Evaluatie haftarot

Het lezen van een haftarah tekst (het gebruik om bij een godsdienstige bijeenkomst na het lezen van een gedeelte (sidra‘) uit de boeken van Mozes (Pentateuch) een bijpassend gedeelte uit boeken te lezen die in het Jodendom gelden als behorende tot de Profetenboeken) zou ontstaan zijn in c.165 BCE. Een aanwijzing dat dit in de eerste eeuw CE een traditie was wordt gevonden in het Nieuwe Testament, want de Here Jezus leest de haftarahtekst van een bepaalde week (Lc 4:17). Er zijn ook andere aanwijzingen (Hnd 13:15, 27). Merkwaardig is echter dat de haftarahtekst die de Here Jezus voorlas (Js 61:1-2) niet voorkomt in de huidige lijst haftarotlezingen. Dat wijst erop dat de haftarotlezingen zijn gewijzigd. Wellicht ook in verband met de verslechterde verhouding tussen Jodendom en christendom, maar het kan ook te maken hebben met de verstrooiing van de Joden onder de natiën.

Ook kent de haftarahlezing verschillen tussen de lezing van Asjkenazim en de Sefardim. De haftarotserie bij MessiaNieuws probeert dit te overbruggen. Ook bestaat er een driejaarlijkse in plaats van een jaarlijkse lezing. Uit de haftarotserie die op deze website is gepubliceerd van 2019-2020 moet duidelijk zijn geworden dat elke haftarah de wekelijkse synagogale lezing uit de Bijbel afsluit.

Wat ook moet zijn opgevallen is dat de meeste keren uit Jesaja (14*) en de Kleine Profeten (12*), maar ook nogal wat uit Jeremia (8*) en Ezechiël (6*) wordt gelezen. Daarnaast uit Jozua (2*), Richteren (3*), de boeken Samuël (3*) en Koningen (11*). In het Jodendom worden al deze Bijbelboeken (Jozua-Koningen) tot de Profetenboeken gerekend. Omdat het christendom de Bijbelboeken anders indeelt kan dat extra verwarrend zijn.

Na het afronden van cyclus van de 54 wekelijkse haftarot kan gesteld worden, dat:

1. Haftarot teksten werkelijk parallellen hebben met de sidr‘ot.
Dat wijst op grote kennis van de Bijbel die de opstellers van de haftarot hadden. Ze hadden immers geen computers en het Internet (met diens zoek- en raadpleegfuncties) en niet de benodigde boeken ter beschikking, die tegenwoordig wel makkelijk beschikbaar zijn.

2. De haftarah parallellen geven vaak een dieper inzicht in de sidra‘.
Dat betekent dat Torah zich niet beperkt tot de geschriften van Mosjéh (Mozes), zoals traditioneel gesteld wordt. Er is dus voortgaande openbaring op minstens hetzelfde niveau als Mosjéh. Het classificeren van de profetenboeken als commentaar op Mosjéh is dus onjuist. Sterker, ze overtreffen hem juist. Dat betekent dat de geschriften van Mosjéh beperkt zijn. Christenen weten dat uit de openbaring van de geschriften van het Nieuwe Verbond (het zogenoemde Nieuwe Testament), want die overtreffen op specifieke punten de hele Tenach (Jh 16:13).

3. Parallellen geven vaak dieper inzicht vanuit de sidra‘ op de haftarah.
Deze complementaire werking bevestigt dat de Bijbel één geheel is. De verschillende boeken horen bij elkaar en zijn onderling complementair. Dat wijst erop dat ze geïnspireerd zijn door de Heilige Geest, dat God erdoor spreekt. Er is immers feitelijk een grote tijdspanne tussen de twee tekstsoorten (Pentateuch en Profetenboeken).

4. Torot geïdentificeerd in deze haftarotserie stemmen niet altijd overeen met de rabbinale mitswot.
De 613 mitswot die de rabbijnen gebruiken zijn een menselijke vaststelling die vanuit Joods filosofische gedachten zijn ontsproten, maar daardoor juist beperkt en niet foutloos. Gods Torah is veel groter dan het menselijke verstand. In werkelijkheid staan er vele duizenden bepalingen in de Bijbel, waarvan sommigen in de loop van de tijd steeds anders gaan functioneren. Ook in de geschriften van het Nieuwe Verbond staan duizenden bepalingen. Het is het onderricht van de Levende God Die elke dag tot Zijn volk spreekt ingekaderd door Zijn woord.

De Verbondsvoorwaarden zijn echter hiërarchisch geschikt en mitswot zijn slechts één soort ervan. De andere soorten, zoals verordeningen (misjpat) en voorschriften (choqiem), worden zelden onderscheiden. Daarvoor is ook inzicht nodig (1 Kor 2:14). Het is een aanranding (een zonde) van de Verbondsvoorwaarden om deze soorten als gelijk te beschouwen, zoals christenen vaak doen. Een ander onderscheid is het verschil tussen positieve en negatieve bepalingen (vergelijk: geboden en verboden). Dit laatste onderscheid maken de rabbijnen overigens wel in de door hen bepaalde mitswot, namelijk 248 positieve (geboden) en 365 negatieve (verboden). Ook hebben de rabbijnen voor de mitswot een hiërarchie vastgesteld. Zo stelde Maimonides (acroniem: Rambam), de opsteller van de 613 mitswot, dat de mitswah om te geloven/geloofsvertrouwen te hebben de belangrijkste en eerste was.

In de haftarot serie van MessiaNieuws werden ruim 350 torot vastgesteld, waarvan enkelen mitswot kunnen zijn. Dit getal is aanzienlijk lager dan de 613 mitswot. Dat is te verklaren, omdat de rabbinale mitswot over het algemeen erg specifiek zijn en betrekking hebben op zaken die inmiddels achterhaald zijn. De vastgestelde 350 torot zijn vaak veel algemener van soort, maar daardoor niet minder ‘zwaarwegend’. Maar bovenal heeft de uitstorting van de Heilige Geest op de Nieuwe Verbondsgelovigen heeft de Torah gunstig ‘gecorrigeerd’.

5. De haftarot soms inzicht gaven op de geschriften van het Nieuwe Verbond.
Veel gelovigen denken dat de haftarot alleen voor Isra‘El bedoeld zijn en binnen het Judaïsme relevant zijn. In deze serie is gebleken dat Gods Geest Zich niet laat inperken door zulke door mensen bedachte grenzen. Omdat de geschriften van het Nieuwe Verbond (het Nieuwe Testament (NT)) direct verbonden zijn aan de Tenach (Oude Testament) is het meer dan logisch dat sidr‘ot en haftarot ook inzichten geven die voor het begrijpen van het NT relevant zijn.

6. Rabbijnen zien soms geen of andere parallellen.
In deze serie is ook gebleken dat de rabbijnen soms parallellen over het hoofd zien of negeren, die Nieuwe Verbondsgelovigen wel vaststellen. Dat is opmerkelijk. Zo zouden volgens rabbijnen in de 3 haftarot voorafgaande aan Tisjah be‘Av en de 7 haftarot erna tot aan Ro‘sj Hasjanah geen parallellen met de sidr‘ot bestaan, terwijl die wel werden gevonden. Daarbij moet opgemerkt worden dat sidr‘ot en haftarot onbekend zijn of volledig genegeerd worden in de christenheid. Ook heeft de serie laten zien dat niet elke haftarahparallel met de sidra‘ voor de hand liggend of expliciet is.

Aan het einde van deze evaluatie wordt erop gewezen dat er meer haftarahlezingen bestaan dan de wekelijkse lezingen die in deze serie zijn behandeld. De volgende speciale haftarahlezingen worden gelezen op gedenk- en feestdagen:
• Hachodesj (Sjabbat voorafgaande aan Ro‘sj Chodesj (Nieuwe maansdag) Niesan): Ezech 45:16-46:18
• Pésach – Sjabbat hagGadol (Grote Sjabbat – Sjabbat voorafgaande aan Pésach): Mal 3:4-24
• Sjabbat Avond nieuwe maansdag (’erev Ro‘sj chodesj): 1 S 20:18-42
• Maftier (voltooiing sidra‘) voor Sjabbat nieuwe maansdag: Nm 28:9-15: Js 66:1-24
• Maftier voor Sjabbat Chanoekah: Zach 2:14-4:7 / 1 K 7:40-50
o 1e dag: Nm (6:22) 7:1-17
o 2de dag: Nm 7:18-23
o 3de dag: Nm 7:24-29
o 4de dag: Nm 7:30-35
o 5de dag: Nm 7:36-41
o 6de dag: Nm 7:42-47
o 7de dag: Nm 7:48-53
o 8ste dag: Nm 7:54-8:4
• Bij sidra‘ Kie tissa‘ – Maftier bij parasjah (onderdeel sidra‘) Sjeqaliem (Ex 30:11-16): 2 K 11:17-12:17
• Maftier Zachor (Sjabbat voorafgaande aan Poeriem): Dt 25:17-19: 1 S 15:1-34.
• Maftier Parah (Sjabbat na Poeriem): Nm 19:1-22: Ezech 36:16-38.

 

Bijbelleraar Marco van Putten is gespecialiseerd in Judaïca en de rabbijnse wereld; in wekelijkse Parasjot prikkelde hij gelovigen na te denken over de Hebreeuwse wortels van het geloof.

Wees de eerste die reageert op "Evaluatie haftarot"

Geef een reactie