijk onderwerp naar voren. Alleen gaat u uit van dezelfde eeuwenoude ‘christelijke’ misvatting; Joods-zijn en gelovig zijn in de Bijbelse God zou hetzelfde zijn.
Dit is echter onjuist. God heeft Israël geschapen om voor altoos afzonderlijk te bestaan binnen Gods volk. Bijvoorbeeld, het beloofde Land is niet aan Gods volk in het algemeen geschonken, maar specifiek aan het fysieke nageslacht van Abraham. Ook in godsdienstige zin heeft Israël eigen privileges en beloften van God ontvangen, die niet voor heel Gods volk gelden/van toepassing zijn.
V.w.b. de oplossingen die u beschrijft ligt dus alleen optie 1. voor de hand. Te meer, omdat in de Bijbel het godsdienstige herstel van Israël is aangekondigd, maar dit helaas tot op heden op zich laat wachten. De Joodse orthodoxie is dus eindig. Joodse-christenen zouden m.i. dus de eerstelingen zijn van het nieuwe Verbonds Israël. In het herstelde Israël zal de Tempel herbouwd worden in opdracht van de Messias. Alle gelovigen zullen daar God aanbidden en dienen. Daarvoor kan maar één Torah gelden.
Hierbij komt wel de vraag op hoe het joodse volk als apart volk kan blijven bestaan. Joden die in Jezus geloven worden gevoegd bij de Gemeente van de Messias, die bestaat uit Joden en niet-Joden zonder intern schisma. Het is niet mogelijk de Messiasbelijdende Joden af te zonderen van de niet-joodse gelovigen, want dat is in strijd met de eenheid van het Mystieke Lichaam dat de Gemeente is. Gemengde huwelijken tussen Joden en niet-Joden kunnen dus in de Gemeente niet verboden worden.
Er zijn twee mogelijke oplossingen voor dit probleem: (1) Iedereen in de Gemeente moet leven volgens de Torah, zodat de Gemeente niet alleen theoretisch maar ook praktisch deel gaat uitmaken van het volk Israel. (2) Het niet-messiasbelijdende deel van het joodse volk, in het bijzonder de joodse orthodoxie, heeft de taak het joodse volk in stand te houden, terwijl Messiasbelijdende Joden opgaan in Christenheid. Dit impliceert dus slechts een deel van het joodse volk messiasbelijdend kan of moet worden gedurende deze bedeling (d.i. voorafgaande aan de Wederkomst).