Wat een voorrecht, wat een genade is het om door de Heere een man of vrouw Gods genoemd te worden.
In Psalm 90:1 wordt dat van Mozes gezegd: ‘Mozes, de man Gods’. En in 1 Samuel 13:14 wordt David een man naar Gods hart genoemd.
Over Mozes lezen we in Deuteronomium 34:10 – ‘Er is in Israel geen profeet meer opgestaan zoals Mozes, die de HEERE kende van aangezicht tot aangezicht.’ In de Joodse vertaling staat hier dat God met Mozes sprak van wang tot wang. Wat een intimiteit. Om zo met de Heere te leven en te wandelen. Ik hoop dat u daar iets van kent. Ik verlang daarnaar om zo met Hem te leven.
In Jozua 1:5b en 6a zegt de Heere tegen Jozua: ‘Zoals Ik met Mozes geweest ben, zal Ik met u zijn. Ik zal u niet loslaten en u niet verlaten. Wees sterk en moedig…’
De Heere zegt dat ook tegen ons, als we Hem kennen: ‘En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen’ (Mattheus 28:20). Wat een troostvolle, bemoedigende woorden.
Eén van de indrukwekkendste gebeurtenissen in het leven van Mozes was wel de doortocht door de Schelfzee, waarover we lezen in Exodus 14. De Heere deed daar een groot wonder. Hij, Die als de engel des Heeren – in het Oude Testament vaak een aanduiding voor de Heere Jezus – aanwezig was bij het volk in de wolkkolom en in de vuurkolom. Hij streed voor Zijn volk, bevrijdde Zijn volk en gebruikte daar Mozes voor.
In deze geschiedenis ontdekken we een aantal elementen, die ook ons mogen bemoedigen.
1. Totale overgave aan Gods wil. Daar begint het mee. Ruim veertig jaar eerder had God Mozes geroepen tot leider van het volk, bij de brandende braamstruik in de woestijn. Dat gebeurde al in een wonderlijke weg. De braamstruik brandde, wat wel vaker in de brandend hete woestijn gebeurde, maar hij verteerde niet. Omdat de Heere er was.
Mozes achtte zichzelf niet in staat het volk te leiden, maar toch wijdde hij zich aan Hem toe. ‘Niet mijn wil, maar Uw wil geschiede.’
2. De opgeheven staf. Wanneer het volk Israel na de bevrijding uit Egypte aankomt bij de Schelfzee, en vreest om te komen door het leger van Egypte dat hen achtervolgt, zegt de Heere tegen Mozes: ‘Hef uw staf op, strek uw hand uit over de zee en splijt hem middendoor, zodat de Israelieten door het midden van de zee op het droge kunnen gaan’ (Exodus 14:16). De opgeheven staf van Mozes wijst hier op geloof en autoriteit. De Heere geeft Mozes de opdracht, Mozes gelooft Hem en doet het in Gods kracht.
3. Een krachtige wind. Nadat Mozes zijn hand heeft uitgestrekt over de zee, stuurt God die nacht een krachtige oostenwind (vers 21). Het water stroomt weg en Hij maakt de zee droog. De zee splijt middendoor, zodat de Israëlieten veilig door de zee kunnen trekken. Wat een Godswonder.
Het is opmerkelijk dat ‘wind’ en ‘geest’ in het Hebreeuws hetzelfde woord zijn: Ruach (רוח). Nadat Mozes in het geloof zijn staf opheft boven de zee, stuurt God de krachtige geestelijke wind, om een droge doorgang door de zee te maken. Dat doet God, niet Mozes. Mozes gelooft, Gods kracht brengt het onmogelijke tot stand.
4. Door de zee. Mozes moet de leiding nemen en op pad gaan. Nu God de veilige weg had gebaand, kan Mozes het volk ‘simpel’ over het droge pad naar de overkant leiden. Veilig, onder Gods bescherming.
5. Vernietig de vijanden. Nadat het volk veilig aan de overkant van de zee is gekomen, en de Egyptenaren achter hen aan komen via het pad dat God heeft gemaakt, moet Mozes opnieuw zijn staf opheffen over de zee. De Egyptenaren merken al dat er iets vreemds gebeurt. Nu ze in de zee zijn, op het pad waar de Israëlieten al door zijn gegaan, zakken hun wielen opeens weg en kunnen ze niet verder. Heel bijzonder is het wat ze dan tegen elkaar zeggen: ‘Laten wij voor Israel vluchten, want de HEERE strijdt voor hen tegen de Egyptenaren’ (vers 25).
Wanneer Mozes zijn hand over de zee uitstrekt, vloeit de zee terug naar zijn oorspronkelijke plaats, terwijl de Egyptenaren het water tegemoet vluchten. Zo stort de HEERE de Egyptenaren middenin de zee. (…) Niet één van hen blijft over’ (vers 27 en 28).
Mozes gebruikt de staf van het geloof en de autoriteit van God om het volk te leiden, de Geest in actie te laten komen om een pad in de zee te maken, het volk veilig naar de overkant te leiden en de vijand te vernietigen. ‘Door het geloof zijn zij door de Rode Zee gegaan als over het droge,’ zegt Hebreeën 11:29).
Geestelijke lessen
Wat een geestelijke lessen voor ons. Wat een bemoediging ook. Ook wij komen soms in moeilijke situaties terecht. Dan maakt het alles uit of ons leven toegewijd is aan de Heere, net als het leven van Mozes. Dat we de Heere Jezus kennen, en de kracht van Zijn opstanding, met Hem leven, ons door Hem laten leiden en in geloof wandelen. Niet sterk in eigen kracht, maar sterk in Zijn kracht.
‘De HEERE zal voor u strijden, en u moet stil zijn’ (Exodus 14:14). Deze woorden die de Heere sprak toen het volk Israel voor de Schelfzee stond, spreekt Hij ook tot ons. In verwachting mogen we uitzien naar wat Hij gaat doen in ons leven.
Komt er dan altijd een droog pad door de zee? ‘Wanneer u zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, door rivieren, zij zullen u niet overspoelen’ (Jesaja 43:2). De Heere gaat mee. Altijd. Ook als we in de zee of in de rivier terecht komen. Hij zal zorgen, in dit leven en ons ook brengen, op Zijn tijd, in het Vaderhuis met de vele woningen (Johannes 14:2), het gebouw, het huis van God, eeuwig in de hemelen (2 Korinthe 5:1). Het volk Israel was onderweg naar het aardse Kanaän, wij naar het hemelse en later naar Zijn vrederijk, de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, als het nieuwe Jeruzalem.
Dirk van Genderen publiceert wekelijks een nieuwsbrief over Israel en het Midden-Oosten.
Wees de eerste die reageert op "Een pad door de zee"