Jeruzalem: de navel van de wereld

Foto: Levi Zoutendijk

Vorige week was ik in Jeruzalem. Deze stad wordt ook wel ‘de navel van de wereld’ genoemd. Volgens de Joodse traditie is zij het middelpunt van de aarde. Hier was het paradijs. De Eeuwige maakte de eerste mens met grond van de berg Moria en blies hem Zijn adem in. Hier wandelde de Stem door de tuin, riep: ‘Adam, waar ben je?’ 

En, veel later, boetseerde Jezus uit diezelfde grond nieuwe ogen voor een blinde man (Johannes 9). Jezus komt dan net bij de Tempel vandaan waar mensen Hem willen stenigen omdat Hij zichzelf ‘Ik Ben’ noemt, de naam waarmee de Eeuwige zich openbaarde aan Mozes (Exodus 3:14).

Op de berg Moria is nog veel meer gebeurd. Hier speelde zich de binding van Izaäk af. Hier liet Abraham zien hoe groot zijn vertrouwen in de Eeuwige is. Izaäk, die volgens de Joodse overlevering toen geen kind was, maar een volwassen man, gaf ook een behoorlijk getuigenis door op het altaar te gaan liggen.

Misschien maakt de steen waar Jacob zijn hoofd op legde Jeruzalem zo aantrekkelijk.

Niet veel later komt de zoon van Izaäk, Jacob, langs de berg Moria tijdens zijn reis naar zijn oom Laban. Hier droomt hij de droom waarin engelen over een trap van beneden naar boven gaan en waarin God bij hem staat en tot hem spreekt.

Misschien maakt de steen waar Jacob zijn hoofd op legde Jeruzalem zo aantrekkelijk. Volgens de Joodse overlevering is deze steen de Even ha-Shtiyya, vrij vertaald de Fundament Steen, de steen van waaruit de Eeuwige de hele wereld heeft geschapen.

Na zijn droom riep Jacob: ‘Wat een ontzagwekkende plaats is dit, dit is niets anders dan het huis van God, dit moet de poort van de hemel zijn!’ (Genesis 28:17) Jacob zette de steen rechtop en goot er olie over. Hij noemde de plaats Beth El, oftewel Huis van God. Daarna doet hij de Eeuwige een belofte: ‘Als God mij ter zijde staat en mij op deze reis beschermt, als hij mij brood te eten geeft en kleren aan mijn lichaam, en als ik veilig terugkom bij mijn verwanten, dan zal de Eeuwige mijn God zijn. Deze steen die ik gewijd heb, zal dan een huis van God worden – en ik beloof dat ik u dan een tiende deel zal afstaan van alles wat u mij geeft.’

Volgens de Joodse overlevering stond de Ark bovenop de Fundament Steen.

En inderdaad, veel later, bijna vijfhonderd jaar na de uittocht uit Egypte, bouwde Salomo op de berg Moria de Eerste Tempel. De Eeuwige had aan zijn vader David laten zien hoe deze Tempel eruit moest zien (1 Kronieken 28:19). De Ark van het verbond, de voetenbank van de Eeuwige, kreeg een plek in het Heilige der Heiligen. Volgens de Joodse overlevering stond hij bovenop de Fundament Steen. De Bijbel vertelt dat zodra de priesters uit het heiligdom naar buiten komen, de Sjechina, een wolk, de Tempel van de Eeuwige vult. Dat moet een geweldig gebeuren zijn geweest. Zoals 1 Koningen 8: 11 vertelt: ‘De priesters konden hun dienst niet meer verrichten, want de majesteit van de Eeuwige vulde de hele tempel.’

Adonai heeft Jeruzalem gekozen om te wonen. Alleen dat al maakt de stad bijzonder. Vorige week was ik in Jeruzalem. Ik, een vrouw uit een klein dorpje in Friesland. Mijn hand raakte de Westelijke Muur aan, propte een briefje tussen de kieren van de stenen en ik dacht aan het verhaal van Salomo’s Tempel. Hier was de wolk, de Sjechina, die meereisde met het volk Israël door de woestijn. Hier woonde de Eeuwige en hier wordt Hij nog steeds aanbeden.

Het verhaal is nog niet af.

Jesaja zegt dat al in zijn boek (56:7): ‘Mijn tempel zal heten Huis van gebed voor alle volken.’ Jezus herhaalt dit als hij een paar dagen voor Pesach in de Tempel is en een grote schoonmaakactie houdt (Lucas 19: 45 en 46). Wist je dat in diezelfde week de vrouwen druk bezig waren met de grote schoonmaak voor Pesach? Alle gist moest uit de huizen worden verwijderd. Misschien waren ze nog aan het werk toen Jezus stierf, ook vlakbij de Tempel. Zeker is dat ze klaar waren toen Jezus uit het graf kwam. En dat alles gebeurde in Jeruzalem, op en rond de Tempelberg. Volgens de Bijbel is het verhaal nog niet af. In Jeruzalem gaat nog veel meer gebeuren. (Lees onder andere Zacharia 8 maar eens).

Je voelt het als je er staat, als je kijkt naar de enorme, zachtgele stenen en de vogels die nestelen in de muur.

Jeruzalem laat je niet meer los.

Nine blogt voor MessiaNieuws, komt uit Friesland en is schrijver van de roman Machla, over een Joodse vrouw in de tijd van Jezus. 

Geef een reactie