Hoe ontwikkelde messianisme zich? – deel 5

a large stone castle with a sky background

Voor vrijwel alle christenen is de Here Jezus dé Messias. De meeste Joodse gelovigen ontkennen dat of hebben daar grote twijfels over. Messiaanse gelovigen (Joods of niet) volgen echter vaak (nog) het traditioneel christelijke spoor en/of praten christenen na. Maar vergissen Joden zich dan en hoe komen christenen aan hun bewering? Wat betekent dat Messiasschap eigenlijk in Bijbelse zin?

In de voorgaande artikelen bleek dat messianisme nauwelijks genoemd wordt in de Tenach (Oude Testament), terwijl dat wel zo is in de geschriften van het Beriet Chadasjah (Nieuwe Testament (NT)). Is er op dit punt dan geen verband tussen de twee Bijbeldelen?[1] Zo lijkt het[2].

Dit grote verschil was echter niet zozeer het probleem, maar de inhoud van het Messianisme dat in het NT wordt beschreven. In deze serie Natsriem[3] Messianisme genoemd. Het leidde tot scherpe verwerping door de leiders van het Jodendom[4]. Dat gaf grote spanningen, die ook werden versterkt door de massale instroom van niet-Joden in de zendingsgemeenschap[5]. Wat zou het gevolg zijn van deze spanningen?

Ontstaan van christelijk messianisme
De talmoediem (leerlingen van de Here Jezus) legde zich toe op het gehoorzamen van de uitdrukkelijke mitswah (bevel) van de Here Jezus om niet-Joden op te roepen zich in Gods volk te voegen (Hnd 1:8). Niet-Joden lieten zich ook daarvan overtuigen.

Deze, vooral Grieken en Romeinen, waren echter geen ooggetuigen van de missie van de Here Jezus geweest. Voor hun leek[6] het Natsriem Messianisme, dat Hem centraal stelde, aanvankelijk goed te passen bij hun heldencultuur[7]. Uiteindelijk gingen deze niet-Joden om allerlei redenen domineren, zodat zij de oorspronkelijke zendingsgemeenschap omvormden in een kerkinstituut[8].

Dat kerkinstituut kreeg sterke overeenkomsten met de gangbare tempel-instellingen van het Romeinse rijk[9]. De gelovigen gingen zich ‘christenen’[10] noemen. De kerk werd zelfbewust en zag zich genoodzaakt het Natsriem Messianisme drastisch aan te passen. Door veel en heftige discussies ontstond christelijk messianisme. Dit was bepaald door twee belangrijke pijlers van hun cultuur; holisme en universalisme.

Holisme
Vanuit de focus op de Here Jezus in het NT kwam de gedachte op dat Hij alles vertegenwoordigde en ook alles volkomen had vervuld of dat zou doen. De overtuiging werd, dat door de uitstorting van de Heilige Geest deze volkomenheid al bereikt zou kunnen worden. Dat maakte de christenheid in toenemende mate overmoedig wat zich uitte in groeiende arrogantie[11].

De boodschap (Grieks: evangelion) van de Here Jezus werd gezien als het sluitstuk van alle eerdere religieuze leer (vervangingstheorie)[12]. De ‘christenen’ werden steeds zelfbewuster en vonden dat het Natsriem Messianisme veel vragen onbeantwoorde had gelaten. Omdat de Here Jezus alles zou omvatten en de christenen ‘in Hem waren’ zou het toegestaan zijn om die (nieuwe) vragen te beantwoorden met wat de niet-Joden uit hun eigen bagage meebrachten.

Blijkbaar kwam hier niet een afdoende correctie op, want de vragen die gesteld werden waren niet alleen nergens in de Bijbel gesteld. De antwoorden die werden geformuleerd waren ook anti-Isra‘Elitisch[13]. Vrome Theologen (filosofische Bijbelgeleerden[14]) probeerden moeizaam het Bijbelse kader te handhaven.

Universalisme
Vanuit de zendingsmitswah van de Here Jezus kwam de overtuiging op dat de kerk niet alleen zending moest bedrijven aan de hele mensheid, maar daartoe ook de keizerlijke functie[15] die het Messiaanse rijk zou hebben nu al moest krijgen[16]. Maar daaraan lag nog een veel dieper universalisme aan ten grondslag. De Here Jezus zou niet alleen voor enkelingen, zoals ‘Adam of de talmoediem, zoenmiddel zijn geworden, maar voor de hele mensheid.

Dat laatste paste ook bij het verband dat de Natsriem hadden gelegd met ‘Adam. Was hij niet de representant, de al-vader van de mensheid? Maar universalisme neigt vaak naar ongenuanceerdheid en onbalans. Het richt zich op algemeenheden en niet op dat wat exclusief of specifiek is. Uitgerekend eigenschappen van Isra‘El en dus evengoed ook van Gods volk[17].

Er werden steeds meer geloofsfilosofische vragen gesteld over Zijn Zoonschap van God in plaats van Isra‘Elitische vragen te stellen. Die laatsten gaan typisch over de gevolgen van hun godsdienst voor het dagelijkse leven (Torah)[18]. De christelijke vragen werden echter bepaald door de nadruk in de Bijbel dat er maar Één God is. Dat is immers een fundamentele, problematische afwijking van het gangbare heidendom. Wat was de plaats van de Here Jezus in dat monotheïsme? Een vraag die nergens in de Bijbel is gesteld[19]. De christelijke antwoorden moesten dan ook wel anti-Isra‘Elitisch zijn.

Vergoddelijking[20]
De focus van de kerk kwam steeds meer op het aardse bestaan van de Here Jezus[21]. Dit groeiend christocentrisme (tunnelvisie op de Here Jezus) wierp vragen op over Wie de Here Jezus nu eigenlijk was. Na veel discussies en onderlinge verkettering werd Hij officieel voorgesteld als Godheid[22]. Hij mocht/moest aanbeden worden. Het kwam er zelfs van dat christenen Hem Zijn Vader laten overstemmen[23].

Alleen hoe rijmde dat met Zijn vermeende Messiasschap? Immers, die bediening moet op aarde betekenis hebben, maar waarvan de Here Jezus bij Zijn verblijf op aarde amper blijk had gegeven. Het is overduidelijk dat Zijn Godheid dat Messiasschap decimeert. Immers, God wordt almacht toegedicht. Het optreden als Messias is daarmee vergeleken een bijzaak[24].

De twijfelachtige bijnaam[25] ‘Christus’ die de kerk ging hanteren was dus bedoeld om te herinneren aan Zijn Godheid en Heerschappij over het universum. Niet aan Joods messianisme, wat door christenen steeds meer als minderwaardig of zelfs irrelevant werd beschouwd. Ondanks dat het Natsriem Messianisme juist de aankondiging van de vervulling daarvan was.

Vanuit christelijk gezichtspunt zou Hij als Messias het holistische en universele heilsplan van God vervullen. Hij kon daarom voor het exclusieve Isra‘El (en dus voor Torahnavolging) geen betekenis meer hebben en Isra‘El zou bovendien door God, de Vader, eeuwig zijn vervloekt.

De eindtijd genoemd in de Bijbel werd nog wel gebruikt als stok achter de deur om mensen naar de kerk te dwingen en ze daarbinnen te houden. Het Natsriem Messianisme was op de achtergrond geraakt en werd uiteindelijk vervangen[26].

Definitie christelijk messianisme:
Christus is God en regeert als Vorst van de kerk (Gods volk), Koning van het universum en ontfermende Heer (Grieks: Kurios) van de wereld. Hij is heldhaftig Overwinnaar en Al-Heerser (Grieks: Pantocrator). Hij verlost de mensheid van hun zonden. Hij zal wederkomen om de wereld definitief te oordelen en de nieuwe wereld(orde) vestigen; Zijn vrederijk.

Dit leidde ertoe dat ook de Bijbel werd geherinterpreteerd en aanpast op deze definitie[27]. Bijbelteksten werden steeds meer vanuit de Persoon van de Here Jezus en Zijn Eigen kracht geïnterpreteerd. Zo zou Hij de satan hebben overwonnen, Zelf uit de dood zijn opgestaan en Zelf naar de hemel zijn opgevaren en Zich naast de Vader op de troon hebben gezet.

Volgende artikel
In het volgende eindartikel wordt getoetst of dit christelijk messianisme Bijbels/naar Gods wil is.

+++
[1] Het is evident dat iets anders de twee Bijbeldelen met elkaar verbindt. Inderdaad, beiden zijn Isra’Elitisch.
[2] Tussen de twee Bijbeldelen zit een tijdperiode waarvan geen boeken in de Bijbelverzameling zijn opgenomen; de zogenoemde Intertestamentaire periode. Maar in deze tijd heeft het Jodendom diverse messiaanse geschriften voortgebracht die de basis legde voor Joods messianisme. Dit heeft het Nieuwe Testament (NT) beïnvloed. In zekere zin is het NT ook een gevolg van die tussenperiode.
[3] De eerste volgelingen van de Here Jezus werden ‘Natsriem’ genoemd (Hnd 24:5). Beweerd wordt dat het ‘afkomstig uit Natsaret’ (de plaats Nazaret) betekent, maar dat verklaart de godsdienstige onderscheiding ermee in het Jodendom niet. Natsar betekent immers ‘bewaren’ (van Torah en Gods wil). In het Midden-Oosten worden christenen vandaag nog steeds Natsriem genoemd.
[4] Deze verwerping begon al in de dagen van de Here Jezus. Hij is immers door de godsdienstige leiders ter dood veroordeeld. Maar hun verwerping betekende nog niet dat gewone Joden dat ook deden. Uit literatuur blijkt namelijk dat zeker tot in de 6de eeuw er goede contacten bestonden met Joden.
[5] Het groeiend aantal volgelingen van de Here Jezus bevonden zich al snel in allerlei plaatsen in heel het oostelijke deel van het Romeinse rijk. Hun richtpunt was zending. Samen vormden ze een netwerk van geloofsgemeenschappen.
[6] De niet-Joden beseften onvoldoende dat dit Messianisme expliciet een nadere uitwerking was binnen het kader van Joods messianisme of ze negeerden dat feit.
[7] De Here Jezus werd steeds meer als Held gezien.
[8] Het ging van externe naar interne gerichtheid.
[9] Dit deden ze opzettelijk. Bijvoorbeeld om de instroom van Romeinen (en Grieken) te vergemakkelijken, waardoor actieve zending steeds minder nodig was.
[10] Zij die bij de christos van de kerk hoorden. De letterlijke betekenis ‘gezalfden’ raakte op de achtergrond. Ook de betekenis ‘messiaanen’ werd steeds meer als te Joods gezien.
[11] De christelijke leiders begonnen te stellen dat ze het beter wisten dan wat hen was overgeleverd vanuit het Jodendom.
[12] Terwijl het Evangelie de Tenach als basis heeft, werd de Tenach afgedaan als te Joods en dus als vervallen. Immers, God had het Joods volk schijnbaar verlaten.
[13] Isra‘Elitisch is gericht op Torahnavolging en het raamwerk van Gods verbond.
[14] Hun opkomst begon vroeg in de kerk. Waarschijnlijk al in de tweede eeuw.
[15] Dé Messias zou immers Koning van alle aardse koningen zijn. Feitelijk dus keizer.
[16] Dat uiteindelijk christelijk geloof een staatsgodsdienst in het Romeinse keizerrijk werd is een logisch gevolg van de theologische overtuiging die eraan ten grondslag ligt. Die is dus ouder dan het moment (4de eeuw) waarop het werkelijkheid werd.
[17] Allen die God toebehoren (Joods en niet-Joods).
[18] Het is evident dat juist niet-Joden voor de grote uitdaging staan om Isra‘Elitisch te worden (Hnd 15:21). Maar ook de meeste Joden die leven als niet-Joden.
[19] In de Bijbel worden zulke vragen juist ontraden (Hnd 1:7). Toch staat in de Bijbel wel enige informatie daarover (bijvoorbeeld Lk 10:18, over het bestaan van de Here Jezus in de voortijd; Jh 8:38, over Zijn lange geschiedenis bij God in de hemel voorafgaande aan Zijn komst naar de aarde).
[20] Dat is achteraf tot Godheid verklaren. Maar de Here Jezus was goddelijk voor Zijn komst naar de aarde. Een veel relevantere vraag zou zijn wat Zijn komst naar aarde betekende voor die goddelijkheid.
[21] Zelden wordt gerealiseerd dat de missie van de Here Jezus op aarde plaatsvond ‘onder’ het Oude Verbond. Het Nieuwe Verbond werd pas toegankelijk vanaf de uitstorting van de Heilige Geest. Daarom heeft het gereviseerde (lees: Geest vervulde) Natsriem Messianisme ook een groter gewicht, dan wat erover is beschreven in de Evangeliën. Hoewel die Evangeliën werden gepubliceerd ‘onder’ het Nieuwe Verbond.
[22] De Here Jezus was in Bijbelse zin godsdienstig en spiritueel leider, maar christenen gingen Hem vooral als Held zien, Die naar Romeinse traditie uiteindelijk vergoddelijkt moest worden.
[23] Het onderscheid vervaagt ten gunste van hun Christus. God, de Vader, wordt gekerstend.
[24] Terwijl het de hoofdzaak is in gereviseerd Natsriem Messianisme.
[25] In deel 1 van deze serie is die twijfelachtigheid beschreven.
[26] Logisch ook, want Natsriem Messianisme is ten diepste Theocentrisch. Niet christocentrisch. Het verwacht immers dat de Here Jezus, zoals elke messias, ondergeschikt is aan God, de Vader (1 Kor 11:3).
[27] Dit blijkt ook uit de verschillen in Bijbelmanuscripten. Dat zijn niet alleen overschrijffouten. Zelfs vandaag worden nog woorden toegevoegd die Zijn Godheid moeten bevestigen. Vergelijk bijvoorbeeld Johannes 1:18 in een Statenvertaling en de NBV’21.

Wees de eerste die reageert op "Hoe ontwikkelde messianisme zich? – deel 5"

Geef een reactie