Archeologie: Stad van David (4) De datering van de stad

In een nieuwe studie naar de datering van vondsten uit de tijd van de Eerste Tempel bleek dat er in de tiende eeuw BCE, dat is de tijd van koning David, al uitge­breide activiteit was in Jeruzalem.

In de negende eeuw BCE, dat is de tijd van koning Joas, en misschien als eerder, breidde de stad zich uit naar het westen, naar de berg Sion. Dit was het gevolg van bevol­kings­groei en de vesti­ging van politieke en econo­mische systemen.
De stadsmuur die in de Stad van David was opgegraven, was niet gebouwd in de tijd van koning Hizkia, als deel van de voor­be­rei­din­gen op een Assyrische bele­ge­ring, maar al eerder, in de dagen van koning Uzzia, na de aard­beving die in Jeruzalem plaats­vond. Zoals beschre­ven in 2 Kronieken 26:9: ‘In Jeruzalem bouwde Uzzia torens, aan de Hoekpoort, aan de Dalpoort en aan de Punt, en hij versterkte ze.’

Dit zijn enkele van de resultaten van een uitgebreid weten­schappelijk onderzoek, dat tien jaar heeft geduurd en werd uitgevoerd door de Israëlische Archeo­lo­gische Dienst, de Univer­si­teit van Tel Aviv en het Weiz­mann Institute of Science.
Hierbij werden diverse methoden gebruikt, zoals het bepalen van de ouder­dom van koolstof in zaden en pitten en zelfs in skeletten van vleer­muizen, met de radio-actief koolstof-14 (C-14) methode.
Een nauw­keuriger methode maakt gebruik van in Europa verza­mel­de door­sneden van oude bomen. Bekend is, dat bomen niet elk jaar evenveel groeien, dat is afhanke­lijk van het weer. Zo ontstaan brede en smalle jaarringen in de boom­schijven. Door boom­schijven uit verschil­lende tijden met elkaar te verge­lij­ken en patronen te herken­nen, kan over zeer lange perioden de ouder­dom worden vastgesteld. Met samples van dit hout konden de resultaten van de C-14 metingen worden gecorrigeerd.

De tunnel van Hizkia

Deze video van Megalim Institute vertelt over een onderzoek naar de constructie en datering van de tunnel van Hizkia. Voor de datering werd even­eens gebruik gemaakt van de C-14 methode met sporen van planten die in oude lagen van de bepleistering werden aange­trof­fen; die bleken iets ouder te zijn dan de tijd van koning Hizkia. De tweede methode was een onder­zoek van de stalac­tieten, kalksteen-afzet­tin­gen die sinds het uithak­ken van de tunnel aan het plafond groeiden. Hiervan werd de ouderdom bepaald met een andere radio­me­trische methode, de uranium-thorium datering. Die gaf een datering aan na Hizkia’s dagen. De twee methoden gecom­bi­neerd passen goed bij de regeerperiode van koning Hizkia.

Hoe komt die bocht in de tunnel?
Volgens sommige onderzoekers is de bocht in de tunnel ontstaan, doordat de steen­houwers een bestaand kanaal of natuur­lijke breuk in het gesteente volgden. Hiervoor werd geen bewijs gevonden. Vermoed wordt, dat de steen­houwers eerst naar het centrum van de stad koersten, maar de kans klein achten dat beide groepen steen­houwers elkaar zouden treffen. Daarom verleg­den zij de koerst naar de rand van de stad, waar ze dichter onder het oppervlak hakten en met klop­ge­luiden op de rotsen bijge­stuurd konden worden. Dat was niet zo’n nauw­keurige methode, zodat de richting vaak moest worden aangepast. Ook werd door de oner­va­ren steen­houwers bij de Vijver van Siloam in het zuiden op een veel te hoog niveau begonnen met hakken, zodat ze daar later vijf meter moesten graven om het water uit de bron naar de vijver te laten stromen.

Bronnen: City of David, beide video’s; zie ook Logos.nl.

Wees de eerste die reageert op "Archeologie: Stad van David (4) De datering van de stad"

Geef een reactie