Archeologie: Het Mausoleum van Esther en Mordechai

Volgens het naar haar genoemde bijbelboek was Esther een mooie jonge Joodse vrouw die de aandacht trok van de Perzische koning Ahasveros, koningin werd en met de hulp van haar neef Mordechai Joden in het hele Perzische rijk van de ondergang redde. Elk jaar, tijdens de feestdag Poerim, vieren Joden over de hele wereld deze wonderbare redding door het boek Esther te lezen, zich in fraaie kostuums te kleden en lekkernijen te eten.

Iraanse Joden vieren dit feest op dezelfde manier, maar maken al eeuwenlang ook een bedevaart – het hele jaar door, maar vooral tijdens Poerim, naar een heiligdom in de stad Hamadan waar, volgens de overlevering, Esther en Mordechai zijn begraven. Hamadan lag in het Koerdische deel van Iran, en de Perzische koningen van die tijd hadden er hun zomerresidentie. Volgens de traditie moesten Esther en Mordechai na de dood van koning Ahasveros (Xerxes I) vluchten voor aanhangers van Haman, en zij brachten hun laatste levensjaren in deze stad door en werden er begraven, waarna over hun graven een heiligdom werd gebouwd.

De oorsprong en inhoud van dit heiligdom zijn gehuld in legendes en mysteries. Wanneer het oorspronkelijke mausoleum is gebouwd, is onbekend, wel is bekend dat de invallende Mongolen het in de veertiende eeuw hebben vernield. In 1602 zou het huidige bouwwerk zijn gebouwd, in de traditionele Perzische stijl die je ook aantreft in graven van islamitische leiders uit die tijd: een voorhal en een grote hal met koepelvormig dak met de sarcofagen.

Uit een uitwisseling van historische brieven, tentoon­gesteld in Israëls Nationale Bibliotheek, blijkt dat de Joodse gemeenschap van Iran in 1971 het graf van Mordechai en koningin Esther heeft gekocht van de Sjah van Iran. De correspondentie begon in 1968 en culmineerde in de eigendoms­overdracht in 1971.

Dr. Sam Tropp, conservator van de Islamitische collectie van de Nationale Bibliotheek, vertelde aan Israel Hayom dat de laatste Sjah van Iran, Mohammad Reza Pahlavi, zichzelf zag als een opvolger van Cyrus de Grote en welwillend stond tegenover het verzoek van de Joodse gemeenschap.

Tropp legde uit dat het in 1971 precies 2500 jaar geleden was dat de Perzische koning Cyrus II in 539 v. Chr. een wet uitvaardigde, die vaak de eerste verklaring van de rechten van de mens wordt genoemd, en de Sjah zag de verkoop als een gebaar van goede wil in het licht van die verjaardag.

De Iraanse regering verklaarde de graftombe in 2008 tot erfgoed, maar trok die vermelding in 2011 in met het argument, dat het verhaal van Poerim de Joodse slachting onder Iraniërs herdenkt.

In 2020 dreigde de Iraanse regering de tombe met de grond gelijk te maken en er een Palestijns consulaat van te maken. Later dat jaar probeerde iemand de tombe in brand te steken op 14 mei, de verjaardag van de oprichting van Israël.

Hamedan is een van de oudste steden van Iran. In de jaren ’30 woonden er zo’n 8.000 Joden. Aan het eind van de 20e eeuw waren er naar verluidt slechts 15 Joden in Hamedan.

Bronnen: www.myjewishlearning.com, unitedwithisrael.org.
Foto: Philippe Chavin [Simorg]/Wikimedia.

Wees de eerste die reageert op "Archeologie: Het Mausoleum van Esther en Mordechai"

Geef een reactie