Geloofsvragen – Is God almachtig?

De meeste gelovigen gaan ervan uit dat God almachtig is. Wat verwachten gelovigen daarvan? Wat bedoelen ze er eigenlijk mee en stemt dat ook overeen met de werkelijkheid van God? Is dit te baseren op de Bijbel? Wat als dat niet zo is? Wat staat erover in de Bijbel?

Almacht is een woordcombinatie van ‘al’ en ‘macht’. Het staat voor het hebben van alle of de algehele macht. Maar wat is ‘macht’ eigenlijk? Macht staat op de eerste plaats voor de potentie om iets te kunnen. Dat dwingt gezag, maar ook respect af of kan zelfs vrees geven. Het gaat erom dat macht groot genoeg is om van betekenis te kunnen zijn. Macht moet dus volume, grootte en capaciteit hebben.

Machtig zijn moet ook het actief toepassen van die potentie betekenen, want anders wordt het betekenisloos. Het wordt dan functioneel ten aanzien van een bepaalde situatie of toepassing. In het geval van almacht zou het dan gaan om multifunctionaliteit en -toepasselijkheid.

Woordstudie
Het woord ‘almachtig’ in verband met God is alleen gebaseerd op de interpretatieve vertaling van het Hebreeuwse woord sjaddaj (komt 48* voor in de Tenach). Maar deze vertaling is verre van logisch, want het komt van de stam sjadad – vernietigen of verwoestend optreden. De stam is ook verwant aan de stam sjoed – verwoesten/vernielen. Opmerkelijk genoeg is hier onder meer van afgeleid het zelfstandige naamwoord sjad (24*) – borst(kast), wat in verband staat met het centrum van kracht.

Die opmerkelijke vertaling wordt nog benadrukt als blijkt dat sjaddaj vaak niet vertaald is in de Septuaginta. Waar het wel vertaald is dan met de woordcombinaties epikranti (Ru 1:20), pantokratoor (b.v. Job 8:5; 11:7; 15:25), duoleusomen (Job 21:15) – de Machtige, diastellein ton epouranion (Ps 68:14) – de Hemelse. Ook is sjaddaj vaak als Kurioo – Heer vertaald.

Andere Hebreeuwse woorden die expliciet en letterlijk machtig betekenen zijn: ma’al gadal – oppermachtig/groot maken (2 Kr 1:1), ’atsoem (31*) (stam ’atsam – machtig zijn), gibor (152*) (stam gabar – heldhaftig machtig zijn), chezqah (4*) (stam chazaq – moedig sterk/machtig zijn), ’oz (92*) (stam ’azaz – sterk/machtig zijn) en rov (149*) (stam rabab – omvangrijk/machtig zijn). Deze worden zijn echter niet vertaald in de zin van Gods veronderstelde almacht. Soms wel om Gods machtig zijn uit te drukken in plaats van almacht.

Ook niet de relevante Aramese woorden in de Tenach, zoals sjilton (2*) (stam sjalat – heersen/ machtig zijn), taqief (5*) (stam taqaf – overweldigen/in de macht krijgen) en de stammen kehal (4*) – in staat/machtig zijn en jekel (11*) – kunnen/macht hebben.

De Griekse woordcombinatie pantokratoor (10*) betekent letterlijk al-machtig of beter: over alles regerend, maar is geen juiste vertaling van het Hebreeuwse woord sjaddaj. Pantokratoor vult almacht in als regeringsmacht[1]. Dat is potentieel een constructieve invulling. Maar het woord sjaddaj staat juist voor (de potentie tot) destructie/vernieling.

Andere woorden die in het Nieuwe Testament worden gebruikt om machtig zijn uit te drukken zijn peri-krates (1*) – machtig zijn. Maar ook de woorden dunatos (35*) en ischoes (11*). Verwant is de woordcombinatie pasa eksousia – alle macht (Mt 28:18).

Grenzeloosheid
Van Gods Almacht wordt gedacht dat Hij alles in Zijn macht en alles onder controle heeft. Sommige verbinden Zijn almacht ook aan alwetendheid, algoedheid en het alles kunnen. Dit zijn logische aannames/afleidingen. In de Hebreeuwse grondtekst wordt immers ook de benaming ’eljon –allerhoogste (53*) (stam ’alah – opstijgen) voor God gebruikt.

Maar Gods veronderstelde almacht wordt uiteindelijk op deze wijze opgevat als allesomvattendheid. Zo vervalt de aanname van Gods almacht tot onzinnigheid. Onzinnig in de zin van verlies van specifieke betekenis, maar ook omdat allesomvattendheid niet bestaat en geen functie heeft in de schepping. Dat geldt eigenlijk ook voor alles waar het voorvoegsel ‘al-‘ voor staat.

Hier kan als tegenargument tegenovergesteld worden dat bij God alles mogelijk is[2], maar dat maakt Gods almacht ‘bovennatuurlijk’. De vraag is echter wel in hoeverre dat dan betekenis heeft voor de gelovige op aarde.

Ook wordt aangenomen dat Zijn almacht zuiver en absoluut moet zijn en niet op de menselijke manier begrepen mag worden. Dit omdat Almacht niet in de fysieke schepping bestaat, want macht is daarbinnen namelijk altijd niet absoluut en in zekere zin beperkt[3]. Maar hiervoor geldt dezelfde tegenwerping van verlies van betekenis voor de gelovige die namelijk gebonden is aan de schepping.

Scheppingsaannames
Traditioneel wordt aangenomen dat God alle macht in Handen heeft. Maar van deze veronderstelde Eigenschap van God wordt voor de fysieke schepping[4] onder andere afgeleid dat:

1. God volledige autoriteit heeft over de fysieke schepping

2. God volledig verantwoordelijk is voor de fysieke schepping

3. De fysieke schepping afhankelijk is van Gods almacht

4. De fysieke schepping uiteindelijk verantwoording schuldig is aan God

Scheppingsaannames gewogen
Ad.1 God volledige autoriteit heeft over de fysieke schepping
Dan zou er niets in de fysieke schepping bestaan dat meer autoriteit heeft dan God. De mens zou dan geen volledige autonomie hebben, wat een inperking betekent van diens vrijheid. Het zou ook betekenen dat de satan uiteindelijk onder Gods autoriteit staat[5].

Maar dat is in tegenspraak met wat in de Bijbel staat en in de dagelijkse praktijk van het leven blijkt, namelijk dat er nogal wat tegen Gods wil gebeurt en ook dat er overduidelijk kwaad gebeurt. Het is niet rationeel vol te houden dat satan volledig onder Gods autoriteit staat[6].

Ad.2 God volledig verantwoordelijk is voor de fysieke schepping
Hij zou daardoor ook verantwoordelijk worden voor al het kwaad dat plaatsvindt. Dat is strijdig met de veronderstelde algoedheid van God. In de Bijbel staat expliciet dat de schepping al sinds millennia niet langer voldoet aan diens fundamentele bestaansuitgangspunten[7] waarom God eertijds de schepping maakte. Als God daar volledig verantwoordelijk voor zou zijn, dan zou het logisch zijn dat Hij de Here Jezus zond. Maar helaas is Hij niet meer volledig verantwoordelijk en noch is de Here Jezus ervoor om de schepping te herstellen[8].

Ad.3 De fysieke schepping afhankelijk is van Gods almacht
In principe is dit wel zo, maar de wil tot zich afhankelijk stellen ontbreekt. Sterker, volgens de Bijbel verzet de hele schepping tot in diens vezels zich tegen God. Het is in strijd, weerspannig met Hem. Feitelijk is de schepping op een pad van toenemende Godslastering.

De meerderheid van de mensen ontkennen deze aanname ook al eeuwenlang. Ze houden daarmee ook geen rekening. Door dit gemis aan afstemming zal de mensheid , maar ook de hele schepping steeds minder gesynchroniseerd raken met God. Dat heeft steeds schadelijker gevolgen.

Ad. 4 De fysieke schepping uiteindelijk verantwoording schuldig is aan God
Ook dit is in principe zo, alleen poogt de schepping zich voortdurend te onttrekken aan die verantwoordelijk door de zonde (overtreden of tegenwerken van Gods wil) af te schuiven[9].

Aanverwante zaken
Van de veronderstelde almacht van God worden ook allerlei zaken andere zaken verbonden, zoals:
• Voorbeschikking (predestinatie)
• Uitverkiezing
• Voorzienigheid
• Vooruitziendheid
• Gods absolute scheppingsbestuur

Voorbeschikking (predestinatie)
Als almachtige God zou Hij in staat zijn het leven van een gelovige al in een heel vroeg stadium van diens bestaan te bepalen. Iets dat dus veel verder gaat dan lot(sbestemming), want dat kent geen wilsbeschikking van een godheid maar volgt een onpersoonlijk patroon. Beiden, voorbeschikking Gods of lot(sbestemming), perken persoonlijke vrijheid sterk in. Er zou immers niet aan te ontsnappen zijn.

Als God echter niet almachtig is, hoe zou Hij dan iemands leven kunnen voorbeschikken? In elk geval blijkt dat lot(sbestemming) niet bestaat[10] uit het volkomen onverwachte en ook onmogelijke gebeuren van het Menswording van de Here Jezus.

In de Bijbel kunnen voldoende argumenten worden gevonden om aan te nemen dat net als de veronderstelde voorzienigheid Gods ook Zijn voorbeschikking niet bestaat. Toch gaat de mainstream christenheid er wel vanuit.

Uitverkiezing
Een andere aanname op basis van Gods veronderstelde almacht is dat mensen door Hem zouden worden uitverkoren om tot Zijn volk te behoren. Net als Gods voorbeschikking wordt ook uitverkiezing problematisch als God niet almachtig is. Hoe zou Hij dat dan immers kunnen bewerkstelligen. Hij zou dan machtiger willen zijn dan de menselijke wil. Natuurlijk kan God als Schepper machtiger zijn dan een mens, maar zou Hij dat echt ook willen? Zou Hij echt op die manier herhaaldelijk willen inbreken op de scheppingsorde om uitzonderingen te maken voor bepaalde mensen?

Voorzienigheid
Door Gods almacht zou Hij ten goede ingrijpen in allerlei situaties. God hoeft niet almachtig te zijn om voorziend op te treden, maar het vereist wel voldoende macht om de situatie naar Zijn Hand te zetten.

Maar door zo te handelen zou Hij Zichzelf openbaar maken als een God die willekeurig optreedt in of Zich bemoeit met bepaalde situaties. Waarom zou Hij dat willen doen en met welk doel? In de Bijbel is geen reden te vinden voor zulk optreden van God.

Vooruitziendheid
God zou vooraf precies weten wat er gaat gebeuren. Dat neigt naar of past bij de gedachte van lot(sbestemming) en voorbeschikking. Die zijn hiervoor al behandeld. Vooruitziendheid heeft vooraf aan een situatie voor mensen geen betekenis. Dat krijgt het pas door de gevolgen. Dit is hierboven ook al behandeld; God wordt dan als willekeurig en onrechtvaardig ervaren.

Gods absolute scheppingsbestuur
Scheppingsbestuur is een bepaald element dat als Eigenschap Gods of het gegeven dat Hij de Schepper is wordt afgeleid. Maar Zijn absolute scheppingsbestuur is geen vast gegeven van de Schepper. Scheppingsbestuur gaat namelijk ervan uit de schepping, na te zijn ontstaan, correctie of aanpassing nodig heeft.

Om invloed uit te kunnen oefenen op de schepping moet de Schepper logischerwijs in staat zijn dit te kunnen doen. Zijn veronderstelde almacht stelt Hem daartoe in staat. Maar om scheppingsbestuur uit te kunnen oefenen is niet per se almacht nodig. Het gaat er minimaal om dat bepaalde scheppingsmachten bestuurd kunnen worden. Idealiter alle scheppingsmachten. Dat laatste vereist dus oppermachtigheid; de hoogste macht hebben in de schepping. Dat niet alleen, feitelijk zelfs nog meer. Namelijk (her)scheppende macht hebben.

Voor de aanname van 24/7 scheppingsbestuur door God over de schepping is voldoende argumentatie te herleiden uit de Bijbel, maar dat is wat anders dan absolute scheppingsbestuur. Ook satan en schepselen hebben macht over bepaalde krachten van de schepping. God bemoeit Zich daar klaarblijkelijk niet mee.

Gevolgen Gods machtshantering
Uiteindelijk zal God moeten optreden tegen de schepping en met name tegen satan. Dit optreden zal Zijn ware macht tonen. Alleen moet wel gesteld worden dat dit een inbreuk betekent in de bestaande orde der dingen. Als God dus Zijn macht zal toepassen, waaruit zal blijken hoe machtig Hij werkelijk is, dan zal dat volgens de Bijbel onder meer het volgende laten zien, dat het:

• Inbreekt op de huidige scheppingsorde
Dus als God Zich zal laten gelden als de hoogste Machthebber (niet als almachtige), dan heeft dat verschrikkelijke gevolgen voor de schepping en de mensen die erin leven. Daarom gebeurt het maar zelden of althans niet openbaar.

• De huidige schepping afbouwt
Gods uitoefening van Zijn oppermachtigheid heeft finale destructieve gevolgen (Hebreeuws: sjaddaj) voor de bestaande schepping. Opzettelijk is het woord ‘afbouwen’ genoemd, omdat de huidige schepping niet simpelweg verwoest wordt. De huidige schepping gaat een weldoordachte en gefaseerd traject door waarin het ter verantwoordelijk wordt gesteld voor het functioneren ervan sinds het begin van de schepping.

• De nieuwe schepping implementeert
Het kunnen instellen van een nieuwe scheppingsorde, zoals God dat volgens de Bijbel zal doen, veronderstelt het hebben van macht die alle machten in de schepping te boven gaat, plus de macht om een nieuwe orde in te voeren.

Eindconclusie
Tegen de algemeen aanvaarde stelling in moet gesteld worden dat God niet almachtig was, is of kan zijn. In de Bijbel komt Hij wel naar voren als oppermachtig[11] in termen van de schepping. Dat toont dat Hij de Schepper is (permanent).

Maar in de Bijbel staat ook dat Hij in principe zelfs het hanteren van Zijn oppermacht uitstelt of slechts sporadisch hanteert. Dat maakt dat God feitelijk, in de dagelijkse praktijk, veel minder of vaker niet gekend wordt als (opper)machtig. Dat verklaart ook waarom er dagelijks zoveel kwaad, onrecht en zonde bestaat en waarom er sinds het begin van de schepping een Tempeldienst bestaat in de hemel[12].

In de Bijbel wordt er ook vanuit gegaan dat het de schepping gegeven is zelf in staat te zijn God te behagen. Maar gebleken is dat het er zelf voor gekozen heeft zich daarvan te onttrekken en zich tegen God te keren en die positie ook blijft bevestigen. Dat daagt God uit om Zijn (opper)macht te hanteren, maar uit de Bijbelse geschiedenis blijkt dat dit slecht sporadisch[13] gebeurt en als het gebeurt dit ongunstig is[14].

De voortgaande en toenemende corrumpering van de schepping zal God noodzaken om Zijn oppermacht afrondend te hanteren, maar dat zal volgens de Bijbel grote destructieve gevolgen hebben. Daarom noemt de Tenach Hem ook ‘Él Sjaddaj – God, de Verwoester. In plaats van God, de Almachtige. Nadat Hij dit heeft gedaan zal de schepping niet meer zijn wat het nu is en een andere vorm hebben gekregen.

Kortom, zelfs het trotst stellen dat God (opper)machtig is[15], is alleszins te zien als een belangrijk of verrijkend onderdeel van het geloof, maar eerder als een gegeven dat als Hij het hanteert dit in verband staat met straf en oordeel. Een somber gegeven dus.

+++
[1] Vergelijk de woordcombinatie demo-kratoos – volksregering (d.i. regering door vertegenwoordigers van het volk). Het gaat dan om de bestuursinrichting van een natie.
[2] Feitelijk is voor God niet alles mogelijk. In potentie kan Hij wel alles, maar Hij legt Zichzelf een zekere onmogelijkheid op. Hij houdt bijvoorbeeld de scheppingsorde in stand door Zich daaraan te committeren. Daarnaast is Hij trouw aan Zijn Eigen Karakter en zal daardoor ook bepaalde zaken nooit doen.
[3] Het neigt naar corrumpering, door verlies van zicht op diens doelstelling en beïnvloeding van de boosaardigheid.
[4] Het deel van de schepping dat waarneembaar is voor mensen.
[5] Zoals de wereldgodsdiensten ook beweren.
[6] Dat zou het oordeel van God over de schepping onrechtvaardig maken, want dat – Gods oordeel – verondersteld dat de schepping onder de macht van satan is gekomen en daardoor uiteindelijk geoordeeld moet worden. Gods oordeel wijst dus juist op het ontbreken van Gods almacht. Vandaar dat in de christenheid dat oordeel wordt gebagatelliseerd.
[7] Dat het God eert en dient.
[8] De Here Jezus kwam ook niet om de zonde (van de wereld) weg te nemen, maar om de macht van satan over Hemzelf te verbreken. Hij werd daardoor ervan verlost en daarna met God verzoend. Dat was een Individuele prestatie als herstel van de geloofsafval van Adam. Daarna kunnen alleen zij die zich aan Hem toewijden individueel delen aan die verlossing bemiddeld door de Heilige Geest. De zondemacht beheerst echter nog onverminderd de schepping, zoals als blijkt uit het dagelijkse kwaad.
[9] Dit eeuwige afschuiven begon al in de hof van Eden (Gn 3) en is op zichzelf al een zonde.
[10] Hoewel er wel zoiets bestaat als scheppingsorde en -patronen, zoals persoonlijk karakter van levende schepsels.
[11] Veel machtiger dan alle in de schepping bestaande machten.
[12] Waarvan het equivalent op de aarde helaas is verwoest, wat op zich al toont dat Gods macht daar aan het verwateren is c.q. Hij niet almachtig is.
[13] Bijvoorbeeld: het verblijf van de Here Jezus op aarde duurde amper 40 jaar.
[14] In principe is ook de komst en het optreden van de Here Jezus op aarde buitengewoon ongunstig voor de eigen overtuiging van de schepping. Vandaar dat het ook geen goed nieuws is voor vrijwel heel de schepping en dat het er alles aan doet om Zijn geschiedenis op aarde te ontkennen, te falsificeren, te ontkrachten of te belasteren.
[15] Er dus vanuit gaande dat de God is almachtig aanname is losgelaten, maar dat Hij (opper)machtig wordt begrepen.

Wees de eerste die reageert op "Geloofsvragen – Is God almachtig?"

Geef een reactie